Een echte man : roman
Mohamed Mbougar Sarr
Mohamed Mbougar Sarr (Auteur), Jelle Noorman (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Atlas Contact, 2022 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : MBOU |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Atlas Contact, 2022 |
VOLWASSENEN : ROMANS : SARR |
Henk Pröpper
em/ov/19 n
Een jaar geleden kreeg Mohamed Mbougar Sarr de Prix Goncourt toegekend voor zijn roman La plus secrète mémoire des hommes, nu vertaald als De diepst verborgen herinnering van de mens. Dat was uitzonderlijk voor een zo jonge auteur, op dat moment 31 jaar oud, met een nog bescheiden oeuvre.
Sarr, afkomstig uit Senegal, was de eerste schrijver van beneden de Sahara die deze eer te beurt viel. In korte tijd werden er meer dan 500.000 exemplaren van het boek verkocht, alleen al in Frankrijk, de vertaalrechten gingen naar 35 landen.
Verkerend tussen droom en werkelijkheid bracht ik twee bewogen dagen door met de roman die mij in beslag nam zoals ooit Flaubert, Dostojevski en Márquez mij in beslag hadden genomen. Om de bijzondere kracht van het boek volledig te ervaren moet je het lezen tot de laatste zinderende woorden; tegelijkertijd kun je de roman op willekeurig welke pagina openslaan om tot de conclusie te komen dat hier inderdaad sprake is van een uitzonderlijk schrijverschap.
wereldwonder
De diepst verborgen herinnering van de mens is complex van structuur, de taal beeldend en fris maar lang niet altijd eenvoudig te verteren, de personages zijn behoorlijk onnavolgbaar, het is kortom geen boek dat zich gemakkelijk overgeeft. Toch heeft het vanaf de eerste zin een aantrekkingskracht die alleen maar te vergelijken is met die van verliefdheid. Het is alsof niet de schrijver heeft gewerkt aan een boek, maar alsof het boek heeft gewerkt via hem: het moest en zou zich een weg banen, de wereld in.
De roman bezit de vitaliteit van een nog jonge man, maar een die eeuwen en bibliotheken lijkt te hebben verwerkt, en die de hele koloniale geschiedenis in alle aspecten doorschouwt. Met het mes dat Sarr zich heeft gesmeed van de studie van de westerse literatuur en sociale wetenschappen snijdt hij zich los van het Westen om een geheel eigen kunstwerk te scheppen waarin de geluiden van verschillende continenten, leef- en denkwijzen samenklinken. Ik zou zijn schrijven alleen kunnen vergelijken met dat van Roberto Bolaño, ook een auteur die alles op het spel zet en heen en weer fladdert tussen genres en culturen, tussen alles wat bevattelijk en onbevattelijk is.
Centraal in de roman staat het legendarische en bijna vergeten schrijverschap van een zekere T.C. Elimane, een personage dat is geïnspireerd op Yambo Ouologuem, die echt heeft bestaan en in 1968 de Prix Renaudot kreeg. Deze Elimane, een imaginaire schrijver van Senegalese afkomst, zou in 1938 in Parijs Het labyrint der onmenselijkheid hebben gepubliceerd, dat een storm veroorzaakte. Kortstondig werd de roman, nota bene van een zwarte man, als een wereldwonder beschouwd, maar al snel meenden zogenaamde specialisten en critici dat hier sprake was van grootscheeps plagiaat. De uitgevers, vrienden van de onbekende, charismatische auteur, werden gedwongen het boek uit de handel te halen. Slechts enkele exemplaren leefden voort.
