Dromen van de bok
Nico Dros
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Van Oorschot, 2021 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : DROS |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Van Oorschot, 2021 |
VOLWASSENEN : ROMANS : DROS |
Onno Blom
2/ei/08 m
Als de bronnen zwijgen, dan moet de schrijver zijn verbeelding laten spreken. Dat zal Nico Dros, historicus én schrijver, hebben gedacht toen hij in de ban raakte van het mysterie in een aantal van de beroemdste regels uit de middeleeuwse Nederlandse letterkunde:
Willem die Madocke maecte
Daer hi dicken omme waecte...
Zo opent Van den Vos Reynaerde, het magistrale dierenepos uit de dertiende eeuw: met de introductie van de schrijver en een verwijzing naar een eerder meesterwerk van zijn hand, dat in zijn eigen tijd bekend moest zijn geweest - waarom zou je er anders naar verwijzen. Maar wie was Willem? En wie of wat was Madoc? Een ridder, een graal, een imaginaire plek? We weten het niet. Talloze mediëvisten braken zich het hoofd over die vragen, maar een sluitend antwoord konden zij niet geven omdat het manuscript van Madoc nooit is gevonden.
In zijn nieuwe, kloeke roman Willem die Madoc maakte, heeft Dros de leemte van de geschiedenis gevuld met een verhaal. Of eigenlijk: met een verhaal in een verhaal. De gesjeesde mediëvist dr. Willem de Reuvere krijgt uit handen van een oude, stervende man drie onschatbaar waardevolle boeken. Twee middeleeuwse drukwerken en één convoluut, een verzamelhandschrift met onbekende teksten. Bij toeval ontdekt Willem dat onder het perkament om de platten van het convoluut een 'kortschrift' is verborgen. Zou hij hier te maken hebben met versleutelde aantekeningen voor Madoc?
Je hoort de geest van Umberto Eco grinniken.
In een koortsachtige droom opent zich voor Willem een geheimzinnige wereld. Hij besluit om zich niet aan een wetenschappelijke transcriptie van de gevonden teksten te zetten, maar aan een visionaire roman. Willem laat een jongen geboren worden uit de ziedende zee. Na een storm in 1196 vergaat een schip in de branding voor de kust van Vlaanderen. Alle opvarenden verdrinken, op een kleuter na: hij wordt aan wal gebracht op de rug van een bruinvis.
Omdat wordt vermoed dat hij van adel is, wordt het jongetje godvruchtig opgevoed in een klooster nabij Brugge. De abt hoopt op een zak met geld als beloning, mocht de familie van de jongen opduiken. Maar niemand meldt zich. Beda, zoals de jongen wordt genoemd, wordt in het scriptorium opgeleid tot kopiist en raakt gefascineerd door de literatuur. In het klooster leert hij ook perversiteit en schijnheiligheid kennen. Nadat broeder Elmus hem heeft verkracht, neemt hij wraak. Hij geselt de knapenschender, laat hem bewusteloos achter en ontvlucht het klooster.
Het leven van Beda verandert in één lange vlucht als hij wordt beschuldigd van moord op zijn verkrachter. Na de tintelende beschrijving van zijn jeugd wijdt Dros twee dikke delen, 'Lichaam' en 'Geest' getiteld, aan het volwassen leven van zijn held. De man die zich óók Willem gaat noemen en later Madoc, ontdekt de zinnelijke liefde bij een 'lel' in een sloppenwijk, bij een gravin in geheime nachtelijke ontmoetingen en later bij Wijchje - een knipoog naar de devote dichteres Hadewijch. Hij wordt secretaris van de legendarische graaf Hincmar, en vecht als ridder een duel uit.
Madoc komt tot de ontdekking dat vechten niets voor hem is. Schrijven wel. Dat brengt hem opnieuw in het nauw, want hij heeft óók geen talent voor geloven, en zijn homerische dichtregels zijn ten diepste godslasterlijk. Hij wordt opgejaagd door de inquisitie. Zijn vlucht dendert af op een bloedstollende climax, die ik hier natuurlijk niet ga verraden.
