't Jagthuys
Merijn de Boer
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Em. Querido's Uitgeverij BV, 2020 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : DEBO |
Maria Vlaar
em/ov/07 n
Herinnert u zich de tijd dat idealisme nog bestond? Grofweg: van 1970 tot half jaren 80 ? Het is een tijdperk waarin werd geëxperimenteerd met communes en vrije liefde, waarin een links rechtvaardigheidsgevoel heerste dat in Nederland calvinistische trekken kreeg, en de angst voor kruisraketten en afkeer van auto's en verspilling breed gedragen werd. Een episode waar een deel van de jongeren van nu naar terugverlangt, ook al waren ze toen nog niet geboren.
Wie wel midden in die idealistische jaren geboren werd, is de achtendertigjarige schrijver Merijn de Boer. Na twee verhalenbundels en twee romans verrast hij de lezer opnieuw , nu met de wonderlijke romanwereld van De Saamhorigheidsgroep. De Boer kent, zo vertelt hij in interviews, de Saamhorigheidsgroep omdat zijn ouders er lid van waren. Hij verspreidde een babyfoto van zichzelf met een anti-kruisraket truitje. De Saamhorigheidsgroep in de roman is echter vooral aan De Boers fantasie ontsproten, en dat levert een geestige parodie op van de mores van toen.
De leden van de groep, allen woonachtig rond Haarlem, komen elke maand samen om te vergaderen. Of ze nu rijk of arm zijn, 10 procent van hun inkomen is bestemd voor doelen als een naaiatelier in Joegoslavië of een weeshuis in Liberia; overal ter wereld waar onrecht is. Recreëren doen ze het liefst gezamenlijk en naakt, en iedere sessie begint met een knuffelronde. Vaardig laat De Boer zijn personages twee aan twee het podium van de roman betreden. Iedereen wordt geportretteerd naar zijn of haar opvallendste kenmerk: het overvloedige neushaar van Wiebe, de staart en het spijkerpak van Tristan, Ralf die vooral zijn lid achterna loopt. De vrouwen blijven schimmig bij De Boer, zij zijn vooral projecties van de mannen. Halverwege de roman betreedt de auteur met wisselend succes het terrein van de psychologie. De Boer kiest een handvol leden om van een karakter te voorzien en te volgen. Bronno is de leider van de groep en de strengste. Als hij New York bezoekt om te pleiten voor erkenning van Tibet verzamelt hij de rommel van de straten in Brooklyn in 'een linnen tasje van de natuurvoedingswinkel in Heemstede' totdat de politie hem stopt, en luncht hij het liefst met alvast in Nederland gesmeerde boterhammen. Heel grappig, maar zijn eenzaamheid en wereldvreemdheid sijpelen door. Tristan is de prototypische kunstenaar: arm en onberekenbaar. Hij tobt in zijn verduisterde atelier over (gebrek aan) geld en blijkt in het uit de toon vallende, korte derde deel van de roman in staat tot vreemde uitbarstingen van jaloezie. Zijn vrouw Liza fungeert in de roman vooral als de droom van Bernhard, wiens levensverhaal de rode draad van de vertelling is. Bernhard is diplomaat in opleiding en staat bij de Saamhorigheidsgroep meestal verbaasd toe te kijken, wat de roman een komisch effect geeft. Dat hij van snelle auto's houdt, verzwijgt hij voor de andere leden, aanhangers van de fiets en het openbaar vervoer. Bernhard wordt stapelverliefd op Liza, of vooral op haar stemgeluid, en denkt decennia later, getrouwd, nog steeds aan haar. Alle verwikkelingen rond overspel, al dan niet met toestemming van de vaste partner, worden uitgerold, want de zorgen over het wereldleed zijn snel ingeruild voor klein leed en onderling gedoe.
