Het zoutpad : over oude wegen naar een nieuw begin
Raynor Winn
Raynor Winn (Auteur), Annemie De Vries (Vertaler), Anne-Marie Vervelde (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Balans, 2020 |
VERDIEPING 2 : BATAVIA : WAARGEBEURD : WINN |
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Uitgeverij Balans, 2020 |
VOLWASSENEN : ROMANS : WINN |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Balans, 2020 |
VOLWASSENEN : ROMANS : WINN |
Ranne Hovius
i /ul/24 j
'Hoe gáát het met u?' Wanneer je maar vaak genoeg in het ziekenhuis komt, schrijft journalist Pieter van den Blink in Het allerbeste, dan weet je dat de manier waarop artsen deze vraag stellen veelzeggend is. Maatgevend zijn stemvolume en de nadruk op 'gaat'.
Van den Blink: 'Veel nadruk op 'gaat', zeker in combinatie met wijd opengesperde stel-mij-niet-teleurogen, is een teken dat de medische opties zo'n beetje zijn uitgeput. Een fluisterstem, veel nadruk op 'gaat' en in het allerergste geval een aanraking op schouder of rug van de patiënt, duidt op een kwestie van dagen.' Het beste is een neutrale, formele toon. 'Daaruit maak ik op dat ze met mij nog wel wat kunnen.'
Gelukkig kunnen de dokters ook echt wat met Van den Blink. Hij is 24 als hij voor het eerst kanker (hodgkin) krijgt. Na twee jaar kan hij zijn studentenleven weer oppakken. Als hij tegen de 50 loopt, slaat het noodlot opnieuw toe: schildklierkanker. Alle angsten van de eerste keer melden zich in volle hevigheid, vergezeld door herinneringen aan zijn jeugd en zijn eerste heftige liefde, die hem indertijd meer bezighield dan de uitslagen van de medische onderzoeken.
In Het allerbeste ontwart Van den Blink de chaos van doodsangst en herinneringen, met de nadruk op een opvoeding die weliswaar liefdevol was, maar ook gekenmerkt door een volstrekt onvermogen van zijn ouders om emoties te uiten en te praten over wat de ziekte met hem doet.
Niet praten over emoties en ziekten was voor de vooroorlogse generatie vrij normaal. Dat deed je niet, en zeker niet over kanker, vaak fluisterend 'k' genoemd. Met die zwijgzaamheid is in de laatste decennia korte metten gemaakt. Over ernstige ziekten en de bijbehorende gevoelens wordt in huiselijke kring, in praatprogramma's, films, kranten en boeken gretig verslag gedaan. En dat krijgt gehoor.
Als de wiskundige, japanoloog en dichter Arjen Sevenster in 2017 de diagnose uitgezaaide prostaatkanker krijgt, gaat hij voor familie en vrienden al snel over op groepsmails, omdat de belangstelling voor zijn wel en wee te overstelpend is om iedereen apart bij te praten. Zijn aanvankelijke update over diagnose, prognose en behandeling, breidt hij al snel uit met een terugblik op zijn leven, zijn gedichten en een verslag van zijn dagen en vooral van zijn overpeinzingen. Zoals zijn verbaasde constatering dat het hele traject voor zijn vrouw veel angstiger blijkt te zijn dan voor hemzelf: 'Het blijft een wonder dat mijn ziekte me zo onberoerd laat, ik, die al bang was voor het jaarlijkse darmkankeronderzoek.'
Omdat je Sevenster gedurende de jaren van zijn updates volgt, leef je mee met alle momenten van hoop en vooral van tegenslag: de voorspelde acht tot tien jaar blijken er uiteindelijk maar twee te zijn. De verslagen zijn na zijn dood samengebracht in De wind van morgen, een prettig en herkenbaar boek voor lotgenoten en hun omgeving.
