Misdaadmanifest : roman
Colson Whitehead
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
2 items aanwezig |
Uitgeverij Atlas Contact, 2021 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : WHIT |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Atlas Contact, 2021 |
VOLWASSENEN : ROMANS : WHIT |
Hans Bouman
te/ep/18 s
Colson Whitehead brak in 2016 door met De ondergrondse spoorweg: een indrukwekkende allegorie over racisme, een thema dat op uiteenlopende wijze in vrijwel al zijn boeken opduikt. Het werd net als het drie jaar later verschenen De jongens van Nickel bekroond met de Pulitzer Prize for Fiction. Ook dat boek was geïnspireerd op een historisch gegeven, namelijk het institutionele misbruik op een tuchtschool voor jongens. Weinig verrassend waren het veelal de zwarte jongens die de ergste wreedheden ondergingen.
Ook voor zijn nieuwe roman, Harlem Shuffle, heeft Whitehead gekozen voor een historische achtergrond en uiteraard speelt ook in deze roman racisme een hoofdrol. Harlem Shuffle is gesitueerd tussen 1959 en 1964 en als Whitehead in het laatste deel van de roman de zogeheten Harlem Riots beschrijft (aanleiding: witte politieman schiet ongewapende zwarte tiener dood), voelt dat als de culminatie van zaken die op de voorafgaande pagina's zijn opgebouwd.
Harlem Shuffle is opgezet als een misdaadroman die zich afspeelt in een dreigende, nihilistische wereld. Want dat was Harlem, eind jaren 50, begin jaren 60 van de vorige eeuw. En dat zou het daarna ook nog een tijdlang blijven. Het Harlem dat Whitehead in deze roman neerzet is een stadsdeel in verval, vergeven van corruptie, gebukt onder geweld.
Hoofdpersoon is Ray Carney. Hij is de zoon van een beruchte, door de politie tijdens een inbraak doodgeschoten beroepscrimineel. Anders dan zijn vader probeert Ray op het rechte pad te blijven en als nette burgerman op te klimmen op de maatschappelijke ladder.
Helaas brengt zijn meubelzaak alleen niet genoeg op, zodat Ray in het geheim ook optreedt als heler van goederen die 'van een vrachtwagen zijn gevallen'. Alles heel discreet en met mate, wat hem betreft. Maar al snel wordt hij onaangenaam diep in een crimineel netwerk gezogen.
Met veel oog voor detail beschrijft Whitehead een wereld van 'klusjesmannen', zuiplappen, bankiers, pooiers, prostituees, advocaten, junks, accountants en 'weggetjesweters', de een nog corrupter en immoreler dan de andere. Via verwijzingen naar liedjes, films, televisieprogramma's en een rage als de hoelahoep geeft Whitehead een overtuigend tijdsbeeld.
Gaandeweg wordt duidelijk dat het echte onderwerp van deze roman niet de misdaad is, maar de zwart-wit-tweedeling die Harlem, New York en welbeschouwd heel Amerika kenmerkt. Naast de raciale breuklijn speelt die tussen de verschillende 'standen' een hoofdrol. Want ook binnen de zwarte gemeenschap is er discriminatie. Carneys schoonvader heeft een lichtere huidskleur dan Carney, dus kijkt hij op zijn schoonzoon neer. Bovendien laat hij geen gelegenheid onbenut om te laten doorschemeren dat zijn dochter zwaar onder haar stand is getrouwd.
Harlem Shuffle is een roman over een versplinterde wereld, ook belichaamd door Carney zelf. Na een verbouwing laat hij een tweede deur aanbrengen in zijn zaak, die rechtstreeks toegang geeft tot zijn kantoor: speciaal voor de activiteiten die het daglicht niet kunnen verdragen. Dr Jekyll en Mr Hyde in een verscheurd New York.
Atlas Contact, 400 p., 22,99 euro. Vertaling Harm Damsma.
Sam De Wilde
te/ep/25 s
De kans dat hij er na zijn slavernijroman De ondergrondse spoorweg (2016) en het melodrama De jongens van Nickel (2019) een derde opeenvolgende Pulitzerprijs mee zal winnen lijkt eerder klein, maar Colson Whitehead heeft met zijn vrolijk van het blad swingende misdaadroman Harlem Shuffle andermaal een nieuwe, verrassende en opwindende manier gevonden om de raciale en economische ongelijkheid in Amerika mee aan de kaak te stellen.
