Wij drieën : een familiekroniek
Julia Blackburn
Julia Blackburn (Auteur), Jeffrey Fisher (Illustrator), Paul van der Lecq (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2020 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : POEZIE : BLAC |
Kathy Mathys
us/ug/29 a
'Ik vraag me weleens af waarom ik van iedereen juist hem heb gekozen om over te schrijven', bemerkte Julia Blackburn al in Draad. Het delicate leven van John Craske. Misschien heeft het antwoord iets te maken met dat woord, 'delicaat', want Blackburn graaft het liefst in de levens van zij die het moeilijk hadden. Zoals Marie-Thérèse Walter, minnares van Pablo Picasso en moeder van hun dochter Maya. Walter stond model voor Picasso en was jarenlang zijn muze. Hun verhouding veranderde in 1936 toen de fotografe Dora Maar ten tonele verscheen. Vanaf dan werd Maar vaker het onderwerp van Picasso's werk.
'Als ik in / een andere tijd / dan de mijne had geleefd / had ik misschien over dit alles / willen praten / om erachter te komen / waarom ik niet kon stoppen / met van hem te houden.'
Blackburn kiest in De vrouw die van Picasso bleef houden voor de poëtische vorm, voor gedichten die bijna als proza lezen.
Stier
Zeventien was Walter toen Picasso, zesenveertig, haar in zijn studio ontbood. De naam van de kunstenaar zei haar niets. Jaren later vraagt ze zich af wat ze voor hem betekende: 'Of gaf hij alleen om de kunst die de vorm van mij kreeg?'
Blackburns gedichten hebben pretentieloze titels. Het zouden net zo goed titels van verhaaltjes uit een voorleesboekje kunnen zijn: hond, dans, rivier. Boven elk gedicht staat een tekening van Jeffrey Fisher. De illustraties van bloempotten, een potlood en handen bevestigen de eenvoud van de gedichten. De stem van de minnares is direct, ondramatisch. Ze beklemtoont het erotische karakter van de relatie en omschrijft Picasso als 'een stier die graag het gewicht van zijn bungelende ballen tegen zijn zacht fluwelen dijen voelt botsen'. Klinkt dit haast grappig, dan krijgen deze woorden een donkere lading wanneer de schrijfster Picasso vergelijkt met de Minotaurus aan wie de maagd wordt geschonken.
Het meest geslaagd zijn de gedichten die de biografische feiten overstijgen. Daarin dringt Blackburn diep in de gedachten van de minnares en vult ze die in met haar verbeelding. Zo herinnert Walter zich in 'Wassen' de lakens met menstruatiebloed:
'Ik dompelde ze onder in koud water, / zag donkere beekjes / ontspringen / aan wit linnen, / voelde geen angst / voor de toekomst.'
Bruinvis
Sterk is 'Gewicht', waarin Blackburn de minnares vergelijkt met een bruinvis. Ze beweegt zonder inspanning, heeft een lichaam zonder gewicht. Dat beeld laat ze meteen volgen door dat van een vallende steen: Walter pleegde vier jaar na de dood van Picasso zelfmoord, op haar achtenzestigste. De botsing van die beelden maakt indruk.
In andere gedichten blijft Blackburn bij de bekende feiten. In 'Bleekmiddel' vertelt ze bijvoorbeeld hoe een kleinzoon van de kunstenaar wordt weggehouden van zijn grootvader en uit wanhoop bleekmiddel drinkt. 'Schilderij' gaat over de grote tentoonstelling van 1932 in Parijs, waar Picasso's echtgenote de portretten van de minnares ontdekt.
Sommige gedachten stipt Blackburn aan om ze meteen weer los te laten. Zo weet Walter niet of ze jaloers was, of trots op Picasso's liefde voor hun dochter. Hierover zou je meer willen weten, maar zo'n boek is dit niet. Blackburn geeft Walter een stem, maar laat veel ongezegd. Het is aan ons om dit fragiele leven verder in te vullen.
