Project evil
Anne Eekhout
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2021 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : EEKH |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2021 |
VOLWASSENEN : ROMANS : EEKH |
Emilia Menkveld
em/ov/20 n
Anne Eekhout (1981) schreef tot nog toe uitsluitend 'pure fictie', zoals ze het zelf noemt, verhalen die volledig aan de verbeelding zijn ontsproten: over een groep studenten van wie er een zelfmoord wil plegen (Dogma), over een eenzame gevangene met waanbeelden (Op een nacht), over een jongetje dat de planeet moet redden (Nicolas en de verdwijning van de wereld).
Sterke, goed ontvangen romans, maar het succes van haar vierde boek is nu al ongekend: de historische roman Mary was vorige maand dé Nederlandse hit op de boekenbeurs in Frankfurt. Het boek zal onder meer verschijnen in de VS, het Verenigd Koninkrijk en Italië.
Dit keer geen pure fictie dus, maar een roman gestoeld op feiten. Véél feiten, want het leven van Mary Shelley (1797-1851) is tot in detail vastgelegd. De schepper van Frankenstein liet brieven en dagboeken na, talloze biografieën zijn er al aan haar gewijd (zoals in 2018 nog het uitstekende In Search of Mary Shelley van Fiona Sampson).
Niet alleen haar levensverhaal - dochter van de vroege feminist Mary Wollstonecraft, succesvolle vrouw in een mannenwereld - doet het nog altijd goed in de 21ste eeuw.
Ook haar beroemde gothic novel behoeft twee eeuwen na verschijning nauwelijks toelichting, mede dankzij de vele adaptaties in film en literatuur. Het verhaal van de wetenschapper die dode materie tot leven wekt en per ongeluk een monster creëert, sluit naadloos aan op grote thema's uit onze tijd (kunstmatige intelligentie! de maakbaarheid van het bestaan!).
Al bijna net zo bekend is het verhaal van de zomer waarin Mary Shelley aan het schrijven raakte - een van de twee verhaallijnen bij Eekhout (en trouwens ook in de roman Frankusstein van Jeanette Winterson uit 2019, en in de film Mary Shelley uit het jaar daarvoor). In 1816 waren Mary, haar latere man Percy, haar stiefzus Claire en de arts John Polidori te gast bij de dichter Lord Byron aan het meer van Genève in Zwitserland. Door het aanhoudende slechte weer bracht het gezelschap veel tijd door rond het haardvuur, waar het plan ontstond om griezelverhalen te schrijven, die ze elkaar dan konden voorlezen. Daar kwam weinig van terecht, maar het bracht Mary wel op een idee. Krap een jaar later voltooide ze Frankenstein - The Modern Prometheus.
Eekhout beschrijft met veel inlevingsvermogen hoe de jonge vrouw - ze was pas 19 - zich in dit gezelschap staande probeert te houden. Percy duikt geregeld het bed in met Claire en is een fervent voorstander van de vrije liefde. Mary in theorie ook, maar eigenlijk wil ze alleen hem, haar 'lieve elf, haar onzekere, mopperige, geweldige dichter'.
Ze worstelt ook met haar intellectuele rol in het gezelschap. Zo heeft Mary tijdens een boottochtje soms de neiging iets bij te dragen aan het gesprek, 'maar steeds als ze iets wil zeggen, denkt iets relevants te weten, lukt het haar toch niet. Het is alsof de mannen in een doorzichtige, afgesloten ruimte zitten. Misschien heeft ze ook geen zin om te praten. Misschien heeft ze helemaal geen zin in dit gesprek, maar omdat ze een vrouw is, doet dat niet ter zake. Ze moet eraan deelnemen omdat ze het niet hoeft.'
Lange tijd kan Mary geen letter op papier zetten, bang voor wat er los zal komen in haar geest, in haar geheugen: het verdriet om de moeder die ze nooit heeft gekend, om haar premature dochtertje. En diepere angsten, onverklaarbare duisternis. Rustig laat ze het verhaal rijpen, tot ze het monster in haar binnenste ('Het wil krijsen, het wil openscheuren. Het wil onafhankelijk van haar door de wereld stampen') eindelijk kan bevrijden.
Eekhout heeft heus haar huiswerk gedaan; de bronnen staan keurig vermeld in haar dankwoord. Maar ze springt, heel bewust, losjes om met de feiten. Een veelzeggend zinnetje uit datzelfde dankwoord: 'Naast al mijn verzinsels zijn ook veel dingen in dit boek wel gebeurd.'
De hele roman draait dan ook om de spanning tussen waarheid en werkelijkheid. En om de vraag wat het betekent om te scheppen - als vrouw, als moeder, als schrijver. Een van Eekhouts motto's, ontleend aan Mary Shelley zelf: 'Telling the best possible story matters more than the truth.' De uitspraak komt in vele vormen terug, soms wel erg nadrukkelijk. Zelfs een willekeurige kroegbaas laat even vallen dat verhalen nooit onzin zijn.
Het is een les die Mary leerde in Schotland, de andere verhaallijn in het boek. Tijdens een lang verblijf bij een kennis van haar vader en zijn gezin komt ze als 14-jarige voor het eerst in aanraking met een 'wereld waarin alles waar kon zijn'. Waar meisjes verliefd kunnen worden op meisjes, heksen misschien wel bestaan en vreemde experimenten plaatsvinden in een lab.