Niet dat de in 1969 in New York geboren schrijver zijn lezers met politieke of moraliserende boodschappen om de oren slaat. Harlem Shuffle is een in de traditie van Raymond Chandler, Elmore Leonard, Chester Himes en Walter Mosley geschreven misdaadverhaal over de uitbater van een meubelwinkel in Harlem die droomt van een groter appartement voor zijn huisgezin. Om die vastgoedverlangens te realiseren gaat Ray Carney steeds schimmiger te werk. In 1959 verkoopt de man die door zijn rijke schoonvader smalend een 'tapijtenleurder' genoemd wordt weleens een van een vrachtwagen gevallen tv-toestel, vijf jaar later weet de deeltijdse heler en oplichter evenveel over hoogkaraats goud als over de driedelige bankstellen die hij overdag aan de man brengt. Geen wonder dus dat de steeds misdadiger optredende ondernemer geen tijd heeft om zich te mengen in de rellen van 1964 die op dat moment in de achtergrond woeden nadat de 15-jarige zwarte jongen James Powell werd doodgeschoten door een witte agent.
Dat is de manier waarop Colson Whitehead politiek in zijn vertelling smokkelt. Niet via pamflettaire hoofdstukken, activistische personages of sociologische geschiedenislessen, maar simpelweg door het leven van een zwarte meubelverkoper in het begin van de jaren zestig te beschrijven. Dat er in de Verenigde Staten sinds die tijd niet zo heel erg veel veranderd is, kan de lezer er zonder veel uitleg zelf bij bedenken. Politiegeweld, rassenrellen of segregatiewetten zijn misschien niet de hoofdonderwerpen van deze roman, maar Colson Whitehead laat wel zien hoe ze de dagelijkse levens van zijn personages beïnvloeden. Hij weet niet alleen precies hoeveel een hotelovernachting kostte in de eerste helft van de jaren zestig, hij weet ook waar een zwarte man toen wel of niet mocht slapen.
Aan het schrijven van Harlem Shuffle moet een gigantische hoeveelheid research voorafgegaan zijn, maar Whitehead pakt er niet mee uit om grootse statements te maken over de trieste geschiedenis van zijn land. De schrijver vertrouwt meer dan ooit op zijn vertellersinstinct en gebruikt zijn kennis over het New York van de jaren zestig om de tijd en plek met kleurrijke details tot leven te brengen. Whitehead weet wat het uitzicht was vanuit een appartement op Riverside Drive en welke winkels je zoal tegenkwam als je daarvandaan naar 125th street wandelde. Harlem Shuffle is het soort roman waarvan weleens beweerd wordt dat de stad het eigenlijke hoofdpersonage is. Onzin natuurlijk, maar in de capabele handen van Whitehead als literaire gids, schuift de lezer wel mee aan tafel wanneer er twee hotdogs en een kop koffie geconsumeerd worden in de Chock full o'Nuts van Hotel Theresa, waar de praatgrage voormalige danseres Sandra rondgaat met de pot.
Net als De ondergrondse spoorweg en De jongens van Nickel is Harlem Shuffle uiteindelijk een verhaal over het racisme dat de Verenigde Staten al enkele eeuwen verdeelt, maar Whiteheads achtste roman is ook een met vaart en vaardigheid verteld misdaadverhaal over de Afro-Amerikaanse droom. Whiteheads speelse studie van de ongelijkheid waarop Amerika gebouwd werd en wordt, is geen pulpromannetje van een erkend en bekroond literair auteur die uit verveling eens gaat slummen in het thrillergenre. Harlem Shuffle is een levendig tijdsbeeld van een vooraanstaande verhalenverteller die zichzelf uitdaagt met een even onderhoudende als indringende ode aan de stad waarin en de literatuur en misdaadfilms waarmee hij is opgegroeid. Die derde Pulitzerprijs zou niet eens onverdiend zijn.
Vertaald door Harm Damsma, Atlas Contact, 400 blz., 22,99 € (e-boek 13,99 €).
