Meer dan een broer
David Diop
David Diop (Auteur), Martine Woudt (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Cossee, © 2022 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : DIOP |
Catherine Vuylsteke
2/ei/28 m
Tragische plekken maken niet zelden een blijvende indruk - zelfs als het verhaal dat er verteld wordt, niet helemaal klopt. Zo ging het ook met International Booker Prize-winnaar David Diop, die als scholier het Maison des Esclaves bezocht op Gorée, een eiland voor de kust van de Senegalese hoofdstad Dakar. Museumcurator Aladji N'Diaye vertelde hem daar dat maar liefst 20 miljoen slaven door de 'poort naar een reis zonder terugkeer' zijn verscheept. Dat klopt niet: vanaf de hele Afrikaanse westkust zijn in totaal zo'n 12 miljoen mensen gedeporteerd, en vanaf Gorée zijn dat er 'niet meer dan' 33.000. De bewuste poort, zo menen historici nu, was ongeschikt voor het inladen van menselijke vracht. Daarvoor was de kust te rotsachtig.
Maar als symbool van een der grootste tragedies uit het verhaal van de mensheid kan het beeld wel tellen. En laat de Frans-Senegalese Diop nu net iemand zijn die romans schrijft op het breukvlak van fictie en geschiedenis. Reis zonder terugkeer gaat over een jonge Franse botanicus die in het prekoloniale, achttiende-eeuwse Senegal zijn hart verliest aan een mooie vrouw van wie wordt beweerd dat ze haar ketenen wist af te werpen. Dat is weinig waarschijnlijk, oordelen de Fransman en zijn Senegalese assistent Ndiak. 'Terugkeren bij ons, in Senegal, uit slavernij bij de witte Amerikanen? Dat is even onmogelijk als een voorhuid die weer aangroeit bij iemand die besneden is!'
Diop is bijzonder goed geplaatst om dit verhaal te vertellen. Als kind van een bemiddeld Frans-Senegalees echtpaar dat zijn jeugd doorbracht in Dakar maar in Frankrijk naar de universiteit ging, leidt hij nu al een paar decennia een onderzoeksgroep aan de universiteit van Pau. Daar buigt hij zich over de Franse representatie van Afrika en de Afrikanen in de zeventiende en achttiende eeuw. Jarenlang publiceerde Diop alleen wetenschappelijke artikels, maar in 2012 debuteerde hij met 1889, l'Attraction universelle, over een groep Senegalezen die deel zouden uitmaken van de 'ville nègre' op de wereldtentoonstelling van Parijs. Zes jaar later kwam zijn internationaal gelauwerde Meer dan een broer over twee tirailleurs sénégalais onder Frans commando in de Eerste Wereldoorlog.
Botanist
Reis zonder terugkeer verwijst niet alleen naar een schoolreisje uit de kindertijd, maar ook naar Diops ontdekking, vijftien jaar geleden, van het reisverslag van de Franse botanist Michel Adanson (1727-1806). Die vertrok halverwege de achttiende eeuw als 23-jarige werknemer van de Compagnie Française des Indes voor vier jaar naar Senegal om er nieuwe flora en fauna te ontdekken, in de hoop daarmee later een plaats te bemachtigen aan de prestigieuze Académie Française.
Adanson werd in de geschiedenis verdrongen door de Zweedse bioloog Carolus Linnaeus, maar hij blijft een unieke figuur. Niet alleen was hij de eerste Europeaan die vier jaar lang botanisch onderzoek deed in Senegal, bovendien leerde hij Wolof om toegang te verwerven tot de oraal overgeleverde inheemse plantenkennis.
Dat Adanson een bijzondere liefde opvatte voor de dominante taal van Senegal, daar werd Diop in 2018 op gewezen door een Senegalese doctoraatsstudent, die Adansons verklarend woordenboek bestudeerde, alsook zijn kladversies van gesprekken met lokale plantenkenners. Een van de dingen die hem in Adanson aantrokken, zo vertelt Diop in interviews, is de dubbelzinnigheid. Enerzijds schreef hij dat 'de negers wild noch onbeschaafd zijn', maar evengoed is hij een man van zijn tijd die beweert dat de Senegalezen 'met een beetje studie wellicht excellente astronomen zouden kunnen worden'.
Verwaarloosde vaderrol
In Reis zonder terugkeer pent de bejaarde Adanson zijn levensverhaal neer voor zijn dochter Aglaé, eveneens een historisch personage. Daarin drukt hij zijn spijt uit over de verwaarlozing van zijn vaderrol en schetst hij de onvolkomenheden van zijn cartesiaanse denken. 'De mensen in Senegal zijn voor ons net zo onbekend als de natuur om hen heen. Toch denken we hen genoeg te kennen om te beweren dat ze van nature minderwaardig aan ons zijn'. Hun historische nalatenschap 'bevindt zich in hun verhalen, hun grappen, hun vertellingen, van generatie op generatie overgeleverd door hun geschiedzangers, de griotten. De woorden van de griotten, die even geciseleerd kunnen zijn als de fraaiste stenen van onze paleizen, zijn hun monumenten van monarchale eeuwigheid'.
