Chanson douce : roman
Leïla Slimani
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Nieuw Amsterdam, 2023 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : SLIM |
Aanwezig |
Nieuw Amsterdam, © 2020 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : SLIM |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Nieuw Amsterdam, © 2020 |
VOLWASSENEN : ROMANS : SLIM |
Marijke Arijs
i /un/27 j
Leïla Slimani, tot voor kort nog een illustere onbekende, is onderhand niet meer uit het Franse openbare debat weg te denken. Sinds de Frans-Marokkaanse schrijfster in 2016 de Prix Goncourt wegkaapte met Een zachte hand (intussen omgedoopt tot De perfecte oppas), ontpopte ze zich in recordtijd tot een waar fenomeen. De gelauwerde roman ging maar liefst een miljoen keer over de toonbank, werd vertaald in vierenveertig talen en verfilmd. Het jaar daarop verscheen Seks en leugens, een controversieel essay over de hypocriete seksuele moraal in Marokko, dat heftige reacties losweekte in haar geboorteland.
Slimani steunde Emmanuel Macron tijdens de presidentsverkiezingen van 2017. Ze wees zijn aanbod om minister van Cultuur te worden af, maar verklaarde zich wel bereid om zijn persoonlijke vertegenwoordigster voor de Francofonie te worden. Dat belet haar niet kritiek te spuien op het presidentiële vluchtelingenbeleid. Als Frans-Marokkaanse heeft ze heel wat zinnigs te melden over brandend actuele thema's als migratie, racisme en identiteit. Als feministe komt ze op voor abortus, voor de slachtoffers van seksueel geweld en voor de gelijkberechtiging van man en vrouw. Met haar is de geëngageerde schrijver in Frankrijk terug van weggeweest, zoveel is duidelijk.
Het kan haast niet anders of haar maatschappelijke betrokkenheid sijpelt ook door in haar romans. Tot nu toe speelden die in de Parijse bourgeoisie, maar in haar jongste boek wordt haar actieterrein gevoelig uitgebreid.
In Mathilde, het eerste deel van een trilogie, gaat de reis naar Marokko, het land waar de schrijfster in 1981 werd geboren en op haar achttiende voorgoed is weggegaan. Het verhaal begint in 1946 en bestrijkt de tien beslissende jaren die tot de onafhankelijkheid van het Franse protectoraat hebben geleid.
Verscheurd
Het Marokkaanse ontvoogdingsproces komt in de literatuur zelden aan bod, terwijl over de Algerijnse kwestie hele bibliotheken zijn volgeschreven. Slimani vond dat godgeklaagd en besloot de lacune te dichten door zich te inspireren op haar eigen familiegeschiedenis. De heldin is geënt op haar oma, een Elzassische met brede schouders en grote voeten, die trouwde met een soldaat uit het koloniale leger en haar echtgenoot na de oorlog volgde naar zijn heimat. De plaatselijke zeden en gewoonten, het obscurantisme, het bijgeloof en de bedroevende positie van de vrouw zorgen voor een forse cultuurschok bij Mathilde, die verteerd wordt door eenzaamheid en heimwee in een land dat van onderdrukking aan elkaar hangt. De Fransen terroriseren de inheemse bevolking, broers terroriseren hun zussen, mannen hun vrouwen en vrouwen hun slaven, want in het Marokko van de jaren 50 tiert de slavernij nog welig. De nationalistische koorts komt op, de sfeer is explosief en de Fransen worden steeds vaker het doelwit van aanslagen, ontvoeringen, moorden en plunderingen. Veel krijg je daar als lezer niet van mee, want het gezin Belhaj woont in een godvergeten boerderij op het platteland. De auteur heeft sowieso meer belangstelling voor het dagelijkse leven van haar personages dan voor de Grote Geschiedenis.
Ondanks alle spanningen en frustraties houdt het huwelijk stand, want als het erop aankomt zijn Mathilde en Amine allebei 'slachtoffer en beul, metgezellen en tegenstanders, twee hybride wezens die niet in staat waren hun loyaliteit te benoemen'. Allebei zijn ze verscheurd tussen twee werelden, gedoemd tot een eeuwige spagaat tussen traditie en moderniteit. Symbool daarvoor staat de citroenboomtak die Amine heeft geënt op een sinaasappelboom. Dat de 'cisiboom' die daaruit is ontstaan alleen oneetbare vruchten oplevert, lijkt niet veel goeds te voorspellen voor de toekomst.
