Zeik
Herman Brusselmans
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Prometheus, 2022 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : BRUS |
Aanwezig |
Prometheus, 2022 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : BRUS |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Prometheus, 2022 |
VOLWASSENEN : ROMANS : BRUS |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Prometheus, 2022 |
VOLWASSENEN : ROMANS : BRUS |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Prometheus, 2022 |
VOLWASSENEN : ROMANS : BRUS |
Onno Blom
ob/kt/29 o
Jarenlang kondigde Herman Brusselmans de definitieve roman over zijn jeugd aan, jarenlang wilde interviewers weten wanneer dat mythische boek nu eindelijk zou verschijnen, jarenlang keken zijn lezers er reikhalzend naar uit - en nu, op de vijfenzestigste verjaardag van de eeuwig Jonge Oppergod van de Vlaamse letteren, is het eindelijk zover: Theet 77 is verschenen.
Theet 77 is het adres in het Oost-Vlaamse Hamme waar Herman opgroeide als zoon van de opvliegende veehandelaar Gust Brusselmans en zijn droeve, lieve vrouw Lea. 'Theet was magisch,' schreef Brusselmans in Mijn haar is lang, 'Theet was historisch, Theet was een legende. Als je in Hamme zei dat je van Theet was, werd de hoed van eerbied gelicht.'
De publicatie van Theet 77 is te vergelijken met die van Het boek van violet en dood, het boek van Reve dat alle andere overbodig moest maken, behalve de Bijbel en het Telefoonboek. Reve, Brusselmans' voorbeeld, kondigde jarenlang zijn opus magnum aan, en oogstte teleurstelling toen hij het alsnog publiceerde - omdat de mythe altijd achterblijft bij de werkelijkheid.Brusselmans trekt zich al lang niets meer aan van de verwachtingen van de critici. Hij zevert, raaskalt en bullshit de ene na de andere roman vol. Nummer 83? Nummer 85? Hij is zelf de tel kwijtgeraakt. 'Jouw romans hebben geen verhaal', staat in Ex-schrijver, 'dreinen maar door en door, zonder begin en eind, er gebeurt nooit iets wat de moeite waard is.' Hij koos voor het absurdisme. Voor de nonsens.
Toch besloot Brusselmans om het mythische boek niet langer voor zich uit te schuiven en er serieus werk van te maken. Hij zou met zijn vriendin Lena terug naar Hamme gaan om de getuigen van zijn jeugd te interviewen.
De eerste zin had hij al voor hij begon: 'Ik was een drummertje in Hamme.' En verder had hij herinneringen, veronderstellingen, beelden, droomflarden, 'en nood aan de verhalen van getuigen'. Want iedereen was dood. Alleen Roza Coesteert, 101, leefde nog. Brusselmans reed naar haar toe, samen met Lena. Roza vertelde over de bewoners van Theet, over de veehandel van Hermans vader, het café van zijn grootmoeder en zijn grootvader toen die nog niet dement was. Maar wel al knettergek.
De oude dame had van veel dingen nooit gehoord en dus moest Brusselmans zijn eigen geheugen aanspreken. Of zijn fantasie. Dat is wat je het meest treft als je aan Theet 77 begint: zijn avonturen als Slag, het drummertje in The Twelve Waffles, en Snot, voetballertje bij Vigor Hamme, worden niet authentiek of melancholiek opgetekend, maar met bravoure. Als sterke verhalen.
Totaal over de kop gaat Brusselmans in het verslag van zijn prilste seksavonturen die, als we de auteur mogen geloven, en dat moeten we dus niet, al voor zijn veertiende aanvingen. Elke keer vraagt Herman een meisje na de daad of ze het vlammetje van zijn aansteker kan uitblazen met haar kut. Als het uitblazen niet lukt, mag zij ook met haar schaamlippen zijn neus snuiten. Of hij blaast het vlammetje zelf uit. 'Ik hield de nog steeds brandende aansteker op een afstandje van m'n kont, liet een scheet als een hurricane, maar in plaats van dat het vlammetje doofde, ontstond er een steekvlam die het schaamhaar van Marloes in de fik zette.'
Naarmate Theet 77 vordert, wordt het schrijnender. Je verlangt toch om niet alleen te huilen van het lachen - en dat deed ik - maar ook om te huilen van het huilen. Of allebei tegelijk. Brusselmans gaat op zoek naar de duistere bronnen van zijn bestaan, naar de ervaringen die hem hebben getekend. Hij kijkt het monster van zijn angsten in de ogen, de ervaringen die hem hebben geteisterd, laten kermen en klappertanden.
