Een revolverschot
Virginie Loveling
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Op transport |
Davidsfonds Uitgeverij, 2022 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : LOVE |
Annelies Verbeke
il/pr/16 a
Sinds Jannah Loontjens en ik de Fixdit* Podcast maken en ik me in de eerste helft van 2021 op de heruitgave van Virginie Lovelings magistrale roman Een revolverschot (1911) wierp, heb ik meer oog gekregen voor mensen die met kennis en zorgvuldigheid waardevol werk van overleden auteurs op de kaart houden. Ludo Stynen is zo iemand. Als kenner van de negentiende- en begin twintigste-eeuwse Vlaamse literatuur schreef hij vijf biografieën, waaronder Rosalie en Virginie. Leven en werk van de gezusters Loveling in 1997. Ook bezorgde hij in 1999 met Sylvia Van Peteghem het bekende oorlogsdagboek van Virginie Loveling. En nu is er - mooi uitgegeven door Davidsfonds - Een winter in het Zuiderland uit 1890, door Stynen ingeleid en geannoteerd.
Het is een verslag van een reis die Loveling, toen vijftig, in de winter van 1886-1887 ondernam. Hoewel haar werk doorgaans veel lof te beurt viel, kon dit boek op weinig bijval rekenen. De meeste reisverslagen van toen, legt Stynen in zijn lijvige inleiding uit, zijn verkapte reisgidsen met een educatieve inslag, maar Anton Bergmann, Virginie Loveling en haar neef Cyriel Buysse vernieuwden het genre. Bij hen ligt de klemtoon op de literaire stijl, en op de ontmoetingen onderweg. De critici hadden daar moeite mee. Bovendien had Loveling zich in die periode niet bij iedereen geliefd gemaakt als prominente liberaal-vrijzinnige stem in de schoolstrijd, een overtuiging die ze in twee van haar romans had gethematiseerd en die ook in dit reisverslag terugkeert.
MET HUMOR
Het boek komt wat moeizaam op gang, net als Lovelings reis: door winters Frankrijk trekken valt wat tegen - het weer is druilerig, de natuur is kaal en de Mont Blanc laat zich niet zien in de mist. Maar het klaart op, voor de auteur en voor de lezer. Meer dan de helft van het boek speelt zich op één plaats af: Nice - of, op zijn Italiaans: 'Nizza'. Loveling en het bevriende echtpaar met wie zij reist, nemen er hun intrek in Pension Cosmopolite, waar ze met een gezelschap van zeven verschillende nationaliteiten wekenlang zullen samenleven.
Loveling noemt haar Belgische reisgezellen De Poortere en noemt zichzelf Livie Lane. Zo schept zij een afstand die toelaat relativerend, onderzoekend en soms spottend naar zichzelf te kijken. Bijzonder grappig is bijvoorbeeld de scène waarin zij meegenomen wordt op een eindeloze wandeltocht langs een weg die de ene keer overstroomd is, de andere keer steil omhoogloopt. Livie wordt gedwongen haar nieuwe laarsjes te verwoesten, haar woede groeit naarmate haar hoofd van inspanning roder wordt, tot ze uitroept dat ze haar mogen achterlaten, ze zal de nacht doorbrengen in een spelonk. Dan schrijft ze: '... het doet waarlijk goed eens recht onredelijk te zijn wanneer men lijdt en gevoelt dat men bij toegeeflijke mensen is.' Ook ontdekt zij in het pension dat ze helemaal geen goede schaker is, zoals ze altijd van zichzelf dacht.
Anderen brengt ze eveneens met humor en oog voor detail tot leven. Wel is ze vaak grof in het (op papier) beschimpen van andermans uiterlijk.