Tevens weerlegt hij het destijds gangbare argument dat het Afrikaanse gebrek aan technologische innovatie wijst op raciale inferioriteit. 'Dat de zwarte mensen geen schepen hebben gebouwd om ons tot slavernij te komen brengen en zich onze Europese grond toe te eigenen, lijkt me ook geen bewijs van hun minderwaardigheid, maar juist van hun wijsheid. (...) Zwarte mensen zien begerigheid niet als een deugd (...) zij vinden ook niet dat we ons, als heer en meester van de hele natuur zouden moeten opstellen'.
In dat opzicht staan de Franse wetenschapper en de jonge Senegalese Maram, aan wie hij zijn hart verliest, aanvankelijk lijnrecht tegenover elkaar. Terwijl hij probeerde de natuur te doorgronden en te classificeren, probeert de jonge vrouw er zich mee te verzoenen. Als jongeman, legt hij uit, was het idee 'dat mensen macht hebben over zogenaamde occulte krachten alleen maar dom bijgeloof. Maar nu ik oud ben geworden, zie ik in deze geloofsovertuigingen een van de schitterende listen die sommige volkeren op de wereld hebben bedacht om het plunderen van de natuur door de mens te beperken'. Hij vindt het leuk zich 'voor te stellen dat er op deze aarde vrouwen en mannen zijn die met bomen kunnen praten en hun vergiffenis vragen voordat ze ze omhakken.'
Of Aglaé de uitgewerkte brief van haar vader vindt, hangt af van haar liefde voor hem - zijn geschriften zitten verstopt in de dubbele bodem van een klein kastje dat hij haar heeft nagelaten. 'Ik vrees', schrijft hij, 'dat jij, kind van je tijd, mijn verborgen cahiers nooit zal vinden. Ik vrees je onverschilligheid'.
De geschriften vallen evengoed te lezen als een prachtige brief aan ons, nu, hier én in West-Afrika. Daarmee toont Diop wat geschiedschrijving fundamenteel vermag.
Vertaald door Martine Woudt, Cossee, 256 blz., 24,99 €. Oorspr. titel: 'La porte du voyage sans retour'.
(vdg)
il/pr/19 a
De wereld leerde David Diop kennen via zijn roman 'Meer dan een broer', een indrukwekkende vertelling over een stukje Frans-koloniale geschiedenis die werd bekroond met de Europese Literatuurprijs en de Booker Prize. Ook zijn nieuwe roman, 'Reis zonder terugkeer', is een belangrijk boek, nu over slavernij.
Het begint met de schitterende sterfscène van de hoofdpersoon, botanicus Michel Adanson, in het jaar 1806. Zijn verkalkte gewrichten zijn 'verwrongen als wijnranken' en zijn organen geven het langzaam op. Na Michels dood vindt zijn dochter Aglaé zijn dagboeken, waarin hij haar vertelt over die reis, die een beslissende wending aan zijn leven gaf.
Op zijn 23ste is Adanson vertrokken naar Saint-Louis, in de hoop daar planten te ontdekken en zijn naam als botanicus te vestigen. Maar hij ziet ook dat Franse bevelvoerders Afrikaanse mensen als slaven verkopen aan Amerikanen. Als hij hoort van Maram, een tot slaaf gemaakte jonge vrouw die zou zijn teruggekeerd van die 'reis zonder terugkeer', raakt hij geïntrigeerd.
Michel wordt hopeloos verliefd op haar - een liefde die geen toekomst heeft, zij is een zwarte Afrikaanse en hij een witte Europeaan. Zijn komst zet een catastrofe in gang. Een meeslepend verhaal met aan het slot een verrassend addertje onder het gras.
Bookarang
Een roman over het drama van het kolonialisme. De lezer volgt het verhaal van de jonge Franse botanicus Michel Adanson. In 1750 arriveert hij in Senegal voor zijn onderzoek. Hij ontdekt dat een eiland voor de kust voor miljoenen tot slaaf gemaakten een plek is van vertrek op een reis zonder terugkeer. Het verhaal van Maram, een vrouw die ontsnapte aan het slavenbestaan, intrigeert hem in het bijzonder en hij gaat op zoek naar de sporen en legendes die ze achterliet. In talige, zachtaardige stijl geschreven. 'Reis zonder terugkeer' zal een brede tot literaire lezersgroep aanspreken. David Diop (Parijs, 1966) is schrijver, docent en literatuurspecialist. Hij schreef een klein aantal boeken. Hij won eerder de prestigieuze International Booker Prize.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.