De horizon
Wieslaw Mysliwski
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Em. Querido's Uitgeverij, 2021 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : MYSL |
Karen Billiet
ua/an/29 j
De boeken van Wieslaw Mysliwski vormen een op zichzelf staand universum. Ze gaan over het landelijke en kleinsteedse leven in Polen vlak voor en na de Tweede Wereldoorlog. Het is een wereld van boeren en lage ambtenaren, religieuze processies en drinkgelagen, oorlogstrauma's en familiedisputen. Mysliwski roept die verdwenen wereld tot leven in vuistdikke romans die langzaam voortkronkelen omdat er zich niet echt een plot ontwikkelt. Maar wie ervoor gaat zitten, kan niet anders dan meegesleept worden.
Ook Het oog van de naald bevat die vertrouwde ingrediënten. Op een smalle weg in een groene vallei botst een jonge snaak op een oude man. Met een schok van herkenning begrijpen ze dat ze één en dezelfde persoon zijn. Vanaf dan bestaan ze in het boek naast elkaar en geven het vertelstokje onopvallend aan elkaar door. We verkeren in het heden van een jongeman die naar school gaat, verliefd wordt op een klasgenote, een baantje neemt in de plaatselijke fabriek, geschiedenis studeert, krappe kamers deelt met berooide hospita's en dubieuze huisgenoten, zijn ouders begraaft en uitgroeit tot een gevierd intellectueel. Tegelijk verkeren we in de herinneringen van een oude man die terugblikt op dat leven.
Dat kan ingewikkeld lijken, maar als lezer hoef je je alleen maar te laten meevoeren in de stroom aan verhalen. Onderweg komen de wonderlijkste personages voorbij: een schrijver van begrafenisredes of een seniorenbridgeclub die uitmondt in een orgie.
Elke etappe in het verhaal is een reflectie op onze omgang met geheugen en verleden. Wanneer een heemkundige kring de verteller naar de belangrijkste plaatsen uit zijn jeugd brengt, stelt hij vast dat hij zich zijn eigen leven anders herinnert dan de anderen. Worden we bepaald door de gebeurtenissen die we meemaken of door de verhalen die ons geheugen daarover creëert?
De wat absurde situaties worden levensecht door de manier waarop Mysliwski erover vertelt: in mensentaal, van de hak op de tak, vol sappige uitdrukkingen. De grondstof voor die aparte stijl ligt bij zijn familie op het platteland, vertelde Mysliwski ooit in een interview met Trouw. In een grotendeels analfabete omgeving was de orale cultuur veel sterker.
Naarmate het boek vordert, rukt de vooruitgang op. Het verleden wordt daarbij als een last ervaren. Jongeren willen met een schone lei beginnen en vinden dat het geheugen hun vrijheid beperkt. De alleroudsten raken verstrikt in hun herinneringen.
Dat is een pessimistisch besluit voor een schrijver die al z'n boeken aan het verleden gewijd heeft. Het oog van de naald biedt eens te meer een kans om dat verleden binnen te stappen, en daarmee ook een fantastisch oeuvre dat volgens sommigen de Nobelprijs verdient.
Vertaald door Karol Lesman, Querido, 448 blz., 25,99 € (e-boek 13,99 €).
Peter Swanborn
ua/an/15 j
★★★☆☆
Halverwege de steile trap die vanaf de stadsmuur naar de 'wilde, groene vallei' leidt, raken twee mannen van verschillende leeftijd met elkaar aan de praat. De oudste vertelt over een jeugdliefde op wie hij nog altijd wacht, al weet hij niet of ze nog in leven is. Als hij is uitgepraat en verder wil lopen, verliest hij zijn evenwicht en kukelt de trap af, met fatale afloop. Juist op dat moment glipt het geheugen van de oudere man in het hoofd van de jongere.
Zo opent Het oog van de naald, de vijfde roman van de gelauwerde Poolse schrijver Wiesław Mysliwski (1932) die nu in het Nederlands is vertaald. Eerder verschenen Over het doppen van bonen, Steen op steen, De laatste hand en De horizon, stuk voor stuk geweldige romans over complexe vraagstukken als identiteit en herinnering, grotendeels gesitueerd op het arme Poolse platteland.
