Bloedzang
Caro Van Thuyne
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Koppernik, © 2021 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : VANT |
Dirk Leyman
rt/aa/06 m
De helende kracht van wandelen. Het is een exponentieel groeiend literair genre op zich geworden. Dat we in dit covidtijdperk noodgedwongen steeds vaker de stapschoenen omgorden, speelt hierbij ongetwijfeld een rol.
Neem nu het overdonderende succes van Raynor Winn en haar egodocument Het zoutpad. Daarin lopen de auteur en haar man Moth de eeuwenoude South West Coast Path af, weg van alles en iedereen. Die onderneming vatten ze aan nadat ze hun huis zijn kwijtgeraakt en Moth ernstig ziek blijkt. Het zoutpad (en opvolger De wilde stilte) werd een van de onverhoedse bestsellers van de voorbije jaren.
Zo'n vaart zal het voor de Vlaamse Caro Van Thuyne (°1970) en haar debuutroman Lijn van wee en wens niet meteen lopen. Daarvoor is haar boek van een ander kaliber: weerbarstiger, grilliger maar tegelijk literair van veel hogere makelij. Maar ook Van Thuyne zoekt haar heil in troostend wandelen.
Haar hoofdpersonage Mari betitelt zichzelf als een 'rouwvrouw' die meter na meter een 'weewandelaar' wordt. Na het verlies van haar doofblinde zusje Tully, acht jaar eerder, onderneemt Mari een tocht langs de rivier, via 'olifantenpaden' of 'desire lines', die haar uiteindelijk naar zee moeten loodsen. Zal ze een uitweg uit haar malaise vinden?
Haar man Felix blijft thuis en maakt zich grote zorgen over Mari's onstelpbare verdriet. Is dit 'weewandelen' geen definitief 'wegwandelen' van hem? Toch probeert hij haar weer naderbij te halen door een boshuisje voor haar op te lappen. Sporadisch komen ze elkaar tegemoet om tomeloze seks te bedrijven, want ook zij mist Felix soms 'zeer fysiek': 'Hoe in de verste hersenwinding nog die droesem van paren ligt...'
Van Thuyne lardeert de meanderende expeditie van Mari met schijnbaar banale ontmoetingen. Ze adopteert ook een kauw, die haar trouwe metgezel wordt en de naam Jakke krijgt. Tot Mari van een zwartgeteerd hutje aan zee haar stek maakt.
Lijn van wee en wens is doorspekt met fraaie observaties over de fysieke effecten van wandelen. 'De eerste kilometer speelt wandelen zich af tussen voeten en hoofd. Maar dan werkt de schrankende beweging zijn magie.' Tot de 'ogen weer ruimte' krijgen. 'Ze kunnen weer zuiver waarnemen, er kan weer schoonheid binnen. En wandelen bestaat nog louter uit voeten en ogen. Zo gaat dat.'
exuberante zijstapjes
Je merkt ook hoezeer Van Thuyne rouwliteratuur incorporeert, zoals P.F. Thoméses Schaduwkind, Max Porters Grief Is the Thing with Feathers of Helen Macdonalds H Is for Hawk.
Van Thuyne schrijft in korte fragmenten, waarin het perspectief regelmatig tuimelt en wisselt, van Felix naar Mari of puttend uit brieven. Maar deze intense, pakkende roman is vooral een voortdurend tasten naar taalprecisie én taalverlossing. 'Ik zal nooit de mooiste, juiste woorden vinden om te vertellen over Tully. Ik stotter, ik strompel, ik struikel.' De stemmingsschommelingen van deze op drift geraakte vrouw, een 'dwaalgast met een dondervogel', stuwen de tekst vooruit.
Gaandeweg vormen zich de contouren van de zo arglistig door het lot getroffen Tully, 'een kind met lange lamme bengelbenen maar sterke handen en armen', geboren met het Warfarine-syndroom. Mari vertelt uitgebreid over de hoogst complexe communicatie met het kind, in passages die dan weer al te opzichtig uit een psychologisch-medisch handboek lijken geplukt.
Dat Van Thuyne niet op een exuberant zijstapje meer of minder kijkt, wisten we al uit haar eerste, licht surrealistische verhalenbundel Wij, het schuim. Ze gunt zichzelf de 'totale literaire vrijheid'. Songs van de Australische rockgroep The Triffids fungeerden daar als dwingend motief. Nu is de componist Richard Skelton haar leidsman, zijn teksten over rouw uit Landings overvleugelen soms de hare en er wordt al te uitvoerig uit geciteerd.