Wanneer het noodlot een verpletterende klap uitdeelt, wordt het leven, zoals ook Van den Blink schrijft, voorgoed verdeeld in een voor en een na. Het 'voor', het vertrouwde levensverhaal met zijn vanzelfsprekendheden en onbevangenheid, ligt aan gort. Het 'na' vraagt om een nieuw verhaal dat moet worden opgebouwd uit de brokstukken, angsten, nieuwe verwachtingen en de vaak onvermijdelijke eenzaamheid van een (eventuele) reis naar het einde.
Als het herformuleren van het verhaal tot pen, papier en een publicatie leidt, zal het resultaat veelal bij lotgenoten belanden, mensen die de steun van de vergelijkbare ervaring zoeken. Hun omgeving is, hoe welwillend ook, zelden in staat die te bieden. Het bereiken van lotgenoten kan het expliciete doel van de schrijver zijn ('dit is het boek dat ik zelf had willen lezen toen ik ziek werd'), maar hij kan ook andere overwegingen hebben: iets nalaten voor zijn geliefden, de behoefte niet stilletjes als een nachtkaars uit te gaan, druk van de omgeving ('je hebt zo veel meegemaakt, schrijf het op!') of de stille hoop dat het een mooie roman voor een groter publiek kan worden. Wat hij in elk geval wil is gehoord en gelezen worden.
Bekende Nederlanders zijn wat dat betreft in het voordeel. Zij hebben makkelijker toegang tot uitgevers en praatprogramma's dan onbekende Nederlanders. Bovendien kunnen ze op een ruimere belangstelling rekenen, omdat we van hen het 'voor' kennen.
We kenden Martine Bijl al jaren als succesvol zangeres, actrice, schrijver en gastvrouw van Heel Holland bakt. Dat maakt bijna automatisch nieuwsgierig naar het in haar Rinkeldekinkel beschreven 'na': hoe verging het haar nadat de hersenbloeding daar allemaal een einde aan had gemaakt?
Bekendheid kan natuurlijk ook irriteren. Dat is althans wat actrice Nadja Hüpscher vreesde toen zij haar boek Geluk is met een K schreef, over de kanker van haar man. In een interview met de Volkskrant in juni zei ze bang te zijn dat mensen zouden denken: 'weer zo'n halfslachtige BN'er met een kankerverhaal. En dan gaan ze natuurlijk over hun nek.' Om dat voor te zijn, plaatst ze haar boek zelf vast in de categorie lotgenoten, in dit geval lotgenoten van de directe omgeving: 'Ik ontdekte dat er weinig geschreven wordt over hoe het gaat als kanker een gezin met jonge kinderen treft.'
Onbekende Nederlanders belanden met een verhaal over een doorstane ziekte bijna vanzelf in de lotgenotenhoek. Zij komen ons gezichtsveld binnendrijven op de golven van het 'na': de scheiding tussen het voor en na is al achter de rug, ze zijn ziek, hebben de dood in de ogen gekeken, het al dan niet overleefd. Over het 'voor' weten we niets en als we hun boek oppakken, is dat omdat hun claim to fame op dat moment voor ons een akelige ziekte is. Dat geldt ook voor Van den Blink, die zijn puur autobiografische Het allerbeste nadrukkelijk als roman presenteert.
Maar wat is er mis met een goed vertelde ziektegeschiedenis? Dat geldt ook grotendeels voor Van den Blinks verhaal: een krachtig en met humor geschreven verslag van een akelige ziekte, machteloze ouders en het aangeleerde vermogen emoties te verdringen of af te dekken met een grap. Dat hij daarnaast uitweidt over een hopeloze eerste liefde die, hoe ingrijpend voor hemzelf ook, weinig aan deze kern bijdraagt, trekt het boek vooral uit evenwicht.