Hans Bouman
te/ep/18 s
Colson Whitehead is het type auteur dat zichzelf bij elk boek dat hij schrijft opnieuw uitvindt. Hij debuteerde in 1999 met een mystery novel over een liftinspecteur (De intuïtionist) en schreef daarna onder meer een autobiografisch geïnspireerde bildungsroman (Sag Harbor), een boek over poker (Kaarten op tafel), een postmodernistische satire (Apex is een pleister op de wonde) en een heuse zombieroman (Zone One).
Zijn doorbraak volgde in 2016, met De ondergrondse spoorweg. De titel verwijst naar het 19de-eeuwse netwerk van witte en zwarte Amerikanen die slaven uit het zuiden naar het noorden hielpen smokkelen. Whitehead nam het idee van een 'ondergrondse spoorweg' in dit boek letterlijk en schreef een indrukwekkende allegorie over racisme, een thema dat op uiteenlopende wijze in vrijwel al zijn boeken opduikt.
De ondergrondse spoorweg werd net als het drie jaar later verschenen De jongens van Nickel bekroond met de Pulitzer Prize for Fiction. Ook dat laatste boek was geïnspireerd op een historisch gegeven, namelijk het institutionele misbruik (marteling, verkrachting) op een tuchtschool voor jongens in Florida. Weinig verrassend waren het veelal de zwarte jongens die de ergste wreedheden ondergingen, niet zelden met dodelijke afloop.
Ook voor zijn nieuwe roman, Harlem Shuffle, heeft Whitehead gekozen voor een historische achtergrond en uiteraard speelt ook in deze roman racisme een hoofdrol. Het boek is gesitueerd tussen 1959 en 1964. Als Whitehead in het laatste deel de zogeheten Harlem Riots beschrijft (aanleiding: witte politieman schiet ongewapende zwarte tiener dood), voelt dat als de culminatie van zaken die op de voorafgaande pagina's zijn opgebouwd.
Harlem Shuffle is opgezet als het literaire equivalent van de film noir: een misdaadroman die zich afspeelt in een dreigende, nihilistische wereld. Want dat was Harlem eind jaren vijftig, begin jaren zestig van de vorige eeuw. En dat zou het daarna ook nog een tijdlang blijven. Het Harlem dat Whitehead in deze roman neerzet, is een stadsdeel in verval, vergeven van corruptie, gebukt onder geweld.
Hoofdpersoon is Ray Carney, aan het begin van de roman 29. Hij is de zoon van een beruchte beroepscrimineel, die tijdens een inbraak is doodgeschoten door de politie. Anders dan zijn vader probeert Ray op het rechte pad te blijven en als nette burgerman op te klimmen in de maatschappij. Hij heeft een meubelzaak waar zowel nieuwe als tweedehandsartikelen worden verkocht, desgewenst op afbetaling, want wie in Harlem heeft het geld om in één klap een bankstel of eethoek te betalen?
Helaas brengt de meubelzaak alleen niet genoeg op, zodat Ray in het geheim ook optreedt als heler van goederen die 'van een vrachtwagen zijn gevallen', zoals het eufemisme luidt. Het is vooral zijn neef Freddie die hem regelmatig sieraden, tv's en andere zaken toespeelt. Ray heeft een netwerk van kopers naar wie hij de gestolen waar doorsluist. Alles heel discreet en zeer met mate, wat hem betreft.
Totdat Freddie en een aantal van zijn maten de veiligheidskluisjes van het (historische) hotel Theresa kraken en Ray voor het blok wordt gezet om zich over de opbrengst te ontfermen. Vanwege de familieband met Freddie wil hij geen nee zeggen, maar blij is hij er niet mee. En terecht, want al snel wordt hij diep in een crimineel netwerk gezogen. Er vloeit bloed, er wordt een in een tapijt gerold lijk in een park gedumpt en binnen de kortste keren blijkt het onvermijdelijk om zowel protectiegeld aan gewelddadige criminelen te betalen, als zwijggeld aan corrupte politiemensen.
