Kindertijd
Tove Ditlevsen
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Das Mag Uitgevers, 2020 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : DITL |
Jozefien Van Beek
em/ec/12 d
In het mooie, bitterzoete Kindertijd beschrijft Tove Ditlevsen (1917-1976) hoe ze in de jaren 20 opgroeit in een volkswijk in Kopenhagen, bij een werkloze vader, een verbitterde moeder en een oudere broer. Maar na een kindertijd die 'lang en smal' is 'als een doodskist' vergaat het haar niet veel beter. 'Zelfs je jeugd is tijdelijk, broos en vergankelijk. Je moet erdoorheen, want verder heeft het geen nut', klinkt het in Jeugd.
De jonge Ditlevsen, die ondanks haar intelligentie op veertienjarige leeftijd moest stoppen met school omdat er geen geld is voor verdere studies, heeft verschillende baantjes, het ene nog ellendiger dan het andere. Maar haar literaire ambitie woedt onverminderd verder. 'Terwijl ik de trap van het achterhuis op loop, bekruipt me de angst dat ik nooit zal ontkomen aan de plek waar ik ben geboren. (…) Zolang ik hier woon ben ik veroordeeld tot eenzaamheid en anonimiteit.'
Buitenstaander
De uitweg ziet Ditlevsen in mannen. In de hoop dat hij haar in contact kan brengen met de wereld waarvan ze droomt, trouwt ze met een oude redacteur van een literair tijdschrift. Ze slaagt erin zich los te maken uit de sloppenwijk van haar jeugd, en al vrij snel is ze een literaire beroemdheid. Jeugd eindigt met het wonderlijker genoegen haar eigen naam in print te zien, bij het verschijnen van haar eerste dichtbundel.
Maar het huwelijk blijkt een ongelukkige verbintenis. De redacteur Viggo F. Møller is de eerste van vier echtgenoten van wie Ditlevsen zal scheiden. En zoals ze niet in haar eigen gezin paste, zo past Ditlevsen ook niet in de literaire kringen van haar tijd. Ondanks haar vurige verlangen om 'normaal' te zijn, bleef ze een eeuwig buitenbeentje. En daardoor eeuwig eenzaam. Schrijven was haar uitweg, maar telkens als ze een boek heeft afgewerkt voelt ze 'een grote leegte' in haar binnenste.
Het mag dan ook niet verbazen dat ze vatbaar is voor verslaving. In Afhankelijkheid, dat wordt gezien als het sterkste deel van de trilogie, schrijft ze: 'Zou ik hem de waarheid vertellen? Hem vertellen dat ik verliefd was geworden op een doorzichtige vloeistof in een spuit en niet op de man die de spuit vasthield?' De man die de spuit vasthield, was de dokter die Ditlevsen hielp met een illegale abortus, van een kind dat hij zelf bij haar had verwekt. Voor hem verlaat ze haar tweede echtgenoot, want: 'Ik besluit die man die me zo'n onbeschrijfelijk, zalig gevoel kan geven nooit meer te laten gaan.'
Ereplaats
Ditlevsen schrijft niet alleen zeer openhartig over haar scheidingen, abortussen en verslaving, ze doet het ook met stilistische brille. Ze schrijft over de 'grauwe, slijmerige sluier' die over de wereld wordt gelegd nadat de pethidine is uitgewerkt. Over de vreemde dingen die de tijd kan doen wanneer ze verlangt naar het middel en alles pijn doet. Steeds wil ze ontsnappen uit haar leven, en eerst denkt ze daar mannen voor nodig te hebben, daarna verdovende middelen: 'Toen we thuiskwamen, kreeg ik een injectie en ik dacht: zo wil ik altijd leven, laat me de werkelijkheid nooit meer meemaken.' In de jaren 60 en 70 werd ze verschillende keren opgenomen in psychiatrische inrichtingen, waar ze in 1963 en 1967 respectievelijk Kindertijd en Jeugd schreef.