Wie geen moment bezig was met lezers, lotgenoten, ziektegeschiedenis of roman is de Engelse schrijver Raynor Winn. Zij heeft inmiddels twee boeken geschreven over haar man Moth, die lijdt aan corticobasale degeneratie (CBD). Deze zeldzame hersenziekte tast behalve de motoriek ook het geheugen aan, en Winn schreef haar eerste boek (Het zoutpad, 2019) met maar één doel: zijn haperende herinneringen aan het jaar na de diagnose aan te vullen. Het was dan ook een memorabel jaar. Winn en haar man waren begin 50 toen ze door een foute investering hun eigenhandig opgebouwde boerderij, moestuin en schapen kwijtraakten.
Terwijl ze volop bezig zijn de boel te ontruimen, krijgt hij zijn diagnose met een prognose van nog zo'n twee jaar, en de aanbeveling het rustig aan te doen en voorzichtig te zijn op de trap.
Als de deurwaarders voor de deur staan, zitten ze samen onder de trap, niet wetend wat te doen, en dan oppert Winn, die een reisgids ziet liggen, het South West Coast Path te gaan lopen. Zo'n duizend kilometer, van Devon rond Land's End naar Cornwall. Lang, ja, maar een kustpad, dus hoe moeilijk kan het zijn? Hoewel Moth er nauwelijks in slaagt zijn rugzak op te hijsen of de eerste kilometers te volbrengen, zetten ze door, met lichtgewicht tentje, te dunne slaapzakken en nauwelijks geld om te eten.
En dan, na een paar weken, neemt deze totaal onverantwoorde beslissing - de tocht blijkt met al het stijgen en dalen, het noodweer, de honger en tegenslag allesbehalve wat de dokter bedoelde - een verbijsterende wending: Moth knapt op, kan zijn ledematen weer normaal gebruiken en hervindt zijn oude energie.
In Het zoutpad beschrijft Winn deze tocht, in het net verschenen De wilde stilte hoe het hen daarna verging en hoe ze ertoe kwam haar eerste boek te schrijven. Het tij lijkt voor Moth gekeerd en hij gaat in een kustplaatsje in Cornwall studeren. Ze leven van zijn studielening in een flatje naast de kerk. Maar doordat de fysieke inspanning van de tocht ontbreekt, gaat Moth' gezondheid weer achteruit, inclusief zijn geheugen. Hij vergeet niet alleen de mooie momenten van de wandeling, maar ook hoe hij erdoor opknapte. Het maakt het moeilijk hem ervan te overtuigen dat lekker onder de wol kruipen niet de beste strategie voor hem is als hij moe is. En daarom is Winn gaan schrijven. 'Zodat ik, elke keer wanneer hij probeerde het leven los te laten, achterover te leunen en het tij over zich heen te laten komen, nee kon zeggen. Lees dit, herinner je hoe we het niet opgaven, sta op. Blijf het proberen.'
En zo ontstond een mooi verjaarscadeau voor Moth, dat dankzij lang aandringen van Winns dochter naar een uitgever ging, een bestseller werd, de financiële problemen van het stel oploste en tot een prachtig tweede boek heeft geleid. Het is een egodocument over ziekte maar overstijgt het genre met gemak, omdat het ondanks zijn bescheiden bedoeling - Moth op de been houden - tegelijk een boeiend verhaal is waarvan liefde, veerkracht, doodsangst en avontuur de sleutelwoorden zijn. Dat lezen niet alleen lotgenoten graag.
Bovendien - en hoeveel egodocumenten kunnen daarop bogen? - eindigt het met een cliffhanger: hoewel het inmiddels zeven jaar na de diagnose is en er weer een wandeltocht is gemaakt, dit keer door IJsland, schrijdt ook de ziekte onverbiddelijk voort. Zou er nog een derde hoopgevend deel over Moth inzitten?
Raynor Winn, De wilde stilte
★★★★★
Uit het Engels vertaald door Annemie de Vries en Anne-Marie Vervelde. Balans; 320 pagina's; € 22,99.
Geen kitsch
'Bij zo veel drama ligt kitsch op de loer, maar die klip omzeilt Raynor Winn behendig. Ze schrijft fris, met een prettige mix van vervoering, scherpte en feitelijkheid, en ze heeft gevoel voor ritme en details', schreef Caspar Janssen eind vorig jaar over Het zoutpad.