Bernhard is, in wat bij de Saamhorigheidsgroep 'het land van het Kwaad' heet, ambassadeur voor Nederland geworden. Veel te laat beseft hij dat hij sinds Liza niet meer gelukkig is geweest. Hoe en waarom hij zich van lid van de Saamhorigheidsgroep tot diplomaat ontwikkelde is niet goed te begrijpen, maar daar gaat het De Boer kennelijk niet om. Hij wil de lezer vooral een cartoonesk uitvergrote wereld tonen, vermomd in traditioneel realisme. Een wereld waarin stelletjes elkaar leren kennen bij de Natuurvrienden van NIVON, waarin de blokfluit, ukelele en tamboerijn tevoorschijn worden gehaald om te volksdansen, en je in de bioscoop met een Raider en een flesje Sinas naar E.T. kijkt. Met zijn scherpe oog voor retro-details en zijn nostalgische taalgebruik roept De Boer heimwee op naar een tijd toen de wereld nog te verbeteren leek vanuit Haarlem.
Querido, 400 blz., 22,50 € (e-boek 12,99 €).
Bo Van Houwelingen
te/ep/19 s
Ze steunen de albinobevolking in Zimbabwe, blinde mijnwerkers in Wallonië, gehandicapte prostituees in Honduras, lesbische radiopioniers in Tanzania, analfabete Afghanen en moeders zonder mannen in Zaïre. Ja, minderheidsgroepen kunnen rekenen op de ongebreidelde steun van de Saamhorigheidsgroep, een kliekje Haarlemse idealisten dat de hoofdrol speelt in de gelijknamige nieuwe roman van Merijn de Boer (1982). 'Als iemand bijvoorbeeld én arbeidsongeschikt én allochtoon én homofiel was, dan kon die wat hen betreft eigenlijk al niks meer fout doen. Als zo iemand ook nog eens in de derde wereld woonde, dan kwam diegene in aanmerking voor financiële steun uit Haarlem.'
Begin jaren tachtig zaten De Boers ouders in deze groep, waarvan elk lid 10 procent van zijn inkomen doneerde aan gezamenlijk gekozen goede doelen. Van hen kent De Boer verhalen over bijeenkomsten, wekelijkse wandeltochten en breiende mannen. Zelf herinnert hij zich niets meer van het saamhorigheidsleven, maar het schijnt dat hij als baby bij een demonstratie tegen kernwapens is geweest. Op de naam van de groep en enkele anekdotes na heeft hij alles in deze roman verzonnen.
Zo heeft hij Bernhard Wekman in het leven geroepen. Deze keurige diplomaat met een druk leven in New York staat al na een paar pagina's met openhangend overhemd en gebalde vuist de Internationale te zingen, nadat hij heeft beseft dat hij dertig jaar geleden voor het laatst gelukkig was: in de jaren tachtig, de tijd dat hij lid was van de Saamhorigheidsgroep. Eigenlijk past hij - een hoeddragende, naar opera's luisterende, Volvo-rijdende snob - niet in het groepje van linkse gutmenschen die tegen Shell, de Navo, vliegtuigen, wit brood en vanillevla zijn. Maar als Bernhard verliefd wordt op een van hen, de sproetige verloskundige Liza, besluit hij zich toch bij hen aan te sluiten. Al gauw staat hij elk weekend in de duinen frisse lucht op te snuiven, naakt te volksdansen of lege melkpakken aan elkaar te plakken op de knutselavond voor mannen.
Inderdaad, De Boer heeft er een nogal potsierlijk clubje van gemaakt. Dat is vaak grappig, maar het beperkt het verhaal ook. Het is moeilijk te geloven dat Bernhard echt lol heeft in de bijeenkomsten, waar groepsleider Bronno - een pedante geitenwollensok met een kabouterbaard - slaapverwekkende monologen houdt over de wereldproblematiek. Ook de meeste andere leden zijn niet bepaald sfeerverhogende figuren, maar zuinige en nogal humorloze theeleuten, die van alles aan te merken hebben op Bernhard. Als automobilist vertegenwoordigt hij in feite het Kwaad op aarde (al rijden ze maar al te graag mee als ze op vakantie gaan), zijn wangen zijn te glad geschoren en zijn haar is te kort, en als hij eens in pak op een bijeenkomst verschijnt, is de consternatie groot. Ralf: 'Zozo! Meneer de bankdirecteur!' Olga: 'Ik kan het niet aanzien... Ik word er helemaal naar van.' Bronno: 'Die stropdas. Daarmee geef je toch wel een signaal af.' Wiebe: 'Je zal toch begrijpen, Bernhard, dat een pak en een stropdas niet bepaald passen bij onze idealen.'
