Fermina Marquez
Valéry Larbaud
Valery Larbaud (Auteur), Katrien Vandenberghe (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij De Arbeiderspers, © 2021 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : LARB |
Marijke Arijs
i /un/26 j
Valery Larbaud (1881-1957) was een van de laatste schrijvers die niet hoefden te werken voor de kost, maar dat toch deden, uit liefde voor de literatuur. Als erfgenaam van de bron Saint-Yorre in Vichy zat de auteur goed in de slappe was. Zijn vader overleed toen hij acht was en zijn zoon leefde jarenlang van een royaal maandgeld. Pas toen zijn moeder het loodje legde, kon hij over zijn hele erfenis beschikken en brak het rijk der vrijheid aan. Dat was helaas van korte duur. Op zijn 54ste werd de schrijver geveld door een beroerte. Tot aan zijn dood, 22 jaar later, zou hij eenzijdig verlamd en afatisch blijven.
Zijn oeuvre is al met al vrij bescheiden, want als vertaler en essayist had deze 'geheim agent van de letteren', zoals Jean Cocteau hem noemde, het druk met het introduceren van andere literatoren in het Franse taalgebied.
Geldzorgen had Larbaud niet, maar gezondheidsproblemen des te meer. Van kleins af was hij in kuuroorden te vinden, waar hij zijn hart placht te verliezen aan kleine meisjes van buitenlandse origine. Zijn Kinderscènes dragen de sporen van die verliefdheden. Kinderen en jongeren op de drempel van de volwassenheid spelen de hoofdrol in deze verhalen, die in 1918 in boekvorm verschenen. André Gide noemde ze 'pure tover' en Marcel Proust was een jaar na zijn lectuur nog steeds niet goed van Het hakmes, over een jongetje dat zichzelf verwondt omdat het verliefd is op een herderinnetje met een litteken. Toch waren deze vertellingen nooit eerder integraal in het Nederlands vertaald. Katrien Vandenberghe bracht daar verandering in.
De jonge personages zijn van het dromerige type en hebben een godsgruwelijke hekel aan de nuchtere wereld van de volwassenen. Ze hebben de leeftijd waarop je in het marmer van de schoorsteenmantel nog geheimzinnige gezichten ontdekt die erom smeken te worden onttoverd en ze zijn net zo licht ontvlambaar als de schrijver zelf. De kleine Rose Lourdin wordt bijvoorbeeld verliefd op een ouder, mooier en zelfverzekerder kostschoolmeisje en de achtjarige Milou, het zoontje van een fabrikant van landbouwwerktuigen, valt op een herderinnetje. Een jongen maakt in zijn verbeelding een boswandeling terwijl hij in een leunstoel zit te wachten op zijn leraar notenleer, en met sublieme ironie wordt beschreven hoe goede voornemens om vakantietaken te maken in de schoolvakantie smelten als sneeuw voor de zon. Drie kinderen beleven een epische zomer in de tuin van een villa op het Franse platteland, die verandert in een oerwoud vol geheimen en avonturen, waar ze ontdekkingsreizen ondernemen, continenten verkennen en een wereldrijk stichten. Het einde van dat glorieuze tijdperk betekent meteen ook het einde van hun kinderjaren. Hun verbanning uit het aards paradijs gaat gepaard met een ontluikend klassenbewustzijn. Want op een dag verliezen de kleintjes hun charme en hun onschuld, tot groot verdriet van de verteller, die treurt om het onverbiddelijke verglijden van de tijd.
Vooral in het beschrijven van kleine meisjes kende Larbaud zijn gelijke niet. Net als Lewis Carroll had hij een zwak voor jonge nimfen en lang voor Nabokov beschreef hij lolita's, zij het niet om dezelfde redenen. 'Laat me de draad van mijn kindertijd oppakken waar ik was gebleven', verzucht de schrijver in het autobiografische Gwenny-all-alone. 'Want ik heb er genoeg van om al jarenlang voor volwassene te spelen.' Dat verhaal, waarin hij zichzelf neerzet als een arme vrijgezel die ertoe gedoemd is op een afstandje van andermans kinderen te houden, werd destijds niet opgenomen in de bundel. Er kon namelijk uit worden afgeleid dat hij zich inmiddels tot het katholicisme had bekeerd, iets wat zijn protestantse moeder niet mocht weten.
De jeugdjaren van deze halve wees met zijn broze gezondheid zullen vast niet idyllisch zijn geweest, maar toch is Larbaud altijd blijven terugverlangen naar de vredig voortkabbelende dagen van toen. De auteur kon zijn draai niet vinden in de grotemensenwereld en wist als geen ander wat er omgaat in een kinderhoofd. Hij beschreef de verbeeldingswereld van het jonge volkje van binnenuit, met een verbluffend inlevingsvermogen en een peilloze psychologische diepgang.