Een zekere Leïla
Slimani fladdert van het ene personage naar het andere, wat een breed spectrum aan standpunten oplevert over de positie van de vrouw, over verraad en identiteit en over onderdrukking en verzet, maar over één ding zijn ze het allemaal gloeiend eens: tussen moslims, joden en christenen lopen onneembare grenzen en voor een goede verstandhouding is het beter dat die elkaar niet te vaak tegenkomen. Want deze roman gaat in wezen niet over de dekolonisatie of over migratie, maar over de vermenging van rassen en culturen, over ontworteld zijn en nergens thuishoren. Zoals de schrijfster zelf, eeuwig tussen twee landen en twee culturen in.
De gemengde verbintenis van haar grootouders heeft niettemin vruchten afgeworpen en dat is maar goed ook, want anders was dit boek er nooit gekomen. Hun dochter, die het later tot kno-arts zal schoppen en de eerste vrouwelijke specialist in Marokko zal worden, zal in het tweede deel van de trilogie trouwen met een excentrieke bankier en moeder worden van een zekere Leïla, die pas in deel drie op het toneel verschijnt. Samen vertellen de drie delen van Het land van de anderen het verhaal van drie generaties vrouwen van de jaren 50 tot nu.
Deel één, Mathilde, is een onderhoudende roman voor het brede publiek die niet meteen uitblinkt door literaire ambities. Vertellen kan de schrijfster als de beste. Ze graaft naar haar wortels in een gemoedelijke, klassieke stijl en een eenvoudige taal die iedereen kan bevatten. Dit lekker weg lezende boek smeekt erom verfilmd of 'verseried' te worden.
Vertaald door Gertrud Maes, Nieuw Amsterdam, 320 blz., 20,99 €. Oorspronkelijke titel: 'Le pays des autres'.
Wineke De Boer
i /un/13 j
Ze is intelligent en nergens bang voor, betoverend mooi en gedreven, 'radicaal en oprecht', zoals ze zelf zegt, in haar schrijven. En sinds de bekroning van haar tweede roman met de prestigieuze Prix Goncourt is Leïla Slimani (1981) wereldberoemd én coverwaardig. Niet vaak siert een schrijfster de voorkant van de Franse Elle. Zij wel, in januari 2017: 'Leïla Slimani superstar'.
Het is dan tweeënhalf jaar na de verschijning van haar rauwe debuut, Dans le jardin de l'ogre (In de tuin van het beest) en twee maanden na de prijsuitreiking voor Chanson douce (dat in Nederland onlangs opnieuw uitkwam onder een nieuwe titel, De perfecte oppas). Het is een roman als een Hitchcock-film, over een ogenschijnlijk volmaakte nounou, een oppas, die het gezin waarvoor ze werkt compleet afhankelijk van zich maakt. Er zijn wereldwijd miljoenen exemplaren van verkocht. De Angelsaksische pers is dol op haar. In Amerika duidt men het boek als 'your worst nightmare' en de Financial Times noemt Slimani de verpersoonlijking van de Franse vrouwelijkheid.
Vrouwelijk en fotogeniek: het zijn kwaliteiten die haar alleen maar goed uitkomen, laat ze weten in een interview met radiozender France Inter. Slimani is een vrouw met een missie. Voor de uitnodiging van president Emmanuel Macron om zijn minister van Cultuur te worden bedankt ze vriendelijk. Wél wordt ze zijn persoonlijke ambassadeur voor de francofonie, het Franstalige deel van de wereld, wat haar niet belet om Macron in de krant fel aan te vallen om een uitspraak over illegalen in Frankrijk. Als Catherine Deneuve en andere vrouwen in een opiniestuk stellen dat de #MeToo-discussie is ontaard in een heksenjacht op mannen, reageert Slimani met een ingezonden brief in Libération onder de kop 'Un porc, tu nais?' (Word je als varken geboren?). Een mooie verwijzing naar het 'tot vrouw worden gemaakt' van Simone de Beauvoir en naar 'balance ton porc', zoals #MeToo in Frankrijk wordt genoemd, maar ook een woordspeling: tu nais, 'je wordt geboren', spreek je net zo uit als tu n'es (pas), 'je bent niet'. Nee, ze is niet tegen hoffelijkheid, maar wel vóór het recht om veilig over straat te kunnen, óók in een minirok. En niet alleen in Europa, maar overal, om te beginnen in de Maghreb, in Marokko, waar ze vandaan komt en tot haar 18de heeft gewoond.
