Het einde van de dood
Cixin Liu
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Prometheus, 2020 |
VERDIEPING 2 : DUIVELSHOEK : FANTASY & SCIFI : LIU |
Mark Leenhouts
us/ug/28 a
Wie opgroeit met westerse sciencefiction raakt eraan gewend dat de aliens ook altijd in de westerse wereld op aarde komen. In films vaak in de Verenigde Staten natuurlijk, en in de literatuur kan het ook het slaperige Britse platteland zijn: van de Tripods in H.G. Wells' War of the Worlds tot de Vogons in het hilarische Transgalactisch liftershandboek van Douglas Adams, waarin de aarde helaas moet wijken voor een nieuwe intergalactische snelweg.
Maar we leven inmiddels in de 21ste eeuw en dus moeten we niet raar opkijken als het eerste contact met buitenaards leven net zo vanzelfsprekend plaatsvindt in China. In het China van de Culturele Revolutie bijvoorbeeld, zoals in Cixin Liu's onwaarschijnlijke bestseller, de trilogie Het drielichamenprobleem. Een eenzame wetenschapper, net als veel intellectuelen destijds gedesillusioneerd door de chaos om haar heen, beantwoordt daar met een simpele druk op de knop een oproep uit de ruimte: 'Kom ons maar veroveren, onze beschaving kan haar eigen problemen niet meer oplossen.'
Het is het startschot voor een 1.750 pagina's lang wetenschappelijk verbeeldingswerk van duizelingwekkende, 'post-humanitaire' schaal. Springt het vanaf de jaren 1970 eerst nog met eeuwen vooruit, uiteindelijk kijkt het 18 miljoen jaar de toekomst in. En dat alles met een ernst en gedrevenheid die je misschien ook alleen maar in China kunt aantreffen.
Sciencefiction is groot in China en niet in de laatste plaats, zo zeggen de schrijvers vaak zelf, omdat de maatschappelijke veranderingen er zo snel gaan dat sciencefiction voor velen 'gewoon de realiteit lijkt'. Zoals de niet-sciencefictionschrijver Yu Hua al zei in zijn klassiek geworden sociale roman Broers uit 2006: een Chinees heeft in de veertig jaar sinds de Culturele Revolutie evenveel meegemaakt als een Europeaan in de afgelopen vierhonderd jaar. Op zo'n schaal moet je dus denken.
Fan Barack Obama
Geen wonder, kortom, dat Cixin Liu je onverstoorbaar zijn universum binnenleidt. De buitenaardse beschaving die aan de deur klopt, is die van Trisolaris, een planeet met drie zonnen die onder de invloed van het zogenaamde drielichamenprobleem onvoorspelbaar ten opzichte van elkaar bewegen. Soms is het ondraaglijk heet op Trisolaris, dan weer is er langdurig geen enkele zon te bekennen, een uitzichtloze klimatologische toestand. Op zoek naar een kolonie vinden ze de aarde, maar omdat het vierhonderd jaar zal duren voor ze die fysiek kunnen bereiken, zetten ze technologie op afstand in: sofonen, oftewel 'wetende protonen', die door het principe van kwantumverstrengeling de grenzen van ruimte en tijd kunnen overbruggen om op aarde alvast kennis te verzamelen.
En te delen: er wordt een heuse Earth-Trisolaris Organization opgericht ter voorbereiding van hun komst, en de Trisolaranen proberen de sympathie van de aardse wetenschappers te veroveren door hen een computerspel te laten spelen waarin hun planeet wordt geïntroduceerd. Gestoken in een speciaal pak, zodat ze alles met al hun zintuigen ondergaan, nemen de spelers online de persona's aan van Chinese wijsgeren en figuren als Copernicus en Newton. De discussies die ze zo met elkaar voeren vormen een belangrijk onderdeel van het uitgebreid beschreven spel.
Discussies, ja, dat is eigenlijk de hoofdmoot van de trilogie. De meeste personages zijn wetenschappers, op enkele politici en activisten na, en voortdurend leggen zij elkaar bevlogen alle theorieën en ontwikkelingen uit. Het is bijna de enige emotie die hen drijft, maar dat is ook precies zoals Liu het heeft bedoeld: in een interview met The New Yorker zei hij dat wetenschap, als pure bron van verbeelding, voor hem werkelijk emotie is, en dat hij daar alleen personages en situaties bij zoekt om zijn ideeën over te brengen. Al doet hij dat laatste weleens al te opzichtig, met zijn typische aardse bevlogenheid weet hij je toch bij de les te houden.
