Niemand zoals ik : roman
Miriam Toews
Miriam Toews (Auteur), Josephine Ruitenberg (Vertaler), Claudia Visser (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Cossee, © 2020 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : TOEW |
Kathy Mathys
ob/kt/10 o
De feiten zijn afschuwelijk. Tussen 2005 en 2009 werden meer dan 130 vrouwen in een afgelegen mennonitische kolonie in Canada herhaaldelijk verdoofd en verkracht. Enkele slachtoffers waren amper drie jaar oud. Bedwelmd met een middel dat voor vee wordt gebruikt, werden ze bloedend en met pijn wakker, om dan te horen te krijgen dat ze door de duivel bezeten waren of dat ze een te wilde verbeelding hadden. De mannen werden uiteindelijk veroordeeld, maar later kwam naar buiten dat soortgelijk misbruik nog steeds voorkomt in de kolonie.
Miriam Toews, de Canadese schrijfster die opgroeide in een mennonitische gemeenschap en die in haar romans een licht laat schijnen op die verborgen wereld, veranderde de echte locatie van de kolonie, Manitoba, in het fictieve Molotschna. Ze gaat in Wat ze zeiden niet voor expliciete details.
Onderdanigheid
Acht vrouwen, allemaal slachtoffers, komen in het geheim samen. Ze willen beslissen of ze zullen blijven en niets doen, blijven en terugvechten of vluchten. Er staat druk op de ketel, want de beschuldigde mannen komen op borgtocht vrij en zullen terugkeren naar de kolonie. De vrouwen praten, kibbelen, maken grappen. In een gemeenschap waar vrouwelijke onderdanigheid het hoogste goed is, is hun samenkomst een subversieve daad.
Toews zei in een interview in The Guardian dat vrouwelijke mennonieten een talent voor verhalen hebben, iets wat hier duidelijk zichtbaar is. De roman is een ode aan de vrouwelijke verbeelding en inventiviteit. Ondanks hun verteltalent kunnen de vrouwen niet lezen. August Epp, een mennoniet die na jaren in de grote wereld is teruggekeerd, houdt de notulen bij. Hij heeft respect voor de vrouwen. Toews laat op subtiele wijze zien dat ook mannelijke mennonieten een keurslijf krijgen opgedrongen: de zachtmoedige, intellectuele Epp wordt enkel gedoogd omdat hij Engelse les geeft aan de jongemannen.
Humor
Toews, wier zus en vader zelfmoord pleegden, gebeurtenissen waarover ze een roman en een memoir publiceerde, heeft altijd met een lichte toets over zware onderwerpen geschreven. Ook in haar verbeelding van Molotschna, waar de huizen 's nachts 'kleine doodskisten' lijken, is er plaats voor humor, zo blijkt bijvoorbeeld uit de manier waarop de vrouwen listen verzinnen om hun mannen te misleiden. 'Met lachen schiet je meer op dan met praten', laat een van de personages zich ontvallen.
De acht vrouwen hebben echt elk een eigen stem. Zo zijn er de voorzichtige Greta, de woedende Salomé en de filosofische Ona, een ongetrouwde vrouw die zwanger is van een belager. Ona en August kregen als kinderen stiekem les van de moeder van August die hen liet kennismaken met wetenschap en politiek. Dankzij Ona nemen de gesprekken vaak een filosofische wending.
Als de vrouwen blijven, moeten ze de mannen vergeven, anders kunnen ze hun plek in de hemel wel vergeten. Maar wat stelt vergiffenis voor als die niet uit het hart komt? Zijn vrouwen minder waard dan dieren? Wat is vrijheid? Hoe kan je overleven in een wereld waarvan je je geen voorstelling kunt maken? Rond deze en andere vragen ontspinnen zich de discussies. De vrouwen spreken geen Engels en kunnen niet kaartlezen. Je vreest dat ze het niet zullen redden daarbuiten. Toch is er veel daadkracht, zelfredzaamheid en ook het verlangen om voor het eerst iets te doen wat ze zelf hebben bedacht.
Af en toe maakt de schrijfster iets kenbaar over wat aan de vergaderingen voorafging. Zo is er het slachtoffer dat beviel van een kind van haar broer, een baby zo klein dat hij in een schoenendoos paste en meteen stierf. Epp voorziet de lezer van enkele feiten maar hij is geen sensatiezoeker. Zijn rol van empathische klerk is zuiver, zijn liefde voor Ona aandoenlijk.
Dit is een beknopte, maar rijke roman geschreven door een schrijfster met een uitgekiend gevoel voor ritme en psychologische finesse. Wat ze zeiden is een krachttoer.
Vertaald door J. Ruitenberg en C. Visser, Cossee, 223 blz., 20,99 € (e-boek 9,58 €). Oorspronkelijke titel: 'Women talking'.
J.J. Wolrich
Een aantal vrouwen uit een mennonitische kolonie in Bolivia wordt ‘s morgens versuft en met pijn wakker. Ze blijken te zijn gedrogeerd en verkracht door mannen uit de kolonie. De vrouwen bespreken met elkaar drie opties die ze zelf hebben bedacht : nietsdoen, blijven en het uitvechten of weggaan. Ze zullen snel moeten beslissen. Tijdens een geheime bijeenkomst discussiëren ze over deze opties. En de gevolgen voor hun gezin en hun kinderen. Ze hebben August Epp, de onderwijzer, gevraagd om te notuleren. Je wordt als lezer vanaf het begin meegezogen in deze indrukwekkende roman die op ware gebeurtenissen is gebaseerd. Het verhaal is geschreven vanuit het perspectief van August, maar in de dialogen spreken de vrouwen om beurten, waardoor het leven van de vrouwen zich steeds meer ontvouwt. Ze hebben elk hun eigen stem. Geschreven in een prachtige, heldere stijl.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.