Het vogelhuis : roman
Eva Meijer
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Cossee, © 2022 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : MEIJ |
Maria Vlaar
i /un/04 j
Draait het in de wereld om de mens? We zijn het gewoon om de menselijke waarneming als uitgangspunt voor het denken en handelen te nemen. Eva Meijer, schrijver en filosoof, morrelt daaraan in haar romans en essays. In haar bijzondere boeken maakt de mens deel uit van iets veel groters: de natuur. En daarmee relativeert ze waar mensen veel last van kunnen hebben, zoals gebrek aan huiselijk geluk, een falend liefdesleven, angst voor de dood of voor klimaatverandering.
Is het eigenlijk erg, in het licht van de 'onverschillige natuur' zoals filosofen die beschrijven, dat mensen massaal sterven of een heel land verdwijnt? Is dat niet het lot dat dieren en planten altijd al wacht?
In haar zesde roman Zee nu zet Eva Meijer een stevig punt achter het menselijk concept 'Nederland'. Het boek begint met een wonderlijk verschijnsel: het wordt geen eb meer aan de Noordzeekust. Langzaam maar zeker, met een gemiddelde snelheid van een kilometer per dag, wordt Nederland verzwolgen door de zee. Zijn het onderwaterhittegolven? Is het diepzeeterrorisme? Iets met verschuivende platen?
Corona
Meijer trekt allerlei parallellen met de coronacrisis. Er is angst en oproer, er wordt gehamsterd en verslag gedaan vanaf de oprukkende kustlijn, de autoriteiten organiseren evacuaties en maken sporthallen gereed voor opvang, terwijl complotdenkers de overheid van dit natuurgeweld betichten en zich verenigen tot 'de blijvers' onder leiding van Grote Willem, een Willem Engel-achtige figuur. Engel ageerde tegen het Nederlandse coronabeleid. 'Laat dit hele K.U.T.land maar onder water lopen.'
Intussen heeft België nergens last van: daar houdt de zee zich koest, net zoals tijdens de lockdown de grens gesloten werd in de hoop dat het virus gevoelig was voor landsgrenzen. De koning vertrekt gezwind naar zijn vakantiehuis in Mozambique, zoals het koninklijk gezin tijdens de lockdown naar hun vakantiehuis in Griekenland ging en coronaregels overtrad. De minister-president, Mark Rutte ten voeten uit, probeert de zaak te managen en te delegeren: 'Hij lag er niet wakker van: hij deed precies wat er van hem verwacht werd. Soms was het alsof hij het land zelf was. Toch voelde dit niet helemaal goed.'
Zee nu is deels een smeuïge en geestige parodie op bestuurlijk Nederland, waarin vooral vergaderd wordt over hoe deze natuurramp genoemd moet worden: 'Stormvloed kan wel, maar dat gaan ze dan toch tsunami noemen.' Misschien moet hij nog maar snel een minister ontslaan? 'Het spijt me dat ik u zo vroeg bel, maar het land overstroomt', is de hoogste graad van ambtelijke alarmering. De kerken lopen vol en de NOS opent een liveblog.
Instinct
Intussen trekt de natuur zich hier niets van aan, net zo min als corona dat deed. Als eerste verlaten de vossen in grote troepen het land, dan de konijnen, de duiven; later breken alle paarden uit de wei om over de snelweg naar Duitsland te galopperen en volgen andere dieren hun instinct.
Wat zegt het menselijk instinct? Meijer laat de grote gebeurtenis behendig vanuit verschillende perspectieven zien. Een jongeman probeert zijn broer Murat en zijn moeder in hun thuisland gerust te stellen en bericht dat hij in Duitsland zijn zaken voort zal zetten: 'Het beste land en nu dat water. Haha.' De Action adverteert met reddingsvesten en bodybags. Meijer laat vooral vrouwelijke stemmen horen: de heldhaftige minister van Defensie, de 14-jarige dichter Wilg, de leider van eco-protestbeweging 'Zee Nu' Arie en de wetenschapper Steen. Tijdens hun vlucht ontmoeten Wilg, Arie en Steen elkaar en varen samen terug naar het westen, op zoek naar respectievelijk hun moeder, een vage geliefde en een verdwaalde kat. De sfeer in de roman is dan al omgeslagen naar dromerig en magisch-realistisch; een watergodin duikt steeds vaker op en verschillende personages geven zich, zonder zelfmoord te willen plegen, met gerust hart over aan de onderstromen in de nieuwe onderwaterwereld. De dood is ineens niet zo eng. De kenmerken die mensen van elkaar onderscheiden vervagen, en met het oprukkende water wordt wat en wie een mens is steeds onduidelijker. Meijer snijdt deze existentiële vragen licht en monter aan, om soms onverwacht de diepte in te gaan. Haar absurdistische, intellectuele aanpak en verfijnde taal doen aan K. Schippers denken, die eens een roman schreef over zoiets wonderlijks als de verkoop van de Nederlandse taal. Wilg schrijft het poëtisch op in een van haar gedichtjes: 'De zee als schrijver: Elk onderwaterdier krijgt een woord mee, zwemmend vormen ze zinnen en die zinnen vormen een verhaal dat op een landschap lijkt, met een eigen grammatica en een eigen moraliteit.'
