I.M.
Connie Palmen
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Prometheus, 2023 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : PALM |
Dieuwertje Mertens
te/ep/30 s
Voornamelijk vrouwen doet denken aan Palmens debuutroman De wetten (1991), waarin de vertelster zeven mannen portretteert - de epilepticus, de fysicus, de psychiater enzovoort - met wie zij een relatie onderhoudt. Via die mannen portretteert ze zichzelf. In Voornamelijk vrouwen is sprake van een soortgelijke aanpak.
Bij alle personen past een woord dat hen typeert of definieert: Sylvia Plath (waarachtig), Vivian Gornick (vermetel), Lola (dubbelzinnig), Janet Malcolm (meedogenloos). Het openingsessay getiteld 'Virginia Woolf' (autonomie) belooft over Woolf te gaan.
Palmen begint met een referentie aan het beroemde essay 'A Room of One's Own' (1929), waarin Woolf beweert dat een vrouw een eigen kamer, geld en ledigheid nodig heeft om een schrijver te kunnen zijn. Daarna weidt ze uit over de betekenis van autonomie voor haar eigen schrijverschap. Het is een leidend thema in dit essay: wat leren deze vrouwen Palmen over zichzelf? En in het verlengde daarvan: over de lezer?
Leugenachtigheid
Ze schrijft: 'Ik had altijd een kamer voor mezelf en ik had altijd geheimen. Ze horen bij elkaar, in hun verstrengeling waren ze in mijn jeugd de noodzakelijke voorwaarden voor mijn zelfstandigheid.' En: 'Schrijven is spreken en zwijgen ineen, het is verhullen door te onthullen, het is aanwezig zijn door je af te zonderen, bestaan door jezelf weg te maken.'
Die behoefte zich terug te trekken plus de leugenachtigheid die bij het schrijverschap hoort, laten zich moeilijk combineren met de intimiteit van een relatie. Die noopt tot eenzaamheid. '(...) de keren dat ik erin slaagde kon alleen de dood een einde maken aan dit immense geluk', concludeert Palmen.
Schrijvers zijn geen makkelijke mensen. (Ach, wie wel?) Althans: het tegendeel moet nog bewezen worden. De door Palmen besproken figuren zijn ijdel en opstandig (Philip Roth), bitter en verslaafd (Marguerite Duras) of persoonlijk en 'naïef' (Olivia Laing). Aan de hand van hun werk, interviews en biografie, probeert Palmen de (fictionele) lagen van hen af te pellen en tot hun kern door te dringen.
Terugkerend thema zijn de verhalen die we elkaar vertellen, en in het bijzonder de verhalen die schrijvers over zichzelf vertellen en hun biografen vervolgens weer over de schrijvers (die pogen deze verhalen te ontkrachten). Ze citeert Joan Didion (ongenaakbaar): 'We vertellen onszelf verhalen om te kunnen leven.' Palmen: 'Verhalen houden ons in stand, in wat we elkaar vertellen geven we prijs waarin we geloven, hoe we onszelf definiëren.'
Die verhalen hebben we niet altijd in de hand. Palmen haalt het ontluisterende The Silent Woman aan, Janet Malcolms biografie over de woelige relatie van Sylvia Plath en Ted Hughes, dat vol staat met voorbeelden van 'tot mislukking gedoemde pogingen de verhalen over onszelf te controleren.' Een thema dat Palmen zelf overigens uitvoerig uitwerkt in haar roman Jij zegt het (2015), waarin ze Ted Hughes een stem geeft in het verweer tegen het hardnekkige verhaal dat hij schuldig zou zijn aan de dood van zijn vrouw Sylvia Plath. Malcolm, aan wie Palmen het woord 'meedogenloos' verbindt, weet dat feiten niets zijn zonder interpretatie, en dat de waarheid het verliest van een goed verhaal.
Palmen analyseert het autobiografische fotoboek Still Pictures (2023) van Malcolm. Juist in de weigering zich - tegen de eisen van het genre in - openhartig uit te spreken over haar vader, openbaart zich de vrouw. In het portret op de omslag, waarop Malcolm te zien is met één oog verscholen achter de camera, het andere open, herkent Palmen de schrijver in zichzelf 'die altijd verscheurd is tussen openbaren en verbergen'. Die verscheurdheid loopt als een rode draad door de essays heen en verbindt ze met elkaar.