Als De Boer dan schrijft dat er 'iets warms' uitgaat van deze mensen, dat ze veel samen lachen, dat ze opgewekt en gelukkig zijn en dat hun 'naïeve en vrolijke optimisme geen ruimte laat voor doemdenken', moeten we dat maar voor waar aannemen, want overtuigende voorbeelden hiervan staan niet in dit boek. Dat de meeste leden uit de groep hun karikaturale beschrijving niet ontstijgen werkt niet mee. De mannen worden vooral getypeerd door hun lichaamsgeur (nadrukkelijk) en beharing (ook nadrukkelijk), de vrouwen blijven, op een beschrijving van hun borsten (spitse tietjes, uitzinnige voorgevel, nauwelijks waarneembare welvingen) na, nogal flets en zijn daardoor moeilijk uit elkaar te houden. Omdat de personages zo oppervlakkig zijn doen de scènes waarin zij voorkomen nogal willekeurig aan. Ralf ligt naakt te zonnen en geniet 'enorm' van de aanblik van zijn geslacht - oké. Wiebe (neushaar) vertelt Renate dat hij fantaseert over bondage - zal wel. Laurens trekt een mal rood jasje aan en danst met Douwe - moeten ze zelf weten. Maar waar hun idealisme vandaan komt, waarom ze zich zo aan hun strikte normen vastklampen, of ze weleens twijfels hebben: daarover niets.
Alleen Bernhard zelf, zijn geheime liefde Liza en haar man Tristan (lange paardenstaart) komen tot leven. De affaire maakt deze personages overtuigend doordat ze afwegingen en levensbepalende keuzes moeten maken die iets prijsgeven over hun karakter. Doordat De Boer in deze scènes zijn ironie durft te laten varen, ontstaat er ruimte voor écht gevoel, wordt het ontroerend en meeslepend. Een radeloze Tristan, in de stromende regen voor het huis van Bernhard, die daar ligt te vrijen met Liza. 'Ik houd van je!' schreeuwde hij zo hard als hij kon. 'Ik houd van je!' Deerniswekkender krijg je het niet, maar het raakt je wél, en daar snak je soms naar in deze verder ietwat flegmatische roman, waarin veel scènes aandoen als soms vermakelijke, soms absurdistische, maar toch loze vulling.
***
Querido; 295 pagina's; € 22,50.
Marnix Verplancke
te/ep/09 s
Het is 2018 wanneer Bernhard over New York staat uit te kijken en terugdenkt aan zijn jonge jaren, toen hij deel uitmaakte van de Saamhorigheidsgroep, een stel linkse idealisten dat tegen kernwapens demonstreerde en knuffelbijeenkomsten organiseerde. Een van de leden van die groep, Bronno, die hij sinds 1983 niet meer heeft gezien, is die dag helemaal uit Haarlem naar hem toe gekomen, op zijn sandalen nog wel, omdat ze met de groep handtekeningen ingezameld hebben voor Tibet en van Bernhard verwachten dat hij omwille van hun oude vriendschap China daarover in de Veiligheidsraad zal interpelleren.
Maar was het wel vriendschap geweest, toentertijd, vraagt Merijn de Boer zich in De Saamhorigheidsgroep af. Bernhard had zijn schermvriend Felix een keertje vergezeld naar een bijeenkomst, was er smoorverliefd geworden op Liza en was daarom lid geworden. Hij beloofde voortaan tien procent van zijn diplomatenwedde af te zullen staan voor het goede doel, maar hij deed dat niet uit idealisme. Wel omdat zijn libido dat eiste. En ook Liza was iets voor hem gaan voelen, ook al had ze een relatie met Tristan. Een moeilijke relatie trouwens, aangezien Tristan onvruchtbaar was en ze heel graag een kind wilden. Misschien kon Bernhard daar wel een handje helpen, suggereerde Liza, wat Tristan schoorvoetend toestond, waardoor hij voor de rest van zijn leven zijn grote rivaal in zijn zoon zou herkennen.