Het moge duidelijk zijn: Nico Dros heeft zich bij het schrijven van deze onvervalste bibliothriller niet ingehouden. Hij laat zijn verbeelding stromen en kolken als een brede rivier waarin je je maar al te graag laat meeslepen. Hij kust de duistere Middeleeuwen tot leven, en zet, hoe fantastisch zijn verhaal ook is, toch een held van vlees en bloed neer. En eentje met gevoel en intelligentie.
Zo slaagt Dros erin te voldoen aan de aristotelische eis die hij dr. Willem Dereuvere aan historische fictie laat stellen: 'Hoezeer het genre zich ook van leugens en hersenspinsels bedient, het doel ervan is waarheden over het menselijk bestaan te onthullen.'
****
Van Oorschot; 592 pagina's; € 27,50.
Jos Schel
Willem die Madock maecte, Daer hi dicken omme waecte… Zo begint Van den vos Reynaerde, een klassieker in de Nederlandse literatuur die iedereen wel kent. Maar wie of wat was dan Madock? En waarom is dat werk van de hand van Willem tot nu toe onvindbaar, ondanks hardnekkige zoektochten van talloze neerlandici en mediëvisten? Er bestaat wel een legende van een Welshe prins Madoc uit de twaalfde eeuw, die uit varen ging en over wie daarna nooit meer gehoord werd, maar dat verhaal ging alle kanten op, afhankelijk van wie het vertelde. Gelukkig hebben we Nico Dros (1956), gelauwerd romancier van onder andere ‘Oorlogsparadijs’, die ons haarfijn kan uitleggen hoe het echt is gegaan met Madoc. In 2017 krijgt een Vlaams hoogleraar een middeleeuwse bundel met handgeschreven verhalen in handen. Wie heeft deze verhalen op schrift gesteld? Dan ontvouwt zich een wervelend verhaal met een hoofdrol voor, jawel Madoc. Of is het Beda of misschien zelfs Willem? In zijn overrompelende stijl wekt de auteur de legende tot leven en tot de enige waarheid over Madoc. Een heerlijk en meeslepend verhaal.
Rob Schouten
il/pr/03 a
Een zinnetje dat iedere neerlandicus en mediëvist wel kent: 'Willem die Madocke maecte', waarmee wordt verwezen naar de auteur van het befaamde Van den vos Reynaerde. Maar wie die Willem was en wie of wat het vermelde werk Madoc, we weten het nog altijd niet. Nico Dros (1956) schreef er een vuistdikke historische roman over, Willem die Madoc maakte. In zijn boek is Willem (de Reuvere) een geflopte mediëvist, die een kostbaar handschrift in handen krijgt, waaraan echter nog steeds het gezochte Madoc ontbreekt. Hij besluit dan maar zelf de geschiedenis van Madoc in de verf te zetten: een hedendaagse Willem die Madoc maakte dus.
Waarom schrijft iemand een historische roman? In zijn slotwoord geeft Willem zelf, namens Dros neem ik aan, de volgende verklaring, in de geest van Aristoteles: "Het verhaal van de dichter begint juist daar waar de geschiedschrijver zwijgt omdat zijn bronnen zijn uitgeput of verzegeld blijven. De dichter put uit de bron der verbeelding." En ook "Dit werk staat nogal haaks op de literaire tijdgeest van onze dagen, waarin het persoonlijke, het eigene en autobiografische zo populair is bij schrijvers en lezers." Dat moge zo zijn, er is nog altijd een flinke markt voor historische romans als Umberto Eco's middeleeuwenepos De naam van de roos of Dan Browns De Da Vinci Code.
