Het diner
Herman Koch
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
2 items aanwezig |
Ambo|Anthos, © 2021 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : KOCH |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Ambo|Anthos, © 2021 |
VOLWASSENEN : ROMANS : KOCH |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Ambo|Anthos, © 2021 |
VOLWASSENEN : ROMANS : KOCH |
Sam De Wilde
te/ep/04 s
Nadat Herman Koch vorig jaar met Finse dagen zowat zijn persoonlijkste (en misschien wel beste) roman ooit afleverde, had de Nederlandse successchrijver van Zomerhuis met zwembad (2011) en Geachte heer M. (2014) overduidelijk zin in iets anders. Iets brutaler. In zijn nieuwe roman rekent de deeltijds in Barcelona verblijvende auteur genadeloos grappend af met de voltallige Nederlandse filmwereld, het massatoerisme en oude mannen die graag jonge meisjes bevaderen.
De bestverkopende auteur van Nederland zit met zijn voortjakkerende zinnen wel vaker de actualiteit op de hielen. Getuige daarvan het in meer dan dertig talen vertaalde Het diner (2009), over een zinloze geweldsuitbarsting van enkele jongeren met gegoede ouders. Toch wilde Koch met zijn nieuwe verhaal over een bejaarde regisseur die in de ban raakt van een tienermeisje naar eigen zeggen geen clichéverhaal uit het MeToo-tijdperk schrijven. Gelukkig, want uit Een film met Sophia blijkt vooral dat de 67-jarige schrijver aan die maatschappelijke discussie niet zo heel veel heeft toe te voegen. Ook over massatoerisme heeft Koch weinig te melden dat Ilja Leonard Pfeijffer niet eerder, uitvoeriger en breedsprakiger in Grand Hotel Europa behandelde.
Rest nog de Nederlandse filmwereld, waar cinefiel Koch (die nooit onder stoelen of banken heeft gestoken dat hij de adaptatie van Het diner niet bepaald tot een hoogtepunt van de zevende kunst rekent) nog een eitje mee te pellen had. De schrijver hakt er lustig op los. Het acteursgilde noemt hij 'het meest verwende, zelfingenomen deel van de Nederlandse samenleving' en leden van filmcommissies verdienen stuk voor stuk een kogel door het hoofd. 'De kans dat die kogels ergens in die hoofden op één originele, eigen gedachte zouden stuiten, is te verwaarlozen.' De verteller van Een film met Sophia is dan ook een losjes naar Paul Verhoeven gemodelleerde regisseur op leeftijd die geen blad voor de mond neemt. Al valt te vermoeden dat de zelf ook niet bepaald in schroomvalligheid uitblinkende Verhoeven doorgaans net iets minder wild gal spuwt.
Het is meteen het grootste bezwaar bij Kochs nieuwe roman. De auteur sluit zijn lezers op in het hoofd van een onsympathiek personage dat fantaseert over hoe hij een vaderfiguur voor de tienerdochter van een vriend kan worden terwijl hij voortdurend zit te jammeren over de subsidies voor zijn minder getalenteerde vakbroeders. Bij momenten krijg je het gevoel een eindeloos interview met Jan Verheyen te lezen. Nu hoeven romanpersonages uiteraard geen vrolijk fluitend door het leven huppelende goedzakken te zijn, maar bij andere schrijvers krijgt de lezer voor zijn verplaatsing in de geest van een politiek incorrecte zuurpruim met gevoelens voor minderjarigen doorgaans iets in de plaats.
RazeNde monoloog
Net wanneer je Kochs lightversie van Lolita, zo rond pagina 100, wilt wegleggen omdat de auteur jouw verplichte aanwezigheid in het hoofd van een fulminerende filmmaker weigert te belonen met een dieper maatschappelijk inzicht of enige talige uitbundigheid laat Koch de, toch al weinigzeggende, plot even voor wat hij is en verliest hij zich pagina's lang op heerlijk komische wijze in een razende monoloog waarin alles van de Radetzkymars tot schansspringen en het operagebouw van Sydney een veeg uit de pan krijgt. In zulke passages komen de vaart en vaardigheid waarmee Koch zijn lezers door zijn ongekunstelde zinnen jaagt pas echt tot hun recht.