Dit moet ook het verkoopsucces in met name Amerika verklaren, waar onder meer Barack Obama fan is, want de soms weinig subtiele plot biedt minder verrassends. Het Trisolaraanse charmeoffensief neemt al gauw grimmiger trekken aan: geschrokken door de exponentieel snelle vooruitgang van de menselijke kennis zijn de kolonisten bang tijdens hun vierhonderdjarige reis hun technologische voorsprong te verliezen en beramen ze plannen om de aardse wetenschap af te remmen door een soort Trisolaraans 'natuurgeloof' te stichten, met technisch vernuft als 'wonderen'. Toch zal de mens onverschrokken het heelal intrekken, het 'donkere woud', zoals het tweede deel van de trilogie heet.
Behalve de nieuwe, verbazende ideeën die de revue blijven passeren, over bewust aangelegde zwarte gaten en opvouwbare dimensies, is een ander deel van de aantrekkingskracht ongetwijfeld dat Liu in wezen de hele aarde omarmt. Het verhaal mag dan in China beginnen, ook internationale wetenschappers en de VN doen uiteindelijk mee, en niet in een bijrol. Waar Chinese literatuur in het algemeen sterk met China begaan is, en daardoor soms lastig de wereld over lijkt te gaan, heeft sciencefiction misschien baat bij een overduidelijke focus op 'de mensheid'.
Silicon Isle
Dat geldt ook voor de andere Chinese sf-romans die zich in Engelse vertaling hebben doen gelden, al zijn die meer maatschappijkritisch van aard. In Folding Beijing van Hao Jingfang bijvoorbeeld, waarmee zij net als Liu de Amerikaanse Hugo Award voor het genre won, is de bevolking van de Chinese hoofdstad opgedeeld in klassen, die om beurten gebruik mogen maken van de ruimte. Per dagdeel vouwen de huisjes van de lageren zich in, met bewoners en al, om plaats te maken voor de uitklapbare woontorens van de hogeren. Ook ecologie is een thema, onder andere in Waste Tide van Chen Qiufan, waar iets misgaat op een (werkelijk bestaande) verwerkingsplaats voor elektronisch afval op een Zuid-Chinees eilandje, in de roman 'Silicon Isle' geheten.
Hoezeer China ook gericht is op technologie, inclusief een overheid die conferenties en onderzoeksinstituten rond sciencefiction ondersteunt voor hun bijdrage aan het 'verbeelden van China's toekomst', de schaduwkanten worden dus net zo goed belicht. Misschien wel het sterkst in een vooralsnog onvertaald boek van Han Song, dat het verlies van Amerika's hegemonie aan China 'voorspelt'. Naast een Amerika in verval schetst het ook een Brave New World-achtig China, in de ban van kunstmatige intelligentie. Van deze Han Song komt ook het metaforische verhaal over een hogesnelheidstrein, toonbeeld van de vooruitgang, die door een botsing uit koers raakt en in een andere tijd en ruimte terechtkomt, waar hij eindeloos blijft doordenderen: waar gaat de nieuwe samenleving heen?
Cixin Liu lijkt dit soort vragen te ontstijgen; niet dat hij onkritisch is, maar hij heeft nu eenmaal een ruime blik, waarmee hij meer in mogelijkheden denkt - een beetje zoals in de oude sciencefiction van Jules Verne, zijn grote inspiratiebron. Er is een vroege Chinese sf-roman uit 1902 die zich het China van 1962 voorstelt, waarin Shanghai de Wereldtentoonstelling mag houden en de hele wereld gretig Chinees leert. Dat jaartal had de schrijver Liang Qichao mis, het zou de tijd van het gesloten China zijn, maar vijftig jaar later, in 2010, waren beide zaken een feit.
In datzelfde 2010 rondde Liu zijn drielichamentrilogie af - Liu, de aardling die niet per se van een groot China droomt, maar wiens 'wetenschappelijke emotie' onmiskenbaar een product is van zijn land.
Het drielichamenprobleem
Prometheus, 400 p., 10 euro. Uit het Engels vertaald door Eisso Post en Richard Heufkens.
Het donkere woud
Prometheus, 592 p., 22,50 euro. Uit het Engels vertaald door Eisso Post en Richard Heufkens.
Het einde van de dood
Prometheus, 752 p., 25 euro. Uit het Engels vertaald door Eisso Post en Richard Heufkens.
Annelous Stiggelbout
ua/an/09 j
Het drielichamenprobleem opent midden in de Culturele Revolutie, die traumatische periode in de Chinese geschiedenis waarin Mao Zedong het gehele land tegen elkaar opzette tot niets en niemand meer functioneerde en tallozen de dood vonden. De periode wordt door de Chinese schrijver Liu Cixin op een nieuwe manier behandeld.
