Overal vogelzang
Evie Wyld
Evie Wyld (Auteur), Roos van de Wardt (Vertaler), Astrid Huisman (Vertaler)
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
De Bezige Bij, 2021 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : WYLD |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2021 |
VOLWASSENEN : ROMANS : WYLD |
Lieke Kézér
ua/an/23 j
De vrouwen in Evie Wylds Wij zijn de wolven zijn stevige drinkers. Whisky, gin, de vergetelheid bevindt zich steevast op de bodem van de fles. Het is het verleden dat spookt. Zo heeft Viviane in haar kindertijd een dode vrouw op het strand gevonden, haar lichaamsdelen zaten in een koffer gepropt. 'In de herinnering, die een kinderherinnering is, knippert het oog.' En Ruth werd na de dood van haar broer opgenomen in een sanatorium, alsof rouwen waanzin is.
Geweld tegen vrouwen, daar gaat het in deze roman over. Dat dat van alle tijden is, illustreert Wyld door op ingenieuze wijze drie verhalen te vervlechten.
Viviane reist van Londen naar een desolate plek in Schotland om het familiehuis dat te koop staat leeg te halen. Lamgeslagen door de dood van haar vader dwaalt ze doelloos door het leven. Bijna veertig is ze, haar schoonbroer is een engerd die zich aan haar opdrong, haar huidige flirt appt dat hij weet waar ze woont als ze hem niet meer wil zien na een raar seksincident. En dan is er Ruth, de voormalige bewoonster van het familiehuis. Na de Tweede Wereldoorlog trouwt zij met een weduwnaar die er een dubbelleven op na houdt.
De laatste verhaallijn is voor Sarah, die in de achttiende eeuw op de vlucht slaat als ze voor hekserij tot de brandstapel wordt veroordeeld.
Gewurgd met golfclub
Tussen hun verhalen door klinken andere stemmen. Fragmenten van anonieme vrouwen, meisjes, die worden opgesloten, verkracht, gewurgd met een golfclub, die voor dood worden achtergelaten in een woud, waar de dieren zich aan het lichaam tegoed doen. 'De kleine wezentjes van het bos zetten zich aan de taak om vertrouwd te raken met het meisje voordat 's nachts de grotere wezens komen, de vossen, de buizerds, een rode hermelijn die van het vlies tussen haar duim en wijsvinger eet.'
Grimmige verhalen, daar is de Britse Wyld sterk in. Haar vorige, meermaals bekroonde roman Overal vogelzang was ook al zo beklemmend, ook daar hing het verleden duister boven de personages. Wij zijn de wolven is als een koude hand die je plots in de nek grijpt. Overal duiken zwarte schimmen op, er klinkt gebonk op de muren in het familiehuis, de vloeren kraken. Er is een geest, een meisje dat aan haar afgekloven nagels pulkt en dat verdwijnt als je recht naar haar kijkt. Een geschifte dominee.
De geur van rotting hangt in de lucht, er is achterdocht, er zijn geheimen en dan al die wrede mannen.
Je zou als lezer bijna zelf naar een borrel grijpen bij zo veel macabers, maar, en dat is het bewonderenswaardige aan Wylds prachtige proza: de hoop blikkert fel door de ellende heen.
Van de meeste van haar personages gaat een grote veerkracht uit en ze schuwt ook de humor niet (al is die wat bitter). Zo krijgt Ruth nadat ze haar echtgenoot met een ander heeft betrapt van haar zus te horen dat ze zich er maar bij neer moet leggen: 'Snoesje toch, zo zijn mannen nou eenmaal. Ze zitten anders in elkaar, ze willen andere dingen. En om van het leven te kunnen genieten zul je bepaalde dingen moeten accepteren.'
Om er vervolgens aan toe te voegen: 'En het mooie is: zij gaan bijna altijd als eerste dood.'
De Bezige Bij, 368 p., 21,99 euro. Vertaling Roos van de Wardt en Astrid Huisman.
Kathy Mathys
ua/an/16 j
Je zou kunnen denken dat de Engelse schrijfster Evie Wyld op de #MeToo-trein is gesprongen met haar boek over vrouwenlevens die door mannen uit de sponnen zijn gerukt. Niets is minder waar. Ook haar vorige roman ging over een vrouw die haar weg tracht te vinden in een onfrisse mannenwereld.