Destructiedrang
Het tweede deel van de bundel is getiteld 'De zonde van de vrouw' en gaat over vier vrouwen die door hun talent ongeschikt waren voor een traditioneel vrouwenbestaan. Palmen wijst op de overeenkomsten tussen Marilyn Monroe, Marguerite Duras, Jane Bowles en Patricia Highsmith: 'Het vroege verlies, of het ontbreken van een vader, de complexe verhouding met de moeder en de keuze voor een andere naam om daarmee het publieke domein te betreden.' Maar wat kunnen we daar eigenlijk uit opmaken?
Ze waren alle vier zeer getroebleerde, bijzonder begaafde vrouwen met een grote destructiedrang of doodsdrift. Hun leven eindigde eenzaam en gedesillusioneerd. In deze essays laat Palmen de biografische gegevens waarin hun levensloop is vervat, meer voor zich spreken. Er is minder reflectie. Haar bewondering wordt minder uitgediept en slaat vooral terug op hun uniciteit. Alsof Palmen zich minder kan of wil relateren aan deze vrouwen. Duidt dat op minder of juist meer herkenning? (Denk aan Palmens eerdere uitspraak over onthullen en verhullen.) Ook deze essays zetten aan het denken.
Voornamelijk vrouwen is een intelligente, enthousiasmerende essaybundel die aanzet tot lezen, en getuigt van een diep persoonlijke leeshouding waarbij Palmen én de lezer zeker in het eerste deel bevangen raken door 'de meedogenloze intimiteit van fictie', om met haar Roth te citeren.
Prometheus, 179 p., 21 euro.
Jozefien Van Beek
te/ep/30 s
Identiteit, de creatie van een papieren personage, de macht van taal, het zijn thema's die Connie Palmen al haar leven lang interesseren. Ook in haar nieuwste essaybundel, Voornamelijk vrouwen , vormen ze de rode draad in de korte biografische schetsen van een aantal vrouwen - en Philip Roth.
Al in haar doctoraalscriptie schreef Palmen over het 'Het weerzinwekkende lot van de oude filosoof Socrates', die zelf zijn ideeën niet te boek wilde stellen. Hij wilde zichzelf bewaren zoals hij was en had daarom weerzin voor de weergave. Maar als je jezelf niet op schrift stelt, dan zullen anderen het wel doen, en dan heb je geen vat meer op het narratief. Dus werd Socrates een personage in het verhaal van anderen.
Net daarom was Philip Roth - Palmen bewondert zijn opstandigheid - als de dood voor zijn eigen biografie. 'Naarmate hij ouder werd kwam het schrikbeeld om onderwerp te worden van het gewantrouwde genre steeds dichterbij', schrijft Palmen. 'Het is alsof Philip Roth zich na het schrijven van Exit geest voorneemt om de biografie van Philip Roth niet zomaar uit handen te geven.' Ze voegt toe: 'Van de twee beste biografieën van Roth heb ik op z'n minst kortstondig vermoed dat hij ze zelf had geschreven.'
Het drama van de zondige vrouw
De eigenschap die Palmen bewondert in journalist en biograaf Janet Malcolm is meedogenloosheid. Schrijven gaat gepaard met morele dilemma's, 'Malcolms huiver en liefde voor het schrijven komen voort uit een zelfkritisch bewustzijn van de macht van het woord, van de verwoestingen die het in een leven kan aanrichten', schrijft Palmen. 'Ze weet dat de waarheid het verliest van een sterk verhaal als de harde feiten ontbreken, en ze weet ook dat zelfs harde feiten niets zijn zonder interpretatie.'
Palmen eigent zich - even meedogenloos als Janet Malcolm - in het tweede deel van Voornamelijk vrouwen de levens van vier vrouwen toe in het lange essay 'De zonde van de vrouw', dat in 2017 al apart verscheen als het Boekenweekessay. In vier korte biografische schetsen gaat ze op zoek naar een verklaring voor het zelfdestructieve gedrag van Marilyn Monroe, Marguerite Duras, Patricia Highsmith en Jane Bowles. In deze rake stukken komt de sterke verhalenverteller Palmen het meest naar boven, ze doen denken aan het beste werk van Katie Roiphe. Palmen schrijft slim en ontroerend over het leven en de psyche van haar onderwerpen, en soms geeft ze tussendoor gevatte opmerkingen. Zo schrijft ze over Marilyn Monroe: Monroe 'wilde weten wie ze echt was. “Ik ben bang dat ik een fantasieproduct ben,” zei ze over zichzelf. Ik ken vrouwen die het met minder zelfinzicht moeten doen.'