In de loop van de 20ste eeuw stuiten verschillende personages op de roman, die op elk van hen een onuitwisbare indruk maakt. Als door koorts bevangen gaat ieder van hen op zoek naar de schrijver, die zich sinds het debacle in stilte heeft gehuld en anoniem door de wereld reist. Hier en daar zijn nog sporen van hem, worden er nog verhalen over hem verteld, zijn er mensen die hem ooit hebben ontmoet.
racistische tendens
Sarrs roman vertelt van de queeste naar het schrijverschap en de persoon van T.C. Elimane, een reis die voert via Parijs en Amsterdam, naar Buenos Aires en het land van de Sérères in Senegal. Gloedvol analyseert en bekritiseert Sarr de westerse literatuurwetenschap en de corrupte, kortzichtige literaire kritiek, niet in staat het onbekende te begroeten. (In het geval van T.C. Elimane was er onmiskenbaar een racistische tendens.) Hij beschrijft de magie van het schrijverschap die niet zit in de ambitie, de zwier of de mooie zinnen, het ware schrijven 'vergt altijd iets anders, iets anders, iets anders'. En hij toont de juistheid van die wet als weinig anderen.
Doorwrocht en snijdend geeft hij commentaar op politieke ontwikkelingen in het Westen en in Afrika. Hij analyseert het opnieuw sterker wordende racisme, het wereldwijd verbreide en onbegrijpelijke geloof in sterke mannen met hun propaganda, hun liefde voor het volk en hun valse beloften. Van grote, actuele relevantie is zijn onderzoek naar het gebruik van faits divers in het politieke discours, in het bijzonder door extreemrechts, bijna altijd om criminaliteit te verbinden met immigratie en andere, 'inferieure' levenswijzen.
Maar ook beschrijft hij liefde en vriendschap in duizend facetten. Zijn seksscènes zijn nu eens hilarisch, dan weer dampend van vreugde, maar steeds zijn het echte mensen, van vlees en bloed, die elkaar aanraken. Wat je eenmaal hebt aangeraakt raak je nooit meer kwijt: dat idee komt naar boven, daar waar de zoektocht eindigt in een dorpje in Senegal. Je kunt nog zo veel afstand nemen van vroeger, je kunt je afkomst haten en neutraliseren, ze is er altijd. Tegelijkertijd vormen de wonden van het losgesneden zijn nieuw leven, zoals de literatuur dat doet.
De verteller, Diégane, is zelf een jonge auteur van Senegalese afkomst, wonend en studerend in Parijs. Net als Sarr maakt hij zijn studie niet af omdat hij wordt gegrepen door de literatuur. De ontdekking van het voorbeeldige boek van T.C. Elimane tekent zijn leven. Vindt hij uiteindelijk de grote vergeten schrijver? Hij leert in elk geval dat diens mythologische roman veel meer is dan het in elkaar geknutselde resultaat van plagiaat. Ook leert hij dat zijn jarenlange zwijgen veel meer behelst dan teleurstelling over de corrupte receptie van zijn boek. Ingenieus zijn zelfs verhalen uit de Tweede Wereldoorlog met die lijn in de roman verbonden.
Net als 2666 van Bolaño is deze roman een totaalboek, waarin elke zin, elke scène ertoe doet, hoe vreemd soms ook. Dat idee krijg je al als je alleen maar het nawoord leest. Meestal staat zo'n nawoord vol welgemeende frasen en is de dankbaarheid aan menigeen, hoe aardig ook, weinig bevlogen. Maar Sarr dankt mensen om het huis dat hem is geboden en het heerlijke eten op zondag - ik ruik het. Anderen dankt hij om hun vriendschap, hun 'onbetaalbare aandeel' aan dit boek - ik voel het. Waarschijnlijk zijn vriendin dankt hij als zijn 'kompas', zonder wie dit boek 'zou zijn verdoold in de nacht'. Het tekent het risico dat hij heeft genomen met het schrijven van dit zo oorspronkelijke, op niets gelijkende, lichtende boek.
In dit verband wijs ik graag op de bijzondere vertaalprestatie van Jelle Noorman, die de koortsachtige activiteit van Sarrs roman in warmbloedig en vonkend Nederlands heeft weergegeven. De diepst verborgen herinnering van de mens, zoals de Nederlandse vertaling luidt, vormt een taalkunstwerk op zich.
