Zo'n genie ben je nu ook weer niet : Harry Mulisch en de brieven van zijn ouders
Alice Schwarz
Alice Schwarz (Auteur), Robbert Ammerlaan (Samensteller)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij De Arbeiderspers, 2020 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : OVER LITERATUUR-SCHRIJVERS : Nederlands 851.6 MULISCH |
Onno Blom
ob/kt/24 o
Een boek met brieven van de ouders van de schrijver - dat lijkt me een primeur in de prestigieuze Privé-domeinreeks van de Arbeiderspers. Het is ook curieus: de brieven van Alice Schwarz en Kurt Victor Karl Mulisch, de ouders van Harry, zijn op zichzelf niet bijzonder. Ze zijn louter van belang vanwege de afwezige derde, de zoon om wie ze gaan. En aan wie de meeste zijn gericht.
Brieven van de zoon aan zijn ouders zijn er niet meer. Aan zijn vader hoefde hij niet te schrijven. Tot diens dood op 10 juli 1957 woonde Harry in Haarlem bij hem in huis. En de brieven die hij zijn moeder stuurde - ze emigreerde in 1951 naar Amerika - bleken na haar dood in 1996 spoorloos verdwenen uit haar appartementje in San Francisco. Veel zullen het er niet zijn geweest. Alice klaagde steen en been dat Harry nooit terug schreef. 'Je bent een afgrijselijk mispunt', schreef ze op 1 november 1955.
Bij gebrek aan het andere deel van de correspondentie heeft Robbert Ammerlaan, de biograaf en oud-uitgever van Harry Mulisch, een lange inleiding geschreven waarin hij Alice en 'K.V.K.' van de nodige achtergrond voorziet. Bovendien heeft hij de brieven aangevuld met de ontluisterende brieven van ex-vriendinnen van Mulisch en, vooral, met uitgebreide citaten van Harry zelf. Onbekende fragmenten, zoals zijn dagboekaantekeningen uit 1958, maar ook overbekende, zoals de aangrijpende sterfscène van de vader uit Voer voor psychologen.
Zo is Zo'n genie ben je nou ook weer niet toch een rijke bron geworden voor de verscheurde verhouding tussen de schrijver en zijn ouders. Met name tussen hem en zijn moeder. Tekenend is haar reactie op Mulisch' verhaal Oneindelijke aankomst, waarin staat te lezen: 'Ik zag de radeloze kilheid van de jaren waarin ik was opgegroeid, geen moedertjelief kon dat meer opheffen.'
'Ik vraag mij af', schreef Alice aan Harry op 25 juli 1952, 'als jouw jeugd anders geweest zou zijn, ik bedoel als je wel alles had gehad wat je nu hebt gemist, of je dan ooit in staat zou zijn geweest om nu creatief te zijn. Ik geloof niet dat een werkelijk gelukkig mens in staat is om te scheppen en er zijn plenty illustere voorgangers aan te tonen, die dit illustreren.'
De onaanraakbare eigenzinnigheid van Alice blijkt erfelijk. Aan haar zoon schrijft ze: 'Zo'n genie ben je nou ook weer niet.'
De literaire critici waren dat bij het verschijnen van archibald strohalm, Mulisch' romandebuut uit 1952, niet met haar eens. Greshoff noemde Mulisch een wonderkind. Ook de verhalenbundel Het mirakel werd drie jaar later hooggeprezen. Deze 'episodes van troost en liederlijkheid uit het leven van de heer Tiennoppen' spelen zich af in een burgerlijke, maar surrealistisch wereld. Met een fluïde heer als held. Tiennoppen wordt in het verhaal 'Gelijkenis' tot zijn verbijstering steeds als een ander herkend.
Veel van wat Tiennoppen overkomt of wat hij zich afvraagt, zou Mulisch later verder uitwerken: 'Ik ben onsterfelijk, wist de heer Tiennoppen als bij toverslag. Breng mij maar ter dood. Het is mogelijk gebleken dat ik geen invloed meer op mijn lichaam heb - mijn lichaam zal ook geen invloed meer op mij hebben. Ik ben al dood, ik ben al onsterfelijk.'
