Zeebrieven
Siri Ranva Hjelm Jacobsen
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Oevers, 2020 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : JACO |
Peter Swanborn
em/ec/05 d
Het idee achter Eiland, de debuutroman van de Deense Siri Ranva Hjelm Jacobsen (1980) is even eenvoudig als doeltreffend. Halverwege de vorige eeuw verhuisde haar grootmoeder van de Faeröer-eilanden naar Denemarken. Nu maakt zij dezelfde reis in omgekeerde richting, nieuwsgierig naar de geboortegrond van haar voorouders. De hoofdstukken waarin de auteur haar familie op de Faeröer bezoekt, wisselt ze af met delen waarin ze zich in haar oma verplaatst. Deze reisde haar verloofde achterna, die al in Denemarken zat. Voor vertrek raakte ze zwanger van Rode Ragnar, de oudere broer van haar verloofde. Wat volgt is een onbeholpen poging tot een abortus, met een stuk ijzerdraad. Eiland is een mooie, originele roman van een interessante schrijfster. Wel wordt het boek ontsierd door een overdaad aan als-vergelijkingen. Soms pakken ze goed uit: 'De mist viel als zure melk uit elkaar en kroop er in alle richtingen vandoor.' Maar wat moeten we ons voorstellen bij een fjord die lijkt op 'een saucijs van water tussen de bergen'?
Uit het Deens vertaald door Kor de Vries. Uitgeverij Oevers; € 19,95.
Melanie Augustinus
In deze debuutroman wordt de geschiedenis geschetst van drie generaties van een Faeröer-Deense familie, waarbij de vraag ‘wat is thuis?’ de rode draad is. Het boek volgt zowel de eerste generatie, die in de jaren 1940 van de Faeröer naar Denemarken verhuist, als de derde generatie die in Denemarken is opgegroeid met een haast aangeboren heimwee naar ‘huis’, naar de Faeröer, ondanks dat ze daar nooit heeft gewoond. De (post)kolonialistische verhouding tussen de Faeröer en Denemarken is ook een reden waarom de familieleden toch altijd enigszins van elkaar en zichzelf vervreemd blijven. In een beeldende, poëtische taal, die soms wat overdadig is en niet elke lezer zal kunnen waarderen, ontvouwen zich de persoonlijke en toch ook universele verhalen van mensen die nooit echt ergens thuishoren, hoe hard ze ook hun best doen. Deze eerste roman van de Deense schrijfster met wortels in de Faeröer verscheen in 2015, is sindsdien in meerdere landen vertaald en heeft in 2019 de Italiaanse Maretica-prijs gewonnen.
Sofie Messeman
ua/an/02 j
Wie ben je als je familie van 'elders' komt? Om die vraag draait de debuutroman van Siri Ranva Hjelm Jacobsen (1980). Net als de schrijfster, heeft de vertelster in Eiland een Deense vader en een moeder met Faeröerse wortels. Maar over het land van haar moeder weet de vertelster niet zo veel en de achtergebleven familie op de eilanden kent ze nauwelijks. Haar reis naar de Faeröer is dan ook niet enkel een fysieke rondgang, maar ook een geestelijke zoektocht in het familiegeheugen.
De roman vertelt over de reis die de hoofdpersoon samen met haar ouders maakt langs de Faeröerarchipel, afgewisseld met nog een andere tocht: de emigratie van haar grootouders van de Faeröer naar Denemarken in de jaren dertig van de twintigste eeuw. Grootmoeder Marita wilde weg van het harde leven op de eilanden en grootvader Fritz was ongeschikt voor het werk op de vissersboten: 'Hij zweert de visserij af. De kabeljauw en de stank, alles. Hij zegt dat het nat en ijskoud is, beslagen en uitzichtloos, en er is ook nog iets dat hij niet hardop zegt. Dat hij bang is voor de gapende ruimte rondom de boot, dat het een geluid heeft. De werkelijkheid wordt dáár in het ijs poreus, de vogels komen nergens vandaan.'
Ze vestigen zich in Kopenhagen, waar ze hun dochter - de moeder van de vertelster - zo Deens mogelijk opvoeden. Marita leert haar dochter zelfs 'breien op zijn Deens', al hervalt ze in haar Faeröerse breistijl eenmaal het 'assimileren' niet langer hoeft. Het heimwee naar de eilanden blijft de grootouders hun hele leven achtervolgen, zoals de vertelster als kind al heeft aangevoeld in de mantra van haar grootvader: 'Ware het niet voor je omma, anders waren we allang naar huis terugverhuisd'.
Het lijkt wel of de grootouders hun heimwee naar de eilanden hebben doorgegeven aan hun kleindochter, die fervent gaat spoorzoeken bij de familieleden op de Faeröer. Die vertellen verhalen van lang geleden, zij het dat ze stukken weglaten: eilanders zijn nu eenmaal zwijgzame mensen die liever niet over familiegeheimen praten. Vooral de broers en zussen van de grootvader krijgen zo een gelaat: de communistische vrijbuiter Ragnar, de zakelijke hoteluitbaatster Ingrún, de ambitieuze zeekapitein Jegvan en de door polio verminkte Arni.
De vertelster beseft dat ze 'noch van hier, noch van daar is'. Ze behoort tot de derde generatie, de generatie 'die de overtocht als een verlies in zich draagt'. Ze vraagt zich af: 'Wie waren wij? Faeröerders, diegenen die waren gebleven, en wij, de bloedgasten, de biologische zaailingen van de migratie.'
Natuurlijk is het onmogelijk om vanuit die positie een groots en afgerond verhaal te vertellen, en dat doet Jacobsen gelukkig ook niet. Ze is consequent minimalistisch. Ze volstaat met het sprokkelen van stukjes, die ze in een bijzonder poëtische stijl samenweeft tot een onvolledige, maar aandoenlijke familiesaga, die tegelijk een ode aan de eilanden is. Daarin geeft ze ruim plaats aan de prachtige, maar onherbergzame natuur van de Faeröer: 'De grote, galmende dalen. De inhammen die de bergmuur doorbreken, hoe moet je die beschrijven; de isolatiecellen van de natuur zelf, in de rotsen ingevreten, overschaduwd door de berg, alkoofachtig, grijs.'
Dat alles maakt van Eiland een intieme, dromerige en melancholische roman in een doordacht poëtische stijl.
Vert. Kor de Vries. Oevers 192 blz. € 19,95.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.