Wanderlust : een filosofische geschiedenis van het wandelen
Rebecca Solnit
Rebecca Solnit (Auteur), Lette Vos (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Podium, © 2022 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : SOLN |
Dieuwertje Mertens
ua/an/22 j
Een loodgieter stond me onlangs omstandig uit te leggen dat de leiding onder de douche waarschijnlijk verstopt was met haren en dat hij met z'n rioolontstopper ging proberen om de verstopping te verhelpen. Misschien was het ongeduld in mijn ogen af te lezen, want hij besloot zijn verhandeling met de opmerking: "Mansplaining". "Precies", zei ik lachend. Beter bewijs van de volledige inburgering van een feministisch begrip is er niet.
"Van alles wat ik ooit heb gedaan, heeft dat waarschijnlijk de grootste impact gehad, dat essay dat ik in één ochtendje schreef", schrijft de Amerikaanse Rebecca Solnit in haar memoires. Het begrip 'mansplaining' is overigens niet afkomstig van Solnit, maar van een van de anonieme commentatoren onder haar befaamde essay Mannen leggen me altijd alles uit (2014), haar doorbraak bij het grote publiek.
In Herinneringen aan mijn onzichtbaarheid blikt ze terug op de ervaringen die haar als schrijver hebben gevormd of 'hoe ik mijn eigen stem vond'. Haar memoires beginnen met een herinnering aan een blik in een passpiegel toen ze een jonge vrouw was. Solnit zag haar spiegelbeeld donkerder worden, vervagen en vervolgens oplossen - ze viel flauw. Een veelbetekenende herinnering voor Solnit, die in die tijd voortdurend verwikkeld was in pogingen zowel zichtbaar (als schrijver) als onzichtbaar (als vrouw op straat) te zijn.
Het schrijven van memoires lijkt voor Solnit, essayist met voorrang, een wat onwennige exercitie. Solnit schetst haar levensloop in grove en daarmee ongevaarlijke lijnen; zelden is ze specifiek of echt persoonlijk. Ze heeft bijvoorbeeld veel geschreven over gendergerelateerd geweld; een fascinatie die voortkomt vanuit een diepgeworteld gevoel van onveiligheid. Een vrouw die (in het donker) door de stad wandelt is zich altijd bewust van de dreiging te worden lastiggevallen, verkracht en/of vermoord en Solnit is gek op wandelen (zie ook Wanderlust, 2000). Twee of drie keer geeft ze aan dat ze uit een gewelddadig nest komt. En passant schrijft ze: "Ik ben geboren uit een slachtoffer en haar dader" - geen geringe uitspraak - om zich vervolgens te verliezen in een verhandeling over Blauwbaard en het belang van het vertellen van verhalen. Heeft ze haar ouders of zichzelf willen sparen? Ze tikt haar persoonlijke geschiedenis aan, maar gaat er niet dieper op in. Ook veelzeggend.
Eindelijk op stoom
Dat ongemak verklaart wellicht het moeizame begin van de memoires. Als Solnit 21 is, vindt ze een goedkoop én prachtig appartement in een zwarte achterstandsbuurt in San Francisco. Ze beschrijft hoe de buurt gentrificeert en hoe zij als - weliswaar arme - "bleekneus" daar waarschijnlijk aan heeft bijgedragen. In deze generiek aandoende terugblik stapelt ze cliché op cliché; de winkels 'van weleer' waren excentrieker, de buurt had meer karakter enzovoort. In die periode kwam ze tot het besef dat "ik in opstand kon komen, tot leven komen en voldoende in mijn kracht gaan staan om verhalen te durven vertellen, zowel de mijne als die van anderen". Ieder zichzelf respecterende schrijver zou bepaalde uitdrukkingen moeten vermijden en al helemaal zorgverlenersjargon dat is overgewaaid naar het bedrijfsleven, zoals 'in mijn kracht staan' (een vertaling van 'stand in my strength'?). Enfin, een kwestie van smaak.
Halverwege haar memoires komt ze eindelijk op stoom. Als ze beschrijft hoe ze als student een bijbaantje bij het San Francisco Museum of Modern Art vindt en over kunst begint te schrijven, is het alsof haar geest zich opent en ze van de vrijheid geniet om met veel enthousiasme te schrijven over kunstprojecten, reizen en bijzondere vriendschappen. Dat komt ook haar stijl ten goede. Ze voelt zich duidelijk meer op haar gemak als ze haar blik naar buiten richt. Zichtbaar worden is misschien bovenal je durven overgeven aan dat wat je werkelijk belangrijk vindt en voor Solnit zijn dat de verhalen van anderen die ze graag analyseert en in een groter maatschappelijk verband of systeem plaatst.
Ze besluit: "Een van de dingen die ik wilde bereiken met de stem die ik als schrijver verworven had (...) was, dat de wereld door wat ik schreef en zei in combinatie met wat anderen schreven en zeiden daadwerkelijk veranderde." Daar heeft ze aan bijgedragen.
Podium, 253 p., 20 euro. Vertaald door Lette Vos.
