De dochter
Jessica Durlacher
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Het Getij, copyright 2020 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : DURL |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Het Getij, copyright 2020 |
VOLWASSENEN : ROMANS : DURL |
Maria Vlaar
ru/eb/13 f
In 2004 zond de Nederlandse tv Submission uit, een korte film van Ayaan Hirsi Ali en Theo van Gogh over de onderwerping van het vrouwenlichaam aan mannen, in naam van Allah. Hirsi Ali verwierf als Somalische vluchtelinge in 1995 het Nederlanderschap en werd Tweede Kamerlid voor de VVD. Als atheïst en liberaal stelde ze de onderdrukking van vrouwen en de barbaarse traditie van vrouwenbesnijdenis aan de kaak. Twee maanden na de uitzending werd Van Gogh op straat vermoord door een moslimextremist. Hirsi Ali moest onderduiken en werd nog jarenlang beveiligd. De VVD liet haar vallen, en voordat ze als Kamerlid ontslagen zou worden - er viel een kabinet voor - vestigde ze zich in de VS als publiciste, feministe en islamcritica. De smet kleeft voor altijd aan Nederland.
Dat is zeker zo in de ogen van het schrijversechtpaar Leon de Winter en Jessica Durlacher, die zich in 2004 opwierpen als beschermers van Hirsi Ali. Zij hadden, als (klein)kinderen van joodse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, weet van de nood aan een veilig onderduikadres. Jessica Durlacher noemt dat in haar vijfde roman De stem 'bij de rechtvaardigen horen'. Het verhaal van de Somalische met de scherpe pen liet Durlacher nooit los, en werd verweven met de angst die de aanslagen van 9/11 en de moord op Pim Fortuyn veroorzaakten. Deze meervoudige angst vormt de voedingsbodem voor De stem. Maar kennelijk was Hirsi Ali's verhaal Durlacher niet bijzonder of groot genoeg. Want ze heeft Amal, zoals ze in de roman heet, naast Hirsi Ali's uitgesproken dappere opvattingen en prachtige uiterlijk ook nog eens een gouden keel meegegeven.
De gesluierde Amal komt terwijl ze nog in het asielzoekerscentrum woont als oppas in het geprivilegieerde gezin van Zelda, haar tweede echtgenoot Bor Wagschal en hun kinderen terecht. Durlacher laat Amal met een theatrale act The Voice of Holland winnen waardoor ze beroemd wordt; helaas ook bij de extremisten die haar een 'afvallige' noemen en een fatwa uitroepen. Ook de andere gezinsleden zijn méér dan buitengewoon: zoon Philip is niet gewoon slim maar 'briljant', jongste zoontje Sam is een pianowonder dat zonder ooit les gehad te hebben Mozart uit het hoofd speelt, Bor is publicist én gevierd advocaat en Zelda, voortdurend met haar gezin en huishouden bezig, blijkt ook nog een praktijk aan huis als psychoanalytica te runnen. De personages lijken steeds van gezicht te wisselen: soms herkenbaar als Hirsi Ali, Durlacher en De Winter, soms vermeerderd tot Amal, Zelda en Bor. Dat geldt ook voor de spannende intrige die onwaarschijnlijkheid aan waarheidsgehalte paart, en voor de stijl, die voortdurend in overdrive staat: iets is nooit geweldig maar 'geniaal, onverbiddelijk en verzengend', iemand is nooit blij maar 'dolgelukkig'.
Jammer dat Durlacher haar personages en verhaal larger than life gemaakt heeft, maar gelukkig ontneemt het spektakel ons niet het zicht op het aangrijpende verhaal dat eronder schuilt: het intieme relaas van de teloorgang van een gezinsleven. Dat onderwerp is lange tijd uit de literatuur gehouden, maar met schrijvers als Knausgard, Offill en Cusk succesvol geïntroduceerd. 'Het gezinsgeluk is voor mij achteraf de beste van alle vormen van geluk', schrijft ze. Zelda schuwt geen analyse als ze haar gezinsleven reconstrueert en optekent wat haar man en kinderen gedacht en gezegd zouden (kunnen) hebben. Genadeloos ontrafelt ze haar toewijding en opoffering als moeder en echtgenote. Zo houdt zij van Bor omdat die haar beschermde na de zelfmoord van haar eerste man, en ziet ze nu jaloers toe hoe hij Amal beschermt. Haar geliefde oudste zoon, een gewond maar dapper kind, kent vele geheimen voor haar. Ze is bang alles te verliezen en voelt zich zelfs verantwoordelijk voor waar ze niets aan kan doen. Zelda probeert het weefsel van het gezin onder druk en dreiging bijeen te houden terwijl ze tegelijk haar eigen moederlijke rol kritisch onder de loep neemt. Zo gelezen is De stem gelaagder en geslaagder dan als roman over wat Ayaan Hirsi Ali in Nederland is aangedaan. Durlachers stem had in twee boeken klaarder geklonken dan nu in een: een diepgravende gezinsroman plus een vlijmend essay.
