Een verhaal met een st@@rt
Jørgen Hofmans
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Zwijsen, 2018 |
JEUGD : VERHALEN GEEL-GROEN (6-7 J.) : AVI 1 |
Aanwezig |
Zwijsen, 2006 |
JEUGD : VERHALEN GEEL-GROEN (6-7 J.) : AVI 1 |
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Niet beschikbaar |
Zwijsen, 2018 |
JEUGD : VERHALEN GEEL-GROEN (6-7 J.) : AVI 1 |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Zwijsen, 2018 |
NT2 Interreg Lager Onderwijs NT2.LO.5 |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Zwijsen, 2006 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : HOFM |
31/12/2007
Strips voor beginnende lezers
Sinds 2005 biedt de educatieve uitgeverij Zwijsen ook een serie strips aan in haar fonds voor beginnende lezers. In eersteleesboekjes worden tekst en beeld al sterk op elkaar afgesteld, maar een stripverhaal biedt misschien nog meer mogelijkheden om kinderen via beelden woorden en zinnen beter te doen lezen en begrijpen. Je kan narratieve sequensen opbouwen met stripplaatjes en tekst op verschillende wijzes integreren in het beeld. Daarnaast kan je dankzij de mogelijkheden van de striptaal het beeld visueel heel aantrekkelijk maken door bv. verschillende lijnvoeringen en tekentechnieken toe te passen, dynamisch met de plaatjes en de kaders om te gaan, een beeld over verschillende plaatjes te verdelen, plaatjes aan elkaar spiegelen en filmische effecten introduceren door het perspectief en camerastandpunt te wisselen etc. De uitgever doelt alvast op dat "Leesplezier": "Niet gewoon een pagina vol tekst maar een spannende strip, die lezen nog leuker maakt!". De visuele en narratieve mogelijkheden van een stripverhaal moeten er dus voor zorgen dat het leren lezen leuker en vlotter wordt. Dat is geen eenvoudige oefening gebleken, en de eerste zes albums, alle op AVI 1-niveau, in de reeks verschillen erg in kwaliteit. Hoewel in alle albums de stripplaatjes duidelijk het verhaal aanvullen en verrijken, schort er soms flink wat aan het verhaal en/of aan de plaatjes zelf.
Kom bij mij en De pet van jet bv. zijn eenvoudige en weinig originele stapelverhalen, erg mager, met weinig tekst, te veel banale zinnetjes en van die typische 'AVI-vervangwoordjes' (bv. 'sip' voor 'droevig', 'bol' voor hoofd). In combinatie met de plaatjes werken deze boeken nog wel, maar het kan toch niet de bedoeling zijn van een eersteleesboek dat de plaatjes de narratieve functie van woorden bijna volledig overnemen? Er moet nog genoeg en interessant leesmateriaal overblijven. Visueel gezien hanteert Els van Egeraat in De pet van jet de mooiste stijl, maar zet ze de plaatjes gewoon naast elkaar in een vrij klassieke paginaopbouw. Daniëlle Schothorst wendt iets meer mogelijkheden van de striptaal aan in Kom bij mij (bv. verschillende kadergroottes en inzetplaatjes), maar haar tekenstijl is dan weer uiterst rudimentair. Dat geldt ook voor Nicolle van den Hurk in Voor wie wil!. Het is opnieuw een stapelverhaal, dat wel meer en interessantere tekst biedt. De tekenstijl is dan wel eenvoudig, maar de pagina's worden goed en gevarieerd opgebouwd. Er komen wel opvallend weinig plaatjes voor: meestal drie per pagina, met nog vaak grote, soms twee pagina's beslaande prenten.
Een veel betere strip is Waar is de schat? van Camila Fialkowski en Jørgen Hofmans. Fialkowski tekent grappige figuurtjes, wendt verschillende technieken aan, varieert opvallend in perspectief en kadrering en deelt haar pagina's boeiend in. Helaas kan het verhaal niet overtuigen: het klassieke schatgraventhema wordt vereenvoudigd, uitgemolken en van flink wat banale verhaalelementen voorzien. Het boek bevat heel weinig tekst, die dan nog vaak te repetitief wordt. Een leuker verhaal is Vuur van tuur van Mark Janssen, over een vuurspuwend draakje dat niet meer welkom is in het kasteel. De taal is hier echter ook heel herhalend en bevat te veel 'AVI-vervangwoordjes'. Visueel gezien kan het album ermee door, maar valt het in geen enkel aspect echt op. De pagina's worden dynamisch opgebouwd met plaatjes die dicht aaneenhangen en elkaar soms overlappen.
