Ontwapenende kracht
Christian Salenson
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij De Arbeiderspers, 2021 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : KRAC |
Dirk Leyman
ua/an/08 j
De Zwitserse auteur Christian Kracht (°1966) is een belhamel op jaren. Hij houdt van een grimmig schokgolfje op tijd en stond. Met zijn debuut Faserland (1995) liet hij de Duitse literatuur op zijn grondvesten schudden en werd hij tot de voorhoede van de zogenaamde 'popliteratuur' gerekend, die nihilistisch en decadent vastgeroeste vormen en genres wegschoffelde. Maar de ex-Der Spiegel-journalist - die er een hoogst kosmopolitische levenswandel op nahoudt - verachtte dat etiket. Dat hij allerminst een eendagsvlieg was, bewees Kracht met 1979 (2001, dat zich afspeelde in Iran) en vooral met Imperium (2012), onthaald als een briljante remake van Joseph Conrads Heart of Darkness. 'Met zijn belangrijkste instrumenten, ironie en dubbelzinnigheid, probeert hij betekenis te geven aan een wereld zonder waarden', zo vatte Le Monde onlangs de teneur van zijn oeuvre samen.
Je kunt inderdaad zeggen dat Krachts romans - vaak gegoten in de vorm van een reis of een queeste - nerveuze zoektochten naar identiteit zijn. Dat is ongetwijfeld het geval in Eurotrash, waar hij de draad lijkt op te pikken van Faserland, waarin een bezeten rijkeluiszoon door Duitsland sjeesde, om uiteindelijk in Zürich te belanden, op zoek naar het graf van Thomas Mann. Aan het begin van het in Duitsland bejubelde Eurotrash bevinden we ons met de ik-verteller, toevallig Christian Kracht geheten, jawel, opnieuw in Zürich, 'die stad van de opscheppers en de opsnijders en de vernedering (...), van geldzuchtige eerste luitenants en eigenmachtige ritselaars.' Daar woont zijn ruim tachtigjarige, 'door en door onaannemelijke' moeder, verslaafd aan barbituraten en wodka, af en toe vertoevend in psychiatrische instellingen én weer opgeveerd na een wekenlange coma. Liggend op zijn hotelbed vraagt Christian zich af hoe hij zich toch aan zijn zwaar gestoorde, steenrijke familie heeft kunnen ontworstelen. Maar nu wordt hij weer op het appel geroepen bij mama. Ze wil een allerlaatste reis maken met haar zoon, terwijl hij haar moet begeleiden en verstrooien. Een reis naar Afrika bij voorkeur, om zebra's te bekijken? Het wordt een doelloze tocht door Zwitserland — zullen ze edelweiss vinden? — waarbij meteen ook een gedeelte van het familiale fortuin uit de wapenindustrie — letterlijk — wordt rondgestrooid.
Kracht maakt van de taxirit van moeder en zoon een hallucinante, groteske roadtrip, waarin hij zijn onwaarschijnlijke familiegeschiedenis knetterend én geraffineerd op de rooster legt.
Hij vertelt over zijn vader, de parvenu die opklom tot een directeur van het concern van Axel Springer, de man die zijn Amerikaanse graduation vervalste, én al die huizen in Gstaad, Cap Ferrat, Londen of aan het meer van Genève verzamelde. Of over zijn nazigrootvader die zich parmantig met prikkeldraad aan tafelpoten liet vastbinden door IJslandse au pairs of SS-expedities naar Tibet mee hielp organiseren. En over de verkrachting op haar elfde van zijn moeder door een fietsenmaker, gemaskeerd door de NSDAP. Het wordt opgedist met een ijselijke getergdheid. Vooral is er dat 'grote, decennialange, eeuwenlange zwijgen, het ingevreten, ingekerfde, verbeten, onverbeterlijke zwijgen'. Waar andere auteurs voor zo'n familiesaga algauw 800 pagina's nodig hebben, fikst Kracht het hier in een beknopte 200.
Kracht — weleens de Duitse Houellebecq genoemd — is fenomenaal in het puntig neerzetten van tragikomische scènes met spijkerhard cynisme, waar vreemd genoeg finaal een onvatbaar soort tederheid uit opwelt. Als lezer heb je net als verteller 'Christian' in eerste instantie een afkeer van die betweterige moeder, om haar dan toch in de armen te sluiten als een onvergetelijk personage. De wederzijdse versmading slaat bij flitsen om in weemoedige liefde. Prachtig is dat nietszeggende, grappige gekissebis, dat elkaar om de oren slaan met citaten van Flaubert, Talleyrand of Camus, net als die anekdotes over de wassen neus van Roald Dahl of de scheve tanden van David Bowie.