In Het oog van de naald gaat het om de continuïteit van het geheugen, over de generaties heen. De oudere man heeft iets in de jongere man herkend en op dat moment besloot hij: 'Laat hij het maar doen.' Waarna de jongere man (maar dan zijn we al halverwege het boek) verzucht: 'Ik moest dus zijn leven op me nemen. Nou ja, niemand leeft alleen zijn eigen leven.'
Vanaf de noodlottige valpartij lopen de verhalen van de twee mannen in elkaar over en vaak is niet duidelijk wie er aan het woord is. Dat is ook waar het Mysliwski om te doen is. Voordat een mens sterft, dat wil zeggen vóórdat hij vanaf de stadsmuur afdaalt naar de 'wilde, groene vallei', moet hij zijn herinneringen zien door te geven, 'want niemand is in staat om alles tijdens zijn leven te vertellen'.
Dat leven is niet bepaald eenvoudig, zo blijkt uit de stroom aan herinneringen die de hoofdmoot van deze roman vormt. Na een moeizame jeugd wordt de naamloze ik-figuur ondanks zijn goede cijfers niet tot de universiteit toegelaten. Hij gaat in de jamfabriek werken waar zijn vader ook werkt, tot hij jaren later alsnog de mogelijkheid krijgt om geschiedenis te gaan studeren. Hij woont in een huis waar een oma, een dochter en een kleindochter elkaar het leven zuur maken. Ondertussen werkt hij aan zijn proefschrift over de Middeleeuwen.
Mysliwski beschrijft de communistische maatschappij met veel gevoel voor detail. De extase van de moeder als ze voor het eerst sinds de oorlog een sinaasappel in haar handen houdt, het restaurant waar de ober omstandig de hele menukaart aanprijst omdat hij per besteld gerecht betaald krijgt; het zijn prachtige verhalen, sfeervol en trefzeker verteld door een ik-figuur die tussen de verhalen door graag en uitvoerig reflecteert op het verstrijken van de tijd en de twijfelachtige werking van het geheugen.
In interviews heeft Mysliwski vaak te kennen gegeven dat hij een grote fascinatie heeft voor spreektaal, voor de manier waarop mensen praten, van het een op het ander springend, al naar gelang wat hun op het moment invalt. Het liefst zou hij op die manier schrijven, waarbij recente gebeurtenissen en herinneringen aan wat zich een half mensenleven of langer geleden heeft afgespeeld, naadloos in elkaar overgaan.
In theorie klinkt dat interessant, en in zijn vorige boeken werkte het ook goed, maar op een gegeven moment begint het toch te irriteren als midden in een alinea het vertelperspectief wisselt en je voor de zoveelste keer moet uitvogelen wie er nu aan het woord is. Dit door elkaar heen laten lopen van personages, het diffuus maken van identiteiten, is echter juist wat de schrijver voor ogen heeft, en daar slaagt hij goed in.
Net zoals hij met opzet met de wisseling van tijden speelt. Zijn uitgangspunt is nu eenmaal dat 'het geheugen onophoudelijk werkt aan wat er gisteren, eergisteren en daarvoor, tot in de kindertijd, is gebeurd', met als gevolg dat 'ons hele leven, mochten wij niet kunnen vergeten, als een onvoorstelbare rivier zonder oevers alle kanten op door ons heen zou stromen'.
Dat is dan ook wat Mysliwski met zijn verhalen beoogt, de onvoorstelbare rivier alsnog voorstelbaar maken. Op zichzelf een lovenswaardig streven en het levert meer dan eens aangrijpende en soms ook geestige pagina's op. Maar anders dan het geheugen heeft literatuur vorm nodig of, om in Mysliwski's eigen riviermetafoor te blijven, oevers.
Zonder oevers kan een rivier alle kanten uitstromen, het maakt niet uit welke, nu eens hierheen, dan weer daarheen, iedere richting is goed. En het is juist deze richtingloosheid, deze gelijkschakeling van verhalen, alsof iedere herinnering even belangrijk of onbelangrijk is, die Het oog van de naald uiteindelijk tot een minder overtuigende leeservaring maakt.
