Vaak ben ik gelukkig : roman
Jens Christian Grøndahl
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
2 items aanwezig |
Meulenhoff, © 2021 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : GRON |
Johanna Spaey
us/ug/07 a
Als er op het Deense Skagen op het einde van de Tweede Wereldoorlog Duitse vluchtelingen uit Oost-Pruisen aankomen, is dat voor de kustbewoners een teken dat het tij aan het keren is. De jonge Lars Hvid, die worstelt met de dood van zijn vader en het fanatieke geloof van zijn moeder en zus, leest in de illegale krant dat dit voddenleger geen medeleven verdient omdat het oogst wat het ooit zelf gezaaid heeft. Nadat de bevrijdingsklokken luiden, worden de Duitsers meteen in kampen geïnterneerd. Tot Lars op een dag zijn leeftijdsgenoot Heinrich tegenkomt en besluit om hem te helpen op alle mogelijke manieren waartoe hij als vijftienjarige in staat is.
In 'Dagen als gras', het titelverhaal van Jens Christian Grøndahls nieuwe verhalenbundel, ontdek je dat dit levenslange gevolgen voor beiden zal hebben. Nog aangrijpender is 'Villa Ada', waarin de vijftienjarige zoon van de verteller het huis verlaat omdat hij midden in Rome een vrijstaat voor Afrikaanse asielzoekers wil stichten. Zijn motivering vindt hij bij Vergilius, die in zijn 'Bucolia' schrijft hoe oud-soldaten recht hebben op een eigen stuk land en dat landonteigeningen daardoor gerechtvaardigd zijn. De afloop is niet meteen rooskleurig, al is dat zeker niet de belangrijkste conclusie van het verhaal.
In alle verhalen zijn mensen op de vlucht, niet alleen voor oorlog of armoede. Het kan ook voor verdriet of verantwoordelijkheid zijn, of voor een onvervuld leven in 'Ik ben de zee', waarin een industrieel die alleen om poëzie geeft plots verdwijnt. In 'Vaarwel', ten slotte, neemt een vrouwelijke predikant een tijdje afstand van haar werk en vertrekt naar Berlijn. Daar ontmoet ze een zieke kunstenaar, die de reddende kracht van haar geloof niet serieus wil nemen.
Miniatuurroman
In zijn romans en ook in deze korte verhalen heeft de Deen Jens Christian Grøndahl het vaak over het onvermogen van de liefde. Na de eerste passie vertonen zich al snel de barsten en blijkt dat leeftijd, ziekte, achtergrond, maar vooral woorden hechte relaties helemaal onderuit kunnen halen. Liefde is bijna altijd een tijdelijke zaak. In plaats daarvan stelt Grøndahl dat mensen zichzelf kunnen overstijgen en voorgoed zullen veranderen als ze de onvoorwaardelijke verantwoordelijkheid voor een ander op zich nemen. Dat is in deze verhalen een vreemde die zich in al zijn kwetsbaarheid en hulpeloosheid aandient en onverwacht appel op je overtuigingen, kracht of geloof doet. Wie de verantwoordelijkheid voor het leven van een ander op zich neemt, zal daarin misschien ook zijn vrijheid vinden, al is dat nooit gegarandeerd. Dat Grøndahl daarnaast intens mooi schrijft en niet bang is om dat ook te tonen, maakt deze verhalenbundel een bekroning van zijn intussen toch al 35-jarige carrière.
Elk verhaal is een miniatuurroman waarin een complexe, complete wereld wordt opgeroepen en grote thema's zoals persoonlijke vrijheid en verantwoordelijkheid samenkomen. Deze verhalen overrompelen en overweldigen, en zullen bij de lezer nog lang blijven nazinderen.
Vertaald door Femke Muller, Meulenhoff, 360 blz., 22,99 €.
Hanneke De Klerck
i /un/05 j
Dagen als gras van de ook in Nederland succesvolle Deense schrijver Jens Christian Grøndahl (Portret van een man, Vaak ben ik gelukkig) is een bundel van zes verhalen. Die zijn elk apart rijk genoeg om ze, zoals de uitgever doet, kleine romans te kunnen noemen - ze zijn onderverdeeld in hoofdstukjes en beslaan meestal langere periodes van iemands leven, zoals het titelverhaal, waarin de jeugd van een oudere man beschreven wordt die zich op Jutland aan het einde van de Tweede Wereldoorlog over een Duitse soldaat ontfermt, of het verhaal over het liefdesleven van een oudere actrice.