En waarom wenden zulke historieschrijvers zich zo graag tot de middeleeuwen? Omdat we daar niet alles van af weten natuurlijk, en we dus een groot beroep moeten doen op onze fantasie. Zelfs een wetenschappelijk werk als Huizinga's Herfsttij der middeleeuwen berust voor een deel op de verbeelding van de schrijver. Niet toevallig waren de middeleeuwen de favoriete periode van de romantiek, schrijvers en schilders konden een gedroomd verleden in elkaar zetten.
Dat doet Dros ook. Zijn verslag van het leven van Madoc is een en al sappige en kleurrijke pseudohistorie. Overigens zou deze Madoc aanvankelijk Beda hebben geheten en later Willem, Madoc was dus maar een tijdelijk aangenomen naam.
Beda/Madoc/Willem, een mogelijk koningskind, spoelt als enige overlevende van een schipbreuk aan en wordt in een klooster opgenomen, alwaar de knapenschenner Elmus jongens - onder wie Beda - verkracht. Als Elmus vermoord wordt en Beda voor de dader wordt gehouden vlucht hij en komt bij een graaf terecht, wiens secretaris hij wordt (onder de naam Madoc), terwijl hij ook een geheimzinnige nachtelijke affaire met de gravin begint, die hem zelfs een zoon baart. Ook vecht hij een duel uit met de brute Osemund, en wint natuurlijk.
Maar dan slaan ook hier middeleeuwse woelingen toe, het grafelijke gezin wordt verjaagd en Madoc verkast naar de omgeving van Gent, waar hij zich Willem laat noemen en literaire werken van agnostische strekking gaat schrijven. En passant verkeert hij met de Brabantse Wijchje, in wie de lezer al gauw de dichteres Hadewych herkent, hun pasgeboren kind sterft, Wychje wordt begijn en Willem wordt aangeklaagd voor godslastering, ingemetseld, maar weet ook weer te ontsnappen. Men ziet, Dros heeft zich niet ingehouden met zijn verbeelding, het verhaal van Willem en Wychje bijvoorbeeld is natuurlijk apocrief, maar er zijn geen bronnen die het tegenspreken: het hád gekund.
zinnelijk genot
Willem die Madoc maakte leest als een avonturenroman, het heeft zelfs wel iets weg van een ouderwets jongensboek. Madocs vrijdenkende, antikerkse geest vertoont nogal wat kronkels, met name zijn bekering tot de literatuur heeft iets miraculeus, maar wie zegt dat er niet zulke figuren rondliepen in de vroege middeleeuwen? Het ene moment is hij een uitstekend administrateur en modernisator van ouderwetse praktijken, het andere moment een najager van zinnelijk genot.
Met zijn slimme, wendbare geest verheft dit dertiende-eeuwse talent zich natuurlijk snel boven de gemiddelde middeleeuwer, maar dat schijnt een soort vereiste voor middeleeuwse literaire personages te zijn; die bij Dan Brown zijn intelligente complotdenkers, bij Eco geslepen speurneuzen. Wie schrijft er eens een roman over de modale middeleeuwse boer, bang voor God en de Duivel in een kort, illusieloos bestaan?
Enfin, Willem die Madoc maakte is met al z'n klassieke ingrediënten een 'good read', zoals dat heet. Gelukkig heeft Dros zich niet bezondigd aan mediëvisering, zijn verhaal wordt gedaan in goed, hedendaags Nederlands, met hier en daar een vleugje populair taalgebruik, Beda/Madoc/Willems geest heeft genoeg kanten om je geboeid te houden, hij is ook weer geen vlekkeloze held, en verder is er natuurlijk die fascinerende middeleeuwse mengeling van pracht en praal en godsgruwel, van vroomheid en werelds genot. Ik geloof intussen niet dat we dit boek als een soort spiegel voor onze tijd hoeven te lezen en dat is ook weleens fijn: gewoon een boek om ouderwets van te genieten.
Van Oorschot; 590 blz. € 27,50.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.