Herfst
Ali Smith
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
2 items aanwezig |
Prometheus, 2022 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : SMIT |
Annelies Beck
i /un/25 j
Iets meer dan twee jaar geleden voltooide Ali Smith haar seizoenskwartet met Zomer en nu verschijnt al een nieuwe roman: Gezelschap. Het kwartet Herfst, Winter, Lente en Zomer was een tour de force: sinds 2017 publiceerde Smith elk jaar een roman gelinkt aan een seizoen. In elk deel dringen in de fictieve wereld die de auteur schept echo's binnen van de grote omwentelingen uit dat jaar: van de Brexit en de vluchtelingenkwestie over klimaatcrisis tot polarisering. Het zijn ontwikkelingen die het praten en doen en laten van haar personages mee bepalen. Die personages blijven tegelijk erg Smithiaans: jonge, eigengereide meisjes en vrouwen, taalgevoelige wezens, zorgende of afwezige vaderfiguren, uit de band springende moeders, kunstenaars, 'vreemdelingen' en buitenbeentjes. De romans zijn een kleurig weefwerk van verbanden en spiegelingen tussen Smiths personages, historische figuren en literatuur en kunst.
Het kwartet werd geschreven en gepubliceerd in een strak tempo, een uitdaging die Smith zichzelf had gesteld, en nu is er dus Gezelschap, alsof dat snelle ritme een tweede natuur is geworden. In het Engels luidt de titel Companion piece, die ook de gedachte 'Ten geleide' of 'Bijbehorend' herbergt. Je kunt de delen los van elkaar lezen, maar ze zijn verwant. Een kwartet met vijf delen; het is Smith ten voeten uit. Ze laat zich nooit insnoeren door vormelijke regels.
Vage grenzen
In Gezelschap krijgt Sandy een telefoontje van Martina Inglis (sinds haar huwelijk heet ze Pelf), een oude studiegenoot. Ze heeft een vraag over een historische vondst, een bijzonder slot, en een mysterieuze boodschap die ze kreeg. Wat zou de betekenis kunnen zijn? Sandy antwoordt met een verhaal. Niet veel later staan de dochters van Martina bij Sandy op de stoep. Ze willen weten wat Sandy met hun moeder heeft gedaan, want die is na dat telefoontje niet meer dezelfde. Voor Sandy het weet, hebben de tweeling en hun moeder haar huis bezet en moet zij zich terugtrekken in het huis van haar vader. Sandy's vader ligt in het ziekenhuis, vanwege het coronagevaar letterlijk en figuurlijk afgeschermd. Behalve de familie Pelf dringt ook een jonge vrouw uit de middeleeuwen, een smid, binnen in het leven van Sandy. Het is een verhaal dat op zich lijkt te staan, maar waar al onnadrukkelijk naar wordt verwezen in een conversatie die Sandy met haar vader heeft over brandstof, een typisch Smith-handigheidje.
De vage grenzen tussen verhalen, gedachten, geschiedenis en de ervaring van het hier en nu zijn een handelsmerk van Smith, zowel in de structuur van haar romans als thematisch. Sandy is een kunstenaar die romans schildert. Ze verft de zinnen van haar gekozen roman of gedicht (Keats, Hawthorne) integraal en over elkaar heen op doek. Wanneer ze klaar is, is de tekst als zodanig niet meer leesbaar, maar hij is er wel. Smith doet eigenlijk hetzelfde, maar in de omgekeerde richting. Ze kapt met precisie en plezier laagjes van woorden die we denken te kennen en legt zo niet alleen de oorspronkelijke betekenis(sen), maar ook een hele geschiedenis van taal en samenleving bloot. Dergelijke passages (over het woord 'hallo' of 'curfew', bijvoorbeeld) lijken soms uitstapjes uit het verhaal, maar vormen de bedding voor de verschillende lijnen in roman.
Smith heeft van haar bezorgdheid om wat er in de wereld misgaat nooit een geheim gemaakt. In een essay voor The European Review of Books antwoordt ze in een brief aan George Orwell op zijn vraag 'waarom schrijf ik?'. Ze concludeert: 'We know the imperative to envisage a better future.' Vrij vertaald: we zijn het onszelf verplicht een betere toekomst te bedenken. Smith vindt de sleutel voor die betere toekomst in de gebeurlijkheid van taal. Zoals ze Sandy laat zeggen: 'Het is een van de echte revoluties van dit tijdperk. En een van de opwindendste dingen van taal, dat grammatica even soepel is als een levende groene tak aan een boom. Want als woorden voor ons leven, dan leeft betekenis, en als grammatica leeft, dan zal de verbinding daarin, eerder dan de verdeeldheid in ons, alles hoe dan ook energie geven. Het betekent dat een individu tegelijk zowel individueel als meervoudig kan zijn. En ik heb altijd geloofd dat er echt bewegingsruimte zit in het omarmen van het onbesliste.'
Vertaald door K. van Santen en M. Vosmaer, Prometheus, 256 blz., 22,50 € (e-boek 13,99 €). Oorspr. titel: Companion piece.
