De regen voor hij valt
Jonathan Coe
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2021 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : COE |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2021 |
VOLWASSENEN : ROMANS : COE |
Hans Bouman
em/ec/05 d
De loftrompetten schallen als in 1950 Sunset Boulevard in de bioscopen verschijnt. De film, geregisseerd door de Oostenrijkse Amerikaan Billy Wilder, vertelt het verhaal van een ster uit het tijdperk van de stomme film, die door de opkomst van de talkies uit de gratie is geraakt, maar nog steeds droomt van een glorieuze comeback.
Een kwarteeuw later is de reputatie van Wilder dusdanig verbleekt dat de regisseur, die ook The Lost Weekend en Some Like It Hot op zijn naam heeft, in Hollywood geen financiers meer kan vinden voor zijn nieuwe film. Fedora (1977) wordt uiteindelijk met Duits geld gemaakt.
Ook deze productie heeft een filmster als hoofdpersoon en handelt over het verval dat komt met het verstrijken der jaren. Maar ditmaal heeft de regisseur het in de film half onbewust, half bewust ook over zichzelf.
Jonathan Coe heeft dit gegeven als uitgangspunt genomen voor zijn coming of old age-roman Mr Wilder & Me. Het verhaal wordt verteld door de 57-jarige Grieks-Engelse Calista Frangopoulou, componist van filmmuziek (maar niet meer zo in trek). Ze woont met haar gezin in Londen en is moeder van twee dochters van rond de twintig, die elk op een kruispunt in hun leven staan: de een maakt zich op om naar Australië te emigreren, de ander is onverwacht zwanger en twijfelt of ze het kind zal houden of niet.
De situatie voert Calista terug naar de periode dat ze nog in Athene woont. Rugzakreizend door de VS in 1976 komt ze via via in contact met een oudere filmregisseur. Ze heeft geen idee wie hij is, maar maakt door haar spontane gedrag zoveel indruk dat ze wordt gevraagd om tijdens de aanstaande filmopnamen op Corfu als Griekse tolk te fungeren. De regisseur is uiteraard Billy Wilder en de film Fedora.
Coe behoort tot die zeldzame groep schrijvers die in staat zijn serieuze en zwaarwichtige thema's voor het voetlicht te brengen met een superieure mengeling van ernst en humor. Dat deed hij in zijn venijnige satire over het Thatcher-tijdperk What a Carve Up! (Het moordende testament), in zijn filering van de jaren zeventig The Rotters Club en in zijn briljante brexitroman Middle England. En dat doet hij opnieuw in het afwisselend blijmoedige en tragische maar altijd vitale Mr Wilder & Me.
Billy Wilder is een van die Joodse filmregisseurs die in de jaren dertig van Europa naar de VS vluchtten om aan Hitler te ontkomen en die vervolgens het gezicht van de Amerikaanse filmindustrie veranderden. Hij gaf mee vorm aan de opkomst van de film noir, maar glorieerde ook via een soort van verwerkt verdriet die zich manifesteert in komedie met een tragische ondertoon. Geen wonder dat Coe zo door hem wordt gefascineerd.
In Mr Wilder & Me leren we Wilder kennen als iemand die zich hartstochtelijk vastklampt aan de creatieve opvattingen waarmee hij groot is geworden, maar constateert dat die opvattingen niet langer door het filmpubliek worden gedeeld. Er is een nieuwe generatie regisseurs opgestaan - Scorsese, Coppola, Spielberg - die hij schamper 'kids with beards' noemt, en die scoort met gratuit geweld. Terwijl hij, die een groot deel van zijn familie in de kampen verloor, juist probeert het verdriet voor zijn publiek verteerbaar te maken.
'Het leven is smerig. Dat weten we allemaal. Je hoeft niet naar de film te gaan om te ontdekken dat het leven smerig is. Je gaat erheen om gedurende die twee uur een vonkje te voelen, een sprankeling die je eerder nog niet had. Misschien een beetje plezier.' Maar dat blijkt een achterhaalde filmopvatting te zijn en Wilder zal na Fedora nog slechts één film maken, al zal hij blijven leven tot 2002.
