Het personeel
Olga Ravn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Das Mag Uitgevers, 2021 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : RAVN |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Das Mag Uitgevers, 2021 |
VOLWASSENEN : ROMANS : RAVN |
Maarten Goethals
ob/kt/02 o
Alsof Schopenhauer of Heidegger zich waagden aan hardcore sciencefiction: zo valt Het personeel nog het best te beschrijven. De roman waarmee de Deense Olga Ravn de shortlist van de International Booker Prize haalde is nu vertaald naar het Nederlands.
Op zich stelt het verhaal weinig voor. Er is een ruimteschip, 'het zesduizendste', en daarop werken twee types personeelsleden: de mens, die na het verliezen van de aarde zijn redding elders zocht, en de mensachtigen, robots 'ontworpen naar evenbeeld van zijn schepper, afgezien van de geslachtsorganen'. Er wordt een moord gepleegd en een commissie komt het personeel interviewen.
De roman bundelt zogezegd een selectie van die getuigenissen, sommigen slechts een zin kort, andere langer, maar allemaal anoniem. En daar wordt het interessant. Doordat Ravn bewust vaag blijft in de aanduiding van de personages, wordt niet meteen duidelijk wie spreekt: een mens of een androïde? Dus moet de lezer, plots onzeker over zijn beoordelingsvermogen, sommige passages herlezen op zoek naar dat ene onderscheidende detail dat het verraadt.
Op dat punt weet de Deense perfect wat ze doet: stijl naadloos laten aansluiten op inhoud, want de begripsverwarring bij de lezer komt overeen met de begripsverwarring die ook het personeel treft, zo blijkt. Een menselijk personage omschrijft een collega-robot als 'een vriend', terwijl een humanoïde ergens over zichzelf beweert: 'geen van ons is alleen maar een ding'.
Lang leve de dood
Literatuur draait altijd rond de notie van menselijkheid. Ravn probeert die in kaart te brengen door het contrast op te zoeken met het bijna-menselijke, en door te onderzoeken welke kern onveranderlijk blijft, ongeacht de externe omstandigheden.
Voor Ravn, die leentjebuur speelt bij Heidegger, lijkt het antwoord gelegen in de dood. Waar de mens zich ook bevindt, tussen wie of wat hij ook leeft, het vooruitzicht van zijn eigen einde bepaalt finaal de diepgang van zijn bestaan. Sterven, die grote gelijkmaker, geeft daarom kleur en smaak aan alles wat vooraf komt - een paradoxale gewaarwording die robots, gemaakt om eeuwig te presteren, nooit zullen ervaren. Of zoals 'Getuigenverklaring 037' laat optekenen: 'Dat is hetgeen waardoor ik me onderscheid van zekere anderen hier.'
Sein-zum-Tode. Ravn noemt die term niet expliciet bij naam, maar werkt hem wel uit door het heelal op te zoeken. En dat maakt de roman, behalve om de stijl, om een tweede reden opmerkelijk: het schijnbare gemak waarmee Ravn met bekende concepten uit de filosofie goochelt. Te veel om over toeval te spreken.
Met haar 'ingeplante ideeën' bij machines bedenkt ze een variant van de ingeboren ideeën van Descartes. En wanneer een robot hardop mijmert: 'Kan ik een mens worden als jullie mij zo noemen?' vat ze de taaltheorie van Wittgenstein samen.
Of neem 'de objecten', door piloten gevonden in 'het dal'. Ravn beschrijft die enkel zijdelings: als omgeven met een 'melkblauwe gloed' en gelijkend op een 'dikke vloeistof', of in sommige gevallen op 'een omgekeerde strap-on'. In die zin lijken de 'objecten' verdacht veel op het Ding-an-sich bij Schopenhauer: op de werkelijkheid die verborgen ligt achter het gesloten netwerk van zintuiglijke indrukken, en die zich enkel via kunst openbaart. De benadering van 'de objecten' behoort dan ook tot het meest poëtische en meest excentrieke van de roman - meer dan sommige onthullende details over het plot, die iets te doorzichtig het mysterie moeten vergroten.
Buitenlandse recensenten lazen Het personeel als een satire op blasé corporate language op de werkvloer, maar de roman doet meer. En doet waar sciencefiction het best in is: niet de toekomst maar het heden verbeelden, maar dan uitvergroot. Als Ravn fantaseert over 'de weersomstandigheden op de verloren aarde', dan vergt het weinig moeite om daarin het huidige tijdsgewricht te ontwaren, met een op hol geslagen klimaat. Daarom leest Het personeel als een waarschuwing: de mens hoeft niet het heelal te veroveren om te vervreemden van zichzelf. Het kan ook dichter bij huis. Het kan ook vandaag. Met alle gevolgen van dien. Of zoals 'Getuigenverklaring 091' besluit, nadat hij terugdenkt aan deze verloren planeet: 'Ik geloof dat ik geen hart meer heb'.
Vertaald door Michal van Zelm, Das Mag, 136 blz., 18,99 € (e-boek 12,99 €).
Roderik Six
ob/kt/06 o
Ergens in a galaxy far far away moet het misgelopen zijn. Op een ruimteschip dat rond een planeet cirkelt, raakt de bemanning in de ban van vreemde objecten die ze nietsvermoedend aan boord gehaald hebben. Wie Alien gezien heeft, weet hoe zoiets meestal afloopt, maar hier gaat het niet om borstkasvermangelende monsters. Het lijken eerder levende kunstwerken die weldadige geuren en geluiden verspreiden. De getuigenverklaringen van het personeel blijven vaag, tot frustratie van het controleteam dat probeert te achterhalen waar het fout liep.
Dat personeel bestaat ook hier uit mensen én androids, en net daar, op de vage grens tussen vlees en machine, delft de Deense schrijfster Olga Ravn pure poëzie. Haar gefragmenteerde getuigenissen shockeren én ontroeren. Een man die zijn collega-robot tijdens een pauze leert wat nietsdoen precies inhoudt, een android die zich afvraagt of hij wel mag wenen als hij daartoe niet geprogrammeerd is... Ravn wrikt haar taalmes recht tussen de ribben en doet je nadenken over onze fragiele harten. Het leverde haar terecht een plek op de shortlist van de International Booker Prize op, en een verplichte stek in uw boekenkast.
*****
Das Mag (oorspronkelijke titel: De ansatte), 136 blz., € 19.
Norma Montulet
Olga Ravn (1986) is een spraakmakende Deense auteur die meerdere romans en dichtbundels schreef. 'Het personeel' is de eerste roman van haar die in het Nederlands is vertaald. Ravn beschrijft het leven van de bemanning in een ruimteschip dat lichtjaren van de aarde is verwijderd. De bemanning bestaat uit mensen en mensachtigen. We lezen de ‘getuigenverklaringen’ van de aanwezigen op het schip. Zij reflecteren op hun arbeidsproces en hun (levens)vorm. Tussen de reflecties over hun werk door reflecteren ze ook over andere zaken, en dan met name over filosofische vragen, zoals: wat is een mens. Ravn beantwoordt de vraag aan de hand van factoren als: een mens wordt geboren, ontwikkelt zich en sterft. Daarnaast laat Ravn zien dat sommige verschillen complex liggen. Wat dacht je van gemoedstoestanden als ‘verveling’? En in hoeverre kunnen robots een eigen wil hebben? In een meeslepende, literaire stijl geschreven. De vragen die de auteur opwerpt, zijn zeer actueel, gegeven de huidige ontwikkeling van kunstmatige intelligentie. Voor lezers die geïnteresseerd zijn in sciencefiction en filosofische vragen over wat de mens tot mens maakt.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.