VALERY LARBAUD, Kinderscènes. Vertaald door Katrien Vandenberghe, De Arbeiderspers, 240 blz., 22,50 €. Oorspr. titel: 'Enfantines'
Wineke De Boer
i /ul/10 j
Een volwassen man die verhalen schrijft over kleine jongetjes en meisjes, daarbij krijg je in eerste instantie een wat naar gevoel. Dat laat je meteen varen als je begint in Kinderscènes van Valery Larbaud (1881-1957): dandy, reiziger, vertaler, boekenwurm en noeste schrijver. Vertaler Katrien Vandenberghe geeft een indruk van zijn leven in het nawoord bij deze mooie eerste Nederlandse vertaling van negen verhalen met kinderen in de hoofdrol. Larbaud kan zich perfect in hen verplaatsen en vangt ze op cruciale, initiatie-achtige momenten (waarvan er talloze zijn in een kinderleven). De 9-jarige Milou wordt verliefd (over dit verhaal, 'Het hakmes', schreef Proust aan Larbaud dat hij er 'een jaar later nog steeds niet goed van' was), de 14-jarige Eliane kan niet wachten tot ze een lange rok aan mag om een jongedame te zijn. Vaak speelt klassenverschil een rol. Marcel wantrouwt zijn vriendjes nadat hij een zomer lang met hen heeft gespeeld: ze doen vast alleen aardig omdat hij de zoon is van de fabrieksbaas. Prachtig gecomponeerde, charmante en licht melancholische verhalen.
Kinderscènes, Valery Larbaud.
Uit het Frans vertaald door Katrien Vandenberghe. De Arbeiderspers; € 22,50.
Matthieu Kockelkoren
Valery Larbaud (1881-1957) was het enige kind van de schatrijke eigenaar van het bronwater in Vichy. Door een fragiele gezondheid cultiveerde hij een dromerige eenzaamheid en later een grote reislust als luxueuze vlucht uit zijn verstikkende milieu. Zijn kleine oeuvre wordt gekenmerkt door ironische reisobservaties en herinneringen aan jeugd en schooltijd met als hoogtepunt de roman ‘Fermina Márquez’. In ‘Kinderscènes’ observeert hij zichzelf maar vooral jonge kinderen bij hun spel totdat ze door hun moeder weer binnengeroepen worden en hij bij zijn fantasie verder te rade gaat. In het laatste verhaal geeft hij het geheim prijs van zijn inspiratie: hij belijdt er zijn weerzin tegen de wereld van de volwassenen en een ongeneeslijke heimwee naar zijn jeugd. Prachtige vertaling en verhelderend nawoord.
Ger Leppers
us/ug/07 a
We zijn allemaal kind geweest, we hebben allemaal wel enkele messcherpe herinneringen aan die jonge jaren. Toch krijgt die tijd als je ouder wordt iets verwegs en mysterieus. Alsof je ooit in een ver werelddeel hebt gewoond, met andere zeden en gewoonten. Als weinig anderen is het de Franse schrijver Valery Larbaud (1881-1957) in zijn verhalenbundel Kinderscènes gelukt om de kindertijd, dat verzonken Atlantis, voor zijn lezers opnieuw tot leven te wekken, en te laten zien hoe complex en rijk het kinderlijk gedachteleven is, hoe de kindergeest aan het kleinste genoeg heeft om een hele wereld tevoorschijn te roepen. En hij doet dat op een mooie ingehouden toon, zonder ook maar één moment in de valstrik van de sentimentaliteit te trappen.
Valery Larbaud had een beperkt maar wel zeer trouw publiek, dat zich tot op de dag van vandaag steeds heeft vernieuwd. Een bemiddeld man was hij, die graag en vaak anderen hielp om te stralen. Zo zette Larbaud de puntjes op de i van de Franse vertaling van James Joyces Ulysses en vertaalde hij zelf verschillende werken van de door hem bewonderde William Butler in het Frans. Ook presenteerde hij jarenlang, in een gestage stroom van voorwoorden en essays, schrijvers wier werk hij belangrijk vond aan het Franse publiek.
Overweldigende bevliegingen
Larbauds eigen scheppend werk is, door die inzet voor anderen en later door een hersenbloeding die hem in 1935 trof, vrij gering van omvang gebleven. Maar het blijkt nog steeds bijzonder de moeite waard. Zijn proza treft door de precisie in de waarneming en verwoording, en een discreet gevoel voor ironie. Het is ook nu nog zo fris als het klaterende water van een bergbeek.