Hans Bouman
i /ul/02 j
Tussen oktober 2016 en augustus 2020 publiceerde Ali Smith in een adembenemend tempo haar seizoenenvierluik: een reeks boeken die ze telkens in ongeveer vier maanden schreef en die pakweg zes weken na voltooiing werden uitgegeven. Realtime-literatuur werden de boeken genoemd. De Brexit, het Grenfell Tower-drama, het Windfall-schandaal, de eerste fase van de coronacrisis, ze passeerden allemaal de revue. Tegelijk waren de boeken, hoe maatschappijkritisch ook, het tegenovergestelde van sociaal realisme. 'Realistisch' is het laatste woord dat je zou gebruiken om het werk van Ali Smith te omschrijven. Bij haar staat te allen tijde de verbeelding voorop en sneuvelen de wetten van het realisme vaak al op de eerste bladzijde.
Haar nieuwe roman, Gezelschap (Companion Piece), sluit in veel opzichten aan bij het seizoenenvierluik, zoals de Engelse titel al suggereert. Het boek speelt tijdens de coronalockdown van 2021 en benadert de misstanden in de Britse maatschappij op dezelfde venijnig-kritische en humoristisch-persiflerende wijze. Maar er zijn ook verschillen.
De gebeurtenis waar de hele roman omheen is geplooid, wordt al in het eerste hoofdstuk beschreven. De verteller van het boek, Sandy Gray, is een kunstenaar van in de vijftig. Ze heeft de hond van haar vader in huis genomen, want de man is in het ziekenhuis opgenomen. Niet met 'het virus', maar met hartproblemen. Op een avond wordt Sandy gebeld door ene Martina Flick. De twee deden ooit dezelfde studie, waren in die tijd allerminst met elkaar bevriend en hebben elkaar al tientallen jaren niet gesproken.
Uit Martina's woorden blijkt niets van dit al. Ze suggereert een tamelijk levendige wederzijdse interesse en vertelt vervolgens een wonderlijk verhaal. Onlangs is ze meer dan zeven uur vastgehouden op de luchthaven, toen ze vanuit het buitenland een historisch, ambachtelijk slot vervoerde in opdracht van het museum waar ze werkt. Toen ze in afwachting van nadere verhoring in haar eentje in een kamertje werd opgesloten, hoorde ze uit het niets een stem: 'Curlew of curfew. Kies maar.' Wie de woorden kan hebben uitgesproken is een raadsel, wat ze te betekenen hebben nog veel meer. Martina's vraag: kun jij me dit uitleggen?
In de volgende scène krijgen we niet alleen een inkijkje in de analytische verbeeldingskracht van het personage Sandy, maar ook in het scheppingsproces van Smith. We weten uit haar eerdere werk dat zij uitgesproken associatief te werk gaat. In de seizoenencyclus strooide ze weelderig met verwijzingen naar Shakespeare en Dickens, maar ook naar beeldend kunstenaars als Pauline Boty en Barbara Hepworth. In Gezelschap komen beide interessegebieden samen in Sandy, die poëzieteksten beschildert, laag over laag, om het gedicht zo op visuele wijze tot uiting te brengen.
Net als haar schepper is Sandy sterk associatief ingesteld, waardoor zij verbanden ziet die voor anderen verborgen blijven. De scène waarin zij met speels gemak een logische connectie schetst tussen curlew (wulp) en curfew (avondklok) is daar een sterk staaltje van. Een flashback, waarin Sandy aan Martina een gedicht van E.E. Cummings verklaart - welbeschouwd hun enige contact tijdens hun studie - toont hetzelfde proces.
Een andere overeenkomst tussen schrijver en personage is beider voorliefde voor woordspelingen en andere taalgrappen ('brood om oud ijzer'): een flinke klus voor haar vertalers, die zich overigens prima van hun taak kwijten.
Op driekwart van de roman blijkt Gezelschap, net als Smiths eerdere roman How To Be Both (2014), twee naar elkaar verwijzende boeken te bevatten. Het tweede speelt tijdens een pestepidemie in de Middeleeuwen en heeft een meisje als hoofdpersoon dat ooit leerling was van een vrouwelijke smid. Na de plotselinge dood van haar mentor heeft ze een aantal gruwelijke ervaringen, maar sluit ze ook vriendschap met de ontembaarste van alle vogels: een piepjonge wulp.
Terwijl je de verwikkelingen rond het naamloze meisje volgt, wordt je als lezer steeds meer duidelijk hoe knap Smith de middeleeuwse en contemporaine verhaallijnen met elkaar heeft verweven. Door de losse, voortdurend aan invallen toegevende schrijfstijl leest Gezelschap alsof het in hoog tempo is geschreven. Als dat zo is, heeft de compositie er beslist niet onder geleden.
Verbeelding is het sleutelwoord in deze roman en regelmatig zijn er aanwijzingen dat we Sandy misschien niet altijd op haar woord kunnen vertrouwen. Levend in lockdown is ze aangewezen op haar innerlijke belevingswereld. En daar is het een levendige boel, zoveel is duidelijk.