Grøndahl is een specialist in het weemoedig terugblikken op relaties en beslissende keuzes in mensenlevens en hij doet dat ook hier. Mooi beschrijft hij bijvoorbeeld hoe een huwelijk uit elkaar valt, terwijl de partners toch nog veel om elkaar geven, of het precieze moment waarop een vrouw beseft dat de relatie met haar vriend geen toekomst heeft.
Grøndahl weet knap in kort bestek - het langste verhaal telt 88 pagina's, het kortste maar 36 - steeds een hele wereld op te roepen, waarin veel ongezegd blijft. De verhalen hebben geen nauw verband, al is in de meeste sprake van verlies, door een scheiding of de dood van een partner of een ouder.
Wie verhalen bundelt, dwingt de lezer als vanzelf tot vergelijken. Dan valt op dat het vaak niet makkelijk is mee te leven met de hoofdpersonen. Grøndahl lijkt dat bewust na te streven door te kiezen voor vertellers die niet al te dicht bij hen staan. In het titelverhaal is het bijvoorbeeld de huisarts die vastlegt wat zijn inmiddels bejaarde patiënt hem heeft verteld over de belevenissen in zijn jeugd. Het verhaal van de oudere actrice wordt verteld door een schrijver die haar niet persoonlijk kende tot hij door haar werd uitgenodigd. Kennelijk, concludeert hij na haar overlijden, met de bedoeling dat hij haar verhaal zou optekenen.
Die vertellers zijn zo onnadrukkelijk aanwezig dat je kunt vergeten wie aan het woord is, terwijl je toch het gevoel houdt dat je de hoofdpersonen van een afstandje beziet en ze niet intiem leert kennen. Het is een aanpak die als het lukt niet stoort, maar soms doorschiet naar het te onpersoonlijke, naar hoofdpersonen die je eigenlijk niet voldoende interesseren. Zoals, opnieuw, de oudere actrice wier verhaal de vakman Grøndahl heus vlot opschrijft, maar zonder dat je erdoor wordt geraakt.
Opvallen doet ook de manier waarop Grøndahl de spanning opbouwt door zijn vertellers nogal expliciet te laten verwijzen naar iets dat de lezer nog niet weet maar later wel zal horen, met zinnen als 'Ik schrijf dit onder omstandigheden die niemand kon voorzien, ook Silvia niet', of, in een ander verhaal, 'Over drie maanden breekt de hel los (...). Maar nu is het nog rustig en zomer.' Het is techniek, maar als je die veel achter elkaar tegenkomt, gaat het voelen als een trucje.
Het meest geslaagde verhaal is het langste, 'Villa Ada'. Daarin vertelt een vader hoe zijn 15-jarige zoon ineens van huis (in Rome) weggelopen is, naar later blijkt om migranten te helpen in het stadspark Villa Ada. Dat zet een keten aan gebeurtenissen in gang die ook tot het einde leidt van het huwelijk van de Deense vader en zijn Italiaanse vrouw. In dit verhaal lukt het Grøndahl goed de desintegratie van het huwelijk te beschrijven, de angst van de ouders om hun zoon, en hun liefde voor hem en, ondanks alles, voor elkaar.