Het blijkt dus niet zo eenvoudig om verbale taal, verhaal, beeld en striptaal samen te brengen in een over de hele lijn overtuigende eersteleesstrip. Dat het concept toch kan werken, bewijst Jan Jutte in Met vis naar zee. Het is een grappig verhaal over een jongen die met zijn vlieger in de vorm van een vis naar het strand gaat. Allerlei dieren en mensen denken dat er een vis op stap is en dat geeft aanleiding tot veel verwarring en slapstick situaties. Er gebeurt veel in deze strip en de mogelijkheden van de striptaal worden uitstekend aangewend met uitgesplitte beelden, spiegeleffecten en gevarieerde pagina-indeling. Ook in dit verhaal wordt, zowel in de beelden als in de taal, veel herhaald, maar met telkens een lichte variatie, wat het geheel boeiend houdt.
Voorjaar 2007 verschijnen nog drie albums in deze reeks, maar dan op niveau AVI 2: Hiep hiep, daar is Piep! (Mark Janssen), Een pak voor Jef? (Rick de Haas) en Wat hoort Kim daar? (Helen van Vliet). [Chris Bulcaen]
Hannelore Rubie
Tim kijkt naar de televisie. Piraten zijn op weg naar een eiland. Als hij in slaap valt, droomt hij het verhaal verder met zichzelf in een hoofdrol. Samen met aap volgt hij de piratenkapitein met zijn drie domme hulpjes die op zoek zijn naar een schat. Als de piraten de schat vinden, lukt het Tim en aap om ermee weg te komen. Het is de auteur en illustratrice gelukt om een prachtig stripverhaal te maken voor heel jonge lezers met nog weinig leestechniek. De grappige prenten zijn op een collage-achtige manier gemaakt, zonder druk te worden en zodanig gerangschikt dat het geheel overzichtelijk is. Het spannende, herkenbare verhaal wordt met weinig woorden en in korte zinnen verteld, AVI-S. De tekst is op een rustige, afwijkende achtergrondkleur gedrukt, uitgeknipt en 'los' in de prenten geplakt. Hierdoor is de tekst goed te vinden en duidelijk te lezen. Deel in de serie 'Strip voor beginnende lezers'*. In het grote boekenaanbod voor beginnende lezers een aanrader (voor thuis en op school) door de stripverhaalvorm, van een uitgever die blijft zoeken naar andere, uitdagende manieren om kinderen graag te laten lezen! Vanaf ca. 6 jaar.
Lieve Raymaekers
ua/an/22 j
Tijdens het bekijken van een piratenfilm valt Tim in slaap. In zijn droom loopt de film door, maar dan nu met Tim als één van de protagonisten. Tim volgt een piratenbende in hun zoektocht naar de schat, en slaagt erin deze te bemachtigen, met de hulp van een heel sympathieke en slimme aap. Zelden zo’n spannend verhaal tegengekomen dat op niet meer dan AVI-1- niveau geschreven is. Hoewel lezen nog echt een aardige inspanning vraagt, na die luttele eerste weken, motiveert dit boekje zodanig dat ik het in één ruk heb zien uitlezen. Dat ligt in hoge mate aan de illustraties, die in deze strips voor beginnende lezers natuurlijk de grootste plaats innemen. Het is heel mooi om zien hoe de piratenkarakters alleen al in de tekeningen uit de verf komen: de boom van een piraat met klein hartje en simpele ziel, de grijsaard die gewoon te oud is voor dit soort expedities, de scheepsjongen met zijn ‘ik (hartje) mam'-T-shirt, en kapitein Haak, de enige met verstand. De collagetechniek die op het eind voor de afbeelding van de schat gebruikt wordt, is verrassend en fris. Het aantal woorden per bladzijde is echt wel beperkt, maar het gevoel dat beginnende lezers meekrijgen echt zelf een heel boek te lezen, is goud waard.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.