Zoals in veel van haar boeken voert Smith in Gezelschap varianten op van 'de buitenstaander die verwarring veroorzaakt'. Volgens haar is het verhaal van 'de buitenstaander' het urgentste van onze tijd, omdat het het verhaal is van wie er wel en niet bij hoort in onze maatschappij. Deze roman geeft hiervan schrijnende voorbeelden, maar ook heel humoristische.
Grappig zijn bijvoorbeeld de herhaalde confrontaties tussen Sandy en een opdringerige jeugdige tweeling, die haar in haar veilige bubbel bedreigt. De twee spreken vooral in whatsapp-acroniemen, zoals: 'aai em oo' ('in my opinion'), 'dubbeljoe ef eetsj' ('working from home') en 'aai die kee' ('I don't know'). Als Sandy hen niet begrijpt, roept een van hen geërgerd 'boomeralert'. Waarop de lezer zich kan afvragen wie hier de echte buitenstaander is.
Sandy zei het al, ergens halverwege het boek: 'Een verhaal is nooit een antwoord. Een verhaal is altijd een vraag.'
****
Uit het Engels vertaald door Karina van Santen en Martine Vosmaer.
Prometheus; 232 pagina's; € 22,50.
Roderik Six
i /un/08 j
Nummer onbekend. Sandy staart vertwijfeld naar haar telefoon. Enerzijds heeft ze geen zin in telemarketeers – ze heeft überhaupt nergens zin in – maar anderzijds ligt haar vader in het ziekenhuis en kan deze oproep wel eens belangrijk zijn. Ze aanvaardt het gesprek en hoort aan de andere kant van de lijn een oude stem opdoemen. Het is Martina Inglis, een vage vriendin uit haar studententijd. Martina heeft raad nodig en steekt van wal met een krankzinnig verhaal. Over hoe ze op de luchthaven werd aangehouden omdat ze een antiek smeedijzeren slot wilde importeren. Hoe ze in een vensterloze ruimte werd opgesloten en daar – vanuit de belendende kamer? – een rare stem hoorde, een stem die haar een dilemma voorlegde: curlew or curfew – wulp of avondklok?
Ooit heeft Sandy Martina geholpen met een paper over de dichter E.E. Cummings dus dacht Martina dat Sandy haar wel kon helpen met dit cryptische raadsel dat haar tot in haar dromen achtervolgt. Ondanks haar ergernis raakt Sandy gefascineerd door het semantische enigma (ze moet vaagweg aan een regel van Dylan Thomas denken), en dat zet de deur open naar een lynchiaans avontuur dat Sandy’s rustig leventje op zijn kop zal zetten.
Zo staat er plots een griezelige tweeling op haar stoep en begint Shep, de manke hond van haar vader, tegen haar te praten. En wat te denken van die indringster, een zwartgeblakerd meisje dat haar boekenkast doorsnuffelt en op haar schouder een wulp meetorst? Is Sandy haar verstand aan het verliezen? Dat zou zomaar kunnen: de lockdowns eisen ook mentaal een tol en als kunstschilder pulkt ze iets te vaak in haar getroebleerde brein op zoek naar inspiratie. Misschien is Sandy gewoon in haar atelier in slaap gesukkeld en is al deze waanzin slechts een kwade droom?
Gezelschap wordt gepresenteerd als een compagnon van de seizoenscyclus waarmee de veelbekroonde Schotse schrijfster Ali Smith al een verbluffende prestatie neerzette. Die vier romans, elk vernoemd naar een seizoen, zaten zeer dicht op de actualiteit en behandelden de impact van de brexit en later covid-19 op de Britse maatschappij.
In Gezelschap smeulen die thema’s nog op de achtergrond maar het is vooral de taal zelf die hier het vuur oppookt. Smith laat zien hoe woorden zich als een virus in je brein kunnen nestelen en hoeveel schade verhalen kunnen aanrichten. Met verbazend gemak combineert ze een vaderroman met een absurde thriller, poëzie met politiek, essay met folklore. Ali Smith wordt al jaren genoemd als mogelijke Nobelprijswinnaar en met Gezelschap bewijst ze nog maar eens haar genialiteit. Literatuur met een zeer grote L.
*****
Prometheus (oorspronkelijke titel: Companion Piece), 232 blz., € 22,50.
Bookarang
Een literaire roman over de moderne mens in de moderne maatschappij. De auteur verkent het thema ‘gezelschap' in al zijn tijdloze en hedendaagse, legendarische en ongrijpbare, boeiende en steeds veranderende vormen. Het verhaal speelt zich af tijdens de coronapandemie en is het zelfstandig te lezen vijfde deel in de Seizoenencyclus. In een vaardige, vloeiende stijl geschreven en met name geschikt voor een literair lezerspubliek. Ali Smith (Inverness, 1962) is een prominente Britse auteur, toneelschrijver en journalist. Ze schreef tientallen boeken. Haar werk werd in meer dan vijftien landen uitgegeven en won meerdere literaire prijzen, zoals de Costa Book Awards en de Goldsmiths Prize. Vier van haar romans werden genomineerd voor de Booker Prize.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.