Blauwboek : gedichten voor de grote reuzin
Peter Holvoet-Hanssen
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Polis, 2020 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : POEZIE : HOLV |
Paul Demets
rt/aa/13 m
De gedichten van Peter Holvoet-Hanssen zijn zo bijzonder omdat hij sterk met de vorm bezig is. Maar tegelijkertijd is de inhoud pregnant. Moeten we in het geval van zijn poëzie trouwens niet spreken over de zevende functie van taal, waarover de Franse schrijver Laurent Binet het recent had, namelijk de magische functie van de bezwering? Want Holvoet-Hanssens gedichten betoveren, een effect dat sterker wordt wanneer je hem hoort voorlezen. Maar het gebeurt ook wanneer je de gedichten in De wolkendragers leest. Want je krijgt een betoverend koor van verschillende stemmen te horen.
Dat is in deze bundel, nog meer dan in zijn eerdere werk, letterlijk het geval. Want in het deel 'onderstroom' staan heel wat gedichten die in samenwerking met leerlingen uit het middelbaar onderwijs of uit de ziekenhuisschool tot stand zijn gekomen. Holvoet-Hanssen heeft het dan over 'groepsgedichten', maar het valt op dat er geen stijlbreuken zijn met de rest van zijn bundel. De dichter laat de stemmen van de jongeren en van veel anderen, die vaak als kwetsbaren in onze samenleving omschreven worden, door zijn stem heen weerklinken. De zogenaamd zwakkeren geven hem kracht. Het valt op dat Holvoet-Hanssen op die manier nog altijd in zekere zin het adagium realiseert dat hij hanteerde als stadsdichter van Antwerpen: hij wou de stem van iedereen laten horen. Sindsdien noemt hij zich 'stadspeter'. Maar dat is hij zeker niet voor Antwerpen alleen.
In het laatste deel, 'tegenstroom', werkt Holvoet-Hanssen samen met collega-dichters als Tonnus Oosterhoff, Delphine Lecompte, Marleen de Crée, Piet Gerbrandy, Elvis Peeters en Annemarie Estor. 'Krachten bundelen', schreef Holvoet-Hanssen al in zijn debuutbundel Dwangbuis van Houdini (1998). De dichters helpen elkaar om te weerstaan aan de reus Goleman, symbool voor alles wat de mensheid bedreigt.
Alle functies van taal worden geactiveerd in deze bundel. Wie wil, kan uitgebreid plezier beleven aan uit het uitvlooien van allerlei namen, historische en actuele gebeurtenissen en daar dwarsverbanden tussen zoeken. Zo krijgen we een afbeelding van 'De zeeslag in de Straat van Messina', een werk uit 1561 van Frans Huys naar Pieter Bruegel de Oude. In het gedicht 'Trinacia, Vuurtorenstraat' roept Holvoet-Hanssen op om, ondanks alle dreigend gevaar, toch op te staan en het kwaad, belichaamd door de reus Goleman, te bezweren door te zeggen: 'Goleman, wat heb jij pech/ want jij kent geen voetjes in het zand met uitzicht op het licht'.
Dit is niet alleen een bundel met intertekstuele referenties en verwijzingen naar eerder werk. De lezer wordt geregeld aangesproken en emotioneel betrokken, zoals in 'Voyage', waarin de dichter ons aanspoort: 'Maak open plekken in je hoofd!' Of in 'Wolkenwijsje': 'Kom duik mee onder de wolken.' Op deze manier wordt tegelijk ook de fatische functie geactiveerd. Het is duidelijk dat de dichter ons wil binnenloodsen in zijn universum door contact met ons te zoeken.
zoals Van Ostaijen
Holvoet-Hanssens poëzie is ook erg expressief. Het verdriet en de onmacht spreken bijvoorbeeld sterk uit het ontroerend gedicht 'Wolkendrager', dat hij opdraagt aan de betreurde Frederik Vanclooster, die in de eerste dagen van 2020 het gemoed van heel velen beroerde toen bleek dat hij op oudejaarsnacht in het water was gesukkeld. Typisch voor Holvoet-Hanssen is dat hij de tragiek countert en draaglijk maakt door de klankkleur en het ritme in het gedicht, die aan de nagelaten poëzie van Paul van Ostaijen - duidelijk een van zijn literaire vaders - doen denken. Zoals Van Ostaijen met taal speelde, zo jongleert ook Holvoet-Hanssen weer in De wolkendragers. Hij speelt met de bladschikking en met de typografie. Hij maakt gebruik van rijm, herhaling en variatie. Sommige verzen hebben het karakter van een lied. Hij gebruikt ook diverse genres: door de dialogen krijg je soms kleine stukjes theater. Hij heeft prozafragmenten opgenomen, waarin onder anderen de SS'er met wie we al kennismaakten in zijn roman De vliegende monnik (2003) en de moeder van de dichter aan bod komen. Holvoet-Hanssen saboteert de eigenschappen van de literaire genres en gebruikt ze op een schalkse manier, waardoor ze een soort lichtheid krijgen.
De schrijver maakt naar eigen zeggen 'poëziereizen'. Alles gaat schuiven en bewegen, ook in het hoofd van de lezer. Geen stolling, stilstand en berusting in deze poëzie, maar een pleidooi voor het koesteren van de droom en de vrije, kinderlijke, speelse verbeelding. We moeten blijven transformeren, omdat de Goleman dreigt.
Er zijn maar weinig dichters die erin slagen om de werkelijkheid voor even te betoveren terwijl je leest. Holvoet-Hanssen creëert een fonkeling in de duisternis, want hij verbergt de dreigende, donkere kanten niet. Wie deze bundel leest, wordt onvermijdelijk ook een wolkendrager.
Pelckmans, 102 blz., 20 €.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.