Schimmen aan de Hudson
Isaac Bashevis Singer
Isaac Bashevis Singer (Auteur), Stella Bromet (Vertaler), Arnon Grunberg (Inleider)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
LJ Veen Klassiek, 2020 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : SING |
Alexandra De Vos
ua/an/30 j
Bagels, strudel, eierkoeken. Een synagoge op elke straathoek. Klapstoelen op de trottoirs. Vluchtelingen die Jiddische kranten lazen, terwijl de zeewind van Coney Island herinneringen aan het oude Europa meevoerde. Dat was Brooklyn rond 1950: overbevolkt en Joods. In sommige straten waande je je weer in Oekraïne, in het getto van Warschau of in een Russische sjtetl.
De vroegste joodse inwijkelingen hadden geluk - zij waren Europa ontvlucht vóór Hitler zijn Holocaust op miljoenen onschuldigen losliet. De Jiddische schrijver Isaac Bashevis Singer (1903-1991) was een van hen. Hij stapte in 1932 de boot op, in het kielzog van een oudere broer: enkele reis Warschau New York. Maar in Brooklyn wandelde hij tussen Holocaust-overlevenden. Zij worstelden met een mix van trauma en hoop: ze gingen ijsjes eten op de boardwalk, een film kijken op Broadway, en 's nachts was er de horror: nachtmerries, herinneringen aan de kampen. Van relaties maakten ze een puinhoop, want wie kan er na de ergste verschrikkingen in liefde geloven?
In Vijanden: een liefdesroman (1966) voerde Singer die gekwelde zielen ten tonele. 'Nazislachtoffers, maar ook slachtoffers van eigen persoonlijkheid en noodlot', noemt hij ze in het voorwoord. Passies lopen hoog op, afgewisseld met amoureuze slapstick die zo uit een slaapkamerfarçe komt. En er is nihilisme, dat vooral. Want 'wie van de dood heeft geproefd heeft geen zin meer in het leven.'
Herman Broder is de anti-held met dienst. Hij overleefde de oorlog door zich drie jaar lang op een hooizolder te verschuilen. Jadwiga, de Poolse meid die hem daarbij hielp is ondertussen zijn vrouw. Ze maakt lekkere borsjt, ruikt naar kamille en is haar man geheel toegewijd. Helaas, Herman verveelt zich dood bij Jadwiga en veel zin in zijn job heeft hij ook niet. Hij is ghostwiter voor een beroemde rabbijn. Een verkwisting van zijn talent want in God, die verdomde sadist, gelooft hij niet meer.
Dat hele New York kan hem trouwens gestolen worden, maar Herman is laf: 'Omdat hij geen zelfmoord durfde te plegen moest hij zijn ogen sluiten, zijn oren dichtstoppen, zijn geest in slaap sussen, als een worm leven.' Slechts één uitlaatklep heeft Herman: zijn affaire met de temperamentvolle Masja. Zij is een overlevende van Auschwitz en de werkkampen van Stalin. Ze was er tot alles bereid om te overleven en is ook nu van plan alles uit de kast te halen om Herman van zijn vrouw weg te lokken. 'Zij is mijn vijand', beseft Herman.
Maar dan komt er een derde vrouw op de proppen: Hermans doodgewaande eerste echtgenote Tamara. Zij stond al voor de oorlog op scheiden met Herman. Ze verloor haar beide kinderen op transport naar de kampen - kinderen die Herman schandelijk verwaarloosde - en voelt zich meer geest dan vrouw: 'Ik ben dood. Goed, dit lichaam van mij sleept zich nog altijd voort. Het heeft zich zelfs naar New York gesleept.'
Tussen al deze levende doden komt het tot waanzinnige complicaties want hoe levensmoe ook; het bloed zingt nog altijd, en de liefde laat zich niet zomaar de nek omwringen. Maar wat is een jood die niet meer gelooft in de Talmoed en de Tora? Dat is een verminkte ziel die zich willoos door de stroom laat meevoeren. Herman weet wat hij waard is terwijl hij van het ene bed naar het andere sukkelt: 'Hij was een bedrieger, een zondaar, ja, zelfs een hypocriet.' Het is aan de vrouwen om de chaos te overstijgen en het leven te laten zegevieren. De vraag is of zij genoeg chutzpah hebben.
Het lijkt vreemd: een roman die je hardop doet lachen terwijl hij je constant op de rampzaligheid van het leven en de wreedheid van de mens wijst. Maar dat huwelijk tussen jammerklacht en farçe is eigen aan de Jiddische ziel. Voor wie honderden jaren aan onrecht en pogroms meesleept is elke onderneming absurd. 'Gisteren is net zo goed heden als vandaag. Kaïn vermoordt nog steeds Abel. Voor eeuwig worden er Joden in Auschwitz vergast.'
Misschien troostte het Singer dat hij in 1978 de Nobelprijs won. Misschien vond hij het vooral tragisch, want als beoefenaar van een uitstervende taal was hij waarschijnlijk de laatste Jiddische Nobelprijswinnaar. Maar wat niet verdween: de bagels, de eierkoeken, de matzeballen van New York. Er mag dan meer Engels dan Jiddisch gesproken worden, het Brooklyn dat Singer beschrijft bestaat ook nog vandaag.
Vertaald door Stella Bromet (herziene vertaling), L.J. Veen Klassiek, 315 blz., 17,50 €.
Redactie
De jood Herman Broder woont in New York met zijn tweede echtgenote: het voormalige Poolse dienstmeisje dat hem verborgen hield voor de nazi's. Intussen heeft hij een verhouding met een levenslustige jodin en deze situatie nadert de volledige verwarring als Hermans doodgewaande eerste echtgenote eveneens in Amerika opduikt. Dit voert tot een katastrofale afloop. Achter de gecompliceerde verhoudingen schuilt een veelvoud van tragische oorlogsherinneringen en een onvermijdelijk getto-besef van de joodse samenleving. Heel knap verwerkt de auteur deze psychologische dramatiek in de typering van zijn romanfiguren. Het vele jiddisch bemoeilijkt enigszins de lectuur.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.