Monroe, Duras, Highsmith en Bowles groeien alle vier vaderloos op, hebben een complexe relatie met hun moeder, en kiezen een andere naam waarmee ze bekend werden. 'Ze overschrijden de grenzen van de wellevendheid, van hun sekse, van de heersende moraal. Ze doen dit om vrij, soeverein en autonoom te zijn, om zichzelf de wet te kunnen stellen. Voor alle vier geldt wat Marilyn Monroe in haar laatste interview tegen een journalist zei: “Als ik me aan alle regels had gehouden, had ik nooit iets bereikt.”'
Maar het drama van de zondige vrouw, zo schrijft Palmen, is 'dat ze zich onderwerpt aan een strengere rechter dan God, namelijk aan zichzelf.' Ze kiest vrijwillig voor de verbanning uit een voorgeschreven, huiselijk bestaan en straft zichzelf door trage zelfvernietiging met alcohol, drugs of zelfdoding.
Post-it
De zogenaamde zonde van de vrouw is het anders zijn, het verlangen naar een ànder leven, en het is volgens Palmen de zonde van alle schrijfsters: 'Voor Virginia Woolf en voor alle vrouwelijke schrijvers is het oorspronkelijke drama juist het drama van hun oorspronkelijkheid, van de originaliteit van hun geest, de genialiteit van hun rede. De eigenheid van hun karakter en daardoor van hun taal, de onnavolgbaarheid van hun denken, alles wat hen apart zet, maakt van hen een buitenstaander, ongeschikt voor een gevaarloos, gewoon leven.'
Het is de autonomie die Palmen het meest bewondert in Virginia Woolf. Woolf beweerde in haar beroemde essay 'A room of one's own' dat een vrouw een eigen kamer, geld en ledigheid nodig heeft om schrijver te kunnen zijn, om zelfstandig te denken. 'Het is al heel wat dat iemand eindelijk beweert dat zelfstandig denken een vermogen is dat je moet ontwikkelen', schrijft Palmen, 'dat het iets is waarvoor je ledigheid nodig hebt, waarvoor je de tijd en de ruimte moet nemen, dat het niet iets is wat je 's ochtends even onder de douche doet, voordat je het ontbijt maakt voor de kinderen of naar je echte werk gaat. Denken is het werk.'
Denken is het werk. En schrijven natuurlijk. En schrijven eist zijn tol. Philip Roth krabbelde in 2012 op een post-it: 'The battle is over' en plakte die op zijn computer. 'De apologieën, aanmoedigingen en manifesten verraden hoe intensief, wezenlijk en eenzaam het leven als schrijver is geweest. Vreugde en last ineen, een vervulling die hem alles schonk, en alles van hem vroeg.'
In het essay 'Het geluk van de eenzaamheid', dat gepubliceerd werd in Palmens vorige essaybundel Het drama van de afhankelijkheid , en volgens Palmen het beste essay is dat ze ooit schreef, formuleert ze wat een goede roman is: een schrijver moet bekende paden verlaten, breken met familie, in het onbekende duiken. Hij moet zichzelf búíten de groep plaatsen, er níét bij horen.' Dat is het geluk - en ongetwijfeld ook de kwelling - van de eenzaamheid. Een geluk en kwelling die alle schrijfsters uit Voornamelijk vrouwen gekend hebben.
Nieuwe inzichten biedt Palmen in Voornamelijk vrouwen niet. Ze gaat aan de slag met dezelfde thema's als in Het drama van de afhankelijkheid , maar maakt die concreet aan de hand van leven en werk van een aantal boeiende vrouwen. Dat zorgt ervoor dat deze nieuwe essays misschien wat lichter wegen (ze verschenen eerder in kortere versies in De Volkskrant ), maar het maakt ze tegelijkertijd wel prettiger om te lezen. Bovendien geven ze veel zin om het werk van de vrouwen - en die ene man - zelf te gaan (her)lezen.