In vergelijking met zijn vorige boeken is Merijn de Boer in deze roman minder vilein en absurd, al blijft het wel lachen. De manier waarop hij de toch ietwat naïeve Saamhorigheidsgroep neerzet en de mannen op zondagnamiddag laat knutselen met wc-rolletjes is ronduit hilarisch. Tezelfdertijd voel je ook zijn sympathie voor die naïviteit en voor de vriendschap die eruit voortvloeit. De Saamhorigheidsgroep is dus zeker geen uitlachliteratuur. Daarvoor gaat het boek te veel over Bernhard, de man die zijn hele leven denkt beter te zijn dan de anderen maar daar uiteindelijk toch niet zo zeker meer van is.
****
Merijn de Boer , Querido, 395 blz., € 22,50.
Luuk Oost
Topdiplomaat Bernhard Wekman krijgt in 2018 in New York bezoek van een oude kennis uit de saamhorigheidsgroep. Deze groep had zich in de jaren tachtig geformeerd rondom linkse idealen en in de buurt van Haarlem. Elk lid droeg ter verbetering van de wereld een percentage van het inkomen af. Tijdens dit bezoek in New York gaat Bernhard terug in de tijd. De lezer wordt meegenomen in de idealen, maar ook in de verwikkelingen binnen de saamhorigheidsgroep. Idealen en praktische zaken kruisten elkaar soms hinderlijk. En zo raakt Bernhard verstrikt in een complexe relatie met Liza. Hij probeert daaraan te ontsnappen en vertrekt naar Jeruzalem. Uiteindelijk keert hij terug naar Haarlem om daar waar te nemen dat veel onveranderd is gebleven, maar dat op één cruciaal punt alles anders is. Thema: linkse idealen en de (on)bestendigheid van vriendschap. Mooi melancholisch geschreven. Bekroond met de BNG Bank Literatuurprijs 2020. De auteur (1982) kreeg de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs voor zijn debuut 'Nestvlieders' (2011), haalde de longlist van de AKO Literatuurprijs met 'De nacht' (2014) en tweemaal de shortlist van de BNG Literatuurprijs met "'t Jagthuys" (2016) en 'De geur van miljoenen' (2018).
Gerwin Van Der Werf
us/ug/29 a
Idealen zijn gratis en kosten niets, je trekt ze aan als makkelijk zittende kleren, maar voor het radicaal en consequent leven naar die idealen betaal je een flinke prijs. Dat is in een notendop de thematiek van boeken en films die gaan over het leven in een commune. Het experiment eindigt natuurlijk met conflicten, desillusie, vlucht of ontbinding van de helemaal-niet-zo-ideale leefgemeenschap. In 'De saamhorigheidsgroep' beschrijft Merijn de Boer een clubje linkse vrienden in de vroege jaren tachtig, zowel mannen als vrouwen (ook getrouwde stellen) die avondenlang praten over politiek, die wandelen en fietsen, knutselen en knuffelen en vooral eindeloos vergaderen over de steun aan goede doelen waarvoor ze tien procent van hun inkomen inleveren. Een commune light, zou je kunnen zeggen, het enige wat de leden niet samendoen is in hetzelfde huis wonen.
De diplomaat Bernard laat zich door een vriend meenemen naar een bijeenkomst van de saamhorigheidsgroep. Zo komt hij terecht tussen een stel montere dertigers die hun idealen nog net in de jaren zestig hebben opgedaan en getransporteerd naar de latere jaren van punk, krakers en kernwapens. Hoewel Bernard niets heeft met linkse ideologie besluit hij toch lid te worden, aarzelend omdat hij hun bevlogenheid mist, maar aangetrokken tot de warme sfeer. En als het volksdansen, breien en ouwehoeren over de Falklandoorlog hem niet bevalt is er altijd nog Liza, een jongensachtige vrouw op wie hij radeloos verliefd wordt.
