De drie levens van Josef Klein
Ulla Lenze (Auteur), Kris Lauwerys (Vertaler), Isabelle Schoepen (Vertaler)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Meridiaan Uitgevers, 2021 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : LENZ |
Besprekingen
In het foute kamp beland
Elma Drayer
us/ug/28 a
In de Duitse letteren is der kleine Mann een vertrouwd personage. Zie alleen al het werk van Hans Fallada, waarin het wemelt van de krabbelaars die zich staande proberen te houden in een onverschillige wereld. Ook de titelheld uit De drie levens van Josef Klein behoort daartoe. 'Ik lijk op veel mensen', zegt hij als iemand hem weer eens verwart met een ander. Zelf zit hij er niet mee. Het liefst zou hij 'onzichtbaar' willen leven, 'niemand' willen zijn.
Ulla Lenze (1973) baseert haar vijfde roman - de eerste in het Nederlands vertaalde - op de correspondentie tussen haar oudoom Josef en grootvader Carl. Josef vertrok in 1925 zonder een cent op zak naar New York, Carl bleef achter in Neuss bij Düsseldorf, waar hij een gezin stichtte en een burgermansbestaan opbouwde.
Waargebeurd kan de literatuur lelijk in de weg zitten, maar dat gebeurt bij Lenze niet. Haar stijl is er evocatief genoeg voor. Door handig te laveren tussen drie tijdperken weet ze de aandacht bovendien vast te houden. Vooral de ongrijpbare Josef overtuigt, de andere personages blijven bij hem vergeleken wat vlak.
Het interessantst zijn de hoofdstukken die zich afspelen in New York, 1939. Nuchter beschrijft Lenze hoe idolaat nogal wat Europese immigranten destijds waren van Adolf Hitler. In de Duitse wijken hingen hakenkruisen, Mein Kampf stond op de bestsellerlijst van The New York Times. Er waren massabijeenkomsten, compleet met Hitlergroet, sprekers die rabiaat antisemitische taal uitsloegen, een ordedienst die onder luid gejuich van het publiek demonstranten molesteerde. En vliegenier Charles Lindbergh keerde zich tegen Amerikaanse inmenging in de oorlog onder het motto: 'America first!'
Josef, die zich inmiddels meer Amerikaan dan Duitser voelt en zich Joe laat noemen, heeft een baantje bij een drukkerij. Zijn baas accepteert klandizie van burgerrechtenactivisten én van de nazi's van de Amerikaans-Duitse Bond. Josef vindt alles best. 's Avonds in zijn appartement in East Harlem leeft hij op, als zendamateur W4NER welteverstaan. 'Hij genoot van het ruisen en knetteren van het universum, het gevoel dat hij de hele wereld naar zich toe liet stromen.' Verder is hij dol op zijn zwerfhond en op jazzmuziek, in de buurt waar hij woont ruimschoots voorhanden.
Dan ontdekken de Amerikaanse nazi's zijn zendamateurkwaliteiten. Onder valse voorwendselen rommelen ze hem in spionageklussen voor het Derde Rijk. Als Josef doorheeft waar ze hem voor gebruiken, voelt hij zich ellendig, maar hij sust zijn geweten. Hij is per slot niet meer dan 'de ontvanger' - der Empfänger, zoals de oorspronkelijke titel van Lenzes roman luidt. Zijn vriendin Lauren, alias W2DKJ, heeft hem door. 'Je wilt niet in het foute kamp zitten, maar je weet dat het wel zo is en probeert het voor jezelf verborgen te houden.' Hij belooft haar ermee te stoppen. Maar nadat hij één keer in elkaar is geslagen, gaat hij er toch meer door.
In 1942 rolt de FBI het spionagenetwerk op en verdwijnt Josef in het gevang. Later belandt hij met andere Amerikaanse Duitsers in een interneringskamp op Ellis Island. Bij wijze van heropvoeding moeten ze naar een documentaire kijken over de gruwelen in de Duitse kampen. In de zaal roept iemand 'Heil Hitler', alom gelach. 'En de bommentapijten op onze steden?', zegt een medegeïnterneerde na afloop. 'De bergen lijken in onze straten? Dát laten ze ons natuurlijk niet zien!'