Hij schrijft over de meppen die hij van zijn vader kreeg, hoe zijn vader zijn moeder sloeg - dat hield pas op toen Herman en zijn broer keihard terugsloegen - en over het dierenleed. Het afvoeren van de kalfjes op het erf, het schielijk slachten van de geliefde stier, Little Joe, door die met een hamer de hersens in te rammen.
Zotheid in de genen
Uiteindelijk leidt Theet 77 naar het schrijverschap. De dromen van een carrière als drummer en voetballer versplinteren en zijn leven krijgt, bijna terloops, zin en betekenis als Herman als student in Gent verhalen begint te schrijven, 'absurde onnozelheid, onzin die me zelf beviel'. 'Schrijven?' zegt z'n vader. 'Ook dat nog? Opletten dat je niet gek wordt. Vele artiesten zijn zo zot als een achterdeur.'
De zotheid zit in zijn eigen genen. Net als zijn grootvader Frans kon Herman het al jong niet laten om mensen in de zeik te nemen. Zijn moeder Lea zegt tegen hem: 'Het is een gevaarlijk spel dat je speelt met andere mensen, stop daar maar zo snel mogelijk mee, of je zal de gevolgen ervan ondervinden. Mensen zullen je wantrouwen. Ze zullen denken: hij zegt dit maar bedoelt dat. Ze zullen denken: hij wil ons een kloot aftrekken. En ze zullen je gezelschap mijden. Je zal een eenzame man worden.'
Herman wist dat zijn moeder gelijk had. Maar hij kon niet anders dan fabuleren, te ver gaan, schrijven. 'Het leven moest op z'n kop gezet worden. Het leven moest betekenis krijgen. Ik wist met driekwart zekerheid dat dit niet zou gebeuren. Toen ik slaapwel zei tegen m'n moeder, dacht ik: ik wou dat ik je kon helpen, en mezelf erbij. Ze glimlachte, met die glimlach waarin treurnis niet onopgemerkt blijft.' Met die glimlach op mijn gezicht sloeg ik Theet 77 dicht.
Sam De Wilde
ob/kt/29 o
Net zoals je bij een James Bondfilm verwacht dat er op een bepaald moment een goed geschudde wodka martini geserveerd zal worden, verwacht je in een roman van Herman Brusselmans dat er om de zoveel pagina's iemand achterwaarts in de poes genaaid zal worden. Dat zulks in Brusselmans nieuwste boek enkel voorwaarts gebeurt, hoeft verstokte fans van de langharige literator echter niet te verontrusten. Er wordt nog steeds duchtig achter struiken gekakt, op bakkesen geklopt en aan Belga's gelurkt. Brusselmans mag zich met Theet 77 dan wel eindelijk aan het definitieve werk over zijn jeugdjaren in de Oost-Vlaamse gemeente Hamme gezet hebben, tot een stijlbreuk heeft dit stukje autofictie gelukkig niet geleid.
Dat het 'wéér niet het ernstige, unieke boek' geworden is 'waar al zo lang op gewacht werd', beaamt de verteller na ruim vierhonderd pagina's waarin geen avonturen gebeurden. 'Niet dat dit nodig was, want avonturen zijn overroepen.' Brusselmans schrijft het welhaast als een schuldbekentenis: weer niet gelukt. Terwijl zijn uniciteit en literaire waarde natuurlijk juist schuilen in de omvang van zijn oeuvre, in de herhalingen, in de motieven, in het doelbewuste gebrek aan ernst. 'Ik schreef boeken die alleen door mij geschreven konden zijn', stelt de schrijver, en niets is minder waar. Weinig lezers zullen meer dan een pagina nodig hebben om een roman van Brusselmans te herkennen, en zelfs diegenen bij wie de spreekwoordelijke frank pas na twee bladzijden valt, moeten dankbaar zijn dat hij trouw blijft aan zijn stijl. Dat hij niet toegaf aan de verleiding om plots, nu het zijn eigen jeugd betreft, een 'serieuzer' boek te gaan schrijven.
Grijnzer
Dus ja, er staan weer banale dialogen in. Ja, er staan weer enkele metafictionele terzijdes in, en ja, er staat ook weer een hoop onzin in (maar dan wel van de soort die 'tot trillen en beven' brengt). Theet 77 is, kortom, andermaal een Brusselmans waarin niet zozeer het vertelde, maar wel de manier waarop het verteld wordt, centraal staat. Dat humor daarbij niet ontbreekt, zal ook niemand verbazen. Brusselmans heeft het over zijn eigen familie wanneer hij over 'grijnzers' spreekt, maar het lijkt ergens ook de perfecte omschrijving van zijn trouwste lezerspubliek. Voor hen zal het overigens ook geen complete verrassing zijn dat de veehandelaarszoon die momenteel zijn eerste kind verwacht, hier en daar (en niet eens alleen in de passages die over zijn moeder gaan) zelfs weet te ontroeren.