***
Bio
• geboren op 20 juni 1990 in Dakar (Senegal)
• in 2014 verscheen La cale, een novelle over slavenhandel
• publiceerde ook Terre ceinte, Silence du choeur en De purs hommes
Marijke Arijs
ua/an/14 j
Toen Mohamed Mbougar Sarr in 2021 de Prix Goncourt in de wacht sleepte, waren de superlatieven niet van de lucht. De eenendertigjarige Frans-Senegalese auteur was niet alleen een van de jongste winnaars ooit, hij was ook de allereerste uit Sub-Saharisch Afrika en een van de schaarse gekleurde laureaten, na René Maran in 1921 en Patrick Chamoiseau in 1992. Een Nederlandse vertaling kon niet uitblijven.
De diepst verborgen herinnering van de mens vertelt het verhaal van een roman en zijn maker. Op een blauwe maandag in 2018 krijgt een jonge Frans-Senegalese schrijver, Diégane Faye, een exemplaar in handen van een boek dat eind jaren 30 het licht zag in Parijs. Het labyrint der onmenselijkheid is het werk van een zekere T.C. Elimane, een legendarische, nagenoeg vergeten landgenoot van de protagonist. De man werd destijds bejubeld als 'de zwarte Rimbaud', alvorens te worden beschuldigd van plagiaat en spoorloos van het literaire toneel te verdwijnen. Zijn werk werd uit de handel gehaald en bijgezet op het kerkhof van vergeten boeken. Zelf heeft Diégane alleen een geflopt debuut op zijn naam staan, maar hij droomt van dat ene onontbeerlijke meesterwerk dat alle andere boeken overbodig maakt. Zijn speurtocht naar de ongrijpbare Elimane voert hem van Parijs naar Amsterdam, Buenos Aires en Dakar. En passant worden een paar zwarte bladzijden uit de geschiedenis aangesneden, van kolonialisme tot nazisme, want de reis gaat niet alleen door de ruimte, maar ook door de tijd.
Letterdieverij
Het personage van T.C. Elimane is geïnspireerd door Yambo Ouologuem, een Malinese auteur die in 1968 de Prix Renaudot kreeg, maar door Graham Greene van letterdieverij werd beschuldigd. Na die controverse trok hij zich terug in zijn geboorteland en wilde hij niets meer met de westerse wereld te schaften hebben. In eerste instantie wilde Mbougar Sarr het onderwerp aankaarten in een proefschrift over de postkoloniale Afrikaanse roman, maar gelukkig voor de lezer koos hij voor fictie. De diepst verborgen herinnering van de mens gaat over de ambigue positie van Afrikaanse schrijvers in het Franse literaire landschap, maar bovenal is het een wervelende ode aan de kunst van het schrijven.
Van Afrikaanse auteurs wordt verwacht dat ze zich aanpassen aan de westerse conventies én dat ze authentiek zijn, constateert de verteller, zodat ze constant 'met hun reet tussen twee stoelen' zitten. De tegenstrijdige eisen van het Franse literaire wereldje worden door Sarr met meesterlijke ironie gefileerd. Voor de ene recensent is de cultroman van Elimane door en door Afrikaans, voor de ander is hij niet exotisch genoeg, en een derde vraagt zich af hoe dit literaire hoogstandje het werk van een Senegalees kan zijn. Eén ding hebben ze allemaal gemeen: ze zien Elimane niet als schrijver, maar als 'een uitzonderlijke neger', een mediaverschijnsel, een soort kermisattractie.