(dm)
ru/eb/01 f
Haar befaamde essay ‘Mannen leggen me altijd alles uit’ betekende Rebecca Solnits doorbraak bij het grote publiek. In haar nieuwe boek ‘Herinneringen aan mijn onzichtbaarheid’ blikt ze terug op de ervaringen die haar als schrijver hebben gevormd. Ze schetst haar levensloop in grove, ongevaarlijke lijnen, zelden is ze specifiek of echt persoonlijk. En passant schrijft ze: ‘Ik ben geboren uit een slachtoffer en haar dader’ – geen geringe uitspraak – om zich vervolgens te verliezen in een verhandeling over Blauwbaard. Ze tikt haar persoonlijke geschiedenis aan, maar gaat er niet dieper op in. Memoires schrijven lijkt voor Solnit, essayist met voorrang, een wat onwennige exercitie. Pas halverwege haar herinneringen komt ze eindelijk op stoom. Als ze als student over kunst begint te schrijven, is het alsof haar geest zich opent. Dat komt haar stijl ten goede. Ze voelt zich duidelijk meer op haar gemak als ze haar blik naar buiten richt. Wat Solnit werkelijk belangrijk vindt, zijn de verhalen van anderen, die ze graag analyseert en in groter maatschappelijk verband of systeem plaatst. Wat ze als schrijver wilde, schrijft ze, is ‘dat de wereld door wat ik schreef en zei in combinatie met wat anderen schreven en zeiden daadwerkelijk veranderde’. Daar heeft ze in ieder geval aan bijgedragen.
Roderik Six
rt/aa/02 m
1981, San Francisco. Rebecca Solnit is negentien en gaat voor het eerst alleen wonen. Voor amper tweehonderd dollar kan ze een groot appartement huren in een zwarte buurt van San Francisco. Ze zal er vijfentwintig jaar blijven.
In Herinneringen aan mijn onzichtbaarheid vertelt ze over haar eerste jaren in de grootstad, de jaren die haar overgang tussen adolescentie en volwassenheid markeren. Makkelijk waren die niet. Al snel begrijp je dat ze niet zozeer zelfstandig wilde leven, maar eerder moest ontsnappen aan een gezin waar huiselijk geweld en seksueel misbruik schering en inslag waren. Hoewel Solnit mild over haar moeder probeert te oordelen – het zoveelste slachtoffer van misogyne agressie – blijft dier gebrek aan mentale en financiële steun haar een doorn in haar oog. Daarnaast hebben haar ouders haar niet gewapend voor de boze buitenwereld. Wat ze wél hebben gedaan: haar angst ingeboezemd. ‘Jonge vrouwen krijgen voortdurend te horen dat ze hun eigen moord voor ogen moeten houden. Vanaf onze kindertijd wordt ons vooral geleerd wat we níét moeten doen: die jurk moet je niet dragen, dat drankje moet je niet drinken, na dat uur moet je niet alleen over straat lopen – je moet nooit iets zelfstandig of alleen ondernemen.’ Die aangeleerde slachtofferrol probeert Solnit te doorbreken.
Hoe ze dat doet? Door te verdwijnen. Door zich te vermommen. Door aansluiting te zoeken bij de punkscene, waar ze zich stoer voordoet. Door een motor aan te schaffen, hoewel ze schrik heeft om ermee te rijden. Maar gaandeweg beseft ze dat ‘elk harnas ook een wandelende kooi is’. Ze begrijpt dat ze zich afschermt van haar ware ik, dat ze zich verbergt omdat ze een vrouw is. Haar drang naar zelfontplooiing krijgt een activistisch tintje omdat ze snapt dat niet zij maar de wereld dient te veranderen, dat mannen de poortwachters zijn en dat het patriarchaat haar knecht.
De eerste helft van haar memoires staat bol van scherpe analyses die het raderwerk van een seksistisch systeem blootleggen. In haar anekdotische essays laat ze zien hoe ze via andere subculturen, zoals de zwarte jazzscene en de homogemeenschap in Californië, leert hoe subtiel discriminatie werkt. Hoe onzichtbaar de onderdrukking in het weefsel verwerkt zit.
Net daarom ontgoochelt de tweede helft: het ontbreekt haar plots aan kritische zelfreflectie. Wanneer Solnit in het begin van haar schrijfcarrière op een aantal barrières botst, schuift ze dat te makkelijk af op de grote boze witte-mannensekte. Elke debutant heeft ervaringen met botte uitgevers, met pr-tours die mislukken, met een gebrek aan aandacht. Het is kleinzerig om dat louter op gender af te wentelen.
Helemaal gênant wordt het wanneer ze als erkend auteur wraak neemt op de dan al stokoude William Burroughs door hem te vernederen op een feestje omdat hij ooit iets vrouwonvriendelijks schreef. Net het type pestgedrag dat Solnit al heel haar intellectuele carrière bekampt – of hoe slachtoffers soms onbewust daders worden.
***
Podium (oorspronkelijke titel: Recollections of My Nonexistence), 286 blz., € 25.
Drs. Madelon de Swart
In acht hoofdstukken en een epiloog beschrijft de auteur haar ontwikkeling tot schrijver/essayiste, activiste en feministe in het San Francisco van de 80'er jaren. Op haar 17e ontsnapte ze aan het door haar gewelddadige vader gedomineerde Amerikaanse gezin, toen ze in Parijs ging studeren. In 1981 vervolgde ze die studie aan San Francisco State University en kwam te wonen in een 1-kamer appartement, waar ze 25 jaar bleef. Na haar bachelor gehaald te hebben, haalde ze in 1984 een master-titel in de journalistiek in Berkeley en werkt sinds 1988 zelfstandig als onderzoeksjournalist. Ze beschrijft hoe ze zich langzaam bewust werd dat ze zich onzichtbaar maakte, vanwege haar jeugdervaringen en het opdringerige gedrag van veel mannen in de stad, en hoe ze steeds meer haar eigen stem vond. De bekende Amerikaanse essayiste (1961) laat in deze uitstekend geschreven, goedvertaalde herinneringen heel helder en heel boeiend, vaak indringend zien hoe ze van een kleurloze, onzichtbare jonge vrouw, een spraakmakende kritische activiste, feministe en een belangrijk essayiste werd, naar wie geluisterd wordt.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.