Prometheus, 160 blz., € 19,99 (e-boek 12,99).
Cécile Koekkoek
ob/kt/14 o
Zelfbewust kijkt Susan Sontag (1933-2004) in de lens van fotograaf Richard Avedon. Het is 1978, New York, Sontag is halverwege de veertig. Ze draagt een soepel vallend zwart leren jasje, heeft een donkere blik en een zwarte haardos waarin de eerste grijze haren zich voorzichtig aftekenen. Prachtig is ze, een ouder wordende vrouw met een jaloersmakende, vanzelfsprekende stijl, zowel cool als chic, een vrouw van de wereld, een intellectueel, een vrouw van wie je zou willen dat zíj het schoonheidsideaal vertegenwoordigde voor de vrouw van middelbare leeftijd. Een vrouw die je zou willen zijn.
Onlangs verscheen een bundeling van haar feministische essays, Over vrouwen. Op het omslag een portret door Henri Cartier-Bresson. Onderschrift: Susan Sontag, Parijs, 1972. Beelden van Sontag roepen een verlangen op naar een tijd die ooit was (zelfs zonder er ooit deelgenoot van te zijn geweest). Een periode van polemiek, van hogere schrijfkunde, van een onbereikbare cultuurelite in het verre New York - een tijd die geen betere representant kent dan Susan Sontag.
De bewondering van haar uiterlijk, haar looks, het oordeel erover: ze zou ervan hebben gegruwd. Het reduceren van een vrouw tot haar uiterlijk is een van de belangrijkste thema's in de bundel. In het eerste essay, 'De dubbele moraal van het ouder worden' (1972), stelt Sontag dat er voor vrouwelijke schoonheid maar één norm is toegestaan: die van meisje. Voor mannen zijn er twee: die van jongen en die van man.
Ruim vijftig jaar later lijken we weinig te zijn opgeschoten, indachtig de Britse Vogue van september 2023, met op de cover supermodellen Linda Evangelista, Cindy Crawford, Naomi Campbell en Christy Turlington, 33 jaar na het gezamenlijke coverdebuut in 1990. Hun ruim 50-jarige gezichten rimpelloos en stevig opgemaakt, de eindeloze benen meisjesachtig mager - een groter contrast met de puurheid in de portretten van Sontag is nauwelijks denkbaar.
Sontag veroordeelt niet het verlangen om mooi te zijn an sich, maar wel de verplichting om het te zijn - of proberen te zijn. Het idee over schoonheid dat we nastreven is immers verzonnen door mannen. Ze verwijt vrouwen dat ze dit systeem van ongelijkheid versterken met hun 'lakse houding, met hun angst, met hun leugens', schrijft ze. Vrouwen hebben in haar ogen andere opties: wijs zijn, in plaats van alleen maar aardig; competent zijn, in plaats van alleen maar behulpzaam; sterk zijn, in plaats van alleen maar elegant. Vrouwen zouden zich moeten bevrijden van de slaafse bezorgdheid over hun uiterlijk waarmee ze zichzelf tot object maken, stelt ze.'Niet vrouwelijk willen zijn, maar wel solidair met vrouwen, niemand belichaamde die paradox zoals schrijver Susan Sontag', schrijft Bregje Hofstede treffend in haar voorwoord. Het definiëren van vrouwelijke kennis als intuïtieve kennis van emoties tegenover mannelijke kennis van competentie, autonomie en zelfbeheersing was volgens Sontag de basis van de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Sontag wilde niet 'vrouwelijk' zijn, ze zag vrouwelijkheid als vermomming. Ze kon zichzelf niet zijn en moest in plaats daarvan moeite doen om over vrijheden te kunnen beschikken die de man voor lief neemt.In 'De derde wereld van de vrouw' (1973) betoogt Sontag dat de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen ligt in de aanname dat vrouwen een andere 'natuur' hebben dan mannen en dat deze 'natuurlijke' verschillen vrouwen inferieur maken. Twee jaar later, in 'Feminisme en fascisme', gaat ze nog een stap verder en distantieert ze zich van de stroming binnen het feminisme die de 'ranzige en gevaarlijke' tegenstelling tussen verstand (man) en emotie (vrouw) verdedigt en daarmee de rede naar de prullenbak verwijst. Ze noemt dit anti-intellectualisme de 'hardnekkige indiscretie van de feministische retoriek'.