***, uit het Deens vertaald door Femke Muller. Meulenhoff; 360 pagina's; € 22,99.
Hanneke de Klerck
i /un/15 j
‘Dagen als gras’ van de succesvolle Deense schrijver Jens Christian Grøndahl is een bundel van zes verhalen. Die zijn elk apart rijk genoeg om ze, zoals de uitgever doet, kleine romans te kunnen noemen. Ze zijn onderverdeeld in hoofdstukjes en beslaan meestal langere periodes van iemands leven, zoals het titelverhaal, waarin de jeugd wordt beschreven van een oudere man die zich op Jutland aan het einde van de Tweede Wereldoorlog over een Duitse soldaat ontfermt, of het verhaal over het liefdesleven van een oudere actrice. Grøndahl is een specialist in weemoedig terugblikken op relaties en beslissende keuzes in mensenlevens, en hij doet dat ook hier. Mooi beschrijft hij hoe een huwelijk uit elkaar valt, terwijl de partners toch nog veel om elkaar geven, of het precieze moment waarop een vrouw beseft dat de relatie met haar vriend geen toekomst heeft. Hij weet knap in een kort bestek – het langste verhaal telt 88 pagina’s, het kortste maar 36 – een hele wereld op te roepen, waarin veel ongezegd blijft. Er is geen nauw verband tussen de verhalen, al is in de meeste sprake van verlies – door een scheiding of de dood van een partner of een ouder. Maar wie verhalen bundelt, dwingt de lezer als vanzelf tot vergelijken. Dan valt op dat het vaak niet makkelijk is met de hoofdpersonen mee te
leven. Grøndahl lijkt dat bewust na te streven door te kiezen voor vertellers die niet al te dicht bij hen staan. In het titelverhaal legt de huisarts vast wat zijn inmiddels bejaarde patiënt hem heeft verteld over de belevenissen in zijn jeugd. En het verhaal van de oudere actrice wordt verteld door een schrijver die haar niet persoonlijk kende, tot hij door haar werd uitgenodigd. Kennelijk, concludeert hij na haar overlijden, met de bedoeling dat hij haar verhaal zou optekenen. Die vertellers zijn zo onnadrukkelijk aanwezig
dat je kunt vergeten wie aan het woord is, terwijl je toch het gevoel hebt dat je de hoofdpersonen van een afstandje beziet en ze niet intiem leert kennen. Het is een aanpak die niet stoort als het lukt, maar die soms doorschiet naar het te onpersoonlijke, naar hoofdpersonen die je eigenlijk niet voldoende interesseren. Zoals, opnieuw, de oudere actrice wier verhaal de vakman Grøndahl vlot opschrijft, maar zonder dat je erdoor wordt geraakt. Opvallend is ook de manier waarop Grøndahl de spanning opbouwt: door zijn vertellers expliciet te laten verwijzen naar iets wat de lezer nog niet weet, maar later wel zal horen, met zinnen als ‘Ik schrijf dit onder omstandigheden die niemand kon voorzien, ook Silvia niet’ of ‘Over drie maanden breekt de hel los. (...) Maar nu is het nog rustig en zomer.’ Het is een literair-technisch kneepje, maar op den duur gaat het als een trucje aanvoelen. Het meest geslaagde verhaal is het langste, ‘ Villa Ada’. Daarin vertelt een vader hoe zijn 15-jarige zoon ineens van huis in Rome is weggelopen, naar later blijkt om migranten in het stadspark Villa Ada te helpen. Dat zet een keten van gebeurtenissen in gang die ook tot het einde van het huwelijk van de Deense vader en zijn Italiaanse vrouw leiden. In dat verhaal lukt het Grøndahl goed de desintegratie van het huwelijk te beschrijven, de angst van de ouders om hun zoon, en hun liefde voor hem en, ondanks alles, voor elkaar.
Drs. A. van Dijk
Romans van de Deense auteur Jens Christian Grøndahl (1959) worden graag gelezen in Nederland. Er zijn meer dan vijftien Nederlandse vertalingen verschenen. In deze bundel met zes 'lange' korte verhalen belicht hij onverwachte keerpunten in levens van mensen binnen een goedgeorganiseerde Westerse wereld. Toevallige ontmoetingen op toevallige momenten zetten relaties op scherp. Generaties en culturen kruisen elkaar, mensen ontlopen elkaar of lopen met elkaar mee. Vluchtend of zoekend. Tijdens de Tweede Wereldoorlog en direct daarna kruipen in het uiterste noorden van Jutland de kerkelijke plattelanders en Duitse soldaten om elkaar heen. In een groot park in Rome richt de 15-jarige Francesco met Ahmed, een vluchteling uit Mali, een vluchtelingenkamp op. Drijfveren zijn haat en hoop en idealisme. Actrice Edith Wengler wint filmprijzen, maar leeft teruggetrokken. Ze komt uit Jutland. Als dochter van een Duitse moeder krijgt ze na de val van de Muur filmrollen in Duitsland. Deze en drie andere verhalen tonen dilemma's en tijdsbeelden in Skagen, Andalusië, Kopenhagen, Rome, Berlijn en Zürich. Korte verhalen, maar toch lang. Fijn om te lezen, zeker in de vakantie. Ze boeien, ontspannen en zetten de lezer aan het denken! Past bij het oeuvre van Grøndahl.