Wyld houdt van veelstemmige verhalen, in Wij zijn de wolven volgt ze drie vrouwen. In de eerste verhaallijn klinkt de hartslag van onze tijd. Viviane ziet aan de puntjes op haar telefoonscherm dat haar zus aan het typen is. Ze doet freelance vage klussen, heeft vage dates. Twee jaar geleden is haar vader overleden en de rouw sleept aan. Viviane trekt van Londen naar de kust van Schotland om er het huis van haar overleden grootmoeder op te ruimen.
In de tweede verhaallijn leren we die grootmoeder, Ruth, kennen. Ditmaal vertelt Wyld in de derde persoon wat - opvallend is dat - meer intimiteit oplevert dan Vivianes nerveuze ik-vertelling. Ruth is een Engelse die trouwt met een weduwnaar met twee zoons. Een van die zoons wordt later Vivianes vader. Ook Ruth rouwt, ze mist haar in de oorlog gesneuvelde broer tot in het diepst van haar botten. Ze verdooft de pijn met drank, net als haar kleinkind jaren later. Ruth wordt scherp in de gaten gehouden. De inwoners van het kustdorp vinden het onbetamelijk dat ze geen aansluiting zoekt.
Dan maakt de schrijfster een sprong in de tijd met het achttiende-eeuwse verhaal over Sarah, beschuldigd van hekserij. Een priester ontfermt zich over het meisje. Dit verhaal krijgen we bij monde van de zoon van de priester. Het is niet losgezongen van de rest. Sarah dreigt haar leven te verliezen door het geweld van mannen. Ruth vindt in haar echtgenoot en in de priester geduchte tegenstanders. Viviane belandt in bed met een man die haar bedreigt wanneer ze het contact verbreekt.
Achterstevoren
En dan is er nog een vierde draad, die zich moeilijk laat grijpen, net als het krioelende zeeleven in de kustpoelen waar Vivianes vader rondhing als kind. Wyld vertelt dit verhaal achterstevoren, een techniek die ze ook gebruikte in haar vorige roman en die haarfijn laat zien dat het lot van een personage onomkeerbaar is, met hoeveel zorg hij zijn koffer ook inpakt om een nieuw leven te beginnen.
In Na het vuur, een ademloze stilte en Overal vogelzang liet Wyld zich kennen als een schrijver die de impact van het landschap op mensenlevens begrijpt. In dat opzicht en ook in haar sterk zintuiglijke beschrijvingen is ze verwant aan haar collega Sarah Hall. Wanneer Wyld op de eerste bladzijden Vivianes moeder neerzet als botanisch tekenaar van fungi, kan je de gifzwammen bijna ruiken. Voorbeelden van haar fysieke stijl: voetstappen in het bos gaan 'niet sneller dan de logge klop van een koeienhart'. Of deze: 'Haar bloed herinnerde zich het springende-zalmgevoel als de baby binnen in haar van positie veranderde.' De Engelse titel The Bass Rock legt de nadruk op het belang van dat landschap. De strandrots met zijn groteske vorm (hij doet Ruth denken aan een misvormd kinderhoofd) is de stille getuige van de gewelddadige gebeurtenissen.
Een roman over geweld tegen vrouwen zou kunnen uitpakken als een programmatisch gedrocht. Dat gebeurt niet bij deze schrijfster die ook vrouwen geweld laat plegen, mannen tot slachtoffer maakt. Bovendien houdt Wyld ook geniepige vormen van geweld tegen het licht. Zo voelt Viviane zich bedreigd door het gekietel van een date, die haar angstige protest juist als een aanmoediging ziet. Ruth duldt het geweld tussen de echtelijke lakens: 'Je werd immers geacht geen aanstoot te nemen aan de avances van je echtgenoot.'
Wij zijn de wolven is ook meer dan een roman over geweld. Wyld schrijft overtuigend over relaties tussen zussen, moeders en dochters, over klassenverschillen, over hoe gevaarlijk het is wanneer je je afzondert van de gemeenschap en a room of one's own opeist.
Voor Viviane was haar grootmoeder een afstandelijke vrouw. Wij, de lezers, leren Ruths leven op die overweldigende manier kennen die uniek is voor geschreven fictie. Dit boek zou zomaar een literair hoogtepunt van 2021 kunnen worden.