Herman Koch blijft een vakman die met voelbaar genoegen, zelfvertrouwen en een lekker vilein gevoel voor humor achter zijn schrijftafel kruipt. De manier waarop hij met zijn toegankelijke stijl tegen actuele thema's aanschuurt, maken van hem de ideale schrijver voor lezers die zich graag wereldwijs tonen zonder teveel moeite te moeten doen op het blad. Dat je zinnen van Koch nooit tweemaal na elkaar hoeft te lezen, komt omdat ze met precisie zijn neergepend, maar ook omdat ze zelden ideeën bevatten waar je iets langer bij stil wilt staan.
Een clichéverhaal over MeToo is Een film met Sophia zeker niet geworden, maar echt beklijvende literatuur is het nu ook weer niet.
Ambo/Anthos, 280 blz., 22,99 € (e-boek € 14,99).
Bo Van Houwelingen
te/ep/18 s
Het is het morning-aftermomentje in talloze films: meisje met nog slaperige ogen verschijnt in een groot shirt waar haar lange blote benen onderuit steken. Je weet genoeg: dat shirt is van de man met wie ze de avond ervoor naar bed is geweest. Schrijver Herman Koch (1953) gebruikt het beeld in zijn nieuwe roman, Een film met Sophia, om de lezer te laten geloven dat zijn hoofdpersonage, de oudere filmregisseur Stanley Forbes, het gedaan heeft met de piepjonge actrice Sophia.
Wie meer van Koch heeft gelezen weet dat niets is wat het lijkt, in zijn boeken. Zijn bestseller Het diner (2009) begint met dat etentje in dat protserige restaurant om vervolgens nogal verrassend te ontsporen. Een gemoedelijke vakantie mondt uit in dood en verderf in Zomerhuis met zwembad (2011). De holle frasen uit het Boekenweekgeschenk Makkelijk leven (2017) zijn ironische kritiek op het zelfhulpboekgenre. Zelfs in Finse dagen (2020), Kochs meest serieuze roman, draait het vaak om de vraag wat nou 'waar' is en wat niet. Kochs vertellers zijn notoir onbetrouwbaar. Dus wat moeten we van Stanley denken als hij vertelt over Terug naar huis, met Sophia in de hoofdrol?
Tot in detail beschrijft hij zijn film, zijn eerdere films en óók de films die hij uiteindelijk niet eens heeft gemaakt. Behoorlijk saai: 'De tweede verhaallijn is die van een ouder echtpaar...' 'Wat ik wel heb gedaan in de montage...' 'Ik moest ook nog een hele discussie met de kledingafdeling voeren...'
Pagina's lang gaat hij door over waarom hij Sophia uit de film gaat knippen, om dat vervolgens toch maar niet te doen - iets wat de lezer allang weet. De hele uiteenzetting doet aan als opvulling, zoals wel meer: twee keer wordt beschreven hoe vogels aanvallen op een hamburger, twee keer een uitleg over iconische gebouwen, twee keer de klaagzang over filmsubsidiecommissies. Het zijn geen functionele of literaire herhalingen, bedoeld om iets te benadrukken of een bepaalde sfeer neer te zetten, het lijken eerder slordigheden. Als lezer ga je zitten terugbladeren: dit-heb-ik-toch-nét-al-gelezen?
Verbijsterend vaak zegt Stanley 'zoals gezegd', waarna hij zegt wat hij inderdaad al gezegd heeft. Voortdurend benoemt hij dat wat overduidelijk is nóg een keer: 'Morgen is het 1 januari. De eerste dag van het nieuwe jaar.' Joh. 'Het is twaalf uur. Het begin van de middag.' Weten we, dat bleek al uit de context. Of: 'De feestdagen. Ja, het is feest, feest zal het worden, of je nu wilt of niet. Mij staat vooral het gedwongen karakter van de feestdagen tegen. Je moet. Je kunt niet anders. Vluchten heeft geen zin.' Ja-ha, we get the point.
