Het grote vakantiepark : verhalen
Willem Du Gardijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Koppernik, © 2021 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : DUGA |
Emilia Menkveld
ob/kt/30 o
De keizer heeft nog slechts te sterven, schrijft Marguerite Yourcenar in een van de notities bij haar beroemde Mémoires d'Hadrien (1951). 'L'empereur n'a plus qu'à mourir.' In haar gefingeerde autobiografie van de Romeinse keizer Hadrianus beschrijft ze zijn doodsstrijd tot 'de laatste slok water, de laatste crisis, het laatste beeld', zoals J.A. Sandfort vertaalt. Maar de dood zelf, die beschrijft Yourcenar niet. Net zomin als de tocht van zijn villa in Tibur, bij het huidige Tivoli, naar Baiae in Campanië, waar de keizer in het jaar 138 bezweek.
In zijn ambitieuze roman Het einde van het lied gaat Willem du Gardijn (1964) verder waar Yourcenar stopte. In wijdvertakte volzinnen laat hij Hadrianus zijn leven overdenken, het gemis van zijn dierbaren en de aanvaarding van zijn lot. De reis vanuit Tibur is tot in detail beschreven: de route over de Via Latina en de Via Appia, de nederzettingen en de mensen langs de weg. 'Met oplopend gekraak en getrappel kwam de stoet op gang, traag zoals je een eerste zin kon schrijven van een brief waar je tegenop zag, woord voor woord, meter voor meter, over het papier, over het steen, tot je zag dat er iets gebeurde, dat je zinnen schreef, dat je meters had afgelegd.'
Du Gardijn is niet alleen ambitieus in zijn poging Yourcenars werk af te maken. Het einde van het lied is een drieluik, waarvan de passages over Hadrianus het geslaagde slotakkoord vormen. Het verschil met 'Lied I' kan bijna niet groter zijn. Jachtige zinnetjes, snippers informatie: een ongelukkige vrouw, een huwelijkscrisis, hier en daar een dagboekaantekening: 'Ik ben onvruchtbaar. Ik ben schriel, schraal, dor, dat is het ergste.'
Het perspectief is dat van Aimée, een muziektherapeut uit Amsterdam-Zuid die met haar pianostemmer in bed is beland, een goede vriend nog wel. Haar man Adriaan, leraar klassieke talen, is vol begrip. 'Aimée, je weet dat ik er voor je ben, ondanks alles, ik ben er kapot van. Vertel me, hoe gaat het?' Hij wil samen verder, misschien zelfs samen naar Italië voor zijn onderzoek naar keizer Hadrianus, een oude wens. Aimée hoort het wel, maar ze kan niet, wil niet. De duisternis lokt, alle verzet blijkt vergeefs. Na vijftig pagina's komt het einde als een schok, toch nog.
Hoe valt de wanhoop van Aimée te rijmen met de kalme aanvaarding van keizer Hadrianus? Hoe passen deze twee levens, deze twee stemmen en stijlen in één roman? Wie bekend is met het oeuvre van Du Gardijn, hoeft zich over de verscheidenheid niet te verbazen. Nu eens licht en ironisch, dan weer melancholiek - ook in eerdere romans en verhalen (Bevrijding, Het grote vakantiepark) bewees de schrijver zijn wendbaarheid.
Het scharnierpunt in dit boek is, uiteraard, classicus Adriaan, die na het verlies van zijn vrouw in zijn eentje naar Napels gaat om zijn onderzoek voort te zetten. Hij neemt zijn intrek op de vierde verdieping van een palazzo in het centrum, vergaapt zich aan de luidruchtige buren en vraagt zich af: wat doe ik hier eigenlijk? Hij wil uitzoeken waar de keizer precies is gestorven - een villa in Baiae, maar welke? Of anders wil hij er in elk geval een geloofwaardig verhaal van maken; het laatste deel van de roman is de neerslag van Adriaans werk.
Zijn overpeinzingen bij het schrijven geven een extra lading aan het boek. Het is niet vreemd dat Yourcenar de dood van Hadrianus achterwege liet, bedenkt Adriaan, want hoe schrijf je over sterven in de eerste persoon? 'Een ik-schrijver zette zijn personage buiten spel als het om het einde ging.' Dan maar kiezen voor de derde persoon (zoals Du Gardijn bij Aimée), maar hoe overbrug je in dat geval de afstand tot de dood? Hoe kunnen wij de afstand tot de dood überhaupt overbruggen?