Vertaald door Astrid Huisman en Roos van de Wardt, De Bezige Bij, 367 blz., 21,99 €.
Hans Bouman
il/pr/10 a
Een seksistische tijdschriftadvertentie, een vrouw die op een haar na ontsnapt aan een mannelijke belager en een koffer waarin zich het ontbindende lijk bevindt van, inderdaad, een vrouw: de lezer van Evie Wylds roman Wij zijn de wolven beseft al na enkele bladzijden uit welke hoek de wind waait. Het boek is een gepassioneerde, meeslepende treurzang over vrouwen en het geweld dat hen treft. Geweld dat telkens opnieuw afkomstig is van mannen.
Wyld heeft haar roman een indrukwekkende, functionele structuur gegeven. Wij zijn de wolven vertelt de verhalen van drie vrouwen. Hun wederwaardigheden zijn op zo'n elegante manier door elkaar gevlochten dat ze bijna één relaas vormen, en thematisch gezien is dat precies wat ze zijn. Dat de verhalen zich afspelen in verschillende tijden, sluit direct op dat thema aan: geweld tegen vrouwen is van alle tijden.
De eerste verhaaldraad is gesitueerd in het heden en heeft Vivian als hoofdpersoon. Zij is vanuit Londen naar een Schots kustplaatsje nabij Edinburgh getrokken, waar ze toeziet op de verkoop van het landhuis van haar overleden stiefoma. Vivian is bijna 40, maar heeft haar leven nog niet op de rails. Ze is kapot van de dood van haar vader, heeft enige tijd in een inrichting gezeten en drinkt te veel.
Hoofdpersoon van de tweede verhaallijn is Ruth, de stiefoma in kwestie. Haar relaas speelt niet lang na de Tweede Wereldoorlog. Ze is gehuwd met een gevoelsarme, manipulatieve weduwnaar met twee kinderen. Een van hen, Michael, was Vivians vader. Ook Ruth gaat gebukt onder een groot verdriet: haar broer is in de oorlog gesneuveld. Drank en een psychiatrisch verleden spelen ook hier een rol.
Ten slotte is er een verhaallijn die terugvoert naar de 18de eeuw en handelt over het jonge meisje Sarah, dat van hekserij wordt beschuldigd. Ze wordt gered door een in ongenade gevallen priester. Zijn zoon Joseph, verliefd op Sarah, vertelt haar verhaal.
Een vierde vertelelement wordt gevormd door een reeks literaire vignetten, met opnieuw geweld tegen vrouwen als rode draad.
Terugkerende motieven versterken de onderlinge verbanden tussen de verhalen. Uiteenlopende verschijningsvormen van religie en hekserij spelen een hoofdrol, maar ook iets schijnbaar onschuldigs als kietelen blijkt in deze roman een dekmantel voor meer sinistere zaken: het loskrijgen van informatie, het uitoefenen van macht, een smoes om een doodsbange vrouw wellustig te betasten.
De Engelse titel van Wylds roman luidt Bass Rock en verwijst naar een vulkanische rotspartij voor de oostkust van Schotland. De rots is door de eeuwen heen getuige geweest van alle geweld waarvan deze roman impliciet en expliciet melding maakt. Het is een van de vele symbolen in het boek, net als het rottende lijk van een aangespoelde haai, de regelmatig opduikende geestverschijningen en de wolven- en vossenbeelden die de pagina's bevolken.
Die symboliek maakt de roman soms wat topzwaar en het feit dat de meerderheid van de mannen in dit boek aartsschurken zijn - de 'goeden' zijn veelal dood - draagt daaraan bij. Gelukkig is Wyld erin geslaagd haar personages levendig en geloofwaardig neer te zetten. Vooral Vivian en Ruth, maar ook de dubieuze dominee Jon Brown, zijn met veel verbeeldingskracht geschapen.
Maar het is vooral de afwisseling van vertelperspectieven die Wylds grote literaire talent verraadt. Vivian - rauw, tegendraads, cynisch - spreekt tot ons in de eerste persoon. Het verhaal van de geremde, gemakkelijk te intimideren Ruth is verteld in de afstandelijker derde persoon, zij het wel vanuit haar perspectief. De gebeurtenissen rond de 18de-eeuwse Sarah komen, zoals gezegd, langs een omweg tot ons, via Joseph. De in- en uitzoomende perspectieven geven Wij zijn de wolven een aangename, 'ademende' dynamiek.
