Eigenzinnigheid, werk en geschiedenis : over menselijke vermogens
Oskar Negt
Alexander Kluge (Auteur), Anne Folkertsma (Vertaler), Marianne Van Reenen (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Cossee, © 2021 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : KLUG |
Rudi Laermans
rt/aa/19 m
Alexander Kluge was postmodern voor die uitdrukking pasmunt werd. Van meet af aan woekerde hij tussen en met genres: film en later video, essayistiek en vrije theorievorming, ontelbare korte verhalen, interviews en praatprogramma's … Tegelijk vertoont zijn omvangrijke oeuvre een grote eenheid. Een handvol hema's keren gedurig weer, zoals oorlog of de miskende rol van de mechanica van emoties: nauwelijks iemand schrijft zo origineel over opera als Kluge.
Kluge was dertien toen op 8 april 1945 zijn geboorteplaats Halberstadt vakkundig plat werd gebombardeerd. Daarover handelt het eerste deel van Lente met witte vlaggen. De luchtaanval was geen enkelvoudige gebeurtenis maar creëerde een 'pluriversum': hij werd door verschillende mensen ook verschillend beleefd. Voor de soldaten ging het om een technische opdracht, uitgevoerd zonder zicht op de stad: die was niet meer dan een geheel van ruimtelijke coördinaten en een stipje op de radar. De 'strategie van onderaf' zag er helemaal anders uit: een moeder berekent hoe zij en haar kinderen door de vuurzee kunnen laveren; de vrouw die de bioscoop Capitol bestiert, wil na de eerste bommengolf de half verwoeste zaal al tegen de volgende voorstelling opruimen.
Anders dan in het gangbare postmodernisme rijmt Kluges perspectivisme helemaal niet op relativisme. Ook als literator wedt hij op de kracht van de combinatie van zelfstandige fragmenten: montage is het waarmerk van heel Kluges oeuvre. Al zijn boeken zijn compilaties van korte micro-geschiedenissen waartussen op het eerste gezicht weinig samenhang bestaat. De waarheid komt alsnog tevoorschijn in de finale weerklank tussen de verschillende verhalen: ze licht op in de constellatie van fragmenten. Daar zitten ook foto's tussen. Kluges proza is verwant met dat van W.G. Sebald, maar dan met aftrek van diens meanderende zinnen.
Patchwork
Monteren is componeren: Kluges werk stoelt op een zeldzaam gevoel voor ritme en samenklank. Dat blijkt vooral uit het tweede deel van Lente met witte vlaggen, een selectie uit April 1945 en alweer uitstekend vertaald. In dat boek evoceert Kluge de laatste dagen en de eerste nadagen van het Duitse Rijk: wachten, een veilige overgave negotiëren, zich als in een film een laatste keer heroïsch gedragen, de overloop of migratie voorbereiden … Opnieuw een patchwork, ditmaal van vaak heel korte geschiedenissen. Een van de rode draden, in het hele boek trouwens, is het onwaarschijnlijke samengaan van hiërarchie en bureaucratie binnen het naziregime, wat meermaals hilarische verhalen oplevert. Dat, bijvoorbeeld, vlak bij Russische tanks manoeuvreren en op het dak zwaar luchtafweergeschut knalt, weerhoudt de plichtsgetrouwe ambtenaren in een gebouw aan de Berlijnse Masurenallee niet van 'radiowerk op de valreep': ze draaien oude schlagers ter herinnering aan gelukkiger dagen.
Samen met Oskar Negt schreef Kluge het vuistdikke Geschichte und Eigensinn. Die titel past bij veel van zijn verhalen. In historische omstandigheden die ze niet zelf hebben gekozen, handelen mensen vaak onvoorspelbaar, met een onvermoede spitsvondigheid. Na de capitulatie van Hitler starten bijvoorbeeld zes vrouwen in Zuid-Berlijn op de begane grond van een half verwoest huizenblok een bar voor Russische officieren. Het gaat er netjes aan toe, en ondertussen blijven de bewoners van de hogergelegen verdiepingen van erger gespaard. Of dat 'eiland van beschaving' ook echt heeft bestaan? Of er aan de Masurenallee inderdaad radiomakers zaten die slijmnummers uit de oude doos draaiden in de dagen net voor de overgave? Misschien: het had in elk geval gekund.
Cameraman
De historische wirwar valt voor Kluge niet samen met wat we daarover feitelijk weten. De archieven zitten boordevol zwarte gaten, in het bijzonder op het snijvlak van de grote en kleine geschiedenis. Daarom verhaalt Kluge niet enkel over gedocumenteerde voorvallen. Hij vult de lacunes van de empirische historiografie aan met docufictie: onware verhalen die waar aandoen en zo de ware geschiedenissen meer reliëf verlenen. Pas in de resonanties tussen die gedocumenteerde en tegelijk fictieve en plausibele verhalen kan zich, aarzelend maar insisterend, een historische waarheid aandienen die recht doet aan de complexiteit van de geschiedenis.
Kluge is inderdaad een eigenzinnige realist. De consequente niet-psychologische stijl vergroot de geloofwaardigheid van zijn literaire montages. Kluge schrijft als een cameraman: in de tegenwoordige tijd en afstandelijk registerend - enkel 'de buitenkant' komt in beeld, ook bij heftige emoties. Of de vertelde geschiedenis nu wel of niet door gegevens wordt ondersteund, steevast primeert de verteltrant van het feitenrelaas. Neem bijvoorbeeld het nauwelijks een pagina lange verhaal 'Doodop als we waren'. Drie uitgeputte Duitse soldaten, 'we hebben nog zes blikken jachtworst', zijn omsingeld door Amerikaanse troepen. 'Het grootste probleem is dat we niet weten hoe we contact met de vijand moeten leggen om ons over te geven,' schrijft Kluge zonder bronvermelding. De slotzin luidt: 'Bovendien zijn we uitgeput, voor besluiten zijn we niet scherp genoeg.' Niks innerlijkheid, alleen vaststellingen: het is Kluge ten voeten uit. Die vlakke toon komt hem geregeld op het verwijt van harteloosheid te staan. Terwijl hij enkel de ongevoeligheid van de geschiedenis wil oproepen én de eigenzinnige antwoorden om die te doorstaan.
Cossee, 256 blz., 27,50 €.
Jan Joosse
Op 8 april 1945 werd de Duitse stad Halberstadt, ten zuidwesten van Magdeburg, door de Britten volledig plat gebombardeerd. In het eerste deel van dit oorspronkelijk uit 1977 daterende boek vertelt de auteur op een geheel eigen, op een filmscenario lijkende wijze hoe diverse mensen dat indertijd beleefden. Hij doet dit niet in vloeiende zinnen, maar in een soort telegramstijl die vlot lezen belemmert. Steeds worden weer andere personen opgevoerd in filmische, losse scènes, die onderling alleen het grote geheel gemeen hebben. Omdat de auteur veelvuldig verwijst naar straten in Halberstadt zou een plattegrond wel handig geweest zijn. Het tweede gedeelte van dit boek gaat over 30 april 1945, de dag van de zelfmoord van Hitler, en de dagen daarna tot de capitulatie. Daarbij komen gebeurtenissen uit de hele wereld aan bod, de een nog aparter dan de ander. Hinderlijk is dat achterin in de eindnoten begrippen verklaard worden, maar dat daar op de bladzijde zelf niet naar verwezen wordt. Bevat zwart-witfoto’s. Hoog gewaardeerd als fictieve documentatie of documentaire fictie.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.