Boven is het stil
Gerbrand Bakker
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij De Arbeiderspers, 2023 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : BAKK |
Bo Van Houwelingen
2/ei/20 m
Het literaire wereldje in Nederland is klein. Iedereen loopt hetzelfde lezingencircuit af, zit in dezelfde cafés en staat in dezelfde rij voor het Boekenbal. Dus als twee schrijvers ieder een dagboek bijhouden, dan kom je de ene schrijver geheid tegen in het dagboek van de andere en vice versa.
Min of meer op hetzelfde moment zijn de dagboeken van Pieter Waterdrinker en Gerbrand Bakker verschenen. Beide beslaan om en nabij hetzelfde jaar, 2022. De onvermijdelijke kruising vindt plaats in april, op de avond van - jawel - het Boekenbal, in schrijverscafé Schiller. Bakker beschrijft hoe Waterdrinker eenzaam aan een tafeltje zit: 'Alleen Parool-recensent Dries Muus bevond zich, kijkend als een uiltje dat net uit het ei is gekropen, aan Waterdrinkers eettafel, alle andere schrijvers en schrijfsters deden alsof ze hem niet zagen.'
Ho eens even. Waterdrinker beweert juist dat hij die avond gezelschap had van twee leuke dames! 'Heel gezellig gegeten, gedronken en geroddeld.' Alleen jammer dat Gerbrand Bakker 'heel overtuigend acteerde dat hij mij niet zag'.
De beschrijving van die avond is een detail, maar een saillant detail; Bakker en Waterdrinker zijn tegenpolen. Niet alleen in café Schiller, ook in hun dagboeken. Hoewel de twee opmerkelijk veel van elkaar weg hebben (beiden vermaarde auteurs, beruchte twitteraars en dierenvrienden, beiden even oud (61), wonend in het buitenland en ijdel genoeg om hun dagboek te publiceren), verschilt hun werk tot in het uiterste. Bakker zoekt het in zijn notities in het kleine en persoonlijke en Waterdrinker in het grote en wereldse. Bakker is de subtiele stilist, Waterdrinker de uitbundige verteller.
Moeder, na vader, alweer het derde Privé-domein-deel van Gerbrand Bakker, begint met de dood van zijn vader. Nuchtertjes: de constatering dat vader 'het niet meer doet', het condoleren in de grote schuur waar nog een potje badminton wordt gespeeld, de kist die met een jeep naar het crematorium wordt gebracht. 'Broer Cees-Jan vroeg hoe heet zo'n oven was. Duizend graden.'
Diep verdriet heeft Bakker niet, daaruit maakt hij op dat 'mijn vader en ik volstrekt goed met elkaar waren toen hij doodging'. Het leven gaat door. Met een nieuwe geliefde en een nieuw hondje, Joris. Met de tuin in de Eiffel (rattenplaag!) en de verschijning van Bakkers roman De kapperszoon.
Het is wonderlijk hoe Bakker van niets iets weet te maken. Autoritjes, bezoekjes aan kennissen, naar de showroom voor een nieuwe bank, potje rummikub met moeders, even wat snoeien in de tuin. En toch is het heerlijk om te lezen. Hoe doet hij dat? Het zal zijn heldere, pretentieloze stijl zijn, waarbij je je als lezer welkom voelt. Bakker schrijft voor zichzelf en tegelijkertijd voor ons - dat maakt lezer en schrijver tot gelijken.
Het helpt ook dat hij ruiterlijk voor zijn eigen truttigheid uitkomt. Bakker is een 'koetjes-en-kalfjes-man', iemand die zich verheugt op een bakje chips bij de borrel, die op zondagavond klaar gaat zitten voor VT-Wonen - Weer verliefd op je huis. En hij schuift met liefde een stukje voor je op: kom er gezellig bij.
De koetjes en kalfjes blijven boeien omdat achter dat alledaagse méér schuilgaat: een zoektocht naar zingeving die gestalte krijgt in Bakkers moeder. Zíj moet na de dood van vader alleen door. Waarom eigenlijk? 'De fut is er uit', 'ik ben al zevenentachtig', 'er waait hier trouwens een heel gore wind', om zuchtend te besluiten met: 'Ik tel mijn zegeningen.'