Slimani weet waarover ze het heeft. Voor haar interviewbundel Seks en leugens (2018) sprak ze met Marokkaanse vrouwen over de nog altijd geldende dubbele seksuele moraal in hun land. Het ligt voor 2 euro in de boekhandel in Marokko. Ze zag af van de auteursrechten.
Haar openlijke feministische strijd nemen de conservatieven in Marokko haar niet in dank af. Maar Leïla Slimani, die geweldig met media kan omgaan en zich altijd nauwkeurig weet uit te drukken, heeft het progressieve deel van de wereld om haar vinger gewonden.
En dus werd er uitgezien naar haar nieuwe roman, Mathilde, deel één van de trilogie Het land van de anderen, die is geïnspireerd op Slimani's familiegeschiedenis. Wie De perfecte oppas kent, zal haar trilogie willen lezen, zal willen weten waar deze powervrouw met de zachtmoedige, elfachtige verschijning vandaan komt en hoe ze is geworden wie ze nu is. Niet alleen daarom is deze roman interessant. Er bestaat ook relatief weinig literatuur over het onderwerp ervan: de ontstaansgeschiedenis van het moderne Marokko, dat tot 1956 een protectoraat van Frankrijk was. Een koloniale geschiedenis die tot op de dag van vandaag doorwerkt, zoals Slimani wil laten zien in de volgende delen, die respectievelijk gaan over de decennia 1960 tot 1970 en 2005 tot 2015.
Het is een enorm project in vergelijking met haar eerdere romans, die zich voornamelijk in hedendaags Parijs afspelen en draaien om enkele personages. In Mathilde is elk deel weliswaar gefocust op één hoofdpersoon, maar voert de auteur een hele reeks personages op en wisselt het vertelperspectief. Er ontstaat een mengelmoes aan stemmen, waardoor de structuur van het boek een weerspiegeling is van het verwarrende, gewelddadige tijdperk dat de Marokkanen doormaken. Met al die personages en zo'n tot de verbeelding sprekende omgeving geeft Slimani, wier eerdere romans zich kenmerken door een sobere stijl, zichzelf de ruimte. Toch staat er geen woord te veel, haar stijl blijft in dienst van het verhaal.
Hoofdpersoon Mathilde is geïnspireerd op Slimani's grootmoeder. Een stevige, eigenwijze Elzasser vrouw, eigenlijk nog een meisje wanneer ze aankomt in Marokko, pas getrouwd met de knappe Marokkaanse Amine, die als commandant in het Franse leger heeft gediend en in haar dorp was gelegerd. De aankomst in het Marokko van 1947 valt haar niet mee. Behalve het verzengende klimaat, de afgelegen plek nabij Meknès waar Amine zijn land heeft en het donkere, schamele bouwsel waarin ze gaan wonen, is er de cultuurschok. Vrouwen sloven zich af en leven binnenshuis. Haar man bepaalt vanaf nu wat ze wel en niet kan doen, wat fatsoenlijk is. Hij werkt hard, is opeens streng en serieus. Als lezer begrijp je de teleurstelling van Mathilde. Maar Slimani laat iedereen in zijn waarde. En zo begrijp je ook het ongemak van de op haar grootvader gebaseerde Amine, die zit opgescheept met een lieve maar geëmancipeerde westerse vrouw, afkomstig uit het land van de bezetters die hem en zijn volk vernederen.
Deze roman is meer dan het avontuur van een witte vrouw op het Marokkaanse platteland van de jaren vijftig. Net als in haar andere werk, van romans tot media-optredens en ingezonden stukken, maakt Slimani een systeem van onderdrukking zichtbaar. Fransen staan in hoger aanzien dan Marokkanen, mannen regeren als minidictators over hun moeders, zussen en echtgenotes, die helemaal niets te vertellen hebben. Maar er is verandering op til. Aïcha, het dochtertje van Mathilde en Amine, gaat naar school en is daar een van de beste leerlingen. In de laatste, vooruitwijzende scène kijkt de 9-jarige vanaf het dak van haar huis naar de vuurzee op de heuvel ertegenover, waar bezittingen van kolonisten in brand zijn gestoken.