De vraag is trouwens of het tegenwoordig zoveel beter is, want schrijvers worden meer dan ooit afgerekend op extraliteraire criteria als afkomst, religie en identiteit. Mbougar Sarr ondervond het aan den lijve. In Frankrijk wordt de prijswinnaar op handen gedragen, maar in zijn vaderland barstte na de bekroning een felle polemiek los. Zodra de eerste vreugde om de Goncourt was weggeëbd, ontdekte men dat de laureaat ook een roman over homofobie op zijn naam had staan, een onderwerp dat erg gevoelig ligt in het overwegend islamitische Senegal. De toekenning werd prompt gezien als een anti-Senegalese geste en Sarr werd ervan beschuldigd homoseksualiteit te promoten.
Kolkende stijl
Afrikaanse auteurs vallen nog steeds tussen wal en schip, zo blijkt. En dus kunnen ze misschien maar beter hun eigen literaire vormen creëren, oppert Diégane. Dat is precies wat Mbougar Sarr met veel panache heeft gedaan. Zijn gelauwerde roman is een avonturenverhaal, een literaire thriller, een bildungsroman en een literair manifest ineen. Het is een wonderlijk labyrint barstensvol droste-effecten. De schrijver experimenteert met stijlen en stemmen, jongleert met registers en genres, en houdt een heleboel ballen tegelijk in de lucht, in een complexe, breed uitdijende compositie waarin schitterende vondsten en ijzersterke passages te rapen vallen. Dat alles in een duizelingwekkend tempo en een kolkende stijl, zodat de lezer compleet murw geslagen achterblijft. Oké, dat ene onmisbare meesterwerk is het misschien niet geworden, maar het komt wel al aardig in de buurt.
Vertaald door Jelle Noorman, Atlas Contact, 464 blz., € 24,99.
Oorspr. titel: 'La plus secrète mémoire des hommes'.
Henk Pröpper
em/ov/12 n
Een jaar geleden kreeg Mohamed Mbougar Sarr de Prix Goncourt toegekend voor zijn roman La plus secrète mémoire des hommes, nu vertaald als De diepst verborgen herinnering van de mens. Dat was uitzonderlijk voor een zo jonge auteur, op dat moment 31 jaar oud, met een nog bescheiden oeuvre. Sarr, afkomstig uit Senegal, was de eerste schrijver van beneden de Sahara die deze eer te beurt viel. In korte tijd werden er meer dan 500 duizend exemplaren van het boek verkocht, alleen al in Frankrijk, de vertaalrechten gingen naar 35 landen.
Ik bracht twee bewogen dagen door met de roman die mij in beslag nam zoals ooit Flaubert, Dostojevski en Márquez, ergens verkerend tussen droom en werkelijkheid. Om de bijzondere kracht van het boek volledig te ervaren moet je hem lezen tot de laatste zinderende woorden; tegelijkertijd kun je de roman op willekeurig welke pagina opslaan om tot de conclusie te komen dat hier inderdaad sprake is van een uitzonderlijk schrijverschap.
De diepst verborgen herinnering van de mens is complex van structuur, de taal beeldend en fris maar lang niet altijd eenvoudig te verteren, de personages zijn behoorlijk onnavolgbaar, het is kortom geen boek dat zich gemakkelijk overgeeft. Toch heeft het vanaf de eerste zin een aantrekkingskracht die alleen maar te vergelijken is met die van verliefdheid. Het is alsof niet de schrijver heeft gewerkt aan een boek, maar alsof het boek heeft gewerkt via hem: het moest en zou zich een weg banen, de wereld in.
De roman bezit de vitaliteit van een nog jonge man, maar een die eeuwen en bibliotheken lijkt te hebben verwerkt, en die de hele koloniale geschiedenis in alle aspecten doorschouwt. Met het mes dat Sarr zich heeft gesmeed van de studie van de westerse literatuur en sociale wetenschappen snijdt hij zich los van het Westen om een geheel eigen kunstwerk te scheppen waarin de geluiden van verschillende continenten, leef- en denkwijzen samenklinken. Ik zou zijn schrijven alleen kunnen vergelijken met dat van Roberto Bolaño, ook een auteur die alles op het spel zet en heen en weer fladdert tussen genres en culturen, tussen alles wat bevattelijk en onbevattelijk is.