De tedere dialoogjes tussen moeder en zoon zijn in al hun eenvoud subliem. ''Wat schaft de pot vandaag?' Ze schuifelde met de rollator naar de koelkast. 'Spaghetti carbonara', zei ze. 'Geen idee wat dat is.' Ik zei haar dat dat lekker is, dat ik het ook weleens maak. 'Maar niet erg gezond.' Dat gaf niet, antwoordde ze, want er zat een bakje salade bij. De vorige keer dat ik haar aan de telefoon had zei ze dat ze dood wilde. Ze vond er weinig meer aan. (...) 'Wanneer rijden jullie weer naar Amsterdam?', wilde ze weten. 'Met je verjaardag', zei ik. 'Over een week.' Ach ja, natuurlijk. 'Ik laat alles maar over me heen komen', zei ze. Ondertussen had ze de spaghetti carbonara in de magnetron geschoven. Nog voor het piepje klonk hadden we opgehangen.'
Als moeders magnetronmaaltijden staan voor al het kleine en gewone dat Bakker beschrijft, dan staan de copieuze diners van Pieter Waterdrinker voor al het grote en exclusieve. Gerookte zalm, kruimig gekookte aardappelen, malse reebout, Russische Oliviersalade, een zeer goed gelukte julienne, champignons in zure room, citroenkip, foie gras en wijn, heel veel wijn; Waterdrinker is een man van de wereld, met overal vrienden, kennissen en collega's met wie gedineerd moet worden. En tijdens die etentjes wordt uiteraard de toestand in de wereld besproken.
In Van huis en haard beschrijft Waterdrinker hoe hij Rusland, het land waar hij dan al 25 jaar woont, verlaat vanwege de oorlog in Oekraïne. Samen met zijn vrouw Julia verruilt hij zijn appartement in Sint-Petersburg voor hun huis in de Franse Tarn. Veel is onzeker: kunnen ze ooit nog terug? Wordt het appartement geconfisqueerd? Wat zal er van Russische vrienden en familie terechtkomen?
Op zoek naar antwoord op deze vragen sleept Waterdrinker ons ondertussen mee naar een kasteel in Schotland, naar een literair festival in Toronto, naar familie in Israël en naar het geteisterde Oekraïne. Waar hij ook gaat, de schrijver trekt zoals altijd de vreemdste types aan: puissant rijke, racistische Schotse adel, een getraumatiseerde Oekraïense taxichauffeur, de kleindochter van Winston Churchill - ze geven het dagboek een hoog Kuifje-gehalte.
Waterdrinkers notities krijgen coherentie door zijn typische toon: vaak weemoedig, geëngageerd en soms razend - de perfecte mix voor als je over Rusland schrijft, en dat is wat Waterdrinker het beste doet. Van huis en haard biedt een terugblik op een dramatisch oorlogsjaar, waarin allerlei ijkpunten - Poetins gestoorde speeches, het bombardement op de kraamkliniek in Marioepol, de mobilisatie, Boetsja, de nucleaire dreiging - de revue passeren en je nogmaals doen beseffen hoe ongelofelijk snel alles van kwaad tot erger is gegaan.
Veel meer dan een politieke beschouwing is dit een persoonlijk verslag van hoe de schrijver en zijn Russische familie, vrienden en kennissen geraakt zijn door de oorlog. Een smerige, volkomen nutteloze, racistische, neokoloniale oorlog, ontsproten uit het brein van de aan morbide paranoia lijdende, verzwakte, maffiose dictator Poetin - in de ferme bewoording van de schrijver. Dan Bakker, die nóémt de oorlog niet eens.
In beide dagboeken tref je uiteraard ook de onvermijdelijke niksigheid; dagen waarop niets het beschrijven waard is, of het moet een bezoek aan de tandarts zijn. Ook zoiets laat een prachtig verschil zien. Bakker na de behandeling van zijn kies: 'Ik moest een paar minuten hard op een tampon bijten. Toen was het klaar.' Waterdrinker, ook behept met een problematische kies, gaat er eens goed voor zitten: 'De tijd dat men hier met metalen gebitten rondliep herinner ik me nog goed. De tandheelkundige zorg in de Sovjet-Unie leek eerder een louche aangelegenheid van criminelen dan een medische behandeling...' Enzovoorts. Een afgebroken kies: Bakker gortdroog, Waterdrinker die de Sovjetgeschiedenis erbij haalt. Typisch.
