Station elf : roman
Emily St.John Mandel
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Uitgeverij Atlas Contact, 2022 |
VERDIEPING 2 : DUIVELSHOEK : FANTASY & SCIFI : MAND |
Dirk-Jan Arensman
2/ei/07 m
Het boek speelt onder meer in Brits-Columbia anno 1912, op planeet Aarde in de 23ste eeuw en op een maankolonie weer twee eeuwen later. Maar overdrachtelijk gesproken bleef Mandel evengoed behoorlijk dicht bij huis.
Het verhaal begint in 1912, wanneer de adellijke Britse banneling Edward St. Andrew in de Canadese bossen de schrik van zijn leven krijgt. Even wordt het pikdonker, er klinkt vioolmuziek, menselijk geroezemoes en dan 'een nog nooit eerder gehoord geluid...'
Een ontregelende flitservaring die uiteenlopende personages vervolgens óók min of meer hebben. Van een videokunstenares en haar componerende broer eind 20ste eeuw tot personage Olive Llewellyn, die tweehonderd jaar later tijdens een promotietournee op Aarde wegens covidachtige toestanden niet terug kan naar haar maanthuis.
Lang blijft het een raadselachtig verschijnsel. Tot de tijdreizende onderzoeker Gaspery-Jacques Roberts zich richt op deze 'anomalie' en de mensen die haar meemaakten. Zijn bevindingen, gevat in een ingenieuze, aan David Mitchells Wolkenatlas (2004) herinnerende matroesjka- structuur waarin we vanaf de jaren 2400 weer teruggaan in de tijd, zullen we hier niet onthullen. Maar ze leveren een verrassende en onverwacht bevredigende ontknoping op.
Hoe Mandel bij al dat historische en futuristische geweld tóch dicht bij huis bleef? Via Olive Llewellyn schrijft ze overduidelijk over haar eigen auteurservaringen. En twee centrale personages, Vincent en Paul Smith, zullen haar trouwe lezers zich herinneren uit Het glazen huis (2021), een roman waarin Mandel ook al speelde met het idee van parallelle werkelijkheden en de fluïditeit van de tijd.
Haar oeuvre krijgt zo steeds meer van een samenhangend literair multiversum. Nu al benieuwd naar de volgende verkenningstocht.
Vertaling Lucie Schaap, Atlas Contact, 253 p., 22,99 euro.
Kathy Mathys
2/ei/14 m
In haar bestseller Station Elf kijkt Emily St John Mandel naar hoe het gesteld is met onze wereld na de Apocalyps. In Zee van rust, haar zesde roman, is er geen duidelijk voor en na. Mandel laat een van haar personages opmerken dat de wereld geleidelijk aan is veranderd. Diezelfde man laat zich ook ontvallen dat de angst voor het einde van de wereld niet nieuw is. In al zijn hoogmoed denkt de mens dat hij in unieke tijden leeft, maar een blik op de geschiedenis vertelt iets anders. Een van de hoofdstukken in Zee van rust speelt in 2020 en laat de uitbraak van de coronacrisis zien, maar ook in de hoofdstukken over 2203 is sprake van een pandemie.
Voor een boek van minder dan driehonderd bladzijden bestrijkt deze roman een lange periode. De oudste verhaallijn gaat over 1912, het jaar waarin een Canadese aristocraat verbannen wordt naar onontgonnen gebied in zijn land. Tijdens een verkenning van een woud beleeft hij iets vreemds: alles wordt zwart in zijn blikveld en hij hoort vioolmuziek. Hij is niet de enige die deze auditieve en visuele ervaring heeft: ze keert terug in de verhaallijnen uit 2020, 2203 en 2401.
Een groot deel van het plezier in deze roman zit hem in het leggen van de puzzel: wat is er aan de hand? Laten we daarom de verhaallijnen summier houden. In de hoofdstukken over 2020 is een vrouw op zoek naar informatie over een overleden vriendin. Het deel over 2203 gaat over een schrijfster die lijkt op Mandel. Ze heeft, na een paar onopgemerkte boeken, een bestseller geschreven. Op onnadrukkelijke wijze laat Mandel zien dat we bijna een eeuw verder zijn. De vrouw wordt geïnterviewd door een hologram; de mens heeft elders in het universum koloniën gebouwd; tieners beschilderen hun gezichten met pixelachtige motieven om gezichtsherkenningsoftware te omzeilen.
De stukken uit 2401 doen verrassend genoeg het minst sciencefictionachtig aan. De hoofdpersoon is een noir-achtige speurder, hij raakt betrokken bij geheime tijdreismissies.
De compositie van deze ingetogen roman is ijzersterk. Ook indrukwekkend is Mandels gevoel voor landschap. Ze maakt het onbehagen dat de Canadees voelt in de open vlakten tastbaar. Mandels stijl echoot de inhoud: haar roman over tijdreizen bevat soepele flashforwards en flashbacks, alsof ook de schrijfster een tijdreiziger is. De delen over 1912 tellen opvallend veel witregels en weerspiegelen de leegte van het landschap, de inertie van het hoofdpersonage.