Centraal in de roman staat het legendarische en bijna vergeten schrijverschap van een zekere T.C. Elimane, een personage dat is geïnspireerd op Yambo Ouologuem, die echt heeft bestaan en in 1968 de Prix Renaudot kreeg. Deze Elimane, een imaginaire schrijver van Senegalese afkomst, zou in 1938 in Parijs Het labyrint der onmenselijkheid hebben gepubliceerd, dat een storm veroorzaakte. Kortstondig werd de roman, nota bene van een zwarte man, als een wereldwonder beschouwd, maar al snel meenden zogenaamde specialisten en critici dat hier sprake was van grootscheeps plagiaat. De uitgevers, vrienden van de onbekende, charismatische auteur, werden gedwongen het boek uit de handel te halen. Slechts enkele exemplaren leefden voort.
In de loop van de 20ste eeuw stuiten verschillende personages op de roman, die op elk van hen een onuitwisbare indruk maakt. Als door koorts bevangen gaat ieder van hen op zoek naar de schrijver, die zich sinds het debacle in stilte heeft gehuld en anoniem door de wereld reist. Hier en daar zijn nog sporen van hem, worden er nog verhalen over hem verteld, zijn er mensen die hem ooit hebben ontmoet.
Sarrs roman vertelt van de queeste naar het schrijverschap en de persoon van T.C. Elimane, een reis die voert via Parijs en Amsterdam, naar Buenos Aires en het land van de Sérères in Senegal. Gloedvol analyseert en bekritiseert Sarr de westerse literatuurwetenschap en de corrupte, kortzichtige literaire kritiek, niet in staat het onbekende te begroeten. (In het geval van T.C. Elimane was er onmiskenbaar een racistische tendens.) Hij beschrijft de magie van het schrijverschap die niet zit in de ambitie, de zwier of de mooie zinnen, het ware schrijven 'vergt altijd iets anders, iets anders, iets anders'. En hij toont de juistheid van die wet als weinig anderen.
Doorwrocht en snijdend geeft hij commentaar op politieke ontwikkelingen in het Westen en in Afrika. Hij analyseert het opnieuw sterker wordende racisme, het wereldwijd verbreide en onbegrijpelijke geloof in sterke mannen met hun propaganda, hun liefde voor het volk en hun valse beloften. Van grote, actuele relevantie is zijn onderzoek naar het gebruik van faits divers in het politieke discours, speciaal door extreem-rechts, bijna altijd om criminaliteit te verbinden met immigratie en andere, 'inferieure' levenswijzen.
Maar ook beschrijft hij liefde en vriendschap in duizend facetten. Zijn seksscènes zijn nu eens hilarisch, dan weer dampend van vreugde, maar steeds zijn het echte mensen, van vlees en bloed, die elkaar aanraken. Wat je eenmaal hebt aangeraakt raak je nooit meer kwijt: dat idee komt naar boven, daar waar de zoektocht eindigt in een dorpje in Senegal. Je kunt nog zo veel afstand nemen van vroeger, je kunt je afkomst haten en neutraliseren, ze is er altijd. Tegelijkertijd vormen de wonden van het losgesneden zijn nieuw leven, zoals de literatuur dat doet.
De verteller, Diégane, is zelf een jonge auteur van Senegalese afkomst, wonend en studerend in Parijs. Net als Sarr maakt hij zijn studie niet af omdat hij wordt gegrepen door de literatuur. De ontdekking van het voorbeeldige boek van T.C. Elimane tekent zijn leven. Vindt hij uiteindelijk de grote vergeten schrijver? Hij leert in elk geval dat diens mythologische roman veel meer is dan het in elkaar geknutselde resultaat van plagiaat. Ook leert hij dat zijn jarenlange zwijgen veel meer behelst dan teleurstelling over de corrupte receptie van zijn boek. Ingenieus zijn zelfs verhalen uit de Tweede Wereldoorlog met die lijn in de roman verbonden.
