Taal zonder mij
Kristien Hemmerechts
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
2 items aanwezig |
De Geus, copyright 2021 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : HEMM |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Geus, copyright 2021 |
VOLWASSENEN : ROMANS : HEMM |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Geus, copyright 2021 |
VOLWASSENEN : ROMANS : HEMM |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Geus, copyright 2021 |
VOLWASSENEN : ROMANS : HEMM |
Sam De Wilde
ru/eb/12 f
Op 4 juli 1971 pleitte een vrouw met een Duits accent op het podium van de IJzerwake voor amnestie voor collaborateurs. Hubertina Aretz had als politiek gevangene het einde van de Tweede Wereldoorlog nochtans doorgebracht in het concentratiekamp Ravensbrück. Kristien Hemmerechts schetst Aretz' bochtige weg naar het Diksmuide van het Vlaams-nationalisme in haar nieuwe roman Hubertina.
Daarmee begeeft de schrijfster die in Het verdriet van Vlaanderen (2019) al in het verleden van twee kinderen van de collaboratie dook zich op min of meer vertrouwd terrein. Archivaris Luc De Munck zette Hemmerechts op het spoor van een diepgelovige Duitse mijnwerkersdochter die in Antwerpen terecht was gekomen en daar tijdens de oorlog ondergedoken Joden hielp tot ze in de kraag werd gevat door de nazi's. De redenen voor Hemmerechts' interesse in de even devote als vrijgevochten vrouw hoeven niet ver gezocht te worden. Na haar vrijlating ging Hubertina Aretz zich inzetten voor zij die geheuld hadden met de vijand. In gepolariseerde tijden die weleens met de oorlogsjaren vergeleken worden, is Hemmerechts' hoofdpersonage bij uitstek een symbool van verzoening waar verzoening onmogelijk lijkt.
Hemmerechts geeft Hubertina Aretz letterlijk een stem. Het verdriet van Vlaanderen was een gelaagd stukje non-fictie waarin de schrijfster de details over het pijnlijke familieverleden samen met haar 'hoofdrolspelers' ontdekte, maar Hubertina's verhaal romantiseert ze met de vrouw zelf als verteller. Net als haar Jane Austen-update Ik ben Emma (2020), waarin ze de vertelstijl van de Britse schrijfster nabootst, is Hubertina een oefening in literair buikspreken. Hemmerechts maakt stijl en eigenheid ondergeschikt aan het stemgeluid van haar hoofdpersoon. Het resultaat is een uiterst leesbaar en toegankelijk boek, maar wel een dat ondanks zijn ongelofelijke onderwerp en de parallellen met onze tijd enige urgentie mist.
Er zijn wellicht nog heel wat verhalen van vergeten vrouwen te vertellen, en wie beter dan Kristien Hemmerechts om dat te doen? Alleen is haar vertelling over deze fascinerende figuur te braaf en respectvol. Wellicht wilde Hemmerechts haar onderwerp, die ze toch eerder als een vrouw van weinig woorden lijkt op te vatten, niet te veel in de weg zitten met talige bravoure of literaire kunststukjes. Jammer genoeg doet ze haar daar net mee tekort. Hubertina Aretz is een waardig romanpersonage met een verhaal dat nog lang lezers verdient, maar door de karige stijl van Hubertina wordt het er een van dertien in een dozijn. Waarom het zo hoognodig als roman verteld diende te worden, blijft onduidelijk. Niet de maatschappelijke, maar de literaire noodzaak ontbreekt. Hemmerechts' opzoekingswerk en inlevingsvermogen is niet zonder waarde, maar iemand uit de vergetelheid halen doe je het best met een onvergetelijk boek. Dat is Hubertina helaas niet.
De Geus, 352 blz., 22,50 €.
Elma Drayer
rt/aa/12 m
De Vlaamse auteur Kristien Hemmerechts (1955) laat zich graag inspireren door waargebeurde geschiedenissen, waarbij ze een speciale voorkeur heeft voor het morele vraagstuk van goed en fout. In Het verdriet van Vlaanderen (2019) bijvoorbeeld ondernam ze met de bejaarde tweeling Hein en Toon, zonen van een collaborerend echtpaar, een zoektocht naar hun jeugd. Mij bleven vooral de modieuze observaties bij waarmee Hemmerechts haar bevindingen lardeerde. Zo wist ze niet alleen te melden dat 'achter elke SS'er een mens schuilgaat', ook stelde ze de Holocaust losjes op één lijn met de 'onderdrukking' door Israël van het Palestijnse volk. Over platitudes gesproken.