Mandel stelt interessante filosofische vragen: is postapocalyptische fictie zo populair omdat we verlangen naar een wereld met minder technologie? Stel dat het leven dat we kennen een simulatie is, zou het ons dan minder dierbaar zijn, zouden we minder van de regen houden als we wisten dat het georkestreerde regen was?
Wel is deze roman minder aangrijpend dan Station Elf. De personages lijken zelf pixels die even oplichten om dan weer te verdwijnen, ze hebben weinig vlees op de botten. Je zou dat kunnen betreuren. Immers, dit boek zindert minder na. Maar je zou ook kunnen zeggen dat het past bij een roman die veel minder gaat over het individu dan over de herhalingen in de geschiedenis en over wat ons verbindt.
Vertaald door Lucie Schaap, Atlas Contact, 256 blz., 22,99 € (e-boek 12,99 €). Oorspr. titel: 'Sea of tranquility'.
Hans Bouman
2/ei/21 m
Twee jaar geleden werd de Amerikaanse Emily St. John Mandel in één klap naar het literaire wereldpodium gekatapulteerd dankzij een roman die ze zes jaar daarvoor - ook toen al met succes - had gepubliceerd. Maar ja, Station Elf ging over een verwoestende pandemie en toen covid-19 in de eerste maanden van 2020 het Westen bereikte, leek Mandels boek nauwelijks minder dan profetisch.
Station Elf is net als zijn opvolger Het glazen hotel (2020) een virtuoos gecomponeerde roman die speels heen en weer springt door de tijd, waarin gaandeweg de stukjes op hun plaats vallen en pas aan het slot het gehele tableau zichtbaar wordt.
Dat blijkt ook het geval in Mandels nieuwe roman, Zee van rust (Sea of Tranquility). In dit boek krijgt het begrip 'heen en weer springen in de tijd' zelfs een extra dimensie, in de vorm van tijdreizen.
Zee van rust kent vier verhaallijnen. De eerste speelt in 1912, als Edward St. John St. Andrew, telg uit een gegoed Brits geslacht, naar Canada afreist in de hoop het daar te gaan maken. Op een dag heeft hij, in een bos op Vancouver Island, een mysterieuze ervaring. Hij staat onder een hoge esdoorn als er plotseling een soort zonsverduistering lijkt plaats te vinden. Edward heeft het gevoel zich in een binnenruimte, een station of een kathedraal te bevinden, hij hoort vioolklanken en een ander, 'nooit eerder gehoord geluid'. Dan duikt er een onduidelijke figuur op die beweert een katholieke priester te zijn en die hem vragen stelt over wat hij zojuist heeft gezien.
Vervolgens springen we naar 2020. Musicus Paul, die we nog kennen uit Het glazen hotel, geeft een optreden waarbij hij ook een videoclip vertoont. In die clip zit een 'hikje', zo waarschuwt hij van tevoren. En inderdaad: aanvankelijk zien we een opname van een bos, inclusief een hoge oude esdoorn, maar dan volgt er één seconde van totale duisternis waarin vioolklanken en het geluid van een treinstation te horen zijn, alsook 'een vreemd soort pfoef dat aan hydraulische druk deed denken'. Na afloop van het concert wordt Paul benaderd door een onbekende man met een deukhoed, die bovengemiddeld nieuwsgierig blijkt naar de vertoonde clip.
Opnieuw maakt het boek een tijdssprong, nu naar 2203. Olive Llewellyn, woonachtig in Kolonie Twee op de maan, reist naar de aarde voor een signeertournee rond haar succesroman Marienbad. In dat boek beschrijft ze een apocalyptische pandemie en haar nasleep. Tijdens de tournee wordt ze geïnterviewd door een merkwaardige journalist, die haar vraagt naar een bepaalde scène in haar boek. En inderdaad: die scène vertoont sterke overeenkomsten met de ervaringen van Edward in 1912 en de videoclip van Paul in 2020.
Wat is hier aan de hand? Gearriveerd op ongeveer eenderde van het boek is het de lezer duidelijk dat de verhaallijnen die zijn gesitueerd in respectievelijk de 20ste, 21ste en 22ste eeuw met elkaar te maken moeten hebben. Maar op welke manier? Waarom keert een bepaalde gebeurtenis telkens terug en wat heeft die gebeurtenis in vredesnaam te betekenen? Om dat duidelijk te maken is er nog een vierde verhaallijn, die in de 24ste eeuw speelt, als men de technologie van het tijdreizen onder de knie heeft.