Soms schenkt Wyld daar een scheut humor bij, zo wrang dat grijnzen bijna pijn doet.
****
Uit het Engels vertaald door Astrid Huisman en Roos van de Wardt.
De Bezige Bij; 368 pagina's; € 21,99.
Frederick Vandromme
ua/an/26 j
*****
Verkrachters, pedofielen, wurgers, patsers met losse handjes, gaslighters, stalkers, players, scheefpoepers, schijnheiligaards, mansplainers, onbetrouwbare geestelijken en allround boertige apen: het is bepaald geen fraai beeld dat Evie Wyld in haar derde roman ophangt van de man. Maar ‘Wij zijn de wolven’ – oorspronkelijke titel: ‘The Bass Rock’, naar de Schotse zeerots waar het verhaal zich met middelpuntvliedende kracht omheen werkt – is dan ook haar vlammende #MeToo-roman. De schrijfster, die naam maakte en prijzen won met ‘Na het vuur, een ademloze stilte’ en ‘Overal vogelzang’ (en die op een feestje van de uitgeverij zelf ooit roofies in haar drankje kreeg, maar alweer bij haar positieven kwam toen de al wat oudere dader ‘nog maar net’ was begonnen haar aan te randen: oef!), begon al in 2015 met dit boek. Maar de inspiratie vloeide pas écht toen ze in 2018 zag hoe een bataljon bekende roofdieren onder veel media-aandacht tegen de lamp liep. ‘Vreemd hoe die dingen lopen,’ zei Wyld daarover: ‘Pas toen de werkelijkheid me die spiegel voorhield, zag ik plots hoe de drie verhaallijnen waaraan ik al zolang sleutelde wonderwel in elkaar pasten.’ Eén van die verhalen is dat van Viviane of Viv, een vrouw die als klein meisje een verminkt en slordig in een reiskoffer gepropt lijk aantrof op het strand en daar nooit helemaal van is bekomen. Introvert, sociaal onaangepast, door de mannen om haar heen beschouwd als damaged goods, en met een verknipt gevoel voor humor: in haar charmante hulpeloosheid doet Viv wat aan het personage van Phoebe Waller-Bridge in ‘Fleabag’ denken. Haar stiefgrootmoeder Ruth trouwde in de jaren 50 met de norse weduwnaar Peter, werd al snel door hem bedrogen en kwam en passant terecht in een dorpsgemeenschap waar de tijd honderd jaar stil lijkt te hebben gestaan. En dan is er nog Sarah, die in het 18de-eeuwse Schotland vogelvrij verklaard wordt omdat een paar van de achterlijkste dorpsbewoners een heks in haar menen te zien. Vrij vertaald: drie vrouwen die tussen de plooien van het patriarchaat vallen, tussen wie Wyld behendig heen en weer zapt.
De roman is – behalve een metaforische vertelling die de mensheid indeelt in vossen en wolven – één lange, scherpe aanklacht tegen ongepast, toxisch, gewelddadig en schofterig gedrag van mannen tegenover vrouwen, in alle mogelijke vormen en gradaties. De ijver waarmee Wyld zich van haar registrerende taak kwijt, neemt Winkler Prinsiaanse proporties aan: elke man is verdacht. Tijdens een scène in de duinen is plots zelfs ‘The Handmaid’s Tale’ niet ver weg. Tussen de mannelijke personages lopen weliswaar een paar zeldzame brave borsten rond, maar zelfs zij zijn producten van hun omgeving. Ze kunnen geen ‘Als ik een vrouw was, zou ik met een grote boog om mannen heen lopen’ uitspreken zonder er meteen een schunnig ‘Het idee lesbisch te zijn heeft me altijd aangesproken’ aan toe te voegen. Wyld hamert daarbij wel érg vaak op hetzelfde aambeeld, waardoor de meeste personages meer weg hebben van handige mechanismen om de plot vooruit te helpen dan van echte mensen. En waardoor de spanningsboog halverwege danig in elkaar zakt. Maar een grondig uitgewerkt en fascinerend personage als Viv maakt veel goed. En de schrijnendste scènes in ‘Wij zijn de wolven’ zijn helaas ook iets te herkenbaar om zomaar weg te borstelen. Wyld, die fan is van Stephen King (‘Ik vond alleen het slot van zijn boeken meestal tegenvallen: hij toonde het monster, waardoor het mysterie vervliegt’), laat ook aldoor een onbestemd griezelsfeertje uit de bladspiegel opdampen, compleet met een onstoffelijke verschijning. Heeft ú al een psychologische horrorroman voor het voorjaar?