Net als 2666 van Bolaño is deze roman een totaalboek, waarin elke zin, elke scène ertoe doet, hoe vreemd soms ook. Dat idee krijg je al als je alleen maar het nawoord leest. Meestal staat zo'n nawoord vol welgemeende frasen en is de dankbaarheid aan menigeen, hoe aardig ook, weinig bevlogen. Maar Sarr dankt mensen om het huis dat hem is geboden en het heerlijke eten op zondag - ik ruik het. Anderen dankt hij om hun vriendschap, hun 'onbetaalbare aandeel' aan dit boek - ik voel het. Waarschijnlijk zijn vriendin dankt hij als zijn 'kompas', zonder wie dit boek 'zou zijn verdoold in de nacht'. Het tekent het risico dat hij heeft genomen met het schrijven van dit zo oorspronkelijke, op niets gelijkende, lichtende boek.
In dit verband wijs ik graag op de bijzondere vertaalprestatie van Jelle Noorman, die de koortsachtige activiteit van Sarrs roman in warmbloedig en vonkend Nederlands heeft weergegeven. De diepst verborgen herinnering van de mens, zoals de Nederlandse vertaling luidt, vormt een taalkunstwerk op zich.
*****
Uit het Frans vertaald door Jelle Noorman.
Atlas Contact; 461 pagina's; € 24,99.
(bw)
ua/an/17 j
De Senegalese schrijver Mohamed Mbougar Sarr won in 2021 als eerste Franstalige auteur uit Sub-Sahara de Prix Goncourt. Dat zegt veel over het eurocentrisme van literaire prijzen in het algemeen en de Prix Goncourt in het bijzonder. De bekroning was zonder meer terecht, want ‘De diepst verborgen herinnering van de mens’ is een uitzonderlijk boek. Het complexe verhaal beschrijft de zoektocht van het hoofdpersonage Diégane naar T.C. Elimane, de verdwenen schrijver van de roman ‘Het
labyrint der onmenselijkheid’. In de 20ste eeuw was Elimane een succesvol auteur, maar nu lijkt hij onvindbaar. Diégane krijgt voortdurend aanwijzingen en volgt Elimanes spoor naar Parijs, Amsterdam, Buenos Aires en Senegal. Maar hij komt altijd net te laat om hem te ontmoeten. Zijn queeste geeft de roman een onstuitbare vaart, en vindt hij Elimane niet, dan wel een stoet van intrigerende personages en verhalen. Naast het verslag van een zoektocht is ‘De diepst verborgen herinnering van de mens’ een aanklacht tegen racisme en kolonialisme, een commentaar op literaire kritiek en een viering van het schrijverschap. Geen hapklare brok, maar als je je overgeeft aan het meanderende verhaal en de mysterieuze personages, wordt het een groots literair feest.
Bookarang
Een diepgaande literaire roman over een in Parijs woonachtige Senegalese schrijver die op zoek gaat naar de auteur van een klassieker. Diégane Faye krijgt een literaire klassieker uit 1938 in handen en wil de mystereuze T.C. Elimane vinden. Hij werd na de verschijning van zijn roman gevierd als ‘de Zwarte Rimbaud’, maar na een schandaal en de daaropvolgende racistisch getinte haatcampagne is hij van de aardbodem verdwenen. Diéganes zoektocht naar Elimane zal hem tachtig jaar later naar Senegal, Frankrijk en Argentinië voeren, in een verhaal dat verweven is met de complexe erfenis van het kolonialisme. In beeldende stijl en met psychologische diepgang geschreven. Voor een literair lezerspubliek. Mohamed Mbougar Sarr (Dakar, 1990) is een Senegalees-Franse schrijver. Hij won eerder de prestigieuze Prix Goncourt.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.