Een aquarel van de tijd : herinneringen en dagboekbladen
Hugo Raes
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Karakters, 2020 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : RAES |
Marc Reynebeau
em/ov/14 n
In 1957 je verhalenbundel de titel Links van de helikopterlijn geven, was bijna een statement. Hier sprak een nieuwe stem, in een Vlaamse literatuur waar de held zich meestal per fiets verplaatste, hooguit met de trein. Het was het prozadebuut van Hugo Raes (1929-2013), een schrijver die eerder al twee dichtbundels had laten verschijnen. De gereputeerde Amsterdamse uitgeverij De Bezige Bij, die onder meer het werk van Hugo Claus uitbracht, had zich over hem ontfermd en publiceerde in 1961 ook zijn debuutroman De vadsige koningen, waarvan zopas een heruitgave is verschenen. Dat bevestigt de waardering die Raes al snel genoot voor een oeuvre dat, achteraf bekeken, opvalt door zijn consistentie.
Het was aan De vadsige koningen te zien dat Raes, toen 32, een leraar was die veel had gereisd en vooral veel had gelezen, zeker Angelsaksische literatuur. Hij bouwde zijn roman op als een inwendige monoloog die geen realisme of objectiviteit nastreeft. In dat procedé is James Joyce de voorloper, gevolgd door onder meer de Amerikaanse Beat generation en de Franse nouveau roman.
De uitdrukkelijke subjectiviteit verwerpt de valse pretenties van het literaire realisme dat vaak niet verder komt dan het reproduceren van maatschappelijke conventies en clichés. Literair-historisch loopt Raes voorop in de vernieuwing van de Vlaamse literatuur die in de jaren 50 begon en in het volgende decennium zowel een glorieuze doorbraak beleefde als haar ondergang, maar die wel belangrijke auteurs opleverde, onder anderen Raes, Paul de Wispelaere, de al wat oudere Ivo Michiels, Fernand Auwera en in zekere zin ook Jef Geeraerts.
Die literatuur wilde uitdrukkelijk kritisch, humanistisch geëngageerd en emanciperend zijn, zowel formeel als thematisch, weg van wat Raes in 2004 nog 'het boerse Pallieterniveau' noemde. Dat was wat kort door de bocht; zo 'boers' is Felix Timmermans' Pallieter (1916) ook weer niet, maar Raes' omschrijving zegt wel iets over de mythes rond die roman. Raes had, zeker achteraf, wel degelijk het gevoel dat hij met zijn tijd- en geestesgenoten in de Vlaamse literatuur een rol te spelen en zelfs een opdracht te vervullen had.
Erotiek werd voor Raes een belangrijk thema ( Hemel en dier, 1964), wreedheid en geweld ( Het smarán, 1973) net zo goed. In zijn latere werk (zoals in Reizigers in de anti-tijd, 1971) zou hij de literaire vernieuwing in de sciencefiction doortrekken: geen utopie zonder voorafgaande creatieve destructie, zoals dat nu modieus heet. Maar de sf vervreemde hem van het onwennige publiek en in de perceptie van de literaire kritiek kon het nooit een volwaardig literair genre zijn.
Huwelijk
De vadsige koningen brengt het relaas van een slapeloze, klamme, warme nacht, die van 7 op 8 mei, waarin dromen en gedachten zich ongeordend opdringen, fragmentair, rondcirkelend in het bewustzijn van ik-verteller Herman, het residu van 'rondkijken, gulzig alles wat je kan zien, opnemen. Je hele wezen, als een vloeipapier, de wereldstof opslorpend'. Zo komen ze in de roman, schijnbaar zonder hiërarchie door elkaar dwarrelend: eigen ervaringen, herinneringen en, via tal van krantenkoppen, de actualiteit, samen met de gevoelens en meningen die ze losweken, soms banaal, soms verheven. De overtuigingskracht van de roman is het grootst als taal en schriftuur net de rechtlijnige mededeling overstijgen, en daar slaagt Raes niet altijd in.
Wat Herman uit zijn slaap houdt, is zijn ongelukkige huwelijk. Dat thema heeft een autobiografische grondslag. Raes was in 1953 met zijn jeugdliefde getrouwd, maar zou in 1963, twee jaar na het verschijnen van De vadsige koningen, van haar scheiden. Niet dat de roman een biecht is, of nog erger, dat Raes in de literatuur zijn gelijk zocht als alternatief voor zijn ongelijk in de 'echte' wereld, het autobiografische materiaal dient de schrijver slechts als grondstof. Tegelijk valt bij Raes op hoezeer ook de toon van zijn proza autobiografisch is bepaald: somber wanneer het hem persoonlijk niet goed gaat, jubelend wanneer dat wel zo is, radicaler wanneer hij op onbegrip meent te stuiten.
Hypocriet
Zo geeft De vadsige koningen gestalte aan een generatie: de jongeren die kort na de Tweede Wereldoorlog volwassen werden. Het verging hen materieel beter en ze waren hoger geschoold - de welvaartsstaat kwam eraan. Die jongeren ervoeren echter een verlammende absurditeit en doelloosheid in hun bestaan, in een existentialistisch pessimisme dat de mens, aldus Raes, zag als 'een bij uitstek kwaadaardig dier'. Ze voelden zich slecht in hun vel in een tijd waarin oude, bevoogdende en voor hen repressieve, laffe en hypocriete structuren standhielden, een tijd die onrecht duldde en waarin altijd zinloze gruwel en dood dreigden.
Er moest meer mogelijk zijn, maar toch was de verleiding groot om, met een referentie aan de laatste Merovingische koningen in de vroege middeleeuwen, 'vadsige koningen' te worden. Die waren, volgens het fragment waar de roman mee opent, 'ofwel kinderen, een speelbal in de handen der hofmeiers, ofwel dégénérés, die slechts voor de voldoening hunner lusten leefden'.
Veel lezers herkenden zich in dat wereldbeeld. De vadsige koningen werd een groot succes, ook in de kritiek. Het heette dat met Raes de nieuwe Boon was opgestaan en dat het boek te vergelijken viel met On the road (1955) van Jack Kerouac en De avonden (1947) van Gerard Reve, toen al een cultroman. Na zestig jaar is De vadsige koningen vooral historisch en literair-historisch nog van belang, zeker in passages die niet als gedateerd ervaren worden.
De heruitgave is dan ook welkom, al mist ze een nawoord om het werk te duiden. Ze sluit af met een enigmatische mededeling van de uitgever. Die stelt dat de originele tekst is 'herzien' (door wie?) 'op taalgebruik dat niet langer als neutraal gezien wordt. Waar de tekst het toeliet is kwetsend taalgebruik van het vertellend personage aangepast of weggelaten.' Daar heeft de lezer niets aan, ook omdat de uitgever niets zegt over de omvang van de interventie. Misschien verwijst ze naar Raes' huwelijksperikelen.
Hoe dan ook bijt deze experimentele en door literaire autonomie gedreven roman in die eis tot 'neutraliteit' alsnog op een bizarre manier in zijn eigen staart.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.