Van Herman Brusselmans wordt weleens beweerd dat hij steevast in herhaling valt, en zijn thema is inderdaad al jaren onveranderlijk, maar het is wel hetzelfde als dat van pakweg Samuel Beckett: de volstrekte zinloosheid van ons aardse bestaan. Aan het einde van dit boekwerk vat Brusselmans zijn eigen carrière beknopt samen: 'Ik schreef boeken die meteen vergeten werden, ik schreef boeken die bleven hangen'. Theet 77 mag nu al bij die laatste soort gerekend worden.
Prometheus, 424 blz., 25 € (e-boek 14,99 €).
Onno Blom
ob/kt/29 o
Jarenlang kondigde Herman Brusselmans de definitieve roman over zijn jeugd aan, jarenlang wilden interviewers weten wanneer dat mythische boek nu eindelijk zou verschijnen, jarenlang keken zijn lezers er reikhalzend naar uit - en nu, op de 65ste verjaardag van de eeuwig Jonge Oppergod van de Vlaamse letteren, is het eindelijk zover: Theet 77 is verschenen.
Theet 77 is het adres in het Oost-Vlaamse Hamme waar Herman opgroeide als zoon van de opvliegende veehandelaar Gust Brusselmans en zijn droeve, lieve vrouw Lea. 'Theet was magisch', schreef Brusselmans in Mijn haar is lang, 'Theet was historisch, Theet was een legende. Als je in Hamme zei dat je van Theet was, werd de hoed van eerbied gelicht.'
De publicatie van Theet 77 is goed te vergelijken met die van Het boek van violet en dood, het boek van Gerard Reve dat alle andere boeken overbodig moest maken, behalve de Bijbel en het Telefoonboek. Reve, Brusselmans' literaire voorbeeld, kondigde jarenlang zijn magnum opus aan, en oogstte teleurstelling toen hij het in de winter van zijn leven alsnog publiceerde - omdat de mythe nu eenmaal altijd achterblijft bij de werkelijkheid.
Brusselmans trekt zich allang niets meer aan van de wensen en verwachtingen van de critici en jury's van literaire prijzen. Hoe zou dat ook moeten? Nooit werd een boek van hem bekroond (alleen Prachtige ogen uit 1984 kreeg een prijs van het literaire tijdschrift Yang, en die piepkleine prijs moest hij ook nog eens delen met Lut De Block). Altijd eisen recensenten dat hij ernstig en volwassen wordt en zichzelf niet langer herhaalt. Op datzelfde verwijt heeft Reve het ultieme antwoord al gegeven: 'Wie moet ik anders herhalen?'
Dus zevert, raaskalt en bullshit Brusselmans de ene na de andere roman vol. Dit is al nummer drie-, vier- of vijfentachtig, hij is zelf de tel kwijtgeraakt. 'Jouw romans hebben geen verhaal', staat in Ex-schrijver, 'dreinen maar door en door, zonder begin en eind, er gebeurt nooit iets wat de moeite waard is.' Hij koos voor het absurdisme. Voor de nonsens - en die wordt slecht begrepen. 'En ik dacht: als jullie een ernstig boek van me willen, val dan dood, want jullie denken toch zeker niet dat Theet 77, als het er ooit komt, aan ernst ten onder zal gaan?'
En toch, en toch. Toch besloot Brusselmans om het mythische boek niet langer voor zich uit te schuiven en er serieus werk van te maken. Hij zou met zijn jonge vriendin Lena - die binnenkort zal bevallen van hun zoon, die Roman gaat heten - terug naar Hamme gaan om de getuigen van zijn jeugd te interviewen.
De eerste zin had hij al voor hij begon: 'Ik was een drummertje in Hamme.' En verder had hij herinneringen, twijfels, veronderstellingen, beelden, droomflarden, 'en nood aan de verhalen van getuigen'. Want iedereen was dood. Alleen Roza Coesteert, 101, leefde nog. Brusselmans reed naar haar toe, met Lena achter op de Triumph. Roza vertelde over de bewoners van Theet, over de veehandel van Hermans' vader, over de tijd dat zijn grootmoeder Maria een café aan huis dreef en zijn grootvader Frans nog niet dement was. Maar wel al knettergek.
De stokoude dame had van veel dingen nooit gehoord en voor die dingen moest Brusselmans zijn eigen geheugen aanspreken. En als dat faalde, dan was hij aangewezen op zijn fantasie. Dat is wat je het meest treft, als je aan Theet 77 begint: zijn avonturen als Slag, het begaafde drummertje in de rockband The Twelve Waffles, en Snot, getalenteerd voetballertje bij Vigor Hamme, worden niet authentiek of melancholiek opgetekend, maar met bravoure. Als sterke verhalen.