De negentiende druk van Het mirakel verschijnt ter ere van de tiende sterfdag van de schrijver met een extra verhaal, 'Nadering', dat samenstelster Marita Mathijsen uit het archief van de schrijver opduikelde.
Vanaf zijn eerste schreden in de schrijverij strooide Harry Mulisch in zijn werk met aforismen. Zijn weduwe Kitty Saal stelde samen met Johan Kuiper een aforismenbundel samen onder de titel Ik kan niet dood zijn. Ook daarin veel bekends - 'Het beste is, het raadsel te vergroten' - maar ook veel onbekends. Tot vlak voor zijn dood noteerde Mulisch invallen op velletjes van hotelblocnotes, die overal in zijn werkkamer rondzwierven. Samen vormen de aforismen uit het werk en het archief een heerlijke verzameling vol paradoxen over genialiteit en gekte, orakeltaal over vrouwen en vriendschap, en betrokken statements over oorlog en kwaad. Je vindt er speldenprikken als 'dieren zijn ook mensen' en 'naïviteit is kracht', maar ook puntig geformuleerde aanmoedigingen op weg naar de onsterfelijkheid: 'Houd nooit op te beginnen; begin nooit op te houden.'
Alice Schwarz: Zo'n genie ben je nou ook weer niet - Harry Mulisch en de brieven van zijn ouders. Samengesteld en ingeleid door Robbert Ammerlaan. De Arbeiderspers; 400 pagina's; € 25,99.
Harry Mulisch: Het mirakel - Episodes van troost en liederlijkheid uit het leven van de heer Tiennoppen. Negentiende, aangevulde druk. Verantwoording Marita Mathijsen. De Bezige Bij; 160 pagina's; € 21,99.
Harry Mulisch: Ik kan niet dood zijn - Aforismen. Samengesteld en ingeleid door Kitty Saal en Johan Kuiper. De Bezige Bij; 208 pagina's; € 20,99.
Mark Schaevers
ob/kt/27 o
‘Is die lul nou nog niet dood?’ De anonieme schrijver van dat haatbericht, vroeg in 1996, moest nog bijna vijftien jaar wachten: pas op 30 oktober 2010 gaf Harry Mulisch zich gewonnen. Zijn leven lang had hij dat soort virulente tegenstand opgewekt, hij schreef zichzelf een ‘omgekeerd charisma’ toe. Vooral zijn arrogantie werd hem verweten, met name door mensen die niet in staat waren zijn zelfspot te herkennen. Tien jaar na zijn dood is het niks te vroeg om dat misverstand eens duidelijk recht te zetten. ‘Harry was niet arrogant, maar soeverein,’ zegt vriendin Connie Palmen in ‘De wondergrijsaard’, en Onno Blom, de schrijver van dat knappe Mulisch-portret, beaamt: ‘Ten diepste had Harry Mulisch aan zichzelf genoeg.’ De titel van het boek kan enigszins misleiden, want Onno Blom snelt met rasse schreden door het leven van Mulisch. Veel van wat al eens geschreven is, vaak door hemzelf, wordt opgefrist in een fraai gecomponeerde synthese, en met zijn kennis van het werk kan Blom ook de grondthema’s verbinden met het leven van het fenomeen Mulisch. De rondgang bij een aantal intimi zorgt voor enig nieuws. De verschuiving van de oude revolutionair naar rechts, bijvoorbeeld: na 9/11
BELGAIMAGE
en de moord op Theo van Gogh viel hem weleens een idee van Geert Wilders uit de mond. Maar stemmen deed hij voor de Partij voor de Dieren. Ook Robbert Ammerlaan, die andere bekwame Mulisch-watcher, heeft een nieuw boek klaar in de reeks Privé-domein. ‘Zo’n genie ben je nu ook weer niet’ heet het, en dat is een briefcitaat van Alice Schwarz, Mulisch’ moeder. Het maakt meteen duidelijk dat zij minder onder de indruk was van Harry Mulisch dan Harry Mulisch zelf. Alice Schwarz, geboren in Antwerpen, stamde uit een Joodse familie uit Frankfurt. Haar man, Kurt Mulisch, was uit het toenmalige Oostenrijk-Hongarije in 1921 naar Amsterdam geëmigreerd. Over dat voor een Nederlandse schrijver niet zo evidente ouderstel heeft Mulisch het in zijn boeken vaak genoeg gehad. Lang was zijn moeder niet in de buurt: toen hij 9 was, verliet ze het huis. Hij werd grootgebracht door huishoudster Frieda, die ál het moederwerk deed, behalve hem ter wereld brengen, zoals hij het eens formuleerde. Alice Schwarz