Eva Meijer beweegt zich verfrissend ver van de gebruikelijke menselijke maat en leert de lezer anders kijken naar de wereld.
Cossee, 236 blz., 22,99 €.
Emilia Menkveld
il/pr/02 a
'Alleen samen kunnen we het water de baas', zegt de minister-president van Nederland op de zoveelste persconferentie sinds het geen eb meer wil worden, ergens in het tweede decennium van de 21ste eeuw. Elke dag trekt de zee een kilometer verder het land in, en niets wijst erop dat daar snel verandering in komt. Wetenschappers werken zich een slag in de rondte om het raadsel te verklaren. De eerste activisten roeren zich al, net als de eerste wappies: marktkoopman Grote Willem trekt met zijn complotfilmpjes een grote schare volgers, die zich 'blijvers' gaan noemen.
Nee, subtiel kun je de maatschappijkritiek van schrijver en filosoof Eva Meijer (1980) niet noemen. Twee jaar na de eco-detective De nieuwe rivier schreef zij opnieuw een klimaatroman: Zee nu. De vergelijking met de coronacrisis ligt er duimendik bovenop, met makkelijke toespelingen en flauwe naamgrapjes ('slands bekendste opiniepeiler heet Martien de Bont). Maar het moet gezegd: de boodschap komt aan.
Het klimaatprobleem heeft dan ook veel raakvlakken met de pandemie: beide gaan iedereen aan, beide zijn abstract en onvoorstelbaar, en daarom weinig urgent. Mensen wanen zich veilig, onoverwinnelijk. Tot de ic's bijna vol liggen, of de huizen onder water staan.
Anders dan in Klifi van Adriaan van Dis, of het onlangs verschenen Staat van ontkenning van Erik Rozing - onheilsliteratuur waarin Nederland het ook al niet droog houdt - is de politieke macht in Zee nu niet omver geworpen, geen enkele minister wordt vermoord. Meijer schetst ónze maatschappij in de afgelopen jaren, hoe karikaturaal ook, en dat maakt haar rampscenario misschien nog beter voorstelbaar.
We volgen een RTL-reporter, een migrant die opziet tegen weer een verhuizing, en uiteraard de premier, een weinig flatteuze figuur die roemloos uit het boek verdwijnt. De minister van Defensie wordt juist afgeschilderd als een heldin, de enige politicus die in staat blijkt om adequaat te reageren. Dan heb je nog de vermaarde oceanografe die meteen zag dat het mis was, de activiste die haar moment pakt in de media, een meisje uit Almere dat zeegedichten schrijft.
Veel reliëf krijgen deze personages niet, zelfs niet als de focus verschuift naar de laatste drie vrouwen, die samen besluiten terug te varen naar de ondergelopen gebieden. Op zoek naar hun dierbaren stuiten ze op een bizarre nieuwe wereld, met verstekelingen, schooiers en avonturiers die het op de overgebleven daken van de oude steden proberen te rooien. De schrijver heeft zich uitgeleefd in de beschrijving van deze woestenij op het water, die je meteen voor ogen komt. Maar de mensen blijven typetjes, met nogal eenduidige drijfveren.
Het is Meijer, net als in veel eerdere boeken, duidelijk niet alleen om de mensen te doen. Terwijl Nederland langzaam onder water loopt, lezen we hoe de paarden op hol slaan en de futen in paren naar het oosten trekken, zonder dat een mens het opmerkt. De duinkonijnen besluiten allemaal op hetzelfde moment op pad te gaan, in een lange stoet. 'Op de A9 zou het later die dag tot een kettingbotsing leiden, op de A44 tot een bloedbad.' De vissen zijn juist verheugd over de uitbreiding van hun leefgebied. Hebben zij 'ook eens een meevaller, na eeuwen van tegenvallers' - gevist wordt er nog niet in de nieuwe wateren.
Op een bepaalde manier is ook de zee bezield, de eigenlijke hoofdpersoon in het boek, waaraan Meijer veel mooie, soms poëtische passages wijdt. De zee kan een thuis zijn, een toekomst, een geliefde of een vraag. Misschien droomt ze, zoals octopussen en sommige vissen, misschien heeft ze zelfs een wil - wie zal het zeggen? Of je nu meegaat in deze gedachte of niet, Zee nu dwingt je op een andere manier naar de natuur te kijken; dat de zee niet voelt en denkt zoals wij, betekent nog niet dat we geen rekening met haar hoeven te houden.
Die kanteling van het perspectief maakt wellicht ook dat de somberte, zo kenmerkend voor klimaatromans, in Zee nu niet overheerst. Het land is verloren, maar voor wie? Ondanks alle doden, alle verdriet en verlies zijn de meeste overlevenden opvallend snel gewend aan hun nieuwe omgeving en hun nieuwe taal. Ook zonder Nederland draait de wereld gewoon door. Is dat nou hoopvol, of juist verontrustend?
Cossee; 240 pagina's; € 22,99.