Een jonge Rode Gardiste wordt door een lid van een vijandige factie doodgeschoten, een professor wordt voor de ogen van zijn familie doodgeslagen, zijn dochter Ye Wenjie afgevoerd naar een afgelegen legerbasis, met de boodschap dat ze er niet meer vandaan zal komen.
countdown
De tweede verhaallijn speelt in het heden, waar Wang Miao, wetenschapper werkzaam in de nanotechnologie en amateurfotograaf, iets vreemds ontdekt: er verschijnt een onverklaarbare countdown op zijn foto's - en in zijn blikveld. Het lijkt magie. Op zoek naar een verklaring raakt hij betrokken bij een complot tegen de wetenschap (of een complot van wetenschappers?) en de verdediging van de aarde in de intergalactische oorlog die op handen blijkt te zijn.
Intussen speelt Wang op aanraden van een medestrijder, politieagent Shi Qiang, het computerspel Drie lichamen. Hierin reist de speler door verschillende tijden in een vreemd oord waarin de dagen onregelmatig zijn en de zon soms tijdenlang helemaal wegblijft. Doel van het spel: ontdekken wat hiervan de oorzaak is.
Lang blijft onduidelijk wat de drie verhaallijnen van Het drielichamenprobleem met elkaar te maken hebben, maar dan brengt Liu Cixin ze bij elkaar en blijken ook schijnbaar onmogelijke gebeurtenissen geheel overtuigend verklaard te kunnen worden. De werkelijkheid die we zien is niet de enige werkelijkheid: een computerspel is niet zomaar een spel, een afgelegen onderzoeksbasis blijkt contact te kunnen leggen met buitenaards leven, en zelfs een waterstofatoom blijkt meer te kunnen zijn dan een piepklein waterstofatoom.
Liu (bij Chinese namen staat de familienaam vooraan) is de godfather van de hedendaagse Chinese sciencefiction. De trilogie waarvan Het drielichamenprobleem het eerste deel is, is met afstand zijn beroemdste boek. De Amerikaanse oud-president Barack Obama sprak er lovend over en in 2015 won het boek als tweede niet-Engelstalige werk ooit de Hugo Award voor sciencefiction. En het wordt nu door Netflix verfilmd.
Het is dus goed nieuws dat deze trilogie nu in het Nederlands verschijnt. Jammer alleen dat dit eerste deel haastig uit het Engels is vertaald en niet zorgvuldig uit het Chinees. Regelmatig schemert het Engels door de tekst heen. Er staan spelfouten in Chinese namen en woorden, en specifiek Chinese zaken worden vaak verkeerd vertaald. Ook is het Nederlands vaak houterig. Die haast achter de vertaling is zonde, want dit is een fijn boek: elk hoofdstuk maakt nieuwsgierig naar het volgende (zoals het hele boek nieuwsgierig maakt naar het volgende deel), de gebeurtenissen volgen elkaar in vlot tempo op en Liu brengt zijn verhaallijnen en personages knap bij elkaar. Een aanrader dus, en niet alleen voor liefhebbers van 'harde' sciencefiction.
Prometheus, 400 p., 19,99 euro.
Sam De Wilde
us/ug/28 a
Een grenzen, geloven en geschillen overstijgende ramp bedreigt de aarde, maar het wordt pas echt een probleem voor de komende generaties. Het klinkt misschien als Anuna De Wevers Wij zijn het klimaat, maar dat doemscenario is de basis van Cixin Liu's epische sciencefictiontrilogie waarin een geavanceerde buitenaardse beschaving zich opmaakt om de aarde te koloniseren. De Trisolaranen komen! Ze zullen alleen nog vierhonderd jaar lang onderweg zijn, en intussen werkt het langetermijndenken hier beneden als vanouds verlammend.
Net zoals we horrorfilms en sciencefictionverhalen uit de jaren 50 vandaag bijna alleen nog als metaforen voor de atoomdreiging kunnen zien, zal men over enkele tientallen jaren Cixin Liu's extreem populaire boeken (Netflix heeft alvast de rechten gekocht) ongetwijfeld als commentaren op de klimaatverandering lezen. Zover zijn we echter nog niet, en dus wordt de speculatieve fictie van de succesvolste Chinese sciencefictionschrijver (58) vandaag vooral gelezen als een spiegel voor de veranderende verhoudingen tussen China en het Westen, al is de auteur zelf voorzichtig met politieke interpretaties van het werk waarin hij vastgeroeste ideeën over de mens als enige intelligente levensvorm binnenstebuiten keert. De ongeziene schaal van Liu's uiterst ambitieuze vertellingen maakt ze hoe dan ook vatbaar voor uiteenlopende politieke lezingen.