Arjen Sevenster, De wind van morgen - Kroniek van een leven
★★★☆☆
Prometheus; 208 pagina's; € 20,99.
Pieter van den Blink, Het allerbeste
★★★☆☆
In de Knipscheer; 234 pagina's; € 19,50.
Livia Visser-Fuchs
Tweede autobiografisch boek van een vrouw die met haar man de beste manier heeft gevonden om in deze tijd met en in de natuur te leven: lange-afstandswandelen en kamperen in een klein tentje. In het eerste, zeer succesvolle boek ('Het zoutpad', 2019)* lopen zij het volledige South West Coast Path rondom Cornwall, min of meer uit wanhoop omdat ze alles zijn kwijtgeraakt. Zij vinden geluk en gezondheid. In dit tweede deel gaat hun verhaal verder als zij weer onder een dak wonen: haar moeder overlijdt, ze herstellen een oude boerderij, zijn gezondheid gaat achteruit, maar verbetert weer door hun vele tochten, ook op IJsland. Het verhaal als geheel is wat onsamenhangend maar het echte leven, de onderdelen zijn steeds boeiend en ontroerend, door de openheid van de schrijfster en de prachtige beschrijvingen van mensen en natuur. De vertaling is zo dat je vergeet dat het een vertaling is – een prestatie. Het boek is voorzien een kaartje van de route over IJsland.
Romana Abels
i /un/06 j
Eén ding is zeker: op een dag zal Moth sterven, en die dag komt dichterbij. De aftakeling is al begonnen. Er zijn dagen dat hij zijn bed niet uit komt. Hij verliest twee voortanden bij het eten van een Mars. Zijn broek slobbert steeds slobberiger rond zijn middel. Hij vergeet.
Vroeger, toen ze nog een pension met hem dreef, dacht Raynor Winn nooit na over een leven zonder Moth. Hij was bij haar sinds hij haar op haar achttiende de liefde verklaarde, haar open en opgewekte stadsjongen die op een landhuisje in Wales eigenlijk een natuurmens bleek te zijn. De laatste jaren, net nu de kinderen het huis uit zijn, moet ze wel. Hij zal, hoe dan ook, eerder gaan dan zij. Maar voor het zover is moet en zal ze hem zo lang mogelijk op de been houden.
Letterlijk, want Moth leeft op als hij loopt.
Lezers van 'Het zoutpad', het vorige boek van de Britse schrijfster Raynor Winn, weten dat al. Ze kennen het verhaal van hoe de dodelijke diagnose van Moth in dezelfde week kwam als hij en Raynor door een reeks van ongelukkigheden hun idyllische huis op het Welshe platteland kwijtraakten. Hoe de noodgreep die toen een opwelling was in heel veel opzichten de redding bleek. Hoe het stel, berooid en bedroefd, besloot een wandeling van duizend kilometer te maken langs de Engelse zuidkust, zo lang als dat ging. Hoe helend die was.
Moth, tegen wie de dokter had gezegd dat hij het beste af was met zo min mogelijk inspanning, leek met iedere stap sterker te worden. Het verlies van het huis werd draaglijker, tot het tweetal na eindeloos veel wandeldagen een oplossing uit de ellende zag. De sterker geworden Moth ging weer studeren en van de bijbehorende studielening konden ze leven.
Deze week verschijnt 'De wilde stilte', waarin Raynor Winn vertelt hoe het verder ging. De Nederlandse versie verschijnt dit keer nog vóór de Engelse, die pas in het najaar in de winkels komt. Opnieuw schreef Winn over zichzelf, opnieuw een verhaal over gevallen zijn en weer opstaan.