Over die branden, de aanslagen en de sfeer die steeds grimmiger wordt, legt de auteur niet veel uit. Dat versterkt het gevoel dat de omwenteling die zich voltrekt aan gewone, weinig politiek bewuste mensen voorbijgaat. Ze ploeteren verder in de marge van de grote geschiedenis, zo goed en zo kwaad als het gaat. Het mededogen waarmee Slimani dat geploeter beschrijft, maakt Mathilde een des te menselijker boek.
****
Uit het Frans vertaald door Gertrud Maes. Nieuw Amsterdam; 318 pagina's; € 22,99.
Ger Leppers
i /un/23 j
*****
De Franse Leïla Slimani, in 1981 geboren in Rabat, vestigde in 2016 de aandacht op zich met haar roman ‘Een zachte hand’, het verhaal van een ontredderde oppas die de aan haar toevertrouwde kinderen – uit een andere cultuur, uit een andere klasse – vermoordt. In ‘Seks en leugens’ bundelde Slimani openhartige interviews over de hypocrisie van de seksuele moraal in haar geboorteland, en nu keert ze terug naar de roman met ‘Mathilde’. Dat moet het eerste deel worden van een trilogie die gebaseerd is op haar familiegeschiedenis. Die omspant een periode van de jaren 40, toen Marokko nog een Frans protectoraat was, tot de jaren 70, toen koning Hassan II met ijzeren vuist regeerde over het inmiddels onafhankelijke land. Mathilde is gebaseerd op de grootmoeder van de schrijfster. De Française trouwt na de oorlog met de Marokkaanse soldaat Amine en ontdekt op het Marokkaanse platteland, in een dorpje nabij het stadje Meknès, een rauwe en primitieve wereld, waaraan ze zich maar moet aanpassen. ‘Zo gaat dat hier,’ zegt Amine al één van de eerste dagen. Het klimaat en de hiërarchische omgangsvormen ervaart de Française als verstikkend. In de afgelegen negorij wordt ze geconfronteerd met eenzaamheid, wantrouwen en een nijpend geldgebrek. Het boek lijkt een voorspelbare kant op te gaan: een litanie van armoede, onderdrukking van de vrouw, land dat weinig oplevert, ondergeschiktheid aan de schoonmoeder, hard werken, kinderen baren. Maar
CATHERINE HÉLIE / EDITIONS GALLIMARD
langzaamaan wordt de lezer gewaar dat Leïla Slimani geen pamflet wil schrijven, maar een gelaagde roman waarin elk personage in zijn eigen waarheid leeft en daarvoor ook zijn redenen heeft. Niet alleen Mathilde is een vreemde eend in de bijt. Ook Amine, die na jaren uit een vreemde cultuur terugkeert met een vrouw die overvallen wordt door ongeschreven wetten, is door zijn huwelijk een buitenbeentje geworden. Ze krijgen een dochter, Aïcha, en een zoon, Selim, die het cement van hun samenzijn zullen vormen. Slimani schildert de conflicten die het echtpaar verscheuren niet in grof zwart-wit. Doorgaans laat ze aan kleine dingen zien hoe en waar het schuurt. Mathilde mist de bescheiden vormen van luxe die een bestaan in westerse ogen kleur geven: nette kleren, bioscoopbezoek, een lekker geurtje. De zwijgzame Amine werkt keihard voor zijn gezin en zou willen dat Mathilde, van wie hij op zijn nogal stugge manier
zielsveel houdt, zich meer naar de lokale zeden en gewoonten voegde. Niet om haar te domineren, maar om ieders leven makkelijker te maken. Tegelijk is hij ook trots op zijn moedige, mooie vrouw en op haar onafhankelijke geest. De schrijfster laat zien hoe de twee in de loop der jaren hun zelfbeeld bijstellen terwijl ze zich opofferen voor hun kinderen en het bedrij e. Slimani toont ook hoe, onder het toenmalige koloniale bewind, de segregatie tussen kolonisten en gekoloniseerden de maatschappij tot in haar diepste vezels doordringt. Dochter Aïcha gaat naar een katholieke school, waar het onderwijs van een hoger niveau is. Maar haar Franse klasgenootjes, opgevoed in weelde, vernederen haar en boycotten haar verjaardagsfeestje. De enigen met wie Mathilde en haar man een echte vriendschap kunnen sluiten, zijn de voor de Jodenvervolging gevluchte Hongaarse arts Dragan Palosi en zijn vrouw. Met de hulp van Palosi bouwt Mathilde thuis een bescheiden medische praktijk uit en begint Amine fruit te exporteren. Tegen die achtergrond pakken de wolken van de Marokkaanse onafhankelijkheidsstrijd zich samen. Amines broer Omar behoort tot het nationalistische kamp en kijkt niet op een aanslag meer of minder. Alles wat Mathilde en Amine hebben opgebouwd, dreigt verloren te gaan. De moeizame relatie tussen mensen uit verschillende culturen is het grote thema in Slimani’s oeuvre. De kracht van haar boeken ligt erin dat de schrijfster de aandacht vestigt op de nuances die niet zelden de essentie van een probleem vatten. Het is, zo laat ze zien, op het persoonlijke vlak niet onverstandig je te realiseren dat iedereen een vat vol tegenstrijdigheden is, en dat het maar beter is dat te aanvaarden en ermee te leren leven.