De liefde
Door haar karakter en enorme talenkennis maakt Livie zich geliefd bij de andere gasten. Ze is de enige die met iedereen kan praten en dat doet ze ook. Dat ze uit de welstellende burgerij komt - en financieel onafhankelijk is, zeldzaam voor een vrouw van toen - staat vast. Sociaal onrecht laat haar echter niet koud; ze toont haar lezer de minder rooskleurige wereld achter het decor. Livie daalt af naar de keuken, waar het personeel honger lijdt. Ze praat met een snikkend kamermeisje; ze werkt zo hard, maar nooit hard genoeg voor een van haar oversten.
Bovenal is Een winter in het Zuiderland een autobiografisch liefdesverhaal. En dat maakt het uniek in het oeuvre van deze auteur, die haar privéleven doorgaans afschermde. Al in de eerste dagen in Pension Cosmopolite slaat de vonk over tussen Livie en Mister Fairban. Met groot psychologisch inzicht en subtiliteit toont Loveling de vele facetten van de aantrekkingskracht. Fairban hecht groot belang aan Britse waarden en normen, en aan het geloof - Livie gaat er uiteraard met hem over in discussie; het echtpaar De Poortere weet dat dat lang kan duren en neemt een krant ter hand.
Fairban is een dominante man en we merken dat Livie, ondanks haar eigen meningen, zijn goedkeuring nastreeft. Ze draagt een armband die gemaakt is van het haar van een geliefde dode (een gebruik in die tijd), maar stopt hem weg omdat die hem niet zint. Ze treedt hem bij in zijn ergernis over een excentrieke Amerikaanse schrijfster, en als iemand vermeldt dat Livie ook schrijfster is, valt het misprijzen van hem af te lezen - en verdedigt zij zich niet.
Maar ze zijn - onuitgesproken - verliefd. Samen verzorgen ze het been van de gewonde mevrouw De Poortere. Fairban informeert quasi terloops naar Livies opinies over een huwelijk op gevorderde leeftijd; zij zegt er weinig heil in te zien. Hij laat haar een brief lezen die hij kreeg van een vrouw, zogenaamd omdat het handschrift onduidelijk is. Livie doet (ook tegenover de lezer) alsof ze niet snapt dat hij haar jaloers wil maken, zoals hij zelf vaak jaloers is als zij met andere gasten praat. Hij stelt voor met haar mee naar Rome te reizen, maar 'zij wilde hem niet mee, al had zij weer niets vuriger gewenst dan heel Italië met hem zien.'
Ik herkende dat lang opgebouwde afscheid - dat van Fairban en dat van de anderen, zoals Miss Tilt, met wie Livie hecht bevriend is geraakt - en werd bestookt met beelden uit mijn eigen leven, van mijn eigen reizen, herinneringen aan mijn eigen verre vrienden. Loveling kreeg me er zowaar mee aan het huilen. Het is van alle tijden.
Later, in Italië, waar Livie interessante kunstbeschouwingen te berde brengt, en nog meer kerkhoven bezoekt, mist ze Fairban, maar is ze er zeker van dat ze hem nooit meer wil zien. Dat is de enige manier om wat er tussen hen gebeurde als een mooi verhaal te bewaren.
Loveling weet dat ze in wezen tussen zelfstandigheid en onderwerping moet kiezen. Zij kiest voor het eerste, maar niet zonder pijn.
*Fixdit is een schrijverscollectief dat streeft naar meer diversiteit in de canon en de literaire wereld.
Davidsfonds, 416 blz., 29,99 €.
Bookarang
Een reisverslag, oorspronkelijk gepubliceerd in 1890, van de Vlaamse dichter en schrijver Virginie Loveling. In de winter van 1886-1887 maakte zij een lange reis naar de Azurenkust en Italië. Geschreven met veel aandacht voor de contacten met mensen van verschillende nationaliteiten en verschillende sociale status. Ingeleid, geëditeerd en geannoteerd door Ludo Stynen. Me name geschikt voor een literaire lezersgroep. Virginie Loveling (Nevele, 1836 - Gent, 1923) was een bekende Vlaamse schrijver, dichter en politicus. Ze schreef tientallen boeken.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.