Mr Wilder & Me is een prachtige beschouwing over de tragiek van het ouder worden in de vorm van een fris en veelal verraderlijk lichtvoetig verhaal over een jong meisje dat in de filmwereld belandt. Calista mag, na de opnamen op Corfu, ook mee naar München en Parijs, de andere opnamelocaties. In München komt de documentaire Death Mills ter sprake, die Wilder in 1945 over de naziconcentratiekampen maakte. Het verhaal dat Wilder hierover vertelt, wordt weergegeven in de vorm van een filmscript: een buitengewoon krachtig en indringend fragment van niet minder dan 53 pagina's - een voor Coes doen ongebruikelijk vormtechnisch experiment, maar het pakt perfect uit.
Ook compositorisch zit dit boek glorieus in elkaar en de goed voorbereide slotwoorden 'Why not?' zijn Coes persoonlijke equivalent van het befaamde 'Nobody's perfect' uit Some Like It Hot (dat op Wilders grafsteen staat).
Uit de foto op de achterflap van het boek blijkt dat Coe (1961) inmiddels ook een 'kid with beard' is. Een loeier van een knipoog, wed ik. Bij zijn volgende boek is die baard er weer af.
Een prachtig in elkaar gepuzzeld, glorieus boek.
Van Ditmar, 246 p., 17,99 euro.
Sam De Wilde
il/pr/03 a
Over de carrière van Hollywoodicoon Billy Wilder valt veel te vertellen, maar dat de Amerikaanse regisseur, die in de jaren dertig Duitsland ontvluchtte, met Some Like It Hot (1959) en The Apartment (1960) zijn creatieve hoogtepunt kende, valt moeilijk te ontkennen, al kan er gediscussieerd worden over hoe steil het nadien bergaf ging.
Hetzelfde kan intussen gezegd worden van Jonathan Coe. Hoewel sommigen in zijn huidige werk een tweede creatieve golf ontwaren, valt stilaan te vrezen dat de 59-jarige Brit de glorieperiode van Het moordend testament (1994), Het huis van de slaap (1997) en De Rotters Club (2001) niet meer zal evenaren. Zeker, Klein Engeland (2018) en zijn nieuwste roman zijn boeiendere boeken dan pakweg De afschuwelijke eenzaamheid van Maxwell Sim (2010) of Expo 58 (2013) maar met zijn Brexitroman bewees Coe in de eerste plaats dat hij de huidige politieke situatie niet meer tackelt met hetzelfde speelse venijn waarmee hij destijds de Thatcher-jaren vrolijk onderuit schoffelde, en met zijn meest recente roman toont hij vooral aan dat hij nog steeds een uiterst meeslepend verteller is, maar dan wel een die steeds minder moeite van zijn lezers vraagt.
Maar goed, over Billy Wilder valt dus heel wat te vertellen, en dat is precies wat Jonathan Coe doet. We ontmoeten de Hollywoodlegende, samen met hoofdpersonage Calista, op het moment dat hij voorbereidingen treft voor wat uiteindelijk zijn voorlaatste film, Fedora (1978), zou worden. Via hetzelfde soort narratieve toevalligheden waarmee Coe ook Klein Engeland al aaneen breide, komt Calista (in de tegenwoordige tijd een uitgerangeerde filmcomponiste, maar in de flashbacks die het grootste deel van het boek beslaan een jonge rugzaktoeriste) op de set van Wilders drama terecht alwaar ze de nadagen van diens carrière van nabij beleeft. Coe beschrijft het allemaal met de geestdrift van de onvoorwaardelijke fan die in de late werken, naast de onmiskenbare onvolkomenheden, ook nog de hand van de meester herkent en, dus, niet anders kan dan ervan houden.
Liefdevolle blik
Het weze de auteur gegund dat er later met dezelfde liefdevolle blik naar zijn huidige romans wordt gekeken want hoewel Meneer Wilder en ik de vormelijke, politieke en satirische scherpte van eerder werk mist, blijft er beslist genoeg over om van te genieten. Nostalgie blijft de toonaard waarin de schrijver het best componeert en Meneer Wilder en ik is ervan doordrongen. Calista blikt met weemoedig verlangen terug op de tijd waarin ze deel uitmaakte van Wilders crew en de regisseur zelf denkt met gelijkaardige gevoelens terug aan de periode waarin hij, en niet de regisseur van “die film met die haai”, als Hollywoods belangrijkste nieuwe talent gold.