Mick K. Zwart
Verliefd, naïef, een tikkeltje verwend en verwachtingsvol volgt de jonge Franse Mathilde haar Marokkaanse man in 1946 naar Marokko om daar zijn droom waar te maken: een bloeiend landbouwbedrijf op de verafgelegen grond van zijn familie. In deze nadagen van het kolonialisme in een vreemd land waar de nationalistische sentimenten oplaaien, tegenslagen elkaar snel opvolgen en ze voortdurend met haar positie van Europese, christelijke vrouw in een gemengd huwelijk wordt geconfronteerd, zoekt Mathilde haar weg. Zwoegend, zingend, wanhopig, extatisch, boos, teleurgesteld en berustend buigt, rekt en verzet ze zich om voort te kunnen gaan. Boeiend, meeslepend familieverhaal, geïnspireerd op de verhalen uit de familie van de auteur. Beschouwend, droog en anekdotisch geschreven vol aandacht voor het landschap, menselijke en culturele verhoudingen en het oog van de tijd. Eerste deel in trilogie 'Het land van de anderen'. De Frans-Marokkaanse journaliste en schrijfster (1981) won in 2016 de Prix Goncourt voor haar roman 'Chanson douce' ('Een zachte hand'). Voorzien van verklarende woordenlijst.
Ger Leppers
i /un/13 j
De Franse Leïla Slimani, in 1981 geboren te Rabat, vestigde in 2016 de aandacht op zich met haar roman 'Een zachte hand': het indringend vertelde verhaal van een ontredderde oppas die de aan haar toevertrouwde kinderen - uit een andere cultuur, uit een andere klasse - vermoordt. In haar volgende publicatie, 'Seks en leugens', bundelde Slimani openhartige interviews over de hypocrisie van de seksuele moraal in haar geboorteland.
Nu keert Slimani weer terug naar de roman. 'Mathilde' moet het eerste deel worden van een trilogie die gebaseerd is op haar familiegeschiedenis. Dat drieluik, 'Het land van de anderen', zal een tijdvak bestrijken dat reikt van de jaren veertig, toen Marokko nog een Frans protectoraat was, tot in de jaren zeventig, toen koning Hassan II het inmiddels onafhankelijke land met ijzeren vuist regeerde. Mathilde, de hoofdpersoon van dit eerste deel, is gebaseerd op de grootmoeder van de schrijfster.
Mathilde, Française, trouwt na de oorlog met de Marokkaanse soldaat Amine en ontdekt op het Marokkaanse platteland, in een dorpje nabij het stadje Meknès, een rauwe en primitieve wereld, waaraan ze zich maar heeft aan te passen: "Zo gaat dat hier", voegt echtgenoot Amine haar al op een van de eerste dagen toe, "met ijzige stem en zijn ogen strak gericht op de granito vloer". "Dat zinnetje zou ze nog vaak horen", luidt de omineuze opening van de volgende alinea. Het geestelijk klimaat en de strakke hiërarchische omgangsvormen waarin ze van de ene dag op de andere is beland ervaart de jonge Française als verstikkend. In haar afgelegen negorij wordt ze geconfronteerd met eenzaamheid, wantrouwen van alle kanten en een nijpend geldgebrek.
