Ecuador, een reisjournaal
Henri Michaux
Henri Michaux (Auteur), Piet Meeuse (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij IJzer, © 2020 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : MICH |
Iris Hannema
ua/an/23 j
De Belgisch-Franse dichter Henri Michaux (1899-1984) was bij uitstek een reiziger die niet van reizen hield. 'Geen enkele omgeving bevalt me', schreef hij vanuit Zuid-Amerika, 'zo'n soort reiziger ben ik.' En hoezeer hij er zich vóór vertrek ook op verheugde, eenmaal ter plaatse kon de realiteit nooit aan zijn verwachtingen voldoen. Maar stoppen deed hij niet en opgezweept door zijn zwerflust ondernam hij poging na poging om elders te proberen basaal gelukkig te zijn. In 1954 werd hij een fervent gebruiker van psychedelische drugs, zoals het toen net ontdekte lsd. Over wat dat met zijn binnenwereld deed, schreef hij poëtische essays en hij promootte het gebruik ervan: een nuchtere geest zonder hallucinerende middelen zou nooit tot de diepste artistieke inzichten kunnen komen.
Als telg van een gegoede Belgische familie - zijn vader was advocaat - verliet hij voortijdig de universiteit om als matroos op een koopvaardijschip te werken. Eenmaal uit het gelid reisde hij op eigen houtje verder. Zijn vroege oeuvre bestaat dan ook uit 'echte' reisboeken, Ecuador (1929), over zijn bootreis van Amsterdam naar Ecuador, en Barbaar in Azië (1933), over zijn reizen door Azië.
De oplossing voor zijn reisaversie rees op toen hij de werkelijkheid, die hem hevig begon te vervelen, de rug toekeerde en afzakte in zijn fantasie. Zittend in zijn huurkamers in Portugal en Brazilië begon hij met het maken van denkbeeldige reizen, homemade en grenzenloos. 'Ik kan dat zelf wel organiseren, dat land van ze', schreef hij eind jaren veertig. En zo ontdeed Michaux zich van alle reële ongemakken en creëerde hij aan zijn rommelige bureau, in een poel van lamplicht, zijn imaginaire landen: Groot Garabagne, Land van de Magie en Poddema.
In 1948 publiceerde hij de verhalenbundel Ailleurs ('Elders'). Eerder werden er al delen in het Nederlands vertaald, maar nu zijn voor het eerst al zijn imaginaire reizen in een uitstekende Nederlandse vertaling verschenen. In Groot Garabagne beschrijft Michaux op antropologische wijze de zeden en gebruiken van talloze volkjes. Als een lid van het zonhatende Émanglon-volk bijvoorbeeld reist, doet hij dat opgesloten in een stuk bagage en huilt hij zonder duidelijke motieven, 'hetzij omdat hij een blad ziet trillen of een stofje ziet vallen, of een blad valt in zijn herinnering en strijkt langs andere, uiteenlopende, verre herinneringen, hetzij omdat zijn menselijk lot, als het hem voor de geest komt, hem doet lijden'.
Het Cordoben-volkje bestaat uit de snelst gekrenkte mensen op aarde, 'meer bezeten van droefheid dan werkelijk droevig' en 'zich verduisterend in de opeenvolgende golven van bitterheid'. In het land van Gauren is een van de goden verzot op mensenvlees, of liever op meisjes, 'op vlees dat neigt naar de volheid van de vrouw, vlees 'dat de helling nog bestijgt''.
In het Land van de Magie en Poddema staan albinobananenbomen, met bladeren 'groter dan de witte mouwen van dominicanen en bananen als grote witte gommen' en wonen sensuele reuzinnen. Kinderen worden er kunstmatig geproduceerd en kalveren zijn niet meer nodig voor hun vlees, dat inmiddels in enorme massa's wordt gekweekt; de tot Fransman geneutraliseerde Belg beschikte over opvallende waarzeggende gaven.
Door het boek heen concurreert de fantast Michaux met de dichter Michaux, in megamaf versus prachtig proza, al slaat hij tegen het einde door naar té megamaf (en komt toch in je op: alsof hij toen al onder invloed was van psychedelica).
****
Uit het Frans vertaald door Piet Meeuse. IJzer; 187 pagina's; € 25.
Arjen van Meijgaard
Henri Michaux (1899-1984) heeft veel gereisd, niet alleen in Europa, maar ook in andere werelddelen. In 1929 publiceerde hij het verslag van zijn reis naar Ecuador. Maar echt enthousiast maakten de reizen hem niet. 'Geen enkele omgeving bevalt me.' Daarom besluit hij imaginaire reizen te gaan beschrijven. Niet zozeer in de lijn van Jonathan Swift met zijn 'Gulliver’s travels' of 'Robinson Crusoe', waarbij of een ideale samenleving wordt geschetst of de lezer juist een spiegel wordt voorgehouden, Michaux zoekt een 'tegenwicht tegen zijn reële, negatieve reiservaringen', zoals vertaler Piet Meeuse in het nawoord aangeeft. Het zijn drie vermakelijke verhalen die fragmentarisch worden verteld. Het gaat in 'Op reis in Groot Garabagne' om de vreemde gewoontes van verzonnen volkeren. In 'In het land van de Magie' om bovennatuurlijke gebeurtenissen en in 'Hier Poddema' over de Poddemezen en hun aparte technieken. Het zijn absurde en daardoor fantasievolle ontdekkingsreizen. Niet vreemd dat deze vertaling mede tot stand is gekomen door de Nederlandse Academie voor ‘Patafysica (de wetenschap van denkbeeldige oplossingen).
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.