De Kozakkentuin
Jan Brokken
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Atlas Contact, 2022 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : BROK |
Aleid Truijens
ua/an/07 j
Het zou zijn laatste boek worden. Dat vertelde Jan Brokken in de Volkskrant na de publicatie van De tuinen van Buitenzorg, twee jaar geleden. Daarna zou hij doodgaan. Om die reden schoof hij dat boek, waarvan de brieven van zijn moeder aan haar zus de kern zouden vormen, almaar voor zich uit. Hij schreef het boek toch. Hij hoorde het muziekstuk De tuinen van Buitenzorg van Leopold Godowsky, dat hem onherroepelijk voerde naar de jonge jaren van zijn moeder. Zijn boek werd een zoektocht naar de vrouw die zijn moeder was geweest voor zij hem, de jongste van haar drie zoons, in 1949 kreeg.
Vanaf 1935 woonden Brokkens ouders op Celebes, in het toenmalige Nederlands-Indië. Zij waren er gelukkig. Hij, Han, was een zendeling, behalve dominee ook een onderzoeker van de islam; zij, Olga, een levenslustige jonge vrouw, die piano speelde, paardreed en de lokale talen bestudeerde. In 1942 spatte hun droom uiteen.
Beiden brachten de jaren van Japanse bezetting tot de bevrijding in een kamp door, van elkaar gescheiden: Olga met haar twee zoontjes in vrouwenkamp Kampili en Han in mannenkamp Parapare, iets verderop. Over hun gruwelijke ervaringen werd in het gezin Brokken, dat in Nederland na de oorlog een nieuw leven opbouwde, weinig gesproken. Maar de kinderen groeiden ermee op: een moeder die haar herinneringen op afstand hield en krachtig haar gezin bestierde, en een vader die wegzonk in het moeras van zijn donkere gedachten, kettingrokend en verdoofd door drank en pillen.
Hun verhaal was nog niet geheel verteld. Brokken schrijft in zijn nawoord dat hij bij de lezingen die hij hield naar aanleiding van De tuinen van Buitenzorg kennismaakte met mensen die in een jappenkamp hadden gezeten of met hun nazaten. Met enkelen voerde hij gesprekken en hij kreeg materiaal doorgespeeld: brieven, dagboeken, boeken, filmbeelden, afbeeldingen, hele archieven. Zo kreeg hij een steeds scherper beeld van hoe het leven van zijn ouders en broers in de kampen moet zijn geweest. Het eerste Indië-boek baarde een tweede: De kampschilders.
Ook dit is een bijzonder boek geworden. Je kunt niet zeggen dat Brokken zijn onderwerp uitmelkt of hier de restjes verwerkt; het is een heel ander boek, met een afwijkende structuur en invalshoek. Ook nu schrijft hij met grote betrokkenheid en inlevingsvermogen. Dat maakt zijn boek persoonlijk, zonder dat hij enorm uitweidt over de gevolgen van het kamptrauma van zijn ouders voor zijn eigen jeugd en verdere leven.
Het meest persoonlijke dat hij over zichzelf vertelt, is dat hij al zijn leven lang bang is voor honden. In het kamp liepen dolle honden los; één beet kon een dodelijke besmetting met rabiës betekenen. Olga behoedde haar kinderen meermalen voor zo'n dodelijke beet door ertussen te springen. Met die angst groeide het gezin op, ook het enige jongetje dat de honger, de vernedering en de dreiging niet zelf had meegemaakt. Hij was het kind dat alles goed moest maken, dat altijd bij zijn vader op schoot mocht: 'Ik, dat kleine manneke met een bolle snoet, werd de reden om er toch maar het beste van te maken in het leven.' Dat lukte zijn vader niet. Hij werd 'de gevangene van zichzelf'.
Wat de structuur van De kampschilders bijzonder maakt, is dat Brokken de lotgevallen volgt van drie kunstenaars die gelijktijdig met zijn ouders in de kampen hebben gezeten, en die het leven daar, en ervoor en erna, op Celebes en Bali, hebben verbeeld in hun werk. Het zijn Willem en Maria Hofker, een schildersechtpaar, en Rudolf Bonnet, die de rijke en weelderige cultuur op Bali schilderden. Maria Hofker bleef in het vrouwenkamp hardnekkig de lieflijke natuur schilderen. Brokken vertelt hoe haar kamp wreed werd geleid door de sadistische kampcommandant Tadashi Yamadji, die vrouwen sloeg en angst aanjoeg en de aantrekkelijksten bij hem thuis ontbood. Maria's man Wim Hofker tekende een indrukwekkende serie portretten van medegevangenen in het mannenkamp. Van alle drie staat schitterend werk afgedrukt in dit boek.
Brokkens 'ik' is een onderzoekende ik, hij wil weten wat er is gebeurd. Wat was er zo verschrikkelijk dat zijn ouders er niet over konden praten? Daarbij begaat hij niet de fout zich hun gedachten en gevoelens toe te eigenen; dat had zijn verhaal tot emotionele kitsch gemaakt. Ook zijn eigen drijfveren benoemt hij niet. Dat hij rond zijn 35ste verzot raakte op alles wat Japans was, kunst, films, mode, boeken, tot ongenoegen van zijn oudere broers, en hij op het omslag van zijn eerste roman een tekening van Hokusai van een afgehakt hoofd liet zetten, laat hij zonder commentaar.
Brokken kan alleen via een omweg dicht bij zijn overleden ouders komen. Zoals in De tuinen van Buitenzorg muziek de emotionele geleider was, is dat hier het werk van de schilders. Veel nieuwe informatie over zijn ouders bood het nieuwe materiaal niet. De enkele keer dat zijn vader werd genoemd, in het dagboek van Jan van Driest, een jonge medegevangene, is dat extra indrukwekkend. Van Driest vertelt over die keer dat er brieven van echtgenotes het mannenkamp waren binnengesmokkeld; enkele mannen hadden die brieven beantwoord. De kampcommandanten straften de mannen keihard. Ze kregen stokslagen, in de hoop dat ze elkaar zouden verraden. 'Ds. Brokken' was na 29 slagen bewusteloos. Toen hij zwaargewond wakker werd, was hij opgelucht: hij had niemand verlinkt. Zo weet Brokken eindelijk hoe zijn vader aan die littekens op zijn rug kwam.
★★★★☆
Atlas Contact; 320 pagina's; € 26,99.
Bookarang
In ‘De Kampschilders’ vertelt Jan Brokken het verhaal van de schilders Willem en Maria Hofker en Rudolf Bonnet, die tijdens de Tweede Wereldoorlog in hetzelfde jappenkamp op Celebes terechtkwamen als zijn vader Han en moeder Olga. Hij schetst het rijke culturele leven in de jaren dertig op Bali, waar kunstenaars uit de hele wereld naartoe trokken. Aan die wereld kwam een eind toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. In literaire stijl geschreven en met name geschikt voor een geoefend lezerspubliek. Jan Brokken (Leiden, 1949) is een bekende Nederlandse schrijver, kunstenaar en journalist. Hij schreef meer dan dertig boeken. Zijn werk werd in meerdere landen uitgegeven en won verschillende literaire prijzen, zoals de Antsiferov Prize, de ICODO-prijs en de Premio letterario Giuseppe Acerbi.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.