Ook Larbauds poëzie mag er overigens wezen. Niet zo heel lang geleden publiceerde uitgeverij Vleugels onder de titel Barnabooth een bundel door Paul Claes vertaalde gedichten die een heel mooi kijkje bieden op de eerste fase van het modernisme.
De ruim een eeuw geleden in Frankrijk verschenen en nu integraal vertaalde bundel Kinderscènes toont de schrijver op zijn best. Het zijn negen nagenoeg plotloze schetsen uit kinderlevens. Op basis van jeugdherinneringen en waarnemingen toont de schrijver hoe wonderbaarlijk, betoverend maar soms ook hard het kinderleven is, maar ook de alles overweldigende bevliegingen en door volwassenen niet opgemerkte, hevige teleurstellingen, de soms vreemde combinatie van sentimentaliteit en hardvochtigheid.
Te slim af
Larbaud laat zien hoe de kinderen uit zijn verhalen leven in een wereld waar hun ouders geen weet van hebben. Zij bewonen een soort parallel universum buiten het bereik van de volwassenen, een wereld waarin de kinderen de ouderen vaak - op hun eigen eenvoudige manier - te slim af zijn. Die vroege kinderwereld wordt nog maar door relatief weinig zaken bevolkt. Die kleinigheden krijgen daardoor in het kinderperspectief een ongekend reliëf en leggen dan ook een groot beslag op hun gedachten en gevoelens. Leemtes in hun leven worden door kinderen opgevuld met denkbeeldige vriendjes die hen in hun dagelijkse doen begeleiden, en met in hun fantasie tot leven gebrachte vlekken in het marmer van de schoorsteen.
Ruimtes krijgen in kinderogen een verrassende dimensie. In het verhaal 'Het Grote Tijdperk' laat Larbaud zien dat een grote tuin voor een paar kinderen wekenlang een wereld kan zijn, waarin zij elkaar als naties beoorlogen. En een vergelijkbare rekbaarheid als voor de ruimte geldt voor de tijd: die lijkt eindeloos te duren. In het verhaal 'Vakantietaken' wordt het huiswerk dat Franse kinderen traditioneel meekrijgen voor de lange zomervakantie alsmaar uitgesteld, ondanks steeds weer nieuwe goede voornemens. Er wordt meer energie gestoken in dat uitstellen dan in het werk zelf, dat uiteindelijk dan ook maar niet wordt ingeleverd.
Mooi is ook de manier waarop Larbaud de tegelijkertijd kuise en totale, overweldigende erotiek van de puberteit in woorden weet te vatten: "Ik heb geen idee hoe dit begon, maar ik hield van haar leven. Elke druppel van haar bloed was me lief. (...) En op een keer kwam het besef dat ik meer van haar hield dan ik van mijn eigen moeder en mijn zusjes had gehouden." De toon is hartstochtelijk, maar dankzij de ironische presentatie van Larbaud weet de lezer ook dat deze hartstocht geen lang leven beschoren zal zijn.
Delicatessen
Al even prachtig zijn Larbauds sfeerbeschrijvingen: "Met vogelgezang, rust en verre kinderkreten werd het avond; vreedzaam vlijden de schaduwen zich neer tussen de stenen trappen en balkons van het oude klooster, als om er altijd te blijven slapen." Met zulk mooi, zuiver proza is de verleiding groot om te blijven citeren. Bij Larbaud verveel je je als lezer geen moment, zijn zinnen zijn als delicatessen die het lekkerst zijn als je ze lang op de tong proeft.
Vert. Katrien Vandenberghe. Arbeiderspers; 223 blz. € 22,50.
"Ik vond het fijn om te worden berispt. Ik geloof dat ik vaak expres iets deed wat niet mocht om te worden berispt. Niet dat het me geen pijn deed, hoor, integendeel. De eerste keer bestierf ik het bijna. Het was tijdens het avondeten. De juf gaf me een standje omdat ik me niet netjes gedroeg. Ik had mijn trots en dacht dat haar reprimande me minder zou raken als ik deed alsof ik er niet zwaar aan tilde. Ik glimlachte, als om te zeggen: "Ja juf, het heeft niets te betekenen en u wilt me vast geen pijn doen, daar bent u te aardig voor!"
"(...) Met ontsteld gelaat vloog ze plotseling op me af, schold me uit voor brutaal nest en riep dat ze die manieren niet zou dulden. Ik was twaalf en voelde dat ze net zo boos op me was als ze op een vrouw van haar leeftijd had kunnen zijn."
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.