Totaal over de kop gaat Brusselmans in het verslag van zijn prilste seksavonturen, die als we de auteur mogen geloven, en dat moeten we dus niet, al voor zijn 14de aanvingen. Elke keer vraagt Herman een meisje na de daad of ze soms het vlammetje van zijn aansteker kan uitblazen met haar kut. Als het uitblazen niet lukt, mag ze ook met haar schaamlippen zijn neus snuiten. Of hij blaast het vlammetje zelf uit. 'Ik hield de nog steeds brandende aansteker op een afstandje van m'n kont, liet een scheet als een hurricane, maar in plaats van dat het vlammetje doofde, ontstond er een steekvlam die het schaamhaar van Marloes in de fik zette.'
Naarmate Theet 77 vordert, wordt het schrijnender. Je verlangt er toch naar om niet alleen te huilen van het lachen - en dat deed ik - maar ook om te huilen van het huilen. Of allebei tegelijk. Brusselmans gaat op zoek naar de duistere bronnen van zijn bestaan, naar de ervaringen uit zijn jeugd die hem hebben getekend. Hij kijkt het monster van zijn angsten in de ogen, de ervaringen die hem hebben geteisterd, laten kermen en klappertanden.
Hij schrijft over de dagelijkse meppen voor z'n bakkes die hij van zijn vader kreeg, hoe zijn vader zijn moeder sloeg - dat hield pas op toen Herman en zijn broer keihard terugsloegen - en over het dierenleed. Het afvoeren van de koeien en kalfjes op het erf, het schielijk slachten van de geliefde stier, Little Joe, door die met een hamer de hersens in te rammen en daarna met een slagersmes de keel door te snijden.
Uiteindelijk leidt Theet 77 naar het schrijverschap zelf. De dromen van een carrière als drummer en voetballer versplinteren en zijn leven krijgt, bijna terloops, zin en betekenis als Herman als student in Gent verhalen begint te schrijven, 'absurde onnozelheid, onzin die me zelf beviel'. 'Schrijven?', zegt zijn vader. 'Ook dat nog? Opletten dat je niet gek wordt. Vele artiesten zijn zo zot als een achterdeur.'
De zotheid zit in zijn eigen genen. Net als zijn grootvader Frans kon Herman het al jong niet laten om mensen in de zeik te nemen. Zijn moeder Lea zegt tegen hem: 'Het is een gevaarlijk spel dat je speelt met andere mensen, stop daar maar zo snel mogelijk mee, of je zal de gevolgen ervan ondervinden. Mensen zullen je wantrouwen. Ze zullen denken: hij zegt dit maar bedoelt dat. Ze zullen denken: hij wil ons een kloot aftrekken. En ze zullen je gezelschap mijden. Je zal een eenzame man worden.'
Herman wist dat zijn moeder gelijk had. Maar hij kon niet anders dan fabuleren, te ver gaan. Ouwehoeren. Schrijven. 'Het leven moest op z'n kop gezet worden. Het leven moest betekenis krijgen. Ik wist met driekwart zekerheid dat dit niet zou gebeuren. Toen ik slaapwel zei tegen m'n moeder, dacht ik: ik wou dat ik je kon helpen, en mezelf erbij. Ze glimlachte, met die glimlach waarin treurnis niet onopgemerkt blijft.'
Met die glimlach op mijn gezicht sloeg ik Theet 77 dicht.
★★★☆☆
Prometheus; 424 pagina's; € 25.
Bookarang
Een autobiografische roman waarin de Belgische auteur terugblikt op zijn jeugd. Op het adres Theet 77 te Hamme, Oost-Vlaanderen, woont en werkt het veehandelaarsgezin Brusselmans: moeder, vader, hun twee zonen en hun dochter. De ene zoon, Herman Brusselmans, lijkt voorbestemd om zowel voetballer als drummer te worden, maar dit blijken doodlopende wegen. Zijn ware bestemming leidt naar het schrijverschap. De volwassen Brusselmans blikt terug op zijn jonge jaren en leeft ondertussen zijn leven als auteur, minnaar, en vriend, maar de invloed van Theet 77 blijkt nooit ver weg. ’Theet 77’ is geschreven in de humoristische, grove, talige stijl waar de auteur om bekend staat. De roman zal een brede tot literaire lezersgroep aanspreken.Herman Brusselmans (Hamme, 1957) is onder meer auteur, dichter en toneelschrijver. Hij schreef meer dan tachtig boeken. Zijn werk werd in meerdere landen uitgegeven.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.