En nu is daar de roman Hubertina. Wederom baseert Hemmerechts zich op historische feiten, wederom speelt genoemd vraagstuk een rol. Is het haar nu wel gelukt weg te blijven van de clichés? Het boek begint in elk geval prachtig, met de geboorte in 1893 van de hoofdpersoon, als vijfde kind in een zeer katholiek mijnwerkersgezin in de buurt van Aken. De tante die haar moeder helpt bij de bevalling meent dat de baby 'een engeltje' is, doodgeboren dus. Een ouder zusje ontdekt dat ze toch leeft. Iedereen houdt haar voor een mirakel. En Anna Maria Hubertina Aretz zelf, wil Hemmerechts suggereren, zal altijd het gevoel houden dat ze haar bestaan moet waarmaken.
Na deze spectaculaire openingsscènes zakt het verhaal behoorlijk in. Heel bijzonder is de levensweg van deze kwezelachtig vrome vrouw nu eenmaal lange tijd niet. Haar boterham verdient ze hoofdzakelijk als 'pastoorsmeid' in Vlaamse en Nederlandse grensplaatsen. Rond haar 30ste weet ze al zeker dat ze nooit zal trouwen. Van het ouderlijk geld waarmee haar broers en zusters een eigen huishouden opzetten, koopt zij een zegelring met haar initialen erin gegraveerd. En zo kabbelt haar leven voort.
Pas als Hitler in haar geboorteland de macht grijpt - we zitten inmiddels bijna op de helft van het boek - komt er enige vaart in het relaas. Bij toeval raakt Hubertina eind jaren dertig in Vlaanderen betrokken bij de opvang van Joodse vluchtelingen. Net zo gemakkelijk werkt ze tijdens de bezetting in een militair hospitaal waar ze Duitse soldaten verpleegt. Tegelijkertijd helpt ze een 'goede' spionne te ontsnappen. In 1944 loopt ze in een val, waarna ze als politiek gevangene op transport gaat. Hemmerechts, niet geheel clichévrij: 'Ravensbrück was niet de hel op aarde, het was erger dan de hel.'
Kun je daar nog overheen lezen, problematischer is dat ze aannemelijk noch invoelbaar maakt waarom Hubertina zich gedraagt zoals ze zich gedraagt. Paradoxaal genoeg helpt het daarbij niet dat het verhaal in de ik-vorm is gegoten, als betrof het memoires. Dat je door Hubertina's ogen kijkt, brengt haar juist geen millimeter dichterbij. Het raadsel groeit eens temeer als ze zich na de oorlog aansluit bij de ultrarechtse, nationalistische Vlaamse beweging en zich ontpopt tot pleitbezorger van 'amnestie' voor voormalige collaborateurs en oostfrontstrijders. In 1971 zal ze zelfs een toespraak houden tijdens de beruchte IJzerbedevaart. Hoe het een zich laat rijmen met het ander blijft in nevelen gehuld.
In een recent interview met De Morgen zei Hemmerechts te hopen dat Hubertina een eigen straat krijgt. En dat mensen na lezing van dit boek 'bewondering en sympathie' voor haar zullen voelen. Ik waag het te betwijfelen.
★★☆☆☆
De Geus; 351 pagina's; € 22,50.
Niels Morsink
ru/eb/08 f
*****
Was ze barmhartig, goedgelovig, of allebei? Zoals Kristien Hemmerechts in haar roman 'De vrouw die de honden eten gaf' de beweegredenen van Michelle Martin probeerde te achterhalen, zo stelt ze nu scherp op het kronkelige leven van Hubertina Aretz (1893-1973). Deze diepgelovige Duitse vrouw belandde tijdens de Tweede Wereldoorlog een tijdlang in een concentratiekamp. Toch betoogde ze na de oorlog mee voor de vrijlating van een SS'er en speldde ze haar ereteken op een rouwkrans voor de notoire collaborateur August Borms. In 'Het verdriet van Vlaanderen' (2019) ging Hemmerechts al in gesprek met twee broers over hun collaborerende familie. Nu bestudeert ze het thema in romanvorm. Hemmerechts dwingt de lezer in 'Hubertina' zich in te leven in de gedachte- en gevoelswereld van een complex, soms contradictorisch personage. Haar nieuwe roman is daardoor een boeiende oefening in empathie.