Van Thuyne vergt veel van de lezer. Daar is niets mis mee. Maar soms neemt de verkruimeling van haar taal té verregaande vormen aan, tot elk houvast ontbreekt. Ook pathetiek ligt op de loer. En dat ze aan het slot een nogal uitgebreide verantwoording toevoegt, haalt enige magie weg. Toch is Lijn van wee en wens een leeservaring die je lang heugt, niet in de laatste plaats vanwege de thematische weelde.
Uitgeverij Koppernik, 202 p., 19,50 euro.
Maria Vlaar
ua/an/30 j
Hele dagen loopt Mari langs een riviertje dat van de bergen door polders en steden naar het strand leidt. Haar reis duurt weken, maanden, misschien wel jaren. 's Avonds vindt ze onderdak bij boeren en burgers, soms slaapt ze buiten, en uiteindelijk betrekt ze een leegstaande zwartgeteerde duinhut. Ze komt veel dode dieren tegen, en weet een gewonde kauw te redden die haar vertrouweling en begeleider wordt.
Het klinkt sprookjesachtig, en toch probeert Caro van Thuyne in haar roman Lijn van wee en wens te balanceren op het smalle koord tussen de realiteit en de droomwereld. Haar volwassen hoofdpersoon, Mari, is al jaren in de rouw. Ze houdt voor haar man Felix een logboek van haar innerlijke reis bij. Felix richt zich tot de lezer en vertelt hoezeer hij lijdt onder de afwezigheid van zijn rouwende vrouw. Hij bouwt een porch in de hoop dat Mari daar blij mee zal zijn. De vrouw rouwt, de man bouwt.
Van Thuyne staat op de schouders van reuzen die rouwliteratuur hebben geschreven. Ze noemt er sommige in de roman en nog veel meer in haar nawoord. Van Connie Palmen tot Julian Barnes, van P.F. Thomése tot Joan Didion, van Max Porter tot Helen Macdonald hebben de afgelopen jaren meesterlijke en soms troostende romans of dagboeken gepubliceerd over rouw na het overlijden van een partner of kind. Met David Grossmans romanpersonages heeft Van Thuyne's Mari twee overeenkomsten: de loopdrang - alsof de rouwende door te gaan lopen het noodlot vóór kan blijven - en de verstoorde notie van tijd. Grossman noemt dat verlangen naar een non-lineair tijdsverloop 'uit de tijd vallen'; in Van Tuyne's roman probeert Mari de tijd om te draaien. Na de begrafenis van Tully gaat ze terug naar het ziekenhuis, terug naar toen het kind nog leefde, naar voordat het stierf. Zo wordt het kind als het ware opnieuw geboren.
Tully is niet Mari's dochter, maar haar kleine doofstomme zusje, voor wie ze als een moeder is. In het nawoord legt ze uit dat communicatie met doofstom geboren kinderen enorme training vergt, en voornamelijk lichamelijk is. Als een moeder met haar baby zijn Mari en haar zusje aan elkaar verbonden. De roman gaat over die non-verbale taal: zo draagt Mari op haar voettocht een bundel op haar buik, alsof ze Tully nog moet baren.
Grote onderwerpen dus, en Caro van Thuyne gebruikt daar ook grote woorden voor. Haar stijl is expressief en experimenteel, maar ook theatraal en bombastisch. De fragmenten waarin Felix haar komt opzoeken zijn als bakens voor de lezer, en brengen lijn in het soms wel heel losgezongen relaas. Na weer een sensationele vrijpartij breekt Mari tijdelijk met Felix. Ze bevindt zich op de grens van het dodenrijk en verliest alle grip, waardoor de tekst niet alleen poëtisch maar soms ook pathetisch wordt. Tussen de sjamanistische vaagheden en retorische tovertaal duiken nog mooie beelden op, zoals van de zon die de zee kleur geeft en de onderzijde van de witte vogelvleugels 'als lampjes' aanklikt. Van Thuyne's tekst bevat genoeg mooie woorden die in plaats van het gewrochte 'lijn van wee en wens' als titel hadden kunnen dienen: de rouwvrouw, de weewandelaar, het onderlied.