Amerika of China
Een verhaal dat begint op aarde tijdens China's Culturele Revolutie om ruim 18 miljoen jaar later te eindigen in een uithoek van een stervend universum biedt voldoende (sterren)stof voor verschillende interpretaties. Je zou Liu's interesse in het lot van hele sterrenstelsels kunnen begrijpen als de besognes van iemand die opgroeide in een maatschappij waarin het individu steeds ten dienste staat van het grotere geheel, maar je kunt je ook afvragen of dat geen erg westerse lezing van Liu's ruimte-epos is. De helden (en antihelden) van 's mans trilogie zijn sowieso eigenzinnige einzelgängers die bereid zijn hun leven te offeren voor een groter doel zonder aan blind groepsdenken te doen.
Het vraagt weinig fantasie om Het drielichamenprobleem, Het donkere woud en Het einde van de dood (oorspronkelijk gepubliceerd van 2006 tot 2010) lezen als kritieken op het communistische regime van China, maar het vraagt even weinig inbeelding om er een commentaar op het imperialistische westen in te zien. Liu laat zijn personages weleens over politiek en verschillende mogelijke bestuursvormen discussiëren, maar de schrijver die openlijk Chinees beleid steunt (inclusief de behandeling van de Oeigoeren) laat zich niet snel betrappen op een uitgesproken voorkeur voor een bepaalde regeringsvorm. Het verklaart wellicht waarom hij in de Verenigde Staten (Barack Obama is een fan) haast even graag gelezen wordt als in de Volksrepubliek.
Ook wie de trilogie als vermomde klimaatfictie leest, zal niet meteen weten in welk kamp de schrijver te plaatsen. Hij lijkt zich laatdunkend uit te laten over onze inertie wanneer we tegenover grote nakende catastrofes staan, maar hij zou zich ook zomaar laten inlijven bij de klimaatsceptici die geloven dat wetenschap en technologie altijd soelaas zullen brengen. Liu's toekomstblik reikt in ieder geval zo ongezien ver dat ook klimaatverandering slechts een voetnoot in de geschiedenis van de Melkweg wordt. Het heeft er alle schijn van dat de voormalige wetenschapper zich er allang bij heeft neergelegd dat het verhaal van de aarde en haar bewoners hoe dan ook eindig is.
Wetenschappelijke fictie
Cixin Liu ligt naar eigen zeggen niet echt wakker van de precieze politieke situering van zijn trilogie en wil het liefst gewoon goede verhalen vertellen. Met buitenaardse beschavingen die zich onze planeet willen toe-eigenen zal de auteur niet meteen prijzen voor originaliteit winnen, maar Liu's genie schuilt in de epische manier waarop hij zijn premisse invult. Liu's boeken worden onbeschaamd aangedreven door harde wetenschap. Niemand heeft een doctoraat nodig om ze te begrijpen, maar nietsvermoedende lezers zullen wel af en toe een ingewikkelde zin over deeltjesfysica, moleculaire biologie of informatica moeten verteren.
Intelligentere mensen zullen moeten beoordelen of Liu's ideeën over astrodynamica, de snaartheorie, ruimteliften of zwaartekrachtgolven echt steek houden, maar zoals alle goede sciencefictionschrijvers lijkt Liu bestaande wetenschappelijke kwesties door te trekken tot hun uiterste conclusies. En zoals alle waarlijk grote sciencefictionschrijvers doet hij hetzelfde met menselijke gedragingen. Als Cixin Liu zich één wetenschapsdomein echt eigen heeft gemaakt dan moet het wel de sociologie zijn. Of we ooit de Kuipergordel zullen bereiken met raketten die worden aangedreven door nucleaire voortstuwing zal de toekomst moeten uitwijzen, maar de manier waarop we er over zullen debatteren, lijkt Cixin Liu in ieder geval akelig precies te voorspellen. Of hij het nu over ouder-kindrelaties, internationale strategische krachtmetingen of massaal groepsgedrag heeft, Cixin Liu wijst in zijn zoektocht naar de grootsheid van de menselijke soort vooral op de kleine kantjes. De centrale vraag van zijn trilogie over het voortbestaan van de aarde is niet of de mensheid uiteindelijk gered zal worden, maar of de mensheid die redding wel waard is.
Het antwoord op die vraag is, uiteraard, niet bepaald eenduidig. Net zoals hij schippert tussen politiek links en rechts of tussen ecologie en technologie, houdt Liu vaak het midden tussen mensenhaat en mensenliefde. De extreem uitgestrekte tijdspanne die zijn trilogie beslaat, relativeert alles, maar wees niet al te verbaasd als u na ruim zeventienhonderd pagina's wetenschappelijk ruimtevertier uiteindelijk toch een klein traantje wegpinkt bij de hittedood van het universum.