In de fragmenten die zich in 1949 afspelen is Josef berooid teruggekeerd uit de Verenigde Staten. Tijdelijk trekt hij in bij Carls gezin in Neuss, dat zoals bijna alle Duitse steden nog in puin ligt. Zo weinig als hij met zijn broer opheeft, zo ondersteboven is hij van schoonzus Edith. Het levert mooie, broeierige scènes op. Uiteindelijk vestigt Josef zich zoals zoveel dubieuze Duitsers in Latijns-Amerika. In het regenwoud van Costa Rica, suggereert de auteur, vindt hij de onzichtbaarheid waarnaar hij levenslang zocht.
In interviews vertelde Lenze geen oordeel te willen vellen over het gedrag van haar oudoom. 'De meeste mensen zijn schurk noch held.' Dat klopt. Maar dat afzijdigheid óók een morele keuze is, laat ze met De drie levens van Josef Klein heel goed zien.
****
Uit het Duits vertaald door Kris Lauwerys en Isabelle Schoepen. Meridiaan; 278 pagina's; € 22,99.
Ulla Lenze - De drie levens van Josef Klein
(mam)
rt/aa/09 m
★★★½
'De drie levens van Josef Klein' is een roman die gestoeld is op 'een werkelijkheid'. Vaak gaat het dan om een familiegeheim, meestal niet bijster interessant. Dat is bij deze roman wel anders. Josef Klein, een bijna klassieke man zonder eigenschappen, is in de jaren 20 vanuit Duitsland geëmigreerd naar de VS. Vlak voor het uitbreken van WO II wordt hij, een verwoed radioamateur, door de nazi's in New York gerekruteerd als spion. Na de oorlog wordt hij uitgezet naar Duitsland.
Ulla Lenze kreeg van haar moeder een briefwisseling tussen haar opa Carl en zijn broer Josef. Dat was geen vreselijk geheim, want Josef was altijd al bekend in de familie. Door slim heen en weer te springen in de tijd houdt Lenze toch iets van spanning in het boek. Ze probeert aan de hand van die brieven in het hoofd van Josef te kruipen om zijn beweegredenen aan het licht te brengen. Zonder te duiden of te verklaren. En die rustige, bijna ingetogen manier van vertellen is de kracht van de roman. Lenze toont hoe Josef Klein, die een rustig, onopvallend leven ambieert, toch langzaam een rol gaat spelen die hij eigenlijk niet wíl spelen. Maar de man die op niemand wilde lijken, wordt vertrapt in de tredmolen van de geschiedenis. En dat laat Ulla Lenze hier overtuigend zien.
De man die zichzelf wilde zijn
Marnix Verplancke
rt/aa/03 m
Nadat Josef en Arthur in het New York van midden jaren 1930 hun eerste radio in elkaar geknutseld hebben en met andere radioamateurs van over de hele wereld hebben gesproken, beseffen ze dat ze iets nieuws in handen hebben. ‘Nu kan alles gezegd worden, ’ merkt Josef op, ‘hoe het echt in de wereld toegaat. Ooit zijn er geen geheimen meer.’
Die utopische gedachte blijkt ietwat naïef, toont Ulla Lenze in haar roman De drie levens van Josef Klein . Via de radio kon je de wereld immers niet alleen de waarheid vertellen, in oorlogstijd bleek het toestel ook ideaal voor Duitse spionnen om hun in New York ingewonnen informatie in geen tijd op een Berlijns bureau te laten belanden. Daar had Josef niet aan gedacht toen hij zijn euforische blijdschap uitschreeuwde.