BEDRIEGLIJK EENVOUDIGE STIJL
Liza woont samen met de berooide kunstschilder Tristan, ze willen een kind maar Tristan is onvruchtbaar, zodat het stel heimelijk Bernard uitkiest als zaaddonor. Bernard mag niet weten dat ze zwanger van hem wil worden, dus moet Liza hem verleiden en doen alsof ze zin heeft in een eenmalig slippertje. Maar wat een zakelijke wip had moeten worden, leidt tot een gepassioneerde affaire, en vanzelfsprekend tot een bom onder de saamhorigheidsgroep.
Zo'n soapachtig verhaal staat of valt met de uitwerking, en die is bij Merijn de Boer gelukkig in goede handen. In eerdere romans en verhalenbundels ('Nestvlieders', 'De geur van miljoenen') liet De Boer zien dat hij een fantasierijke schrijver is, met een antenne voor absurde situaties en een bedrieglijk eenvoudige stijl die soms iets naïef kinderlijks uitstraalt. Dat is beslist bedoeld als compliment. In 'De saamhorigheidsgroep' past die stijl ook heel goed, de personages zijn stuk voor stuk nogal onvolwassen en hun drijfveren zijn minder altruïstisch dan ze zelf denken. De Boer heeft duidelijk lol in het beschrijven van het dagelijkse gedoe in de saamhorigheidsgroep. Het is behoorlijk karikaturaal, dat wel, ze zingen 'Kumbaya' en de Internationale tijdens het wandelen, er wordt blokfluit en ukelele gespeeld, men heeft een VPRO of WNF-mok, men gooit de armen in de lucht en roept 'Leven!'. We kennen het ja, maar De Boer komt gemakkelijk weg met de stereotypen omdat hij ze zo sappig brengt, alsof de jonge schrijver zelf pas heeft ontdekt dat het zo toeging in die clubjes. "Ralf speelde afwezig met zijn PSP-button. Laurens verwijderde een kattenhaar van zijn trui. Alle anderen keken verveeld naar buiten of naar de pratende mond van Bronno. Pas toen er een nieuw project aan de orde kwam, een radiostation in Tanzania voor en door lesbische vrouwen, raakten ze allemaal weer begeesterd."
KUNSTGREEp
De Boer omlijst dit verhaal met scènes die zich dertig jaar later afspelen. In New York - Bernard is inmiddels een topdiplomaat, getrouwd met een Japanse vrouw - krijgt hij bezoek van Bronno, de geestelijk leider van de groep, die hem een onmogelijk verzoek doet. Dit brengt de herinnering aan Liza boven. Terug in Haarlem ontmoet hij de groepsleden nog één keer, is hij nog één keer die buitenstaander. Liza vindt hij er niet, maar hij heeft wel een andere verrassende doch uiterst vluchtige ontmoeting. Je zou het verhaal zo mooi rond kunnen noemen, maar wie kritischer is moet vaststellen dat dit deel van het verhaal niet goed werkt. De zestigjarige Bernard komt niet uit de verf en het geheel voelt als een kunstgreep: we moeten nog eens extra de eenzaamheid van Bernard zien, de vergeefsheid van zijn leven zonder de liefde die daarbij had moeten horen. Goed, we zien het, maar we voelen het niet meer echt. Het verhaal was al afgelopen, in 1984.
De Boer is in deze onderhoudende roman op zijn best in de kleine, absurdistische scènes. Misschien wel de mooiste is die met twee bijfiguren. De schuchtere Wiebe (getrouwd met Annelies) verzamelt al zijn moed om zijn fietsmaatje Renate hakkelend op te biechten dat hij bondagefantasieën heeft. Haar reactie: "Laten we maar niet meer gaan fietsen voorlopig".
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.