Rue des regrets : verhalen
David Troch
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Vrijdag, 2021 |
VERDIEPING 4 : TAALPUNT NEDERLANDS : TROC |
Louis Smit
Bundel van een Vlaamse dichter (1977) die stadsdichter van Gent was en die ook een verhalenbundel publiceerde. In 2012 won hij de eerste prijs in de Turing Gedichtenwedstrijd. Over zijn winnende gedicht ‘wij waren geen jongens’ zei de jury dat je zweet en modder ruikt en dat het een herinnering aan de jeugd is zonder plek voor heimwee. Deze bundel is ook bij tijden 'lichamelijk' maar eerder erotisch. Sommige gedichten doen in toon en vergelijkingen denken aan de subtiele schoonheid van het Hooglied. Ze spreken tot de verbeelding en zijn doordacht. Ook zijn ze op een prettige manier tijdloos, met een aan de natuur ontleend decor en zonder storende hedendaagse realia. Met een aantal van 77 gedichten, waaronder enkele bladvullende, krijgt de lezer ook nog eens waar voor zijn geld. Rijm ontbreekt. Zo ook hoofdletters, omdat de dichter daar een hekel aan heeft. Bijzonder is dat elk gebruikt woord bestaat uit één lettergreep, met soms een kinderlijk en huppelend effect. De bundel zal poëzieliefhebbers aanspreken die houden van fijnzinnigheid en openstaan voor dichttechnische innovatie.
Janita Monna
rt/aa/13 m
Wat valt u op in de volgende regels? 'zie: zon zwemt in zee,/ lokt golf na golf naar zich toe/ en splijt die dan, crawlt de zee vol schuim/ tot ze het zat is en op het strand stapt'. Zeker, al die s- en die z-klanken, alsof de zee van de pagina ruist; en dat beeld van die zwemmende zon prikkelt ook. Maar er is nog iets anders. Inderdaad: in deze paar regels zijn alleen woorden gebruikt van één lettergreep. Toeval denkt u misschien? Nee, David Troch schreef een hele bundel vol zogeheten 'eenlettergreepgedichten': voor jou wou ik een huis zijn. Troch, een Vlaming, kreeg in Nederland bekendheid toen hij in 2012 de Turingwedstrijd voor het beste gedicht won. Ook was hij stadsdichter van Gent.
Eenlettergrepige woorden roepen natuurlijk meteen herinnering op aan eerste leeservaringen, maan, roos, vis. Maar wat Troch doet, is in de verte ook verwant aan Oulipo. Net als de groep Franstalige schrijvers, onder wie George Perec en Raymond Queneau, legt hij zichzelf beperkingen op, en is zijn eenlettergreepgedicht meer dan alleen taalspel. Want Trochs werk verhaalt over de 'grote dingen des levens'. Over het verlangen naar nieuwe horizonnen, over de breekbaarheid van de mens, ouder worden, de dood, over vogels en hoe ze zingen, over kinderen, over liefde, veel liefde. Zo kan verliefdheid klinken in woorden van één lettergreep: 'het blaast het stof uit je ziel./ het daalt naar je buik waar het wild in het rond draait. je rolt en tolt/ stijgt op, vliegt. het liegt er niet om. het is groots. zo groots/ dat het te klein voor je lijf lijkt'.
Troch buit de beperking uit. Hij varieert in ritme, laat woorden slepen en rennen, hij varieert in toon, schrijft speels, verheven, nuchter. Onnadrukkelijk vervlecht hij kinderspelletjes, literatuur, soepel weeft hij een oneindige lijst aan spreekwoorden en uitdrukkingen in een tien pagina's lang eenlettergreepwoorden gedicht.
Er staat veel zon, maan, zee, berg, boom in de bundel, dat maakt het werk aangenaam concreet. En al moet Troch ervoor waken dat zijn regels vlak worden, en nu en dan afbuigen richting Happinez-achtige tegeltjeswijsheden, daar staan beeldende zinnen als deze tegenover: 'als de nacht in de dag sluipt en al het licht/ uit de lucht zuigt'. Met woorden van één lettergreep.
Janita Monna schrijft wekelijks over poëzie.
vloed
het valt en het valt maar uit de lucht en je rent
en je rent maar en ik ren met je mee, volg op de voet
door de vloed. zie ons. je rent om ter snelst, schudt me haast
van je af, maar ik houd je bij. en je rent de lucht uit je lijf, hijgt.
dit is echt niet jouw ding en toch ren je. wiens plan was dit?
en ik ren en jij vloekt, vloekt, vloekt, al houd je nog zo goed
het hoofd naar de grond, je schoen deelt een plas in twee
en hoe je ook rent, rent, rent, traag dringt de kou in je kous,
je voet, je been. waar o waar ren je heen, naar waar neem je
me mee? de lucht raakt maar niet leeg, vult zich weer meer
en meer. het zwerk ziet zwart. van top tot teen zijn we nat.
het drupt van ons af. het stroomt van ons af. en jij rent
en ik ren en het lijkt wel dat het nooit stopt. en als het
toch ooit stopt, bouw ik een muur of vier, dek die af
met een dak en dan noem jij die plek thuis. daar zal
het droog zijn. daar zal er zon zijn.
Vrijdag / Wablieft; 104 blz. € 15.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.