In Barbieland, het succesvolle matriarchaat uit Greta Gerwigs recente film en eigentijdse feministische pamflet Barbie, bekleden vrouwen functies zoals we die de afgelopen eeuwen in de patriarchale wereld bij mannen hebben gezien: ze zijn loodgieter, journalist en president, zónder zich te ontdoen van 'vrouwelijke' eigenschappen. Nog steeds een utopie wellicht, maar toch, tegenwoordig hoeven vrouwen zich niet meer strikt te transformeren tot de mannelijke norm van feitelijke kennis en competentie, maar krijgen ze steeds meer invloed omdat ze zijn wie ze zijn: vrouw.
Natuurlijk, bij vrouwen wordt nog altijd benadrukt hoe bijzonder het is als ze leider maar ook vrouw zijn, en nog steeds overheerst de verbazing als een vrouw die mooi is ook intelligent, getalenteerd en goed is. Maar dat vrouwen politiek effectiever zouden zijn als ze onbeschoft, fel en naar seksistische normen 'onaantrekkelijk' zijn, zoals Sontag betoogde, die tijd ligt achter ons.
Voornamelijk vrouwen is een recente bundeling persoonlijke essays van Connie Palmen, deels eerder verschenen in dit boekenkatern, over elf vrouwelijke schrijvers en één man (Philip Roth). In elk essay onderzoekt Palmen aan de hand van thema's als 'autonoom' en 'waarachtig' wat het betekent om vrouw te zijn en schrijver. 'Ik lach om iedereen die het verschil tussen jongens en meisjes ontkent', schrijft ze in het eerste essay over Virginia Woolf. Anders dan Sontag zoekt Palmen juist in vrouwelijkheid de originaliteit van de geest, de genialiteit van de rede.
Bij Palmen gaat het meer om bevrijding uit een conventioneel vrouwelijk bestaan, zonder het vrouw-zijn te ontkennen. Over Sylvia Plath: 'Ze had zichzelf verraden door haar diepste wezen - schrijver - te verloochenen, door zich elke dag in een korset te rijgen, zijden kousen aan te trekken.' Palmen en Sontag vinden elkaar in de zoektocht naar een manier om je als vrouw volledig te kunnen wijden aan het schrijverschap, zoals mannen dat zo makkelijk lijken te doen.
Voor Sontag was de enige manier om van zichzelf te kunnen houden schrijver worden, en schrijver alleen, ontdaan van vrouwelijke emoties en behaagzucht, zich vastklampend aan intellectualisme en verstand. En hoewel haar essays op veel vlakken nog altijd pijnlijk actueel zijn, is er hoop: Barbie kan zowel bouwvakker als schrijver zijn - niemand die daar raar van opkijkt.
Connie Palmen, Voornamelijk vrouwen. Prometheus; 160 pagina's; € 21.
Susan Sontag, Over vrouwen. Uit het Engels vertaald door Karina van Santen en Martine Vosmaer. Pluim; 224 pagina's; € 23,99.
Bookarang
Een ode aan vrouwelijke kunstenaars. Connie Palmen beschrijft vrouwelijke kunstenaars zoals Marilyn Monroe, Marguerite Duras, Patricia Highsmith en Jane Bowles, die de grenzen van de heersende moraal en hun sekse overschreden. Sylvia Plath, die zich bezoedeld voelde omdat ze te veel onechtheid in haar leven had toegelaten. Vivian Gornick, die met Connie Palmen, haar lezer, onbewust deed wat ze met haar moeder deed: treiteren en provoceren. Olivia Laing, die zich al non-binair voelde voordat ze dat woord kende. Ook belicht Palmen één man, Philip Roth, om uit te leggen waarom ze van de wraakzuchtige en overspelige schrijver houdt. Het boek is tevens een verkenning van Palmens eigen schrijverschap, waarin ze al haar literaire thema’s laat terugkomen. Intelligent maar onderhoudend geschreven. Met name geschikt voor een geoefende lezersgroep. Connie Palmen (Sint Odiliënberg, 1955) is een bekende Nederlandse schrijver. Ze schreef vele boeken. Haar werk wordt in verschillende landen uitgegeven.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.