Zoals Van Thuyne in haar debuut, de verhalenbundel Wij, het schuim, songteksten gebruikte om gevoelens van haar personages te uiten, leunt ze in haar eerste roman sterk op teksten van Annie Dillard en vooral Richard Skelton, de componist/dichter wiens muzikale werk ergens tussen Arvo Pärt en Brian Eno gepositioneerd wordt. Dillard en Skelton schrijven op een intense manier over landschappen als spiegels van de menselijke ziel. Je voelt wel dat Van Thuyne met eenzelfde indringendheid natuurindrukken in woorden zou willen vatten. Op momenten dat de schrijver de woorden niet meer vinden kan, citeert ze uitgebreid Skeltons liedteksten. Voor Mari ongetwijfeld vol betekenis en emotie, maar een zwaktebod in een roman waarin het de schrijver niet lukt werkelijk in dialoog te gaan met de lezer. Mari maakt zo haar emotionele reis helemaal alleen.
Koppernik, 220 blz., 19,59 €.
Marnix Verplancke
ua/an/13 j
Na de dood van haar zwaar gehandicapte en aan het warfarinesyndroom lijdende dochtertje Tully krijgt Mari het gevoel dat er een olifant in huis zit die haar met zijn gewicht versmacht en verplettert. Ze moet weg, en dus begint ze op een koude januaridag te wandelen. Ze volgt de loop van een rivier stroomafwaarts naar de zee, langs olifantenpaadjes, de kortere paadjes die we soms volgen doorheen het gras of het zand. Mari volgt haar eigen weg, die eveneens een psychologisch pad doorheen de rouw is, en dat terwijl haar man Felix in afwachting van haar terugkeer in het stukje bos dat ze gekocht hebben een huisje voor haar bouwt.
Caro Van Thuynes Lijn van wee en wens had een zeemzoete, sentimentele draak kunnen zijn. Alle ingrediënten waren aanwezig: een dood kind, een rouwende moeder en een hulpeloze vader die zijn vrouw op meer dan één vlak van hem weg ziet wandelen. Maar dat is het dus helemaal niet. Deze roman is daarentegen een hartverscheurende ingehouden schreeuw, een worsteling met de olifant die pijn en verlies heet en een poging om het onzegbare te zeggen. Wat wat heeft dan nog betekenis? Het is alsof ze in een poel staat, zo beschrijft Mari het, waarin het verleden uitmondt, maar ook de toekomst, en die stilletjes volloopt terwijl zij er niet uit kan. Dat Van Thuyne zelf een dochtertje verloren heeft, speelt ongetwijfeld mee.
En ook wat de schrijfster gelezen heeft, zoals de boeken van Annie Dillard en vooral Richard Skelton, die in het fragmentarische Landings schreef over zijn eigen rouwproces en over hoe hij troost vond in de natuur. Zo ook adopteert Mari een gewonde kauw, die ze de naam Jakke geeft en die haar vergezelt op haar tocht langs het water. Hoe verder ze komt, hoe meer haar wereld en uiteindelijk ook haar taal uit elkaar vallen. Leestekens en hoofdletters verdwijnen, woorden verliezen letters en slokken elkaar op. ‘de enige taal is de taal die blijft openhangen als de monden en anussen van de gestorvenen,’ lezen we, ‘en uit de monden krijst de verschrikkelijke absolute stilte van dat niets wat niet voor te stellen is onmogelijk voor te stellen is en uit de anussen spuit de pijn batterijzuurpijn prikkeldraadpijn kkrijggeenluchtpijn’.
****
Koppernik, 218 blz., € 19,50.
Karlo Keersmaekers
Deze roman vertelt het verhaal van Mari, die rouwt om het verlies van Tully, haar doofblind geboren zusje. Mari heeft haar studie stopgezet om haar voogd te worden. Tully’s dood valt haar zwaar. In het achtste jaar van haar rouw begint ze alleen aan een tocht naar zee langs een rivier. In afwachting van haar thuiskomst bouwt haar man Felix aan een chalet op een gezellig plekje in een bos. Het boek is meer dan een rechtlijnig verhaal. De schrijfstijl is uniek door het experimenteren met taal, woorden en klanken. De auteur (1970) maakt gebruik van surrealistische elementen (zoals de troostende olifant Dolore), zonder de essentie van het rouwproces uit het oog te verliezen. Tussendoor geeft de schrijfster bedenkingen en teksten in een poëtische taal. Ieder hoofdstuk wordt voorafgegaan door teksten van Richard Skelton. Deze Britse muzikant inspireert de auteur; teksten van hem worden in het verhaal verwerkt en vertaald. 'Lijn van wee en wens' betekent van waar men is naar waar men wil zijn. Zo is het boek een ode aan de zee, in wiens handen Mari angst en verdriet wil leggen. Boeiende debuutroman waarin uitdrukkelijke aandacht is voor het sensitieve, het lichamelijk voelen en taal ontoereikend is voor al wat buiten de taal ligt. Winnaar De Bronzen Uil 2021.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.