De Arbeiderspers, 430 blz., 24,50 €.
Bo Van Houwelingen
ua/an/23 j
Was er een prijs voor de meest omineuze openingsscène, dan won Jessica Durlacher hem met haar nieuwe roman De Stem: het stel Zelda en Bor trouwt in de aanwezigheid van hun kinderen in New York. Op het dak van een wolkenkrabber. Op 11 september. Op honderd meter afstand van de Twin Towers. Waarop ze direct na hun inzegening een vliegtuig zien invliegen. En nog een. Daarna: vluchten, stof, lijken op straat. Een opening als een statement: het is oorlog.
De oorlog is nooit ver weg in het werk van Jessica Durlacher (1961). Haar grootouders stierven in concentratiekampen, haar vader overleefde Auschwitz; het zijn gebeurtenissen die haar romans tekenen, zoals De held, haar laatste, van tien jaar geleden alweer. In die thrillerachtige roman wordt de familie van een Joodse vrouw getart door geweld, bedreigingen en een mysterieus oorlogsverleden. Het boek won de Opzij Literatuurprijs en werd verfilmd met Monic Hendrickx in de hoofdrol.
De Stem is van min of meer hetzelfde kaliber: gelukkig Joods gezin wordt beproefd. Zelda Wagschal is psychoanalytica en moeder van drie kinderen. Echtgenoot Bor is advocaat en schrijver. Hun leven verandert volledig als ze een Somalische moslima als oppas aannemen: Amal. Haar naam betekent hoop.
In oorlog staan goed en slecht tegenover elkaar, of beter gezegd: in verhalen over oorlog is dat vaak zo. Onschuldige Joodse burgers tegenover de nazi's. De terroristen tegenover het vrije Westen. Zelda kan een huivering niet onderdrukken als ze Amal voor het eerst ziet: als een zwarte prinses komt zij de vers besneeuwde (witte!) straat van het gezin binnengeschreden, 'van top tot teen gehuld in doeken uit een andere wereld'. De absolute vroomheid die haar gewaad uitdrukt, laat Zelda niet onberoerd: 'Sinds New York was dat het verlies: de onbevangenheid van de vroomheid van vreemden, en daarmee ten opzichte van alles wat enigszins anders was dan wij, al was er inmiddels toch een hoop tijd verstreken. Vreemdheid had opgehouden louter spannend en interessant te zijn, zoals voorheen.'
Toch raakt Zelda direct betoverd door de wonderlijke Amal en ook Bor en de kinderen zijn dol op haar. Amal is niet alleen bloedmooi, met haar huid 'zo zwart als ebbenhout', haar volle rode lippen en stralend witte tanden, nee, ze is ook nog eens ontzettend slim, grappig, lief, welbespraakt en bovenal een ongelooflijk goede zangeres.
Gestimuleerd door haar oppasgezin geeft Amal zich op voor de talentenjacht De Stem. Tijdens haar op tv uitgezonden auditie doet ze iets spectaculairs. Verklappen wat is zonde, maar laten we zeggen dat de innig devote moslima plots redelijk is geworden, nadat ze onder andere het door Bor geschreven boek In naam van de rede - Waarom we het niet moeten hebben van Jahweh, Mohammed, Christus of Boeddha heeft gelezen. Na haar gewaagde actie ontpopt Amal zich als een bijna te perfecte zingende vrijheidsstrijder; een bizarre kruising tussen Jeanne d'Arc, Ayaan Hirsi Ali en Aretha Franklin. Ze is de absolute natte droom van elke verlichtingsdenker en de nachtmerrie van elke radicale moslim. Ze wordt bedreigd. Ze moet onderduiken. Drie keer raden bij wie.