Job Kramer
i /un/28 j
RACHEL CARSON De zee
*****
EVA MEIJER Zee nu
***()*
ADAM NICOLSON De zee is niet van water
****()
Met schrijvers die zich lieten inspireren door de zee, kun je oceanen vullen. Het is moeilijk om niet bezield te raken door het eindeloze grijs, blauw en groen waarvan de diepste diepten nog altijd onontdekt zijn. Zelfs op afstand blijkt de roep sterk: toen de Amerikaanse Rachel Carson op achttienjarige leeftijd haar eerste verhaal over de zee publiceerde, had ze die nog nooit in het echt gezien. Pas toen haar biologieleraar haar meenam naar een laboratorium voor mariene biologie, stond de studente voor het eerst oog in oog met haar grote liefde, en ze verruilde meteen haar afstudeerrichting Engels voor biologische oceanografie. Later zou Carson beroemd worden als één van de eerste milieuactivisten, maar in haar boek ‘De zee’, oorspronkelijk verschenen in 1951, blijft de dystopische actualiteit grotendeels ver weg. Zo beziet Carson de zeespiegelstijging vooral met enthousiasme, ‘want het is een zeldzaamheid dat we, in de korte tijdspanne van een mensenleven, daadwerkelijk een verandering in één van de grote ritmes van de aarde kunnen observeren.’ De zee is in Carsons populair-wetenschappelijke essays vooral een ontzagwekkende grootheid, die ze met gevoel voor poëzie beschrijft. Carson behandelt vele levensvormen, van éénoogkreeftje tot vinvis, maar de hoofdpersoon is de biotoop die al die bewoners verenigt en zich als één groot organisme door de tijd voortbeweegt. Hoe groot de dreiging van de zee in de daaropvolgende eeuw zou worden, was Carson onbekend. Maar als één volk al eeuwen doordrongen is van de strijd tegen het water, dan z ijn het de Hollanders. Het is dus niet vreemd dat de nieuwe roman van Eva Meijer zich in Nederland afspeelt. Net als in Meijers vorige boek ‘De nieuwe rivier’ doet zich in ‘Zee nu’ een wonderlijk natuurfenomeen voor: de Noordzee trekt het land in, met een verontrustende snelheid van een kilometer per dag. Vreemd genoeg beperkt het natuurverschijnsel zich tot de landsgrenzen. Terwijl Den Haag en Amsterdam al verzwolgen zijn, zitten Belgen en Duitsers op een terrasje, uitkijkend over hun kalme zeespiegel. ‘Zee nu’ is een satirische ‘wat-als’roman, die beschrijft hoe het land in enkele weken van milde verwarring naar apocalyptische paniek beweegt. Door Meijers maatschappelijke observaties is de parallel met de coronacrisis snel getrokken. Anders dan Carson geeft Meijer de zee vorm door een caleidoscoop van menselijke perspectieven, het ene al verrassender dan het andere. Na ruim tweehonderd bladzijden zijn de huizen van 17,5 miljoen mensen onder de golven verdwenen. In Meijers woorden: ‘De zee als verdriet: een heel grote traan.’ Hoe het menselijke perspectief en het natuurlijke in één boek kunnen samensmelten, laat Adam Nicolson zien in ‘De zee is niet van water’. De Britse auteur schreef al meer boeken over de zee, maar toont in dit nieuwe werk zijn meesterschap in het combineren van disciplines. Wat begint als een experiment op postzegelformaat – de auteur hakt met gemeentelijke toestemming een poel uit in de Schotse rotskust, om het zich daar vestigende leven te kunnen bestuderen – mondt uit in een essay waarin biologie, geschiedenis en filosofie soepel aan elkaar worden geknoopt. Met het poëtische vogelperspectief van Carson in de ene hand, het psychologische inzicht van Meijer in de andere en een grote kennis van allerhande denkers in zijn achterzak legt Nicolson het best de ware schoonheid van de zee bloot. Zijn boek zit bovendien vol levenslessen, over de veranderlijkheid van de wereld en hoe alles met elkaar samenhangt. ‘De zee is niet van water’ is een ambitieus boek, maar door Nicolsons verteltalent ook uitermate geschikt voor op een ligstoel aan het strand.
Redactie
Een indringende klimaatroman over de mogelijkheid dat de zee Nederland overspoelt, en over hoe de mens dan verder moet. De zee wint elke dag een kilometer terrein. Polders aan de kust lopen vol en de boulevard van Scheveningen staat blank. De minister-president geeft een persconferentie en Defensie stuurt soldaten naar de dijken. Als de mensen geëvacueerd zijn en de laatste meeuwen hun heil elders zoeken, volgt de lezer activiste Arie, scholier Wilg en oceanograaf Paula van der Steen op hun tocht over de nieuwe zee, waar het water hun kijk op de wereld fundamenteel verandert. ‘Zee Nu’ is in een lichtvoetige, heldere en poëtische stijl geschreven en zal voornamelijk literaire lezers en lezers met interesse in het genre klimaatfictie aanspreken. Eva Meijer is filosoof en schrijver. Ze schreef vijf romans, waaronder de internationale bestseller 'Het vogelhuis’. Naast fictie schrijft ze filosofische essays.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.