Stanley is een typische boomer, een zelfgenoegzame oude man die de ruimte neemt om eens even flink uit te weiden, in de heilige overtuiging dat iedereen geïnteresseerd is in alles wat hij te vertellen heeft. Misschien zouden we dat zijn geweest als hij zich op een scherpe, originele of sprankelende manier uitgedrukt had, maar hij gebruikt cliché na cliché. Voor dingen worden 'stokjes' gestoken, zaken worden 'uit de doeken' gedaan, gedachten 'buitelen' over elkaar heen, er wordt van woede 'gekookt', opluchting maakt zich 'meester', een rol past als 'een oude jas', ideeën hebben niet veel 'om het lijf'.
In feite is Koch blijven doen wat hij met Jiskefet al deed: clichés gebruiken in de hoop dat erom gelachen kan worden. En ja, we hebben gelachen om de door Koch gespeelde kantoorsukkel Jos, corpsbal Kerstens en inspecteur Tampert. En ook om die aanstellerige ober in Het diner en andere overdreven personages. Maar zoals de cliché-uitdrukkingen in deze roman alleen nog gemakzuchtig schrijven verraden, zo lijkt ook Kochs persiflagegave uitgewerkt.
De types die hij in deze roman opvoert zijn allang afgedragen. De drammerige vrouw uit de filmsubsidiecommissie is natuurlijk 'van middelbare leeftijd' en behept met de verplichte bril met fluorescerend montuur. Theaterbezoekers dragen allemaal 'gekke' kleren. Toeristen zijn barbaren in korte broeken die alleen maar foto's maken maar nergens echt naar kijken. We wéten het allemaal al. Het is niet meer grappig of origineel om het te benoemen.
Koch heeft geprobeerd spanning op te roepen door in het midden te laten wat Stanleys bedoelingen met Sophia zijn. #MeToo of geen #MeToo, dat is de vraag. Het is net genoeg om de roman de schijn van maatschappelijke relevantie mee te geven. Maar Sophia is zo'n afgevlakt personage - haar voornaamste bezigheid is mooi zijn en dromerig glimlachen - dat er bij haar simpelweg niets kán schuren.
Het enige wat mij aan het lezen hield, was de hoop dat er een moment zou komen waarop er CUT! zou worden geroepen, en dat Koch vervolgens grijnzend achter de schermen vandaan zou stappen om een spectaculaire plottwist te onthullen. Zoals dat het verhaal éígenlijk over dementie gaat - de mogelijkheid is echt even door mijn hoofd geschoten: Stanley valt in herhaling en wauwelt maar door omdat hij zijn verstand verliest, vandáár!
Helemaal op het eind doet Koch dan toch nog een poging de boel in een ander licht te zetten. Ik zal niet verklappen hoe, al valt er aan deze roman eigenlijk weinig te spoilen.
**
Ambo Anthos; 275 pagina's; € 22,99.
Willem Nijssen
De personages (minstens middenklasse, vaak hoger) bij Herman Koch (1953) hebben meestal een heimelijke kant. Alsof we ze betrappen in pyjama. Hun geestelijke toestand is vaak bedenkelijk, blootgelegd door een lastig incident, negatieve emoties of uit opzettelijke contramine. Het zijn personages die intrigeren, maar ook wel irriteren. Hun boude, ‘reactionaire’ ideeën en uitspraken zijn niet ‘politiek correct’, wel vermakelijk soms, en het is ‘best lekker’ dat iemand ze durft te denken. Zijn romans lezen vlot. De hoofdpersoon van ‘Een film met Sophia’, de oudere regisseur van die film, ligt op oudjaar op de bank. Hij ergert zich aan alles, heeft geen zin in feestelijkheden, bedenkt hoe hij kan ‘verdampen’. De veel jongere steractrice van zijn film is bij hem in huis. Teruggaande in de tijd horen we hoe dat jonge meisje is ‘gecast’, over concept en moeizame realisatie van de film, over rivaliteit tussen regisseur en mannelijke tegenspeler. Toch loopt het verhaal anders dan je ondertussen (#MeToo) aan het bedenken was. Gevolg: je krijgt toch wat begrip en sympathie voor een moeilijk mens. De auteur is bekend van o.a. ‘Het diner’ (2009), 'De greppel' (2016) en 'Finse dagen' (2020).