Over de kleine belevenissen van een 87-jarige vrouw of over de grote gebeurtenissen op het wereldtoneel, zonder fratsen of juist met veel bombast, enigszins afstandelijk of overlopend van emotie; hoe verschillend Bakker en Waterdrinker zich in hun dagboeken ook uitdrukken, uiteindelijk resoneert bij de lezer eenzelfde gevoel. Het gevoel iets te hebben gelezen van een schrijver die, linksom of rechtsom, oog heeft voor de wereld, klein of groot, zoekend naar menselijke waardigheid en rechtvaardigheid. Je leest het in de tederheid van Bakkers dialogen met zijn moeder, in de manier waarop Waterdrinker zich verliest in een scheldkanonnade over de oorlog. De volgende keer in Schiller kunnen die twee gerust een tafeltje delen.
Gerbrand Bakker, Moeder, na vader
★★★★☆
Pieter Waterdrinker, Van huis en haard. Nijgh & Van Ditmar; 496 pagina's; € 26,99.
★★★☆☆
(fe)
2/ei/23 m
In zijn eerdere Privé-domeinboek 'Jasper en zijn knecht' verhuisde Gerbrand Bakker naar een huisje in de Eifel, waar hij een tuin cultiveerde om een writer's block te bestrijden. In 'Knecht, alleen' verloor hij zijn hond en belandde hij in een diepe depressie. In zijn nieuwe dagboek 'Moeder, na vader' woont hij samen met M., een leuke man. Maar dan overlijdt Bakkers vader, na een ziekbed van slechts een week of tien. Het valt Bakker op dat hij geen diep verdriet heeft, maar wel begint hij plotseling de overlijdensadvertenties in de krant te spellen, over zijn vader te dromen, en gelijkenissen scherper te zien. De drie opeenvolgende Privé-domeindelen maken zichtbaar dat Bakker zichzelf en zijn gemoedstoestanden steeds beter leert doorgronden. Het troostrijke aan 'Moeder, na vader' is dat hij door over zijn ouders te schrijven alsnog hun hulp krijgt bij het nadenken over de richting die hij met zijn leven uit wil. Zolang hij het niet precies weet, doet hij wat zijn moeder zou zeggen: lekker doormodderen en zijn zegeningen tellen. De vorm van het dagboek ligt Bakker zo goed omdat hij met cirkelende bewegingen tot de helderste inzichten komt - en dat kan alleen al schrijvend. Bakker maakt subliem inzichtelijk hoe je blik op je eigen leven binnen een jaar kan veranderen als je een ouder kwijtraakt.
Bookarang
Het derde dagboek in de privé-domeinreeks van schrijver Gerbrand Bakker, waarin schrijft over zijn ouders, geliefden, omgeving, de natuur en de literatuur. Het onverwachte overlijden van Bakkers vader bezorgde zijn moeder veel verdriet. Als je na vierenzestig jaar huwelijk alleen overblijft, is het bijna onmogelijk de draad nog op te pakken. Maar het leven loslaten is ook nog niet zo makkelijk. Gerbrand Bakker beschrijft een jaar uit het leven van zijn verweduwde moeder en de familiaire dingen die daarmee samenhangen. Ook schrijft hij over zijn eigen dagelijks leven, dat een verrassende wending heeft genomen nadat er een man en een hond bij hem zijn ingetrokken.‘Moeder, na vader’ is in een realistische stijl geschreven, met een scherp oog voor alledaagse situaties en met gevoel voor ironie. Vooral voor literaire lezers. Gerbrand Bakker (1962) is een bekende Nederlandse schrijver. Hij schreef vele boeken, waaronder de veelgeprezen roman ‘Boven is het stil’, en won voor zijn werk o.m. de Academica Literatuurprijs en de Gouden Ezelsoor.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.