Coe blijft ook een van de lichtvoetigste literatuurbedrijvers en is, net als Billy Wilder, kwistig met pittige maar goedbedoelde kwinkslagen. Geen van beide kunstenaars is vies van een streepje sentiment, maar ze laten het niet snel de overhand nemen in hun werk. Dat is ook precies de reden waarom Meneer Wilder en ik je achterlaat met hetzelfde gevoel van licht melancholieke ontroering dat ook de kijkers van Wilders rolprenten weleens wil overvallen. Coe lijkt zich erg bewust van zijn eigen positie en laat zijn thema, de op- en neergang van artistieke loopbanen, op verschillende niveaus slim doorklinken. Hij waagt zich met een stukje filmscript aan een onschuldig maar effectief vormexperimentje en verstopt informatie over Billy Wilders carrière in amusante anekdotes en zwierige zinnen.
Meneer Wilder en ik verschaft het soort ongedwongen leesplezier dat minder evident is dan het lijkt, en dat je bij Jonathan Coe al bijna als een minimum verwacht, maar om ook tot het beste werk van de schrijver gerekend te worden, had deze ode aan een Hollywoodicoon misschien net iets minder exclusief van dat vlotte vertellerstalent moeten afhangen.
Vertaald door Otto Biersma, De Bezige Bij, 256 blz., 20,99 € (e-boek 11,99 €).
Hans Bouman
em/ov/28 n
De loftrompetten schallen als Sunset Boulevard in 1950 in de bioscopen verschijnt. De film, geregisseerd door de Oostenrijks-Amerikaanse Billy Wilder, vertelt het verhaal van een ster uit het tijdperk van de stomme film die door de opkomst van de talkies uit de gratie is geraakt, maar nog steeds droomt van een glorieuze comeback. Sunset Boulevard wordt opgenomen in de canon van het beste wat Hollywood heeft geproduceerd.
Een kwarteeuw later is Wilders reputatie dusdanig verbleekt dat de regisseur, die ook The Lost Weekend en Some Like It Hot op zijn naam heeft, in Hollywood geen financiers meer kan vinden voor zijn nieuwe film. Fedora (1977) wordt uiteindelijk met Duits geld gemaakt.
Ook deze productie heeft een filmster als hoofdpersoon en gaat over het verval dat komt met het verstrijken der jaren. Maar de thematiek heeft niet alleen betrekking op de voormalige diva uit de titel. Half bewust, half onbewust heeft de regisseur het in deze film over zichzelf.
Jonathan Coe heeft dit gegeven als uitgangspunt genomen voor zijn coming-of-old-ageroman Mr Wilder & Me. Het verhaal wordt verteld door de 57-jarige Grieks-Engelse Calista Frangopoulou, componist van filmmuziek (maar niet meer zo in trek) en met haar gezin woonachtig in Londen. Ze is moeder van twee dochters van rond de 20, die elk op een kruispunt in hun leven staan: de een maakt zich op om naar Australië te emigreren, de ander is onverwacht zwanger en twijfelt of ze het kind moet houden.
De situatie voert Calista terug naar de tijd dat zij de leeftijd van haar dochters heeft en nog in Athene woont. Rugzakreizend door de VS komt ze in 1976 via via in contact met een oudere filmregisseur. Ze heeft geen idee wie hij is, maar maakt door haar spontane gedrag zo veel indruk dat ze wordt gevraagd als Griekse tolk voor de aanstaande filmopnamen op Corfu. De regisseur is uiteraard Billy Wilder en de film Fedora.
Coe behoort tot de zeldzame groep schrijvers die in staat is serieuze en zwaarwichtige thema's voor het voetlicht te brengen met een superieure mengeling van ernst en humor. Dat deed hij in zijn venijnige satire over het Thatcher-tijdperk, What A Carve Up! (Het moordend testament), in The Rotters Club, zijn filering van de jaren zeventig, en in zijn briljante Brexitroman Middle England. En dat doet hij opnieuw in het afwisselend blijmoedige en tragische, maar altijd vitale Mr Wilder & Me.