Als een kerktoren in een plattelandsdorp, zo vormt het geloof het referentiepunt van de hele vertelling. 'Hubertina' bevat meer gebeden en mystieke verschijningen dan de Bijbel. Het hoofdpersonage werkt en bidt, al sluimert er gelukkig ook opstandigheid die leven in de roman blaast. Hemmerechts beschrijft fijnzinnig hoe liefde, haat en hunkering door het zware katholieke sneeuwtapijt schieten. In haar streven naar het christelijke ideaal van zelfverloochening en dienstbaarheid, onderdrukt Hubertina deze gevoelens. Dat ideaal drijft haar en vele andere personages tot een belangeloze inzet voor anderen. Maar ook tot scènes waarin Hubertina gevluchte Joden probeert te bekeren of onzedige boeken uit de bibliotheek laat verwijderen. Het geloof geeft Hubertina de moed om Joden te helpen, maar wanneer ze wordt opgepakt, keren de kloosterzusters zich van haar af, juist omdat ze Joden hielp.
De tegenstellingen waartoe eenzelfde christelijk ideaal kan leiden, komen uitstekend tot uiting in één van de interessantste dialogen van het boek. Hubertina raakt verwikkeld in een zeldzame woordenwisseling met pastoor Vekemans. Zoals talloze katholieken verdedigt Vekemans Adolf Hitler: hij vormt immers een medestander in de strijd tegen het goddeloze communisme. Hubertina echter is de woordvoerster van een andere groep: zij haat Hitler hartgrondig. Onchristelijk, vindt de priester: 'Een christen haat niet.' Het gesprek is een inzichtelijke en geslaagde literaire verwerking van in die periode vigerende ideeën en tegengestelde opvattingen.
In het belangrijke hoofdstuk dat zich tijdens de Tweede Wereldoorlog in Antwerpen afspeelt, buigt 'Hubertina' dan weer door onder het gewicht van Hemmerechts' uitgebreide opzoekingswerk. Het boek verwordt er tot een wie-is-wie van bezetter en verzet.
De gefictionaliseerde Hubertina vertelt haar levensverhaal zelf en doet dat op een afstandelijke toon. Haar broers, bijvoorbeeld, leer je op geen enkele manier kennen; Hubertina maakt er alleen droog en feitelijk melding van wanneer ze overlijden. Dat stugge past wel bij Hubertina's persoonlijkheid, maar het maakt de vertelling nogal vlak. De Kerk staat in het midden van Hubertina's verhaal, maar overschaduwt het gelukkig niet helemaal. De diepgang in deze roman komt voort uit de spanning tussen het geloof en Hubertina's menselijke, al te menselijke gevoelens. Wanneer ze als huishoudster voor een priester kan gaan werken, is haar hart vol van vreugde, want zo zet ze 'het werk verder van de heilige vrouwen die Jezus tijdens zijn sterfelijk leven hadden gevolgd en gediend'. Als ze even later als onderwijzeres aan de slag wil, wordt ze vervuld van schaamte om die al te wereldse ambitie. Het ideaal is onbereikbaar, toont Hemmerechts, het leven is een lange kruisweg ernaartoe.
Niels Morsink
ru/eb/08 f
*****
Was ze barmhartig, goedgelovig, of allebei? Zoals Kristien Hemmerechts in haar roman 'De vrouw die de honden eten gaf' de beweegredenen van Michelle Martin probeerde te achterhalen, zo stelt ze nu scherp op het kronkelige leven van Hubertina Aretz (1893-1973). Deze diepgelovige Duitse vrouw belandde tijdens de Tweede Wereldoorlog een tijdlang in een concentratiekamp. Toch betoogde ze na de oorlog mee voor de vrijlating van een SS'er en speldde ze haar ereteken op een rouwkrans voor de notoire collaborateur August Borms. In 'Het verdriet van Vlaanderen' (2019) ging Hemmerechts al in gesprek met twee broers over hun collaborerende familie. Nu bestudeert ze het thema in romanvorm. Hemmerechts dwingt de lezer in 'Hubertina' zich in te leven in de gedachte- en gevoelswereld van een complex, soms contradictorisch personage. Haar nieuwe roman is daardoor een boeiende oefening in empathie.