De hierboven geschetste verhaallijnen suggereren een nogal geconstrueerde, misschien zelfs maniëristische roman. Het knappe van Mandels schrijverschap is dat Zee van rust, net als haar eerdere in het Nederlands vertaalde romans, ondanks de complexe structuur uitgesproken soepel leest. Het is opnieuw een bij vlagen spannend boek, waarin de verhaallijnen uiteindelijk in dienst blijken te staan van een reeks wezenlijke vragen die Mandel aan de orde stelt. Ze nodigt de lezer uit zich te bezinnen op de vraag wat echt is, wat werkelijk betekenis heeft, wat de waarde is van herinneringen en wat herinneringen eigenlijk zijn.
In het kader daarvan is het natuurlijk onmogelijk om bij de romantitel Marienbad niet te denken aan de film L'année dernière à Marienbad (1961) van regisseur Alain Resnais en scenarioschrijver Alain Robbe-Grillet, pilaarheilige van de nouveau roman. Ook in deze film zijn de werking en betrouwbaarheid van het geheugen belangrijke thema's, alsook de vraag wat 'echt' is en wat niet.
Net als David Mitchell lijkt Emily St. John Mandel bezig haar eigen 'überroman' te schrijven: een grote, meerdelige roman waarvan de tot dusver verschenen boeken onderdelen zijn. Niet alleen binnen haar romans hangt alles met elkaar samen, ook onderling verwijzen de romans geregeld naar elkaar. Naast Paul komen in Zee van rust enkele andere personages voor uit eerdere boeken - Mirella Kessler, Vincent Smith, Jonathan Alkaitis - en uiteraard herkennen we in de pandemieroman van Olive Llewellyn een verwijzing naar Station Elf van Mandel zelf. Personages uit die roman doken opnieuw op in Het glazen hotel.
In Zee van rust verdiept Mandel zich in de mogelijkheid om schoonheid te vinden in een wereld waarin voortdurend de dood dreigt. Net als in haar eerdere boeken houdt ze de lezer voor dat de waarde van het bestaan is te vinden in compassie, moed, creativiteit en liefde. Natuurlijk is dat geen nieuwe boodschap. Maar ligt de taak van de literatuur niet vooral in het op telkens nieuwe wijze presenteren van oude waarheden?
****
Uit het Engels vertaald door Lucie Schaap. Atlas Contact; 256 pagina's; € 22,99.
(dja)
2/ei/17 m
****()
‘Zee van rust’, het nieuwe boek van de Canadese Emily St. John Mandel, speelt zich af in British Columbia anno 1912, op aarde in de 22ste eeuw en op een maankolonie weer twee eeuwen later. In 1912 beleeft een Britse edelman in de Canadese bossen de schrik van zijn leven als hij in het pikdonker vioolmuziek hoort, geroezemoes en ‘een nog nooit eerder gehoord (mechanisch?) geluid’. Een ontregelende flitservaring die ook andere personages overkomt, van een videokunstenares eind 20ste eeuw tot schrijfster Olive Llewellyn, die tijdens een promotournee op aarde wegens covidachtige toestanden niet terug naar haar maanthuis kan. De flits blijft een raadselachtig verschijnsel, tot een tijdreizende onderzoeker zich erop focust, en op de mensen die die hebben meegemaakt. Zijn bevindingen zullen we hier niet onthullen, maar de ontknoping verrast en bevredigt de lezer. Toch bleef Mandel eigenlijk behoorlijk dicht bij huis. Via Llewellyn schrijft ze overduidelijk over haar eigen auteurservaringen. En de namen Vincent en Paul Smith zullen trouwe lezers zich herinneren uit ‘Het glazen huis’ (2021), waarin Mandel ook al met parallelle werkelijkheden en de fluïditeit van de tijd speelde. Zo wordt haar oeuvre stilaan een samenhangend literair multiversum.
Bookarang
Een roman over (tijd)reizigers en de vraag hoe individuele levens elkaar op mysterieuze wijze kunnen raken. Edwin St. Andrew steekt in 1912 de Atlantische Oceaan over. Als hij in de wildernis van Brits-Columbia het bos in stapt, zingen er vioolklanken onnatuurlijk door de lucht. In de bestseller van schrijfster Olive Llewellyn, die twee eeuwen later over de aarde reist, ver van haar huis in de tweede maankolonie, komt een vreemde scène voor: een man speelt viool in een galmende ruimte terwijl om hem heen een bos oprijst. Weer tweehonderd jaar later wordt detective Gaspery Roberts gevraagd om terug te reizen in de tijd om deze vreemde doublure te onderzoeken. ‘Zee van rust’ is literaire science-fiction geschreven in een vloeiende, intelligente stijl. Het boek zal een voornamelijk literair lezerspubliek aanspreken. De Canadese Emily St. John Mandel (1979) schreef eerder de romans 'Station Elf’, die op de shortlist van de National Book Award stond en bekroond werd met de Arthur C. Clarke Award, en 'Het glazen hotel’, in 2020 een lievelingsroman van Barack Obama.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.