Billy Wilder is een van de Joodse filmregisseurs die in de jaren dertig van Europa naar de VS vluchtten om aan Hitler te ontkomen en die vervolgens het gezicht van de Amerikaanse filmindustrie veranderden. Hij droeg bij aan de opkomst van de film noir, maar glorieerde ook met komedies met een tragische ondertoon. Geen wonder dat hij Coe zo fascineert.
In Mr Wilder & Me leren we Wilder kennen als iemand die zich hartstochtelijk vastklampt aan de creatieve opvattingen waarmee hij groot is geworden, maar constateert dat het filmpubliek die opvattingen niet langer deelt. Er is een nieuwe generatie regisseurs opgestaan - Scorsese, Coppola, Spielberg - die hij schamper 'kids with beards' noemt, en die scoort met gratuit geweld. Terwijl hij, die een groot deel van zijn familie in de kampen verloor, juist probeert het verdriet voor zijn publiek verteerbaar te maken.
'Het leven is smerig. Dat weten we allemaal. Je hoeft niet naar de film te gaan om te ontdekken dat het leven smerig is. Je gaat erheen om gedurende die twee uur een vonkje te voelen, een sprankeling die je eerder nog niet had. Misschien een beetje plezier.' Het blijkt een achterhaalde filmopvatting te zijn en Wilder zal na Fedora nog slechts één film maken. Hij overlijdt in 2002.
Mr Wilder & Me is een prachtige beschouwing over de tragiek van het ouder worden in de vorm van een fris en verraderlijk lichtvoetig verhaal over een jong meisje dat in de filmwereld belandt. Calista mag na de opnamen op Corfu ook mee naar München en Parijs, de andere opnamelocaties. In München komt de documentaire Death Mills ter sprake, die Wilder in 1945 maakte over de naziconcentratiekampen. Het verhaal dat Wilder hierover vertelt is weergegeven in de vorm van een filmscript: een krachtig en indringend fragment van liefst 53 pagina's - een voor Coes doen ongebruikelijk vormtechnisch experiment, maar het pakt perfect uit.
Ook compositorisch zit het boek uitstekend in elkaar. De goed voorbereide de slotwoorden 'Why not?' zijn Coes equivalent van het befaamde 'Nobody's perfect' uit Some Like It Hot (dat op Wilders grafsteen staat).
Uit de foto op de achterflap blijkt dat Coe (1961) inmiddels ook een 'kid with beard' is. Een loeier van een knipoog, wed ik. Bij zijn volgende boek is die baard er weer af.
****
Joachim Stoop
rt/aa/23 m
In de Oscarwinnende komedie ‘The Apartment’ (1960) giet New Yorker Jack Lemmon de spaghetti af met een tennisracket, hij stapt de eetkamer binnen waar Shirley MacLaine op hem zit te wachten, en verkondigt met geveinsde nonchalance: ‘Ya know, I used to live like Robinson Crusoe. I mean shipwrecked among eight million people. And then one day I saw a footprint in the sand and there you were.’ Het is mede dankzij zulke gedenkwaardige speelsheid dat Billy Wilder als één van de allerbelangrijkste Amerikaanse filmregisseurs geldt. Jonathan Coe brengt nu het icoon Wilder met succes van doek naar boek. Na de solide maar weinig opzienbarende titels ‘Expo 58’ en ‘Klein Engeland’, heeft de Brit zijn onstuitbare vertelkracht van ‘De Rotters Club’ en het ondergewaardeerde ‘Het huis van de slaap’ teruggevonden. Coe in topvorm hoort bij het selecte clubje schrijvers (denk aan David Mitchell en Ian McEwan) die in elk hoofdstuk onverwijld de lezer aan boord kunnen trekken. Zo ontwijkt hij telkenmale met gierende banden de valkuil van niet-lineaire verhalen, waarbij de lezer liever op de ene tijdlijn vertoeft dan op de andere. In dit geval blikken we met de fictieve Grieks-Britse Calista in het Londen van nu terug op eind jaren 70, toen haar ontmoeting met de wereldvermaarde filmmaker Billy Wilder en de daaruit voortvloeiende professionele en vriendschappelijke