Vertaald door Paul van der Lecq, De Bezige Bij, 64 blz., 20,99 €.
Marnix Verplancke
us/ug/19 a
Op een kille winterdag in januari 1927 loopt de 46-jarige Pablo Picasso in Parijs voorbij de Galeries Lafayette wanneer zijn aandacht getrokken wordt door een blond meisje. Ze heet Marie-Thérèse Walter, zoals hij te weten komt nadat hij haar aangesproken heeft. Ze is zeventien en doet hem met haar jeugdige onschuld en dito enthousiasme misschien denken aan vervlogen tijden, maar misschien is het gewoon haar fysiek die hem aantrekt en die maakt dat ze niet veel later zijn model en geliefde wordt, de vrouw die zijn geliefdste dochter Maya zal baren, en die hij zal vereeuwigen op doeken als Femme au béret et à la robe quadrillée en Buste de jeune fille . Hun relatie, die Picasso onderhoudt naast zijn huwelijk met de Russische ballerina Olga Khokhlova, duurt meer dan acht jaar. Ook nadien zorgt de schilder dat zijn muze niets tekort komt.
Twee jaar geleden liep in Tate Modern een tentoonstelling over Picasso in 1932. De Britse schrijfster Julia Blackburn bezocht ze en merkte meteen de invloed van Walter op het werk van de schilder. Zonder haar hadden veel van die doeken nooit bestaan, maar veel eer had ze er nooit voor gekregen. Weer thuis begon Blackburn een paar dingetjes neer te schrijven, in dichtvorm en louter voor zichzelf, tot ze merkte dat er op organische wijze een bundel was ontstaan.
De vrouw die van Picasso bleef houden bestaat uit 42 gedichten die samen een portret schetsen van Walter, een ‘autobiografisch’ portret trouwens, aangezien Blackburn in de huid van de vrouw is gekropen en zich probeert voor te stellen hoe haar liefde voor Picasso aangevoeld moet hebben. Blackburns toegankelijke bundel is een ode aan de oprechte liefde geworden. Picasso was een egocentrische man, bang voor de dood en bijzonder gewillig om zijn viriliteit te bewijzen door de ene na de andere vrouw zijn bed in te verleiden. En toch bleef Walter van hem houden, ook al kreeg ze niet de erkenning die ze verdiende. ‘Gaf hij om mij, / degene die ik was / toen / bij hem? / Of gaf hij alleen / om de kunst / die de vorm / van mij kreeg?’ schrijft Blackburn terecht.
****
Met tekeningen van Jeffrey Fisher, De Bezige Bij (oorspronkelijke titel: The Woman Who Always Loved Picasso), 64 blz., € 20,99.
Albert Hagenaars
Julia Blackburn (1948, Londen), dochter van dichter Thomas Blackburn, schrijft fictie en non-fictie. In dit boekje, met helaas alleen de Nederlandse vertaling, verplaatst ze zich middels 42 ultrakorte en chronologisch ingedeelde scènes in Picasso’s minnares Marie-Thérèse Walther. Ze laat feiten van de wederzijdse maar ongelijkwaardige fascinatie in veronderstellingen en pure fantasie overgaan en doet dat voldoende overtuigend. Ze gebruikt zelfs een gefingeerde brief van de kunstenaar. Het register is dat van verhaaltjes met soms een pakkend beeld of een treffende mededeling: 'Later / gaf hij me het huis / in Zuid-Frankrijk, / de plek waar ik / me nog weer later / van het leven beroofde'. De ingehouden, zelfs laconieke toon blijkt een goede keuze, maar de stijl is te vlak en de verdieping reikt niet ver. Op gepaste momenten komt het zo belangrijke thema van destructie, nooit ver weg bij Picasso, wel duidelijk aan bod. De klein afgebeelde illustraties, eentje per tekst, hebben nauwelijks meerwaarde, de minst speelse zijn ondermaats. De kwaliteiten van de bundel lopen dus nogal uiteen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.