Roderik Six
ua/an/13 j
Ondanks de vuurtoren op zijn flank werpt de Bass Rock een donkere schaduw op de Schotse kust. Al op de openingspagina’s van Wij zijn de wolven wordt alle hoop op een kiertje licht gesmoord: de jonge Viviane ontdekt op het strand een koffer waar eerst een paar vingers en daarna een dood oog uit piepen.
Later – ze is ondertussen de veertig gepasseerd – keert ze terug naar het lege huis van haar voorouders, de Hamiltons, om tot rust te komen na een opname in de psychiatrie. Het huis staat te koop en het is hopen op een rijke Amerikaan die een fortuin wil spenderen aan een renovatieproject vlak bij de golfbaan. Tot dan moet ze de koude muren vrijwaren van vocht en verval. Tijdens de lange, in whisky gedrenkte avonden krijgt Viviane gezelschap van de dakloze sekswerker Maggie en – het blijft Schotland – een klein spook dat graag in de hoek van de kamer opduikt.
Ooit heeft Sarah Hamilton in het grote huis gewoond, samen met weduwnaar Peter en haar twee stiefkinderen. Vlak na de Tweede Wereldoorlog moet ze wennen aan de rare lokale gewoonten, de naburige roddeltantes en het veelvuldige bezoek van de lokale dominee. Wanneer ze ontdekt dat Peter er in Edinburgh nog een zwangere maîtresse op na houdt en hem woedend confronteert met zijn overspel, snoert hij haar de mond met het dreigement dat er voor hysterische vrouwen altijd plek is in de lokale instelling voor krankzinnigen.
Om het thema van misogynie nog wat aan te dikken verhaalt de Engelse-Australische Evie Wyld in haar derde roman ook over een heksenjacht in de streek. Boeren die hun veestapel aan de pest verliezen, wijzen met rieken in de hand richting Sarah, de dochter van de lokale kruidenvrouw – Sarah kan na een verkrachting nog net aan de brandstapel ontsnappen maar haar tocht door het woud brengt geen verlossing.
De toeristische dienst van Schotland zal gruwen van het beeld dat Wyld van de Highlands ophangt. Blijkbaar wemelt het er van seriemoordenaars, verkrachters, pederasten, vrouwenmishandelaars, potloodventers en mythische wolvenmannen, verlekkerd op jonge deernes. Als er al een goedaardige man wordt beschreven, dan ligt die onder de zoden.
Wyld verpakt haar aanklacht tegen toxische mannelijkheid in een gedegen vertelling die vlot tussen tijdperken schakelt en vaak gelardeerd wordt met knappe symboliek en grimmige scènes die ook het psychologische geweld tastbaar maken. Alleen jammer van het jachtige slot. Wyld knoopt overhaast alle tijdlijntjes nog netjes aan elkaar, maar tegen dan heb je al een serieuze brok metier achter de kiezen.
***
De Bezige Bij (oorspronkelijke titel: The Bass Rock), 368 blz., € 21,99.
Naar gegevens van J. Hodenius
Pakkende mengeling van familie- en griezelroman van de bekroonde Engels-Australische schrijfster voor de feministische lezer. Ze vertelt soepel over drie vrouwen in verschillende tijdperken die te maken krijgen met gewelddadige mannen, met als decor de Schotse kust voor het rotsachtige eilandje de Bass Rock. De depressieve 40-er Londenaar Viviane is gevraagd het familiehuis aldaar op te ruimen voordat het wordt verkocht. Een tweede verhaallijn vertelt over Ruth die vlak na de Tweede Wereldoorlog in het door een geest bezochte Schotse huis trekt van weduwnaar Peter met zijn twee zoons, maar eigen kinderen wil. De tiener Sarah, ten slotte, die in de vroege 18e eeuw van hekserij wordt beticht en samen met de familie die haar heeft opgenomen vlucht voor haar leven. Vanaf het begin spannend (met een terugkerend hoofdstuk waarin een anonieme vrouw wordt vermoord) en door het leggen van dwarsverbanden (de wicca-prostituee Maggie die zich aan Viviane opdringt lijkt qua karakter nogal op Sarah) en terugkerende motieven weet ze de verhalen te verbinden. Actueel door het tonen van mannelijke toxiciteit.