Hier had Eekhout helemaal de vrije hand - van deze periode bestaan geen dagboeken meer - en daar maakt ze gretig gebruik van: we krijgen Mary's eigen aantekeningen te lezen, compleet met gewichtige woorden en bakvissentaal.
Stilistisch laat Eekhout zich weleens gaan. De metaforen zijn vaak prachtig, longen 'vullen zich met nacht', maar een opgezwollen vulva als een 'trillende oester'? Mwah. Vooral wanneer de spanning oploopt, worden de zinnen steeds korter: 'Want ze wist het al.' 'Het is wakker.' 'Mary was alleen.' Effectief, maar op den duur een beetje irritant.
Maar verhalen vertellen kan ze. Eekhout houdt het spannend, suggereert veel, spelt weinig uit. Verslavend is het boek ook. Ik snap ze wel, die uitgevers in Frankfurt.
★★★☆☆
De Bezige Bij; 384 pagina's; € 24,99.
Marnix Verplancke
em/ec/08 d
Hoe was de achttienjarige Mary Shelley in staat Frankenstein te schrijven? Hoe kwam ze op het idee om een experimenterende wetenschapper een mens te laten maken en die vervolgens het leven te laten zien door een flinke stroomstoot door zijn lijf te jagen? En waarom werd die mens uiteindelijk zo’n eenzaam en verstoten wezen? Ook Anne Eekhout vroeg het zich af. Ze ging aan het fantaseren en schreef er Mary over, haar vierde roman.
Die volgt twee op zich staande verhaallijnen waarin Mary Shelley centraal staat. De eerste speelt in 1816 in de Villa Diodati, waar Mary, haar stiefzus Claire, haar geliefde Percy Bysshe Shelley, diens dichter-compagnon Lord Byron en zijn arts John Polidori elkaar ontmoeten en afspreken een griezelverhaal te schrijven. En waar Mary haar Percy steeds vaker in de armen van Claire ziet liggen. Het klassieke relaas dus. De tweede, door Eekhout verzonnen verhaallijn, speelt vier jaar eerder, wanneer Mary in Dundee is, op bezoek bij de familie Baxter, vrienden van haar vader. De veertienjarige Mary wordt de beste vriendin van Isabella Baxter, de dochter des huizes, die treurt om de dood van haar moeder. Mary slaagt er echter in haar weer zin in het leven te doen krijgen en er ontstaat iets moois, vriendschap, liefde zelfs, tot de bittere realiteit alles aan diggelen slaat. En dat geluk is trouwens niet het enige wat die realiteit verwoest. Mary en Isabella fantaseren er graag op los. Zo bezoeken ze het graf van de laatste Schotse heks en vermoeden ze dat Isabella’s schoonbroer, de brouwer David Booth, wel eens iets raars met lijken zou kunnen doen. Ook al die verhalen moeten er uiteindelijk aan geloven.
Eekhout geeft haar Mary niet alleen een bijzonder overtuigende stem, ze schetst ook een knap en evenwichtig beeld van de eerste decennia van de negentiende eeuw. Mooi is hoe ze soms expliciet, zoals wanneer ze het over Booths fascinatie voor Galvani’s theorie over de dierlijke elektriciteit heeft, en vaak veel suggestiever naar Frankenstein verwijst, naar Mary’s verdriet om haar vroeggestorven dochtertje Clara bijvoorbeeld. Frankensteins monster was gedoemd om eenzaam en verlaten te eindigen, besef je na het lezen van Eekhouts roman, want zo eindigde ook Mary Shelley, zowel in Dundee als in de Villa Diodati.
****
De Bezige Bij, 382 blz., € 24,99.
Alice Verheij
Anne Eekhouts ‘Mary’ is niets meer of minder dan een meesterwerk. Deze historische roman over Mary Shelley, de vrouw die het verhaal over het monster van Frankenstein schreef, geliefde van de moeizame dichter Percy Shelley, zindert van mysterie, verrassing en spanning. Ze is jong wanneer ze, samen met haar Percy, Lord Byron een entourage bezoekt. Ze scheppen genoegen in het vertellen van spookverhalen. Jaren eerder stuitte Mary met een vriendin tijdens een boswandeling in Schotland op een monsterlijke verschijning. Ze denkt door de spookverhalen eraan terug en aan die duistere David Booth die ze ontmoetten. Het monster dat ze ooit zag laat haar niet meer los en zo ontstaat langzaam maar zeker het verhaal van het monster van Frankenstein in haar geest en uiteindelijk in het manuscript. Eekhout weet met zeer schone taal, prachtige vondsten en veel verbeelding het verhaal over Mary tot leven te wekken. Een boek om te lezen bij een knapperend haardvuur en gedempt licht terwijl de echte wereld buiten haar gang gaat. Dit waardig vervolg op Eekhout’s eerdere bijzondere romans maakt dat je als lezer verlangt naar meer. Een uitzonderlijke roman over verbeelding en de band tussen fantasie en werkelijkheid.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.