CIXIN LIU Het drielichamenprobleem, Prometheus, 400 blz., 10 € (e-boek 5,99 €).
CIXIN LIU Het donkere woudPrometheus, 592 blz., 22,50 € (e-boek 13,99 €).
CIXIN LIU Het einde van de doodPrometheus, 752 blz., 25 € (e-boek 14,99 €).
Mark Leenhouts
us/ug/21 a
Wie opgroeit met westerse sciencefiction raakt eraan gewend dat de aliens ook altijd in de westerse wereld op aarde komen. In films vaak in de Verenigde Staten natuurlijk, en in de literatuur kan het ook het slaperige Britse platteland zijn: van de Tripods in H.G. Wells' War of the Worlds tot de Vogons in het hilarische Transgalactisch liftershandboek van Douglas Adams, waarin de aarde helaas moet wijken voor een nieuwe intergalactische snelweg.
Maar we leven inmiddels in de 21ste eeuw en dus moeten we niet raar opkijken als het eerste contact met buitenaards leven net zo vanzelfsprekend plaatsvindt in China. In het China van de Culturele Revolutie bijvoorbeeld, zoals in Cixin Liu's onwaarschijnlijke bestseller, de trilogie Het drielichamenprobleem. Een eenzame wetenschapper, net als veel intellectuelen destijds gedesillusioneerd door de chaos om haar heen, beantwoordt daar met een simpele druk op de knop een oproep uit de ruimte: 'Kom ons maar veroveren, onze beschaving kan haar eigen problemen niet meer oplossen.'
Het is het startschot voor een 1.750 pagina's lang wetenschappelijk verbeeldingswerk van duizelingwekkende, 'post-humanitaire' schaal. Springt het vanaf de jaren 1970 eerst nog met eeuwen vooruit, uiteindelijk kijkt het 18 miljoen jaar de toekomst in. En dat alles met een ernst en gedrevenheid die je misschien ook alleen maar in China kunt aantreffen.
Sciencefiction is groot in China en niet in de laatste plaats, zo zeggen de schrijvers vaak zelf, omdat de maatschappelijke veranderingen er zo snel gaan dat sciencefiction voor velen 'gewoon de realiteit lijkt'. Zoals de niet-sciencefictionschrijver Yu Hua al zei in zijn klassiek geworden sociale roman Broers uit 2006: een Chinees heeft in de veertig jaar sinds de Culturele Revolutie evenveel meegemaakt als een Europeaan in de afgelopen vierhonderd jaar. Op zo'n schaal moet je dus denken.
Geen wonder, kortom, dat Cixin Liu je onverstoorbaar zijn universum binnenleidt. De buitenaardse beschaving die aan de deur klopt, is die van Trisolaris, een planeet met drie zonnen die onder de invloed van het zogenaamde drielichamenprobleem onvoorspelbaar ten opzichte van elkaar bewegen. Soms is het ondraaglijk heet op Trisolaris, dan weer is er langdurig geen enkele zon te bekennen, een uitzichtloze klimatologische toestand. Op zoek naar een kolonie vinden ze de aarde, maar omdat het vierhonderd jaar zal duren voor ze die fysiek kunnen bereiken, zetten ze technologie op afstand in: sofonen, oftewel 'wetende protonen', die door het principe van kwantumverstrengeling de grenzen van ruimte en tijd kunnen overbruggen om op aarde alvast kennis te verzamelen.
En te delen: er wordt een heuse Earth-Trisolaris Organization opgericht ter voorbereiding van hun komst, en de Trisolaranen proberen de sympathie van de aardse wetenschappers te veroveren door ze een computerspel te laten spelen waarin hun planeet wordt geïntroduceerd. Gestoken in een speciaal pak, zodat ze alles met al hun zintuigen ondergaan, nemen de spelers online de persona's aan van Chinese wijsgeren en figuren als Copernicus en Newton. De discussies die ze zo met elkaar voeren vormen een belangrijk onderdeel van het uitgebreid beschreven spel.
Discussies, ja, dat is eigenlijk de hoofdmoot van de trilogie. De meeste personages zijn wetenschappers, op enkele politici en activisten na, en voortdurend leggen zij elkaar bevlogen alle theorieën en ontwikkelingen uit. Het is bijna de enige emotie die hen drijft, maar dat is ook precies zoals Liu het heeft bedoeld: in een interview met The New Yorker zei hij dat wetenschap, als pure bron van verbeelding, voor hem werkelijk emotie is, en dat hij daar alleen personages en situaties bij zoekt om zijn ideeën over te brengen. Al doet hij dat laatste weleens al te opzichtig, met zijn typische aardse bevlogenheid weet hij je toch bij de les te houden.