Zo opgeschreven klinkt het allemaal behoorlijk bedacht, té bedacht eigenlijk. Maar Durlacher weet wat ze doet; tenslotte hanteert ze niet voor het eerst een uitzinnig plot. Geduldig masseert ze het er bij de lezer in door tipjes van sluiers te lichten, door vooruit te blikken naar dramatische gebeurtenissen waarvan we het fijne nog niet te weten krijgen en door verschillende lijnen kundig te vervlechten. Voor je het weet zit je zó in het verhaal dat je niet meer over de geloofwaardigheid ervan nadenkt.
Het is verteller Zelda die De Stem verheft tot meer dan een spannend verhaal over goed en kwaad. Via haar toont Durlacher dat de dingen zo zwart-wit niet zijn. De twijfelende, hypocriete, aardige, beschaafde, redelijke, onredelijke, boze, slimme, naïeve, gekwetste, verveelde, geërgerde, zelfkritische, zelfzuchtige Zelda is het grijs waaraan deze roman zijn geloofwaardigheid ontleent.
Verbeten is de kritiek die ze in gedachten heeft op de islam, oprecht is haar poging zichzelf tot rede te manen. Waarna ze toch moet concluderen dat ze amper in staat is over haar bekrompen gevoelens heen te stappen, om dat dan tóch weer te proberen, daarin te falen en soms te slagen, of niet? Zelda, dat arme gutmensch, natúúrlijk zal ze de bedreigde Amal opvangen, ook al is dat gevaarlijk. Want als je de kans krijgt om écht iets voor iemand te betekenen, in een kwestie van leven of dood nog wel, dan moet je die grijpen, toch? Dolgraag wil Zelda dat geloven.
Tegelijkertijd beseft ze dat ze geen keus heeft, als vrouw van een idealistische echtgenoot, die nooit aarzelt 'het juiste' te doen, en als kleinkind van vermoorde Joden: hoe kun je dan een onderduiker weigeren? Maar van binnen kookt ze: waarom moet Amal eigenlijk zo nodig provoceren, ze is een last voor het hele gezin, ze is veel te aantrekkelijk, ze kost klauwen met geld, ze krijgt te veel aandacht, ze geeft te weinig terug, hoe komt ze van haar af? Om vervolgens weer te huiveren om haar slechte gedachten.
Zo bezien is Zelda de verpersoonlijking van de labiele houding van het verlichte Westen ten opzichte van de radicale islam. We willen zó graag het goede doen - tolerant zijn maar ook principieel, humaan maar ook reëel, niemand kwetsen maar wel vrijuit spreken, ons inleven maar niet goedpraten - maar hóé? De paradox van onze idealen verlamt ons: hoe kun je vechten voor vrijheid en gelijkheid als dat ten koste gaat van precies die idealen?
Durlacher drijft de boel op de spits door de kwestie letterlijk en figuurlijk in de backyard te plaatsen - Amal zit in een huisje in de achtertuin (achterhuis!). Zo haalt zij de dreiging, die voor de meesten van ons ver en enigszins abstract zal zijn, heel dichtbij. Wat als je eigen thuis niet meer veilig is? Hoe belangrijk zijn je idealen nog als het leven van je kinderen in gevaar is? Deze roman geeft geen oplossingen. De oorlog, vertelt De Stem, moet uiteindelijk in ons eigen hoofd uitgevochten worden.
****
De Arbeiderspers; 432 pagina's; € 24,50.