Want zo gelukkig als ze was toen ze het Zoutpad liep, zo ongelukkig werd ze weer toen ze weer vaste grond onder de voeten had. Terwijl Moth, opgebloeid en al, iedere dag opgewekt vanuit een piepklein appartementje achter een kerk naar de universiteit ging, was het Raynor die instortte. Meer en meer keerde ze in zichzelf. Ze maakte geen vriendinnen, ze durfde van haar nieuwe woonplaats geen nieuw thuis te maken. Ze kon dat ook niet. Om te kunnen slapen, moest ze in de slaapkamer een tent opzetten. Steeds opnieuw liep ze terug naar het Zoutpad om te voelen hoe fijn het leven was toen zij en Moth daar nog liepen.
Zoals Moth op dat pad opfleurde, zo ziet Raynor hem op de nieuwe vaste standplaats weer verleppen. Hij valt. Soms belandt hij op een plek waarvan hij geen idee heeft hoe hij er kwam. Dierbare herinneringen verdwijnen uit zijn geheugen. De zorgen nemen bij Raynor bijna de overhand, tot ze besluit alles op te gaan schrijven. Hun leven, hun Zoutpad, hun belevenissen. Haar oude, nooit gevolgde droom om schrijver te worden ontwaakt.
'Ik drukte op de resetknop', schrijft Raynor Winn. Als volstrekt onbekende stuurde ze een manuscript naar een uitgever die ongetwijfeld meer probeersels ontvangt van vrouwen in een midlifecrisis. Toch kreeg ze per kerende mail een enthousiast antwoord, want Raynor Winn kan schitterend schrijven. Net als in het eerste boek weet ze in het tweede beelden en verhalen perfect af te wisselen, dienen alle anekdotes het verhaal.
Zo beschrijft ze in haar tweede boek het ontstaan van het eerste, maar vertelt ze ook hoe het verschijnen van dat boek alles veranderde. Financieel allereerst, maar ook omdat een Londenaar met een vervallen landhuis in Cornwall het boek in handen kreeg en bedacht dat Raynor en Moth zijn ideale huurders zouden zijn. Vol wantrouwen beginnen ze aan een nieuw krot dat op omvallen staat, aan de 'ondoordachte en waarschijnlijk tot mislukken gedoemde sprong vol hoop', zoals Winn er in eerste instantie naar kijkt.
Maar de verwachte mislukking bleef uit, ook op de wandeltocht die het stel vervolgens maakt op het onherbergzame IJsland, ook bij alle lezingen en voorleesdagen die Raynor Winn maar moest blijven houden. De drukkende podiumvrees van het begin maakt zelfs plaats voor een zekere routine. Wanneer het hem lukt, als hij zich sterk voelt en vitaal, luistert Moth trots in de zaal naar het voorlezen van zijn vrouw.
Na afloop maakt hij graag een praatje met lezers. 'Ik leef nog', zegt hij dan, en hij grijnst charmant voor hij hun de oren van het hoofd vraagt - waar ze vandaan komen, hoe het daar is. "Ik heb gehoord over Friesland", zei hij vorig jaar op het festival van Appledore tegen de verslaggeefster van Trouw. "Vertel me, is daar een mooie wandeling te maken? Ik wil graag de oude dorpen zien en het water."
'Het zoutpad' werd afgelopen najaar door Trouwlezers gerekend tot een van de vijf mooiste boeken van het jaar. Het zou goed kunnen dat ze de opvolger 'De wilde stilte' dit jaar opnieuw nomineren. Winn beheerst de kunst van het schrijven in dit tweede boek beter dan in haar eerste, waardoor de personages aan diepte winnen. Nieuwe details over haar ouders en hoe ze opgroeide tot een wat mensenschuw persoon op een boerderij, in een vrouw die nooit in staat blijkt om een representatieve madam te worden.
Zonder twijfel de meest beklemmende passage in het boek gaat over de dood van Raynor Winns moeder. Dat stervensproces vertelt haar alles over de tijd met Moth die toch echt ooit komen gaat. Het vechten om adem, het stikken - ooit zal het komen.
Maar niet in 'de wilde stilte'. Nog niet.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.