band haar levensloop veranderde. De 57-jarige vrouw ziet haar grootste talenten (opvoeden en soundtracks componeren) in onbruik raken: haar tweelingdochters worden razendsnel volwassen en originele filmcomposities worden vervangen door generische computermuziek. In haar herinneringen komen we op en rond Wilders filmset een scala aan verzonnen en echte personen tegen die elk, als stukken op een schaakbord, een essentiële functie vervullen om het verhaal zo volwaardig mogelijk te ontvouwen. Briljant hoeveel info Jonathan Coe over Billy Wilders persoonlijkheid en repertoire in zijn roman propt en hoe hij toch de leeservaring naturel weet te houden: alle anekdotes dienen als noodzakelijke schakels in de vertelling en wringen zich als op zichzelf staande scènes in het lezersgeheugen: Al Pacino die in een Duitse bistro amok maakt omdat hij per se een Amerikaanse cheeseburger wil. Een fan die op restaurant ongevraagd de cruciale impact van Wilders films op zijn leven komt verhelderen, terwijl die samen met zijn vaste scenarist, de illustere Iz Diamond, tevreden oesters zit te slurpen. Het tafereel waarin Calista bij Franse boeren de troostende kracht van brie ontdekt, is dermate memorabel dat Coe stukjes stinkkaas als zijn madeleines van Proust vereeuwigt. Net wanneer de Brit de diepgang dreigt te offeren op het altaar van laagdrempeligheid, traceert hij Wilders Joodse roots en beleven we in een uitgebreide flashback – schitterend in de vorm van een filmscript gegoten – de opkomst van het nazisme en de aangrijpende zoektocht naar Wilders vermiste moeder. Doordat Calista de maker van onder meer ‘Some Like It Hot’ en ‘The Lost Weekend’ slechts op het einde van zijn carrière aantreft en hij zijn nieuwste filmproject, ‘Fedora’, amper bekostigd krijgt, kan Coe zich bezinnen over de houdbaarheidsdatum van kunst. Hoewel Wilder nog steeds als een levende legende wordt gezien, moet hij het toverstokje waarmee hij steevast de stijl van het nakende tijdperk vormgaf, doorgeven aan groentjes als Steven Spielberg, die met ‘Jaws’ de pretparksensatie van cinema een enorme boost zal geven. ‘Meester Wilder en ik’ past op de boekenplank naast Jess Walters ‘Schitterende ruines’ en ‘Het boek der illusies’ van Paul Auster, maar die uitstekende cinematografische romans missen de gevatheid, geestdrift en scherpe dialogen van Coe. Hij vermengt comedy met drama, soap met arthouse, geeft een inkijk in Hollywoods interne keuken en brengt een liefdesverklaring van de ene kunstvorm aan de andere.
Naar gegevens van J. Hodenius
Geslaagde mengeling van sleutel-, kunstenaars- en ontwikkelingsroman van de bekende Engelse auteur (‘Klein Engeland’). Calista, een Griekse filmcomponiste kijkt als 57-jarige terug op haar twintigjarige contact met filmicoon Billy Wilder en zijn scenarioschrijver I.A.L. Diamond. Tijdens een rugzaktoer door Californië leert ze Wilder kennen tijdens een toevallig diner. Als deze laatste zijn film Fedora (1978) op Korfoe opneemt, wordt ze als vertaalster Grieks uitgenodigd en mag ook mee naar München en Parijs. Het onderwerp, een filmproducent probeert een oude filmdiva te strikken, spiegelt het hoofdthema van ouder worden en niet (meer) populair zijn, in het geval van Wilder door de opkomst van New Hollywood (Jaws van Spielberg), bij Calista door een dreigend leeg-nest-syndroom. Naast de in hun contact organisch ingevoegde wetenswaardigheden over Wilders leven en filmstijl (gebaseerd op zijn voorbeeld Ernst Lubitsch) maakt het experimentele middenstuk in script-stijl – Wilders antwoord op de weer oplevende holocaust-ontkenning – nog het meeste indruk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.