Uit het Pools vertaald door Karol Lesman. Querido; 448 pagina's; € 25,99.
Alice Verheij
Het oog van de naald is een smalle poort op een trap in de stadsmuur van de Poolse stad Sandomierz. De literaire grootmeester Mysliwski laat zijn hoofdpersoon zijn oudere zelf halverwege die trap bij die poort tegenkomen. De oude man beklimt de trap naar het stadse heden, de jongeman daalt af in de hoop naar de vroegere groene vallei te kunnen gaan, beiden zijn ze op zoek naar het meisje op wie ze ooit verliefd waren. De ontmoeting eindigt fataal als de oude man van de trap valt. Op magisch realistische wijze smelten heden, verleden en de beleving van de oudere en jongere man samen met de geschiedenis van Polen in de twintigste eeuw. De oorlog, de overheersing door de Russen en de beklemming van het communisme komen in de monoloog op anekdotische wijze aan bod. De wijsheid en de kennis over de toekomst wordt door oude man gedeeld en hij raadt zijn jongere zelf aan geschiedenis te gaan studeren. Mysliwski schrijft met veel humor over de bijzondere personages die daarna het leven van de hoofdpersoon kleuren. De manier waarop tijd in deze roman wordt gebruikt is buitengewoon sterk. Bijzondere en goed vertaalde roman.
Gerdien Verschoor
ob/kt/23 o
Als je eenmaal een roman van Wieslaw Mysliwski hebt uitgelezen, ben je voorgoed verknocht aan zijn wereld van Piotrs, Szymeks, en vele andere, vaak naamloze vertellers die met meanderende monologen afdalen in hun geheugen. Ze voeren ons mee naar de Poolse bossen, dorpen en keukens waaruit de oorlog nooit is verdwenen. Met Het oog van de naald heeft Mysliwski een nieuwe roman aan zijn universum toegevoegd. Waar hij eerder zijn vertellingen begon aan de keukentafel (Over het doppen van bonen), of met het openslaan van een adresboek (De laatste hand), laat hij nu al op de eerste bladzijde een jonge man zijn oudere ik tegenkomen op een smalle trap die afdaalt naar een 'vroegere wilde, groene vallei'. 'Ik had niet gedacht hem daar te ontmoeten en toch was hij daar ineens', zegt de jongere ik tegen zichzelf en tegen ons, de lezer, die meteen in verwarring wordt gebracht. In welk verhaal bevinden we ons? Waar? Wanneer? En wie is de man die deze monoloog tegen ons af begint te steken en blijkbaar verwacht dat we meer dan 400 bladzijden naar hem blijven luisteren?
Wieslaw Mysliwski werd in 1932 geboren in het Poolse Dwikozy, een dorpje in de buurt van Sandomierz, waar Het oog van de naald zich afspeelt. In 1967 debuteerde hij met de roman Nagi sad (De naakte boomgaard, nog niet in het Nederlands vertaald), een liefdevol portret van een zoon over zijn vader. Daarna volgden met tussenpozen van gemiddeld zo'n acht jaar gestaag zijn volgende romans, die in Polen iedere keer een literaire sensatie waren. Tweemaal ontving Mysliwski de Nike, de belangrijkste Poolse literaire prijs. In Nederland brak hij pas door in 2009, dankzij Karol Lesman die zijn epische roman Over het doppen van bonen vertaalde. Het boek werd in Nederland een groot succes: het beleefde acht herdrukken en er werden meer dan 15.000 exemplaren van verkocht. In één klap wist Mysliwski zo ook in Nederland een groot lezerspubliek aan zich te binden en vertalingen van zijn andere romans volgden: Steen op steen (2012), De laatste hand (2015), De horizon (2017), en dan nu: Het oog van de naald.
jeugd in de ouderdom
Het Oog van de Naald is de naam van een poortje in de oude verdedigingsmuren van Sandomierz, dat via een smalle trap vanuit de stad toegang geeft tot de 'vroegere' vallei. Eigenlijk speelt het hele boek zich hier af. Alle gedachten, herinneringen en dromen leiden naar de trap die in het geheugen van de 'ik' steeds meer treden krijgt en lijkt te groeien als een boom of misschien wel als onze herinneringen die in volume toenemen naarmate we ouder worden. Hier, bij het Oog van de Naald, begint de ik-figuur te spreken. Wat volgt is een typische Mysliwskiaanse monoloog waarin de ik-figuur zijn eigen herinneringen vervlecht met de verhalen en vaak nogal particuliere levenswijsheden van personages van allerlei allooi die hij in zijn leven heeft ontmoet.