Kracht zet het genre van de autofictie uiterst slim naar zijn hand, knipogend naar literaire voorgangers of naar zichzelf als 'verwend kreng'. Hij laat ons verdwalen in het niemandsland tussen waarheid en fictie. De drek druipt meermaals van de pagina's: het is de trash én huichelachtigheid van de vorige generaties. Geen wonder dat de zoon onderweg regelmatig eigenhandig de volle stoma van zijn moeder moet vervangen.
Karen Billiet
em/ec/31 d
De verteller, die net als de auteur Christian Kracht heet, beschrijft de morele ondergang van zijn steenrijke Duitse familie. Moeder brengt haar oude dag door in een luxevilla in Zürich met barbituraten en wodka. Vader werkte zich als eenvoudige jongen op in het concern van Axel Springer, de koning van de Duitse boulevardpers. Die sociale opmars onderstreept de man met dure pakken, een kunstverzameling en vastgoed in mondaine oorden. De tegenstelling tussen het discrete oude geld van de moeder en het protserige nouveau-riche-leven van de vader is een splijtzwam. Dan is er nog de schaduw van Christians grootvader, een verstokte nazi die zich graag met prikkeldraad aan de tafelpoot liet vastketenen door IJslandse au pairs.
Om de demonen uit het verleden te bezweren, vertrekt Christian per taxi met zijn moeder op rondreis door Zwitserland. Onderweg delen ze het familiekapitaal uit, afkomstig uit de wapenindustrie.
Stoma
Kracht wil afrekenen met de upper class waar hij zelf uit voortspruit en doet dat door alle ranzigheid uit te vergroten, tot en met het volle stomazakje van zijn moeder dat te pas en te onpas vervangen moet worden. Het snobisme van de culturele elite wordt te kijk gezet. Kracht strooit met begrippen als de spektakelmaatschappij van de Franse situationist Guy Debord, om later te bekennen dat hij er niks vanaf weet en alleen maar wilde opscheppen. Ook met zijn rol als verteller veegt hij de vloer aan: honend vraagt zijn moeder of hij met hun uitstapje een of andere catharsis wil bewerkstelligen.
Eurotrash werd bewierookt in de Duitse pers en voor tal van prijzen genomineerd. Het boek sluit aan bij een traditie die ook terug te vinden is in het werk van een theatermaker als René Pollesch: heilige huisjes op een groteske manier omver schoppen en zo de hypocrisie blootleggen.
Kracht wordt vaak omschreven als de Duitse evenknie van Bret Easton Ellis en Michel Houellebecq. Zelf kan ik als lezer niet zoveel met dat donkere cynisme en dat wentelen in al wat lelijk is. Daarom is Eurotrash voor mij niet de briljante roman waarvoor hij versleten wordt. Kracht herhaalt een beproefd recept waar een generatie schrijvers groot mee geworden is. Hij weet het weliswaar geestig neer te schrijven, met oneliners als: 'Ik vroeg me af wat eigenlijk erger was, het brutalisme of de jaren negentig'. Eurotrash heeft een zweem van beide.
Vertaald door Peter Claessens, Arbeiderspers, 208 blz., 20,99 € (e-boek 12,99 €).
Emilia Menkveld
ua/an/15 j
'Vaak, wanneer oude mensen die de aansluiting hebben verloren elegantie willen voorspiegelen, grijpen ze op Bulgari terug', schrijft de Zwitser Christian Kracht over het dure merk in Eurotrash. Zijn moeder - een alcoholistische, schathemeltjerijke, mogelijk belezen, ietwat dementerende, in elk geval zeer moeilijke tachtiger - is zo iemand. Althans, de moeder van de gelijknamige ik-figuur. Zo'n 25 jaar na publicatie van Faserland, de roadnovel die hem beroemd en berucht maakte, is de schrijver terug in Zürich, waar de reis destijds eindigde. Tijdens het plichtmatige bezoekje aan zijn moeder besluit hij met haar op reis te gaan in het verfoeide land van zijn jeugd. Om af te rekenen met haar eeuwige gemiep, met de grootvader die niet wilde denazificeren, met heel zijn benepen familie. In de hoop op catharsis, nu of nooit. Natuurlijk loopt het anders dan gedacht in deze gitzwarte, bij vlagen dolkomische roman. De ecofarm die hij had uitgezocht, blijkt een 'smoezelige nazicommune' te zijn. De edelweiss die zij zo graag wil zien, is nergens te bekennen. Moeder, die lang niet achterlijk blijkt, heeft van begin tot eind een glansrol.