Lieke Kézér
ua/an/16 j
De vrouwen in Evie Wylds Wij zijn de wolven zijn stevige drinkers. Whisky, gin; de vergetelheid bevindt zich steevast op de bodem van de fles. Het is het verleden dat spookt, zo heeft Viviane in haar kindertijd een dode vrouw op het strand gevonden, haar lichaamsdelen zaten in een koffer gepropt. "In de herinnering, die een kinderherinnering is, knippert het oog." En Ruth werd na de dood van haar broer gedwongen opgenomen in een sanatorium, alsof rouwen waanzin is.
Geweld tegen vrouwen, daar gaat het in deze roman over. Dat dat van alle tijden is illustreert Wyld door op ingenieuze wijze drie verhalen te vervlechten. Viviane reist van Londen naar een desolate plek in Schotland om het familiehuis dat te koop staat leeg te halen. Lamgeslagen door de dood van haar vader dwaalt ze doelloos door het leven. Bijna veertig is ze, haar schoonbroer is een engerd die zich aan haar opdrong, haar huidige flirt appt dat hij weet waar ze woont als ze hem niet meer wil zien na een raar seksincident. En dan is er Ruth, de voormalige bewoonster van het familiehuis. Na de Tweede Wereldoorlog trouwt zij met een weduwnaar die er een dubbelleven op na houdt. De laatste verhaallijn is voor Sarah, die in de achttiende eeuw op de vlucht slaat als ze voor hekserij tot de brandstapel wordt veroordeeld.
Tussen hun verhalen door klinken andere stemmen. Fragmenten van anonieme vrouwen, meisjes, die worden opgesloten, verkracht, gewurgd met een golfclub, die voor dood worden achtergelaten in een woud, waar de dieren zich aan het lichaam tegoed doen. "De kleine wezentjes van het bos zetten zich aan de taak om vertrouwd te raken met het meisje voordat 's nachts de grotere wezens komen, de vossen, de buizerds, een rode hermelijn die van het vlies tussen haar duim en wijsvinger eet."
Grimmige verhalen, daar is de Britse Wyld sterk in. Haar vorige, meermalen bekroonde roman Overal vogelzang was ook al zo beklemmend, ook daar hing het verleden duister boven de personages. Wij zijn de wolven is als een koude hand die je plots in de nek grijpt. Overal duiken zwarte schimmen op, er klinkt gebonk op de muren in het verlaten familiehuis, de vloeren kraken. Er is een geest, een meisje dat aan haar afgekloven nagels pulkt en dat verdwijnt als je recht naar haar kijkt. Een geschifte dominee. De geur van rotting hangt in de lucht, er is achterdocht, er zijn geheimen en dan al die wrede mannen.
Je zou als lezer bijna zelf naar een borrel grijpen bij zo veel macabers, maar, en dat is het bewonderenswaardige aan Wylds prachtige proza: de hoop blikkert fel door de ellende heen. Van de meeste van haar personages gaat een indrukwekkende veerkracht uit en ze schuwt ook de humor niet (al is die wat bitter). Zo krijgt Ruth nadat ze haar echtgenoot met een ander heeft betrapt van haar zus te horen dat ze zich er maar bij neer moet leggen: "Snoesje toch, zo zijn mannen nou eenmaal. Ze zitten anders in elkaar, ze willen andere dingen. En om van het leven te kunnen genieten zul je bepaalde dingen moeten accepteren". Om er vervolgens aan toe te voegen: "En het mooie is: zij gaan bijna altijd als eerste dood."
Vert. Roos van de Wardt, Astrid Huisman. De Bezige Bij; 368 blz. € 21,99.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.