verhuisde in 1951 naar San Francisco. Mulisch bleef nadien gesteld op zijn moeder, schrijft Ammerlaan, maar liefde zou een te groot woord zijn. Mulisch: ‘Ik hield niet echt van mijn moeder. Ik hield van mijn hond. Houden van is iets voor pubers.’ In ‘Zo’n genie ben je nu ook weer niet’ staan de brieven die Alice Schwarz vanuit Californië aan haar zoon heeft geschreven. Belangrijkste onderwerp: dat Harry nauwelijks antwoordde. Wilde ze iets over hem weten, dan schreef ze best naar haar ex-man (ook die correspondentie is opgenomen). Voorts gaan haar brieven over geld- of gezondheidsproblemen en andere niet zo wereldschokkende dingen. Toch is het interessant er een intelligente, cultureel onderlegde vrouw in te zien opdoemen, die niet op haar mondje is gevallen en zich niet door haar zoon laat intimideren. De weinige brieven die Mulisch haar heeft geschreven, zijn nooit teruggevonden, waardoor een krater is geslagen in deze correspondentie, maar Ammerlaan heeft die handig weten op te vullen door intermezzo’s in te bouwen met teksten van Mulisch uit zijn dagboeken of autobiografische werken. Met soevereiniteit kan egocentrisme en egoïsme gepaard gaan, en veelzeggend in dat opzicht zijn de opgenomen afscheidsbrieven van drie belangrijke vrouwen in z’n leven. Dit is Ineke Verwayen: ‘Je weet niet het verschil tussen goed en kwaad, dus ook niet tussen waarheid en leugen. […] Wil jij mijn spijkerbroek en de sleutel sturen?’ Overigens is er ook nog een bundeling van aforismen van Mulisch verschenen, ‘Ik kan niet dood zijn’. Dit is een mooie: ‘Een begin verdwijnt nooit, zelfs niet met het einde.’
ONNO BLOM De wondergrijsaard
*****
ALICE SCHWARZ Zo’n genie ben je nu ook weer niet
*****
Mr. J.J. Groen
De Harry Mulisch-biograaf en oud-uitgever Robert Ammerlaan (1944) heeft ter gelegenheid van de 10e sterfdag van de schrijver in deze uitgave in de serie Privé-Domein een selectie van de brieven van overwegend Mulisch' moeder, de joodse Alice Schwarz, en zijn vader Duitse vader Kurt, bijeengebracht. De correspondentie omvat de periode september 1951, als Schwarz naar de USA emigreert, tot 1986, is chronologisch geordend en wordt afgewisseld met intermezzo’s van de hand van Mulisch. Mulisch schreef Schwarz zelden, er zijn geen brieven aan haar gevonden. Ondanks deze eenzijdige correspondentie ontstaat toch een boeiend beeld van de moeizame relatie van Mulisch met zijn ouders, van zijn jeugd en het milieu waarin hij opgroeide. In een inleidende 'voorgeschiedenis' schetst Ammerlaan buitengewoon goed Mulisch' jeugdjaren, afkomst en invloed daarvan op zijn oeuvre. Deze interessante aanvulling van Mulisch’ biografie is door de opzet en het notenapparaat zeer toegankelijk. Als lees- en studieboek van voortreffelijk niveau: het hoort als standaardwerk in de collectie van iedere openbare bibliotheek thuis.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.