Die ik-figuur is voor de oorlog geboren, heeft de oorlog meegemaakt en is getuige geweest van de Jodenvervolging in zijn dorp, leeft in het communistische Polen waar hij een karig loon verdient als arbeider bij een drogerij, wordt eindelijk toegelaten tot de universiteit waar hij geschiedenis studeert (en is zo arm dat hij met nog twee andere studenten in één bed slaapt), wordt assistent-conservator in een paleis, promoveert op de middeleeuwen, neemt deel aan drinkgelagen waarbij glazen wodka in kelen worden gekieperd, en struikelt uiteindelijk, vlak nadat hij zijn jongere ik bij het Oog van de Naald is tegengekomen, als gepensioneerd geschiedenisprofessor over zijn wandelstok. De jonge man kijkt naar de oude, de oude naar de jonge: 'Hij wist niet dat zijn toekomst en ook zijn kindertijd, zijn jeugd in mijn ouderdom lagen, dat ik die al had beleefd, me soms zorgen makend om hem, mijn hele leven tobbend met zowel zijn toekomst als mijn verleden.'
Chronologie heeft in dat leven geen betekenis. 'Eerlijk gezegd is elk leven een herhaling van iemand anders zijn leven. Het verleden loopt op ons vooruit, moet u weten, wij sloffen er maar wat achteraan. Want wie zou zijn leven kunnen bijhouden?', zegt de 'ik' ergens, en: 'De tijd houdt ervan soms met een andere te wisselen. De tijd is een sluwe vos en soms ook een gemene. Hij kan in deze, dan weer in tegenovergestelde richting stromen. En alleen wij denken dat hij samen met ons verstrijkt en dat ons leven hem zijn grenzen stelt. Niets is bedrieglijker. Hij trekt ons mee waarheen hij wil.'
mensentaal
Gelukkig geeft Mysliwski ons in de van de hak op de tak springende monoloog enkele ankers waardoor we weten dat we ons nog steeds in hetzelfde verhaal bevinden: de Zigeunerin die de toekomst voorspelt, de moeder die 'drenkelingen' bakt alsof ze daarmee de hele wereld kan troosten, en het meisje op wie een leven lang wordt gewacht - drie vrouwen die de herinneringen van de hoofdpersoon met elkaar verbinden. Daaroverheen zweeft de schaduw van de oorlog en die van het getto van Sandomierz.
Mysliwski schrijft, zoals hij zelf zegt, zijn boeken niet, maar hij praat ze. Hij praat ze zoals families elkaar verhalen vertellen aan de keukentafel, zonder kop of staart. 'De spraak is een vrije taal', zegt Mysliwski over zijn manier van schrijven. 'De spraak onthult de mogelijkheden van de taal, brengt ons veel dichterbij de waarheid die zich in de mens verbergt dan de taal die aan regels en standaards gebonden is. Niemand spreekt thematisch, lineair. Ieder spreekt alsof hij alles wat hem in zijn hoofd komt, tegelijk wil vertellen.' Mysliwski schrijft in die mensentaal. Zijn vertelplezier - in een sprankelende vertaling van Karol Lesman - spat van de bladzijden.
Het oog van de naald is een aangrijpende roman over de jeugd, de ouderdom, en het verstrijken van de tijd. Maar vooral is het een vertelling over de onbetrouwbaarheid van de herinnering, beeldschoon opgetekend door een schrijver die wil dat verhalen het einde van de wereld vertragen.
(Ucho Igielne) Vert. Karol Lesman Querido; 448 blz. € 25,99.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.