Dit moet ook het verkoopsucces in met name Amerika verklaren, waar onder meer Barack Obama fan is, want de soms weinig subtiele plot biedt minder verrassends. Het Trisolaraanse charmeoffensief neemt al gauw grimmiger trekken aan: geschrokken door de exponentieel snelle vooruitgang van de menselijke kennis zijn de kolonisten bang tijdens hun 400-jarige reis hun technologische voorsprong te verliezen en beramen ze plannen om de aardse wetenschap af te remmen door een soort Trisolaraans 'natuurgeloof' te stichten, met technisch vernuft als 'wonderen'. Toch zal de mens onverschrokken het heelal intrekken, het 'donkere woud', zoals het tweede deel van de trilogie heet.
Behalve de nieuwe, verbazende ideeën die de revue blijven passeren, over bewust aangelegde zwarte gaten en opvouwbare dimensies, is een ander deel van de aantrekkingskracht ongetwijfeld dat Liu in wezen de hele aarde omarmt. Het verhaal mag dan in China beginnen, ook internationale wetenschappers en de VN doen uiteindelijk mee, en niet in een bijrol. Waar Chinese literatuur in het algemeen sterk met China begaan is, en daardoor soms lastig de wereld over lijkt te gaan, heeft sciencefiction misschien baat bij een overduidelijke focus op 'de mensheid'.
Dat geldt ook voor de andere Chinese sf-romans die zich in Engelse vertaling hebben doen gelden, al zijn die meer maatschappijkritisch van aard. In Folding Beijing van Hao Jingfang bijvoorbeeld, waarmee zij net als Liu de Amerikaanse Hugo Award voor het genre won, is de bevolking van de Chinese hoofdstad opgedeeld in klassen, die om beurten gebruik mogen maken van de ruimte. Per dagdeel vouwen de huisjes van de lageren zich in, met bewoners en al, om plaats te maken voor de uitklapbare woontorens van de hogeren. Ook ecologie is een thema, onder andere in Waste Tide van Chen Qiufan, waar iets misgaat op een (werkelijk bestaande) verwerkingsplaats voor elektronisch afval op een Zuid-Chinees eilandje, in de roman 'Silicon Isle' geheten.
Hoezeer China ook gericht is op technologie, inclusief een overheid die conferenties en onderzoeksinstituten rond sciencefiction ondersteunt voor hun bijdrage aan het 'verbeelden van China's toekomst', de schaduwkanten worden dus net zo goed belicht. Misschien wel het sterkst in een vooralsnog onvertaald boek van Han Song, dat het verlies van Amerika's hegemonie aan China 'voorspelt'. Naast een Amerika in verval schetst het ook een Brave New World-achtig China, in de ban van kunstmatige intelligentie. Van deze Han Song komt ook het metaforische verhaal over een hogesnelheidstrein, toonbeeld van de vooruitgang, die door een botsing uit koers raakt en in een andere tijd en ruimte terechtkomt, waar hij eindeloos blijft doordenderen: waar gaat de nieuwe samenleving heen?
Cixin Liu lijkt dit soort vragen te ontstijgen; niet dat hij onkritisch is, maar hij heeft nu eenmaal een ruime blik, waarmee hij meer in mogelijkheden denkt - een beetje zoals in de oude sciencefiction van Jules Verne, zijn grote inspiratiebron. Er is een vroege Chinese sf-roman uit 1902 die zich het China van 1962 voorstelt, waarin Shanghai de Wereldtentoonstelling mag houden en de hele wereld gretig Chinees leert. Dat jaartal had de schrijver Liang Qichao mis, het zou de tijd van het gesloten China zijn, maar vijftig jaar later, in 2010, waren beide zaken een feit. In datzelfde 2010 rondde Liu zijn drielichamentrilogie af - Liu, de aardling die niet per se van een groot China droomt, maar wiens 'wetenschappelijke emotie' onmiskenbaar een product is van zijn land.
Het drielichamenprobleem. Uit het Engels vertaald door Eisso Post en Richard Heufkens. Prometheus; 400 pagina's; € 10.
***
Het donkere woud. Uit het Engels vertaald door Eisso Post en Richard Heufkens. Prometheus; 592 pagina's; € 22,50.
***
Het einde van de dood. Uit het Engels vertaald door Eisso Post en Richard Heufkens. Prometheus; 752 pagina's; € 25.