Uit het Duits vertaald door Peter Claessens. De Arbeiderspers; € 20,99.
(jme)
ua/an/04 j
Met zijn nieuwste worp pikt de Duitstalige Zwitser Christian Kracht de draad van zijn debuut ‘Faserland’ uit 1995 weer op. Allebei zijn het autofictionele romans, en ’s mans kleurrijke biografie leent zich daar uitstekend toe: hij werkt al jaren als internationaal journalist, profileert zich als decadente dandy en blijft eeuwig een überelitair enfant terrible dat niet verlegen zit om een controversiële uitspraak meer of minder. Net als in ‘Faserland’ is ook hier de zinloosheid van het leven een thema, en de road novel-achtige plot is gelijkaardig: dezelfde arrogante rijkeluiszoon neemt zijn inmiddels demente moeder mee op reis. Het verhaal is vlot en spreektalig neergepend, bijna achteloos, en sommige motieven zijn nogal flauw – zoals het feit dat hij voortdurend de stoma van de moeder moet verversen. Toch schuilen er serieuze onderwerpen onder die ironische distantie: de stoma verwijst bijvoorbeeld naar de knoeiboel die de vorige generatie volgens Kracht van onze planeet heeft gemaakt. Elders gaat het over het getroebleerde verleden van zijn familie, intergenerationele conflicten en de schokgolven van de nazigeschiedenis. ‘Eurotrash’ is polariserende literatuur die je looft om de baldadigheid of haat om de puberaal laconieke toon en weinig interessante stijl, zoals de jubelende dan wel meewarige lezersreacties laten zien.
Roderik Six
em/ec/01 d
‘Er was geen muziek en er waren geen films en geen literatuur, er was helemaal niets in Zwitserland, alleen maar de hunkering van de Zwitsers naar meer luxe, het verlangen naar sushi, kleurige sneakers en Porsche Cayennes en de aanleg van nog meer gigantische bouwmarkten in de woekerende agglomeraties.’ Het mag duidelijk zijn: de verteller, genaamd Christian Kracht, kijkt niet uit naar zijn tripje richting Zwitserland, die neutrale enclave die enkel op postkaarten bestaat. Maar zijn bejaarde moeder wil nog één reis met haar zoon maken, liefst naar Afrika om zebra’s te zien, maar een dagenlange taxirit is ook goed. Eerst liquideert ze haar aandelen in wapens – altijd een goeie belegging – en daarna wil ze haar fortuin uitdelen aan wie het maar hebben wil. Terwijl ze op de achterbank flessen wodka soldaat maakt en barbituraten snoept, vertellen moeder en zoon elkaar verhalen. Over haar vader die IJslandse au pairs tot sm dwong, over de kunstneus van Roald Dahl, over die keer dat Kracht minister Joschka Fischer tegen de grond gooide. Elke lach telt om de droefenis op afstand te houden. Liefhebbers van Bret Easton Ellis en en Michel Houellebecq zullen zich thuisvoelen in de zwarte wereld van Kracht, die met dit grimmige antireisverhaal een bestseller scoorde in Duitsland. Elegant geschreven, duister, en soms ontroerend goed, dit literair staaltje Vantablack.
****
De Arbeiderspers (oorspronkelijke titel: Eurotrash), 208 blz., € 20,99.
Naar gegevens van J. IJbema
Sterk autobiografisch getinte roman over een schrijver die met zijn excentrieke, aan alcohol en tabletten verslaafde oude moeder met dementie per taxi door Zwitserland rijdt. De grillige tocht heeft komische tendensen, maar in de vele dialogen blijkt dat boven beiden de schaduw van het verleden hangt. Dat betreft de nazisympathieën van de grootvader en de traumatische misbruikervaringen van zowel moeder als zoon. Een met elegante literaire middelen geschreven verhaal in een roadmovie-achtige setting dat met licht absurdistische trekjes de contouren van een pijnlijk verleden blootlegt zonder daar al te expliciet op in te gaan. Shortlist Deutcher Buchpreis 2021.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.