Christiaan Weijts
ru/eb/09 f
*****
Een Joods gezin neemt een Somalische moslima in huis als au pair. Amal blijkt een begenadigd zangeres doet mee aan talentenshow ‘De stem’, en zet het hele land op z’n kop wanneer ze bij haar eerste optreden haar abaja afwerpt en een strakke jurk onthult. In toespraken en krantenstukken manifesteert ze zich steeds prominenter als vrijheidsstrijdster voor onderdrukte moslima’s, wat haar op doodsbedreigingen en fatwa’s komt te staan. Voor wie enigszins vertrouwd is met de recente Nederlandse geschiedenis is de verleiding groot om ‘De stem’, Jessica Durlachers vijfde na tien jaar ‘romanstilte’, als een sleutelroman te lezen. Durlacher is goed bevriend met de controversiële islamcritica Ayaan Hirsi Ali en maakte van dichtbij mee hoe zij doodsbedreigingen kreeg en moest onderduiken. Hoeveel van de werkelijke Ali zit in het personage Amal? Welke trekjes van Leon de Winter, Durlachers echtgenoot, zitten in Bor, de ‘schrijver en advocaat’ die zich in talkshows manifesteert als scherpe islamcriticus? Al snel wordt duidelijk dat de sleutels niet passen, en dat het juist Durlachers bedoeling moet zijn geweest om haar particuliere geschiedenis op te tillen tot iets universelers. Gelukkig is het boek zo doeltreffend geschreven dat je die drang tot waarheidsvinding uiteindelijk laat varen. Hang die sleutelbos maar terug, en laat je meevoeren in een film die je steeds dieper de fictie in trekt. Want filmisch is het, zoals vaker bij Durlacher. Het is niet moeilijk je een meerdelige Netflix-bewerking voor te stellen, vanaf de explosieve proloog – een huwelijk op een dak in New York, waar ze getuige zijn van de aanslag op de Twin Towers – tot aan het longshot van het Capitool, waar Amal een ererol heeft bij de inauguratie van de nieuwe president, niet toevallig een vrouw. De cirkel is rond, en daartussen zijn we mee gedenderd in een strak ingerichte plot, met precies gedoseerde vooruitwijzingen, een perfect gevoel voor timing en tactisch opgetuigde suspense. Het is een boek volgens het boekje, een schoolvoorbeeld van goed vertellen, waarbij het meer om het ‘wat’ gaat dan om het ‘hoe’, meer om effect en inhoud dan om stijl en stem. Dat ‘wat’ is vooral de psychologische en minder de politieke inhoud, wat een goede keuze is. Door de afvallige moslima als zangeres op te voeren, verschuift Durlacher de aandacht van de politieke dimensie naar die van media en glamour. Zo vermijdt ze de valkuil van het dunnetjes overdoen van het ‘islamdebat’, en kan ze een intiemer, persoonlijker drama opvoeren: welke impact heeft de ondergedoken vrijheidsstrijdster op het gezin, op hun huwelijk, op de kinderen? Toch wordt ‘De stem’ het sterkst wanneer de achtbaan even pauzeert en vertelster Zelda een stap opzij doet voor reflectie en introspectie, wat zorgt voor indringende passages met twijfel en tegenstrijdige gevoelens. Die laag van de roman laat zich niet zomaar in twee, drie zinnen navertellen: daar begint de literatuur. Is haar streven om rechtvaardig te zijn de prijs wel waard? Tegelijk schaamt de gutmensch in Zelda zich juist steeds weer voor zulke gedachten. Dat is de psychologische verdieping die je in de plotgedreven, met dialoog overladen hoofdstukken weleens mist: de momenten dat de roman boven alle behagende vakkundigheid uitstijgt tot iets uitzonderlijks. Van mij hadden ze net iets talrijker en uitgebreider mogen zijn, de passages als deze, wanneer Zelda Amal aanbiedt bij hen te schuilen: ‘Ik moest er bijna van huilen, zo zeker wist ik dat we nu en hier een bedreigde vrouw zouden helpen onderduiken. Wachtte ik niet al mijn hele leven op zo’n kans? Boete voor de jaren in vrijheid, zonder oorlog, voor alles wat we niet hadden hoeven ondergaan, alles wat ze mijn grootouders en mijn vader hadden aangedaan en ons nog niet. Straf die we verdienden omdat we waren geboren.’
Renate Sun-Louw
De welgestelde Zelda en Bor nemen een Somalische vrouw uit het nabijgelegen asielzoekerscentrum als oppas in dienst, Amal. Ze blijkt slim te zijn en over een geweldige stem te beschikken. Ze krijgt de kans mee te doen aan een talentenshow op televisie. Tijdens de eerste uitzending ontdoet ze zich van haar bedekkende gewaden en doet uitspraken over de islam. Het gebaar brengt gebeurtenissen op gang die Zelda’s leven ondersteboven gooien. Zelda blikt terug op deze periode en de weerslag ervan op haarzelf, haar man en haar kinderen. Durlacher neemt het innerlijk geworstel van Zelda zeer gedetailleerd onder de loep. Daarbij schetst ze een beeld van het Nederland uit de roerige periode rond de moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh. De roman is geïnspireerd op de periode dat Jessica Durlacher bevriend was met de bedreigde politica Ayaan Hirsi Ali, maar een sleutelroman is het niet. Dit is de eerste roman van Durlacher sinds ‘De held’ (2010). Haar debuutroman ‘Het geweten’ werd meermaals bekroond.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.