***
(jos)
em/ov/10 n
★★★★½
De rijzende ster aan het sciencefictionfirmament is de Chinees Cixin Liu, van wie de 'Remembrance of Earth's Past'-trilogie al miljoenen fans vergaarde, onder wie Barack Obama en George R.R. Martin ('Game of Thrones'). In dit eerste deel van de trilogie onderzoekt nanotechnoloog Wang Miao een reeks mysterieuze zelfmoorden onder wetenschappers. Op zijn zoektocht ontdekt hij hoe uiteenlopende zaken aan elkaar gelinkt zijn: een politieke moord tijdens het Mao-tijdperk, een geheimzinnig project dat signalen het heelal instuurt en een virtualrealityspel. Liu laat zijn verbeelding onbegrensd stromen met dat computerspel, waarin wereldvermaarde filosofen en wetenschappers figureren die proberen de onvoorspelbare interactie tussen drie zonnen te ontcijferen, in een duizelingwekkend decor van merkwaardige beschavingen en natuurverschijnselen. Cixin rijgt maatschappelijke, ecologische en religieuze elementen aan een plotlijn die heen en weer slingert tussen fonkelnieuwe natuurkundige inzichten. Hij slaagt er zelfs in om de frustratie bij de aartsmoeilijke uitweidingen rond astrofysica zowel voor de personages als voor de lezer telkens te doen uitmonden in een aha-ervaring. Deze onvergelijkbare literaire maalstroom beukt zo hard tegen de grenzen van natuurkunde, gaming en fictie aan, dat we gerust de term 'briljant' vanonder het sterrenstof mogen blazen.
Roderik Six
em/ov/18 n
In mijn tienerjaren werkte ik mee aan SETI, een hobbyproject dat ontstaan was in de schoot van NASA en maar één doel had: buitenaards leven opsporen. SETI-geleerden speurden het hemelgewelf af op zoek naar vreemde signalen maar omdat de hemel nogal groot is en de menselijke rekenkracht klein, rekende SETI op de hulp van nerdy tienerjongens. Datapakketjes werden de wereld rond gemaild en iedereen met een processor – in mijn geval die van een Compaq Deskpro – mocht helpen om de satellietsignalen te analyseren. Dat ging prima. Het balkje met verwerkte data schoof elke dag een millimeter op. Tot mijn vader me kwaad de Belgacom-factuur liet zien: massa’s data via een inbelmodem naar SETI sturen bleek een te kostelijke grap, buitenaardse beschavingen of niet.
In Het drielichamenprobleem van de Chinese bestsellerauteur Cixin Liu gaan Chinese wetenschappers een stapje verder. Via het ultrageheime satellietproject Rode Kust proberen ze eind jaren zestig een dialoog aan te gaan met de aliens van Triosolaris. Vanuit communistisch oogpunt begrijpelijk: China wil deze ruimterace winnen en wie het eerst met buitenaards leven communiceert kan ook zijn antikapitalistische wereldbeeld aan mogelijke bezoekers opleggen.
Decennia later is de wereldelite verdeeld: de bewoners van Triosolaris blijken op zoek naar een betere planeet en maken hun plannen kenbaar via een complexe videogame. De vraag is: moeten we meeheulen met de veroveraars om zo de aarde te redden?
Liu stoffeert zijn roman (het eerste deel van een trilogie) met voldoende culturele en wetenschappelijke achtergrond om ook scifihaters over de streep te trekken. In het openingshoofdstuk toont hij de gruwel van de Culturele Revolutie en verderop laat hij zien hoe wetenschap zich tot in het absurde naar een tirannieke leer moet schikken. Zo werd het woord ‘zonnevlekken’ verboden door Mao omdat hij de Rode Zon was, en die mocht niet besmeurd worden.
Aan spanning geen gebrek in deze interplanetaire rollercoaster en de filosofische discussies worden vaak origineel beslecht: dankzij de avatars in de game kan Liu Newton in debat laten gaan met Einstein, en met behulp van een Chinees leger bouwt hij een levend moederbord na, een beetje zoals SETI rekende op eenzame jongetjes die op een zolderkamer dat ene verlossende signaal hoopten te ontcijferen. Benieuwd of de baanbrekende wetenschap in de volgende delen van Liu’s trilogie ook gefnuikt zal worden door een telefoonrekening.
***
Prometheus (oorspronkelijke titel: San ti), 398 blz., € 19,99.