Toch is juist het 'lied' van Adriaan, waarin alles samenkomt, minder trefzeker dan de rest van de roman. Zijn toespelingen op lokale misstanden blijven wat in de lucht hangen. Italiaans moet hij nog beter leren, merkt de classicus op, en dat is te merken: de zinnetjes die hij optekent uit de mond van de mensen om zich heen, staan vaak vol met fouten. De kale beschrijvingen van zijn dagbesteding en het weer gaan snel vervelen. 'Ik haalde mijn eten uit mijn rugzak, at twee krentenbollen, een sinaasappel en een appel. Ik keek langdurig naar de ruïne.'
Het doet weinig af aan de kracht van het geheel. Ergens is dat knullige zelfs wel passend, voor een man die niet meer weet waar hij het zoeken moet. Als het gaat om sterven en verlies, lijkt Du Gardijn te zeggen, zijn we nog altijd beginners.
****
Koppernik; 229 pagina's; € 21,50.
Marnix Verplancke
te/ep/08 s
Nadat hij zijn vrouw Aimée op overspel betrapt heeft, besluiten Adriaan en Aimée, al vijftien jaar een stel, uit elkaar te gaan. Of toch niet helemaal, want hun chique huis op de Amsterdamse Apollolaan is groot genoeg om er samen apart in te wonen. Zij geeft voortaan haar muziektherapie in het tuinhuis, terwijl hij zich terugtrekt op zolder. Over het gebruik van de keuken maken ze afspraken. Na verloop van tijd wordt dat frusterend, waardoor Aimée zich gaat afvragen of een kinderwens en een doodswens wel samen kunnen gaan en uiteindelijk voor de tweede zwicht, in bad, zoals de Romeinen het deden.
Zo verloopt het eerste van de drie liederen die samen Willem de Gardijns ronduit verbluffende roman Het einde van het lied vormen. In het tweede volgen we classicus Adriaan, bedrukt door de dood van Aimée, naar Italië waar hij onderzoek wil doen naar de laatste dagen van Hadrianus. Marguerite Yourcenar schreef over die Romeinse keizer Mémoires d’Hadrien , maar ging nooit dieper in op zijn dood. Met een paar lijntjes maakte ze zich ervanaf, wat Adriaan altijd jammer heeft gevonden. En dus bezoekt hij Napels en Baia, en slaagt hij er met grote zekerheid in te bepalen in welke villa de keizer stierf. De korte biografie die hij schrijft, en waarin hij Hadrianus neerzet als een bedachtzaam keizer die er altijd over gewaakt heeft ook een waardig man te zijn, vormt het derde lied van het boek.
Du Gardijn is een fijnzinnig stilist die zijn drie liederen elk een eigen toon geeft. In het eerste volgen we Aimeé van dichtbij en zijn we getuige van haar almaar toenemende verwarring. Korte zinnetjes zijn het, als schichtige blikken. Adriaans zoektocht naar de keizer en uiteindelijk ook naar zichzelf verloopt rustiger, al heeft ook hij wat katten te geselen wanneer hij zich uit zijn Napolitaanse appartement sluit en een nacht in een steeds kouder en onwezenlijker gang moet doorbrengen. En dan is er het meest afstandelijke verhaal, het historische, waarin Du Gardijn zich het aura van Yourcenar aanmeet – en daar ook nog eens met glans in slaagt. In hoeverre kunnen we de ander ooit kennen? Of onszelf? Hoe verwerken we verdriet? En wat te doen met de dood? Het zijn eeuwige vragen waar ook keizers mee worstelden.
*****
Koppernik, 229 blz., € 21,50.
Annemiek Buijs
Het verhaal bestaat uit drie delen met wisselende hoofdpersonen en perspectieven. ‘Lied 1’ is hedendaags en gaat over Aimée die in een huwelijkscrisis met haar man Adriaan verkeert. Na haar overlijden belanden we in ‘Lied 2’ en is Adriaan de hoofdpersoon. Hij is in Italië om het onderzoek waaraan hij al jaren werkt af te ronden: research naar de laatste weken van het leven van de Romeinse Keizer Hadrianus (76-138 n. Chr.), de periode die Yourcenar in ‘Herinneringen van Hadrianus’ niet heeft verteld. Hij verblijft net als Hadrianus in Rome, Napels en Baia, waar de keizer in 138 n. Chr. stierf. In het laatste deel, ‘Lied 3’, beschrijft Keizer Hadrianus zelf zijn laatste dagen. Een mengeling van fictie en historisch/biografische verhaallijnen waarin de nodige paralellen te ontdekken zijn. Stilistisch vaardig en met vlotte pen geschreven, maar door de inhoud, de wisselende verhaallijnen en de verwijzingen naar de Romeinse Oudheid niet eenvoudig. De Nederlandse schrijver Willem du Gardijn (1964) publiceerde eerder ‘Negen raven’, ‘Bevrijding’ en ‘Het grote vakantiepark’. Voor een literair/historisch publiek, in het bijzonder classici.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.