Met veel oog voor detail beschrijft Whitehead een wereld van 'klusjesmannen', zuiplappen, bankiers, pooiers, prostituees, advocaten, junks, accountants en 'weggetjesweters', de een nog corrupter en immoreler dan de ander. We belanden in winkels, wasserettes en kroegen die niet meer dan façades zijn voor uiteenlopende criminele activiteiten. Via verwijzingen naar liedjes, films, televisieprogramma's en een rage als de hoelahoep geeft Whitehead een overtuigend tijdsbeeld.
Gaandeweg wordt duidelijk dat het echte onderwerp van deze roman niet de misdaad is, maar de tweedeling tussen zwart en wit die Harlem, New York en welbeschouwd heel Amerika kenmerkt. 'De zwarte stad en de witte stad, ze overlapten elkaar, wisten niets van elkaar, leefden gescheiden'.
Carneys vrouw Elizabeth werkt bij een reisbureau voor zwarten dat zijn cliënten precies kan vertellen in welke steden en dorpen en op welke reisroutes ze zich veilig kunnen begeven. Het staat aangegeven op een grote kaart. 'Het was de kaart van de zwarte natie binnen de roomblanke wereld, een deel van het grotere geheel maar geheel opzichzelfstaand, onafhankelijk, met zijn eigen wetten.'
Als tijdens de rellen van 1964 half Harlem in brand staat, vergapen bezoekers van de Wereldtentoonstelling in Queens zich aan de heerlijke nieuwe wereld van de toekomst.
Naast de raciale breuklijn speelt die tussen 'standen' een hoofdrol. Want ook binnen de zwarte gemeenschap is er discriminatie. Carneys schoonvader heeft een lichtere huidskleur dan Carney zelf, dus kijkt hij op zijn schoonzoon neer. Bovendien is de man accountant en laat hij geen gelegenheid onbenut om te laten doorschemeren dat zijn dochter zwaar onder haar stand is getrouwd.
De effecten van de standenmaatschappij komen eveneens tot uiting in het feit dat relatieve 'kruimelcriminelen' zoals Carney en zijn kameraden worden veracht en voortdurend op hun hoede moeten zijn, terwijl de bankiers, accountants en advocaten wegkomen met malversaties waarmee veel meer geld gemoeid is.
Harlem Shuffle is een roman over een versplinterde wereld, ook belichaamd door Carney zelf. Na een verbouwing laat hij een tweede deur aanbrengen in zijn zaak, die rechtstreeks toegang geeft tot zijn kantoor: speciaal voor de activiteiten die het daglicht niet kunnen verdragen. Dr. Jekyll en Mr. Hyde in een verscheurd New York.
****
Uit het Engels vertaald door Harm Damsma. Atlas Contact; 400 pagina's; € 22,99.
Whitehead
Schrijver Colson Whitehead brak in 2016 door met De ondergrondse spoorweg, een indrukwekkende allegorie over racisme.
Naar gegevens van Elsje Heuff
Rond 1960 in de wijk Harlem in New York spelend verhaal over een ambitieuze Afrikaans-Amerikaanse meubelverkoper die verzeild raakt in de Harlemse onderwereld. De jonge Ray Carney (vrouw zwanger van hun tweede kind) heeft een eigen meubelzaak en leidt een vrij keurig leven. Tot hij, via zijn wat louchere neef Freddie, ongewild betrokken raakt bij een overval in het (toen werkelijk bestaande) Hotel Theresa in Harlem waar alle zwarte beroemdheden altijd logeren. De Harlemse onderwereld ontdekt dan Carney’s meubelwinkel, een handige façade voor hun illegale praktijken, en Carney raakt steeds meer van het rechte pad af. Goed geschreven, sfeervolle en ook geestige misdaadroman, opgezet als drieluik (spelend in 1959, 1961, 1964) met het leven in het roerige Harlem van toen als setting. Sociale en rassenkwesties spelen een belangrijke rol. Onderhoudend maar niet altijd makkelijk leesbaar. Verhaal en stijl zijn vrij complex en het staat vol informatie over situaties, plaatsen, merknamen en bekende figuren uit het Harlem van toen, vaak niet zo veelzeggend voor de niet-Amerikaanse lezer. Whitehead (1969) won in 2016 de ‘National Book Award’ voor ‘The Underground Railroad’en in 2020 de ‘Pulitzer Prize' voor ’Nickel Boys'.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.