Als een kerktoren in een plattelandsdorp, zo vormt het geloof het referentiepunt van de hele vertelling. 'Hubertina' bevat meer gebeden en mystieke verschijningen dan de Bijbel. Het hoofdpersonage werkt en bidt, al sluimert er gelukkig ook opstandigheid die leven in de roman blaast. Hemmerechts beschrijft fijnzinnig hoe liefde, haat en hunkering door het zware katholieke sneeuwtapijt schieten. In haar streven naar het christelijke ideaal van zelfverloochening en dienstbaarheid, onderdrukt Hubertina deze gevoelens. Dat ideaal drijft haar en vele andere personages tot een belangeloze inzet voor anderen. Maar ook tot scènes waarin Hubertina gevluchte Joden probeert te bekeren of onzedige boeken uit de bibliotheek laat verwijderen. Het geloof geeft Hubertina de moed om Joden te helpen, maar wanneer ze wordt opgepakt, keren de kloosterzusters zich van haar af, juist omdat ze Joden hielp.
De tegenstellingen waartoe eenzelfde christelijk ideaal kan leiden, komen uitstekend tot uiting in één van de interessantste dialogen van het boek. Hubertina raakt verwikkeld in een zeldzame woordenwisseling met pastoor Vekemans. Zoals talloze katholieken verdedigt Vekemans Adolf Hitler: hij vormt immers een medestander in de strijd tegen het goddeloze communisme. Hubertina echter is de woordvoerster van een andere groep: zij haat Hitler hartgrondig. Onchristelijk, vindt de priester: 'Een christen haat niet.' Het gesprek is een inzichtelijke en geslaagde literaire verwerking van in die periode vigerende ideeën en tegengestelde opvattingen.
In het belangrijke hoofdstuk dat zich tijdens de Tweede Wereldoorlog in Antwerpen afspeelt, buigt 'Hubertina' dan weer door onder het gewicht van Hemmerechts' uitgebreide opzoekingswerk. Het boek verwordt er tot een wie-is-wie van bezetter en verzet.
De gefictionaliseerde Hubertina vertelt haar levensverhaal zelf en doet dat op een afstandelijke toon. Haar broers, bijvoorbeeld, leer je op geen enkele manier kennen; Hubertina maakt er alleen droog en feitelijk melding van wanneer ze overlijden. Dat stugge past wel bij Hubertina's persoonlijkheid, maar het maakt de vertelling nogal vlak. De Kerk staat in het midden van Hubertina's verhaal, maar overschaduwt het gelukkig niet helemaal. De diepgang in deze roman komt voort uit de spanning tussen het geloof en Hubertina's menselijke, al te menselijke gevoelens. Wanneer ze als huishoudster voor een priester kan gaan werken, is haar hart vol van vreugde, want zo zet ze 'het werk verder van de heilige vrouwen die Jezus tijdens zijn sterfelijk leven hadden gevolgd en gediend'. Als ze even later als onderwijzeres aan de slag wil, wordt ze vervuld van schaamte om die al te wereldse ambitie. Het ideaal is onbereikbaar, toont Hemmerechts, het leven is een lange kruisweg ernaartoe.
Dr. Nelleke Manneke
Deels fictieve biografische roman in ik-vorm over Hubertina Aretz (1893-1973) door de auteur (1955) die wel wordt aangeduid als ‘de schrik van België’ omdat ze als brenger van ongemakkelijke boodschappen taboes wil doorbreken, zoals in ‘De vrouw die de honden eten gaf’ (2014). Hubertina wordt geboren in de Duits-Nederlandse mijnstreek in een streng katholiek gezin. Ze werkt als pastoorsdienstbode, heeft een scherpe tong, is trots en omdat ze de krant leest, ook politiek bewust. Terwijl haar familie in de jaren ‘30 sympathiseert met het nazisme, kiest Hubertina ervoor om joodse vluchtelingen op te vangen, samen met haar man met wie ze een schijnhuwelijk is aangegaan. In de oorlog werkt ze als verpleeghulp in België. Wanneer ze daar een spionne helpt ontsnappen, wordt ze verraden en belandt ze in Ravensbrück. Ze overleeft de hel en na de oorlog zet ze zich met grote verbetenheid in voor de Vlaamse nationalisten. Heel tegenstrijdig, omdat zich onder hen voormalige oorlogsmisdadigers bevinden. In deze literaire roman zoekt de auteur naar het motief van haar onverschrokken hoofdpersoon. In het nawoord ook uitgebreide vermelding van bronnenmateriaal.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.