Lenze, die haar roman losweg baseerde op de briefwisseling van haar oudoom Josef Klein en diens broer Carl, schakelt vlot tussen drie periodes uit het leven van haar hoofdpersonage. In een eerste focust ze op zijn jaren in New York, van toen hij daar in 1925 als migrant arriveerde tot na WO II, toen hij terugkeerde naar Duitsland. Een tweede verhaallijn speelt in 1949, wanneer Josef bij zijn broer Carl in Neuss logeert en het besef begint te dagen dat er voor hem geen rol weggelegd is in zijn kapotgebombardeerde vaderland. En dan is er nog Costa Rica, waar Josef in 1953 woont en hij nog steeds niet met rust gelaten wordt door de nazi’s die hem midden jaren dertig voor hun kar spanden.
Als geen ander weet Lenze een beeld te scheppen van het New York van de jaren 1930, toen de Amerikaanse nazipartij er druk bijgewoonde rally’s hield en leden van de zwarte organisatie Pacific Movement of the Eastern World een foto van Adolf Hitler aan de muur hingen omdat ze zijn gevecht tegen de Britten en de Joden steunden.
Het is tegen die achtergrond dat Josef zich domweg laat inlijven door Duitse spionnen om versleutelde berichten naar Berlijn te sturen. Ze werken voor de Duitse textielindustrie zeggen ze, en Josef gelooft dat. Wat hem nog het meest stoort is dat iedereen iets anders in hem ziet. Voor de nazi’s is hij een patriot, voor de Amerikanen een verrader en zelfs voor Carl is hij nooit gewoon maar een broer. De enige die hem neemt voor wie hij is, lijkt Lauren te zijn, een vrouw die hij via zijn radio heeft leren kennen, maar wil zij ook niet iemand in hem zien die hij niet is?
De drie levens van Josef Klein is een boeiende, netjes vertelde historische roman, maar uiteindelijk blijf je toch wat op je honger zitten. Plaats er C van Tom McCarthy tegenover, ook een roman over een radioamateur tijdens de oorlog, en je merkt meteen waar het Lenze aan ontbreekt: literaire durf en bravoure.
***
Meridiaan Uitgevers (oorspronkelijke titel: Der Empfänger), 279 blz., € 22,99.
Naar gegevens van J. IJbema
Anno 1939 leeft de Duitse emigrant Josef Klein in zelfverkozen anonimiteit in New York. Als zendamateur vestigt hij de aandacht van nazispionnen op zich. Eerst vrijwillig, dan met tegenzin wordt hij een klein radertje in hun netwerk. Op historische feiten gebaseerde roman over een argeloze, a-politieke persoon die zich schuldig maakt en dat ook weer ongedaan probeert te maken. Helder en invoelend zonder te oordelen geschreven familierelaas dat aan de rand van de grote geschiedenis laat zien hoe een levensdroom wordt verstoord. Met treffende beschrijving van de antisemitische en racistische tendensen in New York kort voor de oorlog en de stemming in Duitsland kort erna.
Nazi-helper uit onmacht
Andrea Bosman
il/pr/10 a
Het is ook echt een klein leven - 'eine kleine Existenz' zouden de Duitsers zeggen - dat het titelpersonage uit De drie levens van Josef Klein in New York leidt. 'Ik wil niemand zijn', zegt Josef tegen Max, net als Josef een Duitse immigrant in de wereldstad. Het jaar is 1939. Max heeft net gevraagd of Josef niet uit Harlem weg wil. Of hij geen beter leven wil opbouwen, wil hij soms niemand zijn? Precies dat laatste dus.
Josef kwam in 1925 als jongeman naar New York. Hij werkt bij een drukkerij die zowel voor racisten als zwarte activisten teksten afdrukt. Zijn enige hartstocht betreft de zend- en ontvangstapparatuur waarmee hij als radioamateur de hele wereld zijn sobere appartement binnen kan laten komen en zelf onzichtbaar de ether kan betreden. Dat is genoeg, naast de bean pie die hij zo graag eet - een specialiteit van de zwarte moslims in Harlem-, de jazzclubs waar hij Duke Ellington en Ethel Waters heeft zien spelen en de vrouwen die soms zijn bestaan schampen. Zijn lievelingsboek is Walden: de 19de eeuwse klassieker waarin Henry David Thoreau zich terugtrekt in een hut in het bos.