Lieke Kézér
te/ep/04 s
In de documentaire Echt Herman Koch, uit 2017, vergelijkt Michiel Romeyn zijn jeugdvriend met een Mexicaanse sluipschutter. Hij schetst het beeld van Koch die in een hangmat een tequilaatje drinkt met 'een sigaartje in zijn waffel', ondertussen achteloos vurend op voorbijgangers. Een Jiskefetiaans beeld. In dezelfde film noemt schrijver P.F. Thomése Koch bescheiden, aardig en wellevend, 'maar een beest achter zijn schrijftafel'. Ontregelen, daar is Koch meester in, de lezer met een sardonisch genoegen tot zijn speelbal makend.
In Een film met Sophia is Stanley Forbes aan het woord, een sterregisseur à la Paul Verhoeven, controversieel en gelauwerd. Het belabberde Nederlandse filmklimaat heeft hem jaren geleden naar de Verenigde Staten doen vluchten, een vlucht 'als die van de Russische schrijvers die in de twintigste eeuw de Sovjet-Unie verlieten omdat ze anders niet konden schrijven wat ze wilden'. De filmcommissies die zijn scenario's met hun 'vieze vingers' besmeurden, de Nederlandse acteurs en actrices die 'niet kunnen acteren' en die zo desperaat proberen hun personage te 'voelen' in plaats van gewoon te doen wat er in het script staat; 'De filmmaker in Nederland is als de wesp die het cola-flesje binnenvliegt maar de weg terug door de smalle halsopening nooit meer zal vinden.'
Tirades, daar stikt het van in Een film met Sophia, dat is typisch Koch. Zijn bespiegelingen over kindvriendelijke restaurants, de toneelwereld met zijn opgepimpte Shakespearestukken en zes uur durende monologen en, serieuzer, over het massatoerisme, zijn geestig en schuren. Tóch verliest Koch soms zijn scherpte, bijvoorbeeld als hij zijn vizier richt op fotograferende Chinese toeristen, of op het met wonderlijke brilmonturen getooide theaterpubliek, dan ligt het cliché op de loer. Sowieso is het ook wel érg veel drift. Een film met Sophia leest als één lange tirade tegen de betutteling en vertrutting, tegen de steeds verdergaande inperkingen van de artistieke vrijheden van de kunstenaar. Het verhaal sneeuwt er enigszins door onder.
Forbes is een oude man inmiddels, maar een vos die zijn streken nog niet verleerd is, zo blijkt als hij de zestienjarige Sophia impulsief de hoofdrol aanbiedt in een film. Acteeraspiraties heeft Sophia niet, net zomin als Forbes een scenario paraat heeft, maar hij ziet haar en wil haar 'hebben'. Op het witte doek of tussen de lakens, dat is de vraag. Is Forbes de grootvaderfiguur die hij claimt te zijn, of een oude viespeuk? De schijn heeft hij alvast tegen; Forbes is nogal een kwal, zelfingenomen, seksistisch en kleinzielig. Als Sophia's tegenspeler (die tevens met gemak haar opa zou kunnen zijn) ook valt voor de Bambi-ogen van het tienermeisje, komt het dreinende kind in de regisseur naar boven.
Twee oude kerels smachtend naar een minderjarig meisje! Zou Een film met Sophia een scenario zijn dan zou het verhaal waarschijnlijk nooit langs een filmcommissie komen, de karakters immers niet sympathiek genoeg, het onderwerp te omstreden. Gelukkig is dit een roman en Koch nog altijd een auteur die maling heeft aan tere zieltjes: 'Zo zou het ook met een film moeten zijn, met een boek, een schilderij, een balletvoorstelling. Op de vraag van een commissielid waarom er voornamelijk negatieve karakters in je scenario zitten en wat je daar precies mee bedoelt, zou je je moeten kunnen beroepen op het recht om geen nadere uitleg te geven. Wat ik bedenk, wat ik schrijf, wat voor film ik straks ga maken, dat is allemaal privé, dat gaat werkelijk niemand ook maar ene sodemieter aan.'
Ambo Anthos; 304 blz. €22,99.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.