Naar gegevens van R. van Rossenberg
Dit werk van een veel gelouterde Chinese sciencefiction-schrijver (1963) uit 2008 is nu in het Nederlands verschenen. In het Westen leeft het idee dat de Chinese overheid alle literatuur censureert, maar dit boek begint met grafische beschrijvingen van de terreur van de Culturele Revolutie. De plot heeft twee verhaallijnen. Ye Wenjie ziet haar professor door de Rode Garde vermoord worden en wordt zelf naar een werkkamp gestuurd. De tweede verhaallijn speelt veertig jaar later en volgt de nano-ingenieur Wang, die betrokken wordt bij de moord op vooraanstaande wetenschappers. Het centrale thema - het eerste contact met buitenaardsen - is zeker niet nieuw, maar wordt hier goed uitgewerkt. Het boek is sterk in de extrapolatie van de natuurwetenschap, waarbij het thema’s als het morele hart van de wetenschap en de grenzen van het mogelijke aansnijdt. De karakterisering en stijl zijn minder sterk. De plot komt niet tot een afronding; er volgen nog twee delen. Met een lijst van personages. Een boeiende ‘hard core’ SF-roman. Voor de liefhebbers van Kim Stanley Robinson en David Brin.
Annelous Stiggelbout
ua/an/02 j
Het drielichamenprobleem opent midden in de Culturele Revolutie, die traumatische periode in de Chinese geschiedenis waarin Mao Zedong het gehele land tegen elkaar opzette tot niets en niemand meer functioneerde en tallozen de dood vonden. Het is een periode waarover al veel literatuur is verschenen, maar die door de Chinese schrijver Liu Cixin op een nieuwe manier wordt behandeld.
Een jonge Rode Gardiste wordt doodgeschoten door een lid van een vijandige factie, een professor wordt doodgeslagen voor de ogen van zijn familie, en zijn dochter Ye Wenjie wordt afgevoerd naar een afgelegen legerbasis, met de boodschap dat ze daar niet meer vandaan zal komen.
De tweede verhaallijn speelt in het heden, waar Wang Miao, wetenschapper werkzaam in de nanotechnologie en amateurfotograaf, iets vreemds ontdekt: er verschijnt een onverklaarbare countdown op zijn foto's - en in zijn blikveld. Het is wetenschappelijk onmogelijk, het lijkt magie. Op zoek naar een verklaring raakt hij betrokken bij een complot tegen de wetenschap (of is het een complot van wetenschappers?) en de verdediging van de aarde in de intergalactische oorlog die op handen blijkt te zijn.
Intussen speelt Wang op aanraden van een medestrijder, politieagent Shi Qiang (type ruwe bolster, blanke pit), het computerspel 'Drie Lichamen'. Hierin reist de speler door verschillende tijden in een vreemd oord waarin de dagen onregelmatig zijn en de zon soms tijdenlang helemaal wegblijft. Doel van het spel: ontdekken wat hiervan de oorzaak is.
Lang blijft onduidelijk wat de drie verhaallijnen van Het drielichamenprobleem met elkaar te maken hebben, maar dan brengt Liu Cixin ze bij elkaar en blijken ook schijnbaar onmogelijke gebeurtenissen geheel overtuigend en op grootse wijze verklaard te kunnen worden. De werkelijkheid die we zien is niet de enige werkelijkheid: een computerspel is niet zomaar een computerspel, een afgelegen onderzoeksbasis blijkt contact te kunnen leggen met buitenaards leven, en zelfs een waterstofatoom blijkt meer te kunnen zijn dan een piepklein waterstofatoom.
Liu (bij Chinese namen staat de familienaam vooraan) is de godfather van de hedendaagse Chinese sciencefiction. De trilogie waarvan Het drielichamenprobleem het eerste deel is, is met afstand zijn beroemdste boek. De Amerikaanse oud-president Obama sprak er lovend over en in 2015 won het boek de Hugo Award voor sciencefiction als tweede niet-Engelstalige werk ooit. En het wordt nu door Netflix verfilmd.
Het is dus goed nieuws dat deze trilogie nu in het Nederlands verschijnt. Jammer alleen dat zo'n mijlpaal van een boek haastig uit het Engels is vertaald en niet zorgvuldig uit het Chinees. Regelmatig schemert het Engels door de tekst heen. Er staan spelfouten in Chinese namen en Chinese woorden, en specifiek Chinese zaken worden vaak verkeerd vertaald. Ook is het Nederlands vaak houterig. Die haast achter de vertaling is zonde, want dit is een fijn boek: elk hoofdstuk maakt nieuwsgierig naar het volgende (zoals het hele boek nieuwsgierig maakt naar het volgende deel), de gebeurtenissen volgen elkaar in vlot tempo op en Liu brengt zijn verhaallijnen en personages knap bij elkaar. Een aanrader dus, en niet alleen voor liefhebbers van 'harde' sciencefiction.
Vert. Eisso Post. Prometheus; 400 blz. € 19,99.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.