Maar uitgerekend zijn radioapparatuur maakt Josef aantrekkelijk voor de Amerikadeutscher Bund, een netwerk van Duitse immigranten met nationaalsocialistische sympathieën. Ze hebben Josef nodig en en sturen Max naar zijn huis om gecodeerde berichten naar de Heimat te sturen. Josef wil dat liever niet, maar is ook niet daadkrachtig genoeg om de zaak te keren. Tot zijn jonge vriendin Lauren (vastberaden, belezen) zijn gedraal zat is en hem bij de FBI aangeeft.
De zendamateur als kleine schakel, als ambivalente persoonlijkheid aan de vooravond van een wereldoorlog leent zich schitterend als romanfiguur, vooral in een rumoerig en veelkleurig decor als New York zoals Ulla Lenze (1973) het zo mooi beschrijft. Maar Josef Klein hoefde niet eens door de Duitse schrijver verzonnen te worden. Josef was haar oudoom, het verhaal van zijn spionageactiviteiten is historisch en was geen geheim in de familie. Nadat Lenze van haar moeder enkele jaren geleden de 180 brieven in handen kreeg die Josef met zijn broer Carl vanaf 1946 wisselde, zocht ze deze geschiedenis tot in detail uit. Ze stuitte ook op artikelen uit de New York Times en in het weekblad Stern over het Duitse spionagenetwerk dat in 1941 werd opgerold en waarbij ook Josef werd gearresteerd.
Na vijf jaar detentie op Ellis Island keert Josef terug naar Duitsland, naar het kapotgebombardeerde Neuss en trekt enige tijd bij zijn broer en diens gezin in, wat het nodige ongemak oplevert omdat broer Carl wil weten wat Josef nou precies gedaan heeft en Josef er niets betekenisvols over zegt. Daarna vertrekt hij naar Buenos Aires en later Costa Rica, waar hij opnieuw Duitsers met nazisympathieën van zich af moet schudden. In de roman heeft Lenze deze drie tijdlagen behendig door elkaar geweven. Met haar soepele stijl schakelt ze moeiteloos tussen fraaie, kleine waarnemingen in het alledaagse - zoals de spanning tussen Josef en zijn schoonzus Edith, hoe hij toekijkt als ze eieren kookt die in het water tegen elkaar aan botsen, hoe haar jurk tegen haar buik kleeft - en de grotere machinaties op de achtergrond, zoals die historische bijeenkomst in Madison Square Garden in 1939 die Josef ook echt bezocht, waar tienduizenden Amerikaanse nazi's bij elkaar kwamen, vurige speeches hielden en de hitlergroet brachten.
Lenze wil Josef niet verdedigen en niet aanklagen, vertelde ze onlangs in een interview met het Duitsland Instituut. Hij staat voor het grijze 'tussentype'. "De meeste mensen zijn schurk noch held. Wanneer je een doorsneefiguur volgt, word je veel sneller geconfronteerd met de vraag 'wat zou ik gedaan hebben?'"
De drie levens van Josef Klein is de tweede roman in korte tijd die in Nederlandse vertaling verschijnt waarin een schrijver de handel en wandel van een 'gewoon' Duits familielid in oorlogstijd onderzoekt en bevraagt. Maar waar Alexander Starritt in Wij Duitsers zijn grootvader die aan het oostfront verkeerde zich nadrukkelijk laat uitspreken over schuld- en schaamtevragen, blijft oudoom Josef net zo ongrijpbaar als de codes die hij de ether instuurt.
Alsof hij zichzelf ook niet begrijpt: op de laatste pagina's begint hij steeds opnieuw een brief aan zijn broer om alles uit te leggen, maar streept ook alles weer door. En zo schetst Lenze een zeldzaam precies portret van juist dat onvermogen - en waar het toe kan leiden.
Vert. Kris Lauwereys en Isabelle Schoepen. Meridiaan; 280 blz. € 22,99.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.