Op dat moment lijkt het boek een voorspelbare kant op te gaan: een litanie van armoede, onderdrukking van de vrouw, land dat weinig oplevert, ondergeschiktheid aan de schoonmoeder, hard werken, kinderen baren. Maar langzaamaan wordt de lezer gewaar dat Slimani niet het oogmerk heeft een pamflet te schrijven, maar dat haar boek een echte, gelaagde roman is, waarin elk personage leeft in zijn eigen waarheid en daarvoor ook zijn redenen heeft.
Niet alleen Mathilde is een vreemde eend in de bijt. Ook Amine, die na jaren vanuit een vreemde cultuur in zijn land terugkeert met een vrouw die overvallen wordt door alle ongeschreven wetten die in Marokko gelden, is door zijn huwelijk een buitenbeentje geworden. Ze krijgen een dochter, Aïche, en een zoon, Selim, die het cement van hun samenzijn zullen vormen.
Slimani schildert de conflicten die het echtpaar verscheuren niet in grove zwart-wittrekken. Doorgaans laat ze aan kleine dingetjes zien hoe en waar het schuurt: Mathilde mist de bescheiden vormen van luxe die een bestaan in westerse ogen kleur geven: nette kleren, bioscoopbezoek, een lekker geurtje. De zwijgzame Amine, op zijn beurt, werkt keihard om zijn gezin van een bestaan en liefst ook een toekomst te verzekeren. Hij zou willen dat zijn vrouw, van wie hij op zijn helaas nogal stugge manier zielsveel houdt, zich meer naar de lokale zeden en gewoonten voegde. Niet om haar te domineren, maar om het leven voor het gezin soepeler en makkelijker te maken. Tegelijk is hij ook trots op zijn moedige, mooie vrouw en op haar onafhankelijke geest. De schrijfster laat zien hoe de twee in de loop der jaren, soms nauwelijks merkbaar voor henzelf, hun zelfbeeld bijstellen terwijl ze zich opofferen voor hun kinderen en moeizaam tot bloei gebracht bedrijf.
Slimani toont ook hoe, onder het toenmalige koloniale bewind, de segregatie tussen kolonisten en gekoloniseerden de maatschappij tot in haar verste vezels doordringt. Dochter Aïcha, hoewel kind van een mohammedaan, wordt naar een katholieke school gestuurd, waar het onderwijs van hoger niveau is dan elders. Haar nuffige Franse klasgenootjes, opgevoed in vanzelfsprekende weelde, vernederen haar en boycotten bijvoorbeeld haar verjaardagsfeestje. De enigen met wie Mathilde en haar man een echte vriendschap kunnen sluiten zijn de voor de jodenvervolging gevluchte Hongaarse arts Dragan Palosi en zijn vrouw - buitenstaanders als zijzelf. Met hulp van Palosi bouwt Mathilde thuis een bescheiden medische praktijk op in het dorpje, en zet Amine de export op van zijn vruchten.
Tegen de achtergrond van deze bescheiden welvaart en het precair evenwicht van de gezinsrelaties pakken zich de wolken samen van de Marokkaanse onafhankelijkheidsstrijd. Amine's broer Omar behoort tot het nationalistische kamp en gaat niet opzij voor een aanslag meer of minder. En in de laatste regels van het boek kiest ook Aïcha partij. Er komen zware tijden aan, het voortbestaan van alles wat Mathilde en Amine hebben opgebouwd wordt ongewis. Zou een maatschappij misschien niet minstens zoveel hebben aan individualistische buitenstaanders als Mathilde, Amine en de Palosi's als aan strijdende belangengroepen?
De moeizame, maar in onze eerst gekoloniseerde en vervolgens gedekoloniseerde wereld onontkoombare relatie tussen mensen uit verschillende culturen is het grote thema in Slimani's oeuvre. De kracht van haar boeken ligt erin dat de schrijfster in een debat waarin de grote woorden en generalisaties je om de oren vliegen, de aandacht vestigt op de nuances die niet zelden de essentie van een probleem bevatten.
Het is, zo laat dit boek zien, op het persoonlijke vlak niet onverstandig je te realiseren dat iedereen een vat vol tegenstrijdigheden is, en dat het maar beter is dat te aanvaarden en ermee te leven.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.