Tove Ditlevsen, die zichzelf in 1976 van het leven beroofde met een overdosis slaappillen, was al bij leven een literaire beroemdheid. Haar dichtbundels en romans werden goed ontvangen, maar als huisvrouw uit de arbeidersklasse met drie kinderen en een drugsverslaving paste ze niet bij het intellectuele literaire establishment van haar tijd. Met het verschijnen van de Kopenhagen-trilogie in verschillende talen lijkt ze nu wél de ereplaats te krijgen die haar toekomt. En dat is niet toevallig. Haar drie dunne memoires, waarin ze zichzelf neerschrijft als klein meisje, gekwelde vrouw, kunstenaar, echtgenote en moeder, drugsverslaafde - vele identiteiten die ze onmogelijk met elkaar verzoend kreeg - worden nu naar waarde geschat. In haar confessionele autobiografische stijl schreef Ditlevsen met haar trilogie een voorloper van de memoires van iemand als Vivian Gornick of van de living autobiography van Deborah Levy.
TOVE DITLEVSEN Kindertijd Vertaald door Lammie Post-Oostenbrink, Das Mag, 143 blz., 19,99 €.
TOVE DITLEVSEN Jeugd Vertaald door Lammie Post-Oostenbrink, Das Mag, 195 blz., 20,99 €.
TOVE DITLEVSEN Afhankelijkheid Vertaald door Lammie Post-Oostenbrink, Das Mag, 219 blz., 20,99 €.
Bo Van Houwelingen
em/ec/19 d
Eerder schreef ik al over de Deense Tove Ditlevsen (1917-1976). Haar autobiografische meesterwerk, de zogeheten Kopenhagentrilogie, verscheen dit jaar deel voor deel in het Nederlands. In Kindertijd en Jeugd leerden we Tove kennen als een slim buitenbeentje dat opgroeit in een arbeidersbuurt van Kopenhagen, heimelijk gedichten schrijft en droomt van een leven als schrijver. Ditlevsen schrijft licht, soms zelfs humorvol, maar altijd met een melancholieke ondertoon. Goed nieuws dus dat nu ook het laatste deel van de trilogie is vertaald. Toch zal de lezer Afhankelijkheid met stijgende wanhoop lezen. Niet omdat het slecht geschreven is, maar omdat Ditlevsen bijna té goed beschrijft hoe slecht het gaat. De onafhankelijkheid waarnaar ze verlangt, lijkt binnen handbereik dankzij haar succes als schrijver, maar telkens is er iets wat de vrijheid dwarsboomt: ellendige huwelijken, baby's, depressies (ja, alles in het meervoud) en spuiten met morfineachtig spul. Ditlevsens verslag van haar verslaving is een absoluut literair hoogtepunt. Als Tove zegt: 'Ik ben zo gelukkig', weten we dat het slechter gaat dan ooit.
Uit het Deens vertaald door Lammie Post-Oostenbrink. Das Mag; € 20,99.
Drs. A. van Dijk
Deel 3 uit Tove Ditlevsens (1917-1976) Kopenhagen-trilogie. Deel 2* – over haar jeugd – schreef ze in 1967 toen zij wegens drugsverslaving in een kliniek terechtkwam. In deel 3 beschrijft ze die verslaving. De Deense titel is 'Gift', wat zowel huwelijk als vergif betekent. Viermaal trouwde ze: met Viggo F., een dertig jaar oudere redacteur van een literair blad, met Ebbe, een gevoelige student, met Carl, de arts die haar voorzag van verslavende pijnstillers, en met Victor, de latere chefredacteur van Ekstrabladet. Met Ebbe kreeg ze een dochter, met Victor een zoon en Carls dochter uit een eerder huwelijk werd ook in het gezin opgenomen. Huishoudster Jabbe is de spil van het gezin, ook als Tove wordt opgenomen in een ontwenningskliniek. Tove onthult meedogenloos haar leugens en sluwe trucjes om aan drugs te komen. Een extraatje: in Tove's dagelijks leven figureren latere beroemdheden, zoals de schrijver Halfdan Rasmussen en de uit Nederland afkomstige wiskundige/dichter Piet Hein. Schrijven is haar enige passie. Een boek met metaforen om van te smullen! Deel 3 is het mooiste deel van de trilogie.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.