Op weg naar de begrafenis van een oudoom hoort het hoofdpersonage voor het eerst over een rijke tak van zijn familie. Van dan af is hij bijzonder geïnteresseerd in de verhalen die zijn moeder zo graag vertelt en die hem op jongere leeftijd eerder verveelden. Langzaam maar zeker puzzelt hij het verhaal van zijn twee suikertantes bij elkaar, die hun rijkdom uit een aparte commercie hebben gehaald. Ook blijkt dat de tantes het tijdens de Grote Oorlog met niemand minder dan het hoofd van de Duitse bezetting in België aan de stok hebben gehad.