Sofie Messeman
i /ul/10 j
De Deense schrijver Jens Christian Grøndahl staat erom bekend dat hij in zijn romans (Portret van een man, Vaak ben ik gelukkig) haarfijne analyses geeft van menselijke relaties en hoe die kunnen verzanden in de stroom van de tijd. Ook in de zes lange verhalen uit deze bundel aarzelt de schrijver niet om gedetailleerd de levensgeschiedenissen van zijn personages te schetsen. Zijn verhalen zijn langer dan gebruikelijk in het genre, maar de pointe is daarom niet minder overrompelend. Opvallend is dat Grøndahl zich in deze bundel niet beperkt tot individuele lotgevallen, maar ook de grote problemen van deze tijd aansnijdt.
Dat geldt bij uitstek voor de twee eerste verhalen. Het titelverhaal speelt zich af in Skagen kort na de Tweede Wereldoorlog. De vijftienjarige Lars ontmoet Heinrich, een Duitse vluchteling die ontsnapt is uit een vluchtelingenkamp voor Duitsers in Denemarken. Lars biedt Heinrich onderdak in zijn ouderlijke huis, daartoe aangespoord door de preek over naastenliefde van dominee Kruse Birch. De anticlimax is enorm als diezelfde dominee Lars' vraag om hulp afwijst en de Duitse jongen verraadt.
Ook het tweede verhaal, 'Villa Ada', draait om vluchtelingenproblematiek, maar dan in onze tijd. In het Rome van nu richt de vijftienjarige Francesco een toevluchtsoord voor vluchtelingen op. Een mooi en idealistisch initiatief, totdat de media zich ermee gaan bemoeien. Een extreme polarisatie volgt: Francesco en zijn ouders worden bedreigd en moeten 'voorgoed' onderduiken. Grøndahl bouwt de groeiende angst meesterlijk op en tekent de onwaarschijnlijke, maar reële verwoesting van de levens van deze mensen haarscherp.
'Edith Wengler' gaat eveneens over een 'naaste die een beroep op ons doet'. Want wat doe je als je een man ontmoet die bezig is zelfmoord te plegen? Helpen? Hem redden? En wat als je missie alsnog mislukt?
Geloof staat centraal in 'Vaarwel', over een vrouwelijke dominee die een stormachtige liefdesrelatie met een beeldhouwer beleeft. Als haar geliefde ziek wordt, smeekt ze God op haar knieën dat ze 'deze man mag houden'. Bikkelhard is de ontnuchtering als later blijkt dat haar geliefde deze noodkreet als een komisch fait divers heeft rondgestrooid onder hun vrienden en kennissen.
'Ik ben de zee' gaat over Michael Arnum, een man van middelbare leeftijd die de hedendaagse ratrace ontvlucht door zijn eigen verdwijning te ensceneren. Merkwaardig genoeg wordt hij daartoe geïnspireerd door de literatuur. Een gedicht van Henrik Nordbrandt wordt zijn levensmotto: 'Voor me ligt de zee, achter me de woorden'.
Niets is wat het lijkt in deze verhalenbundel. Grøndahl dient kabbelend en gedetailleerd kleine verhalen op, terwijl hij eigenlijk grote thema's beoogt. Dat zet de lezer op het verkeerde been. Omdat grote thema's en individuele levens door elkaar lopen, valt het nooit te voorzien uit welke van die twee hoeken de pointe zal komen. Dat maakt het bevreemdende effect van de ijzingwekkende ontknoping alleen maar groter.
Jens Christian Grøndahl, Dagen als gras. Vert. Femke Muller. Meulenhoff; 359 blz., € 22,99.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.