Niet te stoppen
Angie Thomas
Akwasi (Medewerker), Dean Bowen (Medewerker), Charlotte Van den Bosch (Medewerker), Radna Fabias (Medewerker), Max Greyson (Medewerker), Carmien Michels (Medewerker), Roelof ten Napel (Medewerker), Lucas Rijneveld (Medewerker)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek, © 2020 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : POEZIE : VERZAMELBUNDEL : NU |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek, © 2020 |
VOLWASSENEN : POEZIE : NU |
Jeroen Dera
ua/an/24 j
Jarenlang werd het Poëziegeschenk geschreven door een vooraanstaande dichter. In dit nieuwe decennium, waarin de Poëzieweek onder druk staat, gooit de CPNB, de organisatie van het Nederlandse boekenvak, het over een andere boeg. Het geschenk nu stelt tien aanstormende dichters, allen geboren in de jaren 80 en 90, aan het publiek voor. Deze dichters, die elk maximaal twee bundels op hun naam hebben staan, belichamen de poëzie van 'nu'. Sommigen werden al gelauwerd met klassieke poëzieprijzen (Charlotte Van den Broeck, Radna Fabias, Marieke Lucas Rijneveld), anderen ontlenen hun bekendheid aan nieuwe fenomenen als spoken word (Akwasi) of instagrampoëzie (Siel Verhanneman).
Als het geschenk iets laat zien, dan is het wel hoe stilistisch divers de hedendaagse poëzie is. Het alfabetisch geordende boekje opent met het gedicht 'citos(c)ores' van Akwasi, waarin anekdotisch en zonder opsmuk wordt verhaald hoe de 'ik' ondanks een hoge score op de citotoets (de eindtoets van het Nederlandse basisonderwijs) een advies voor een laag middelbare schoolniveau krijgt:
havo of vwo
maar mijn basisschool zei liever niet
eerder vmbo
want hij lijkt me toch het type dat
niets gaat doen
met zijn leven
Pal naast Akwasi's transparante woorden staat Dean Bowens 'apathy, de dagen', dat fundamenteel meerstemmig is en het hermetische niet schuwt:
dit mens e waka leki wan drunguman
voorbij zijn oorsprong; een gemeenschappelijkheid
for the break of an overmorgen die in haar stedelijke
reuring een canvas voor ons ontvouwt
Akwasi en Bowen schrijven allebei politiek geëngageerde poëzie, waarin ze onder andere institutioneel racisme aan de kaak stellen, maar ze bedienen zich daarbij van geheel verschillende registers. Weer compleet anders is het werk van de derde dichter, Charlotte Van den Broeck, die in 'VIII' een relatiebreuk beschrijft in termen van taal- en letterkunde:
het huis laat zich verdelen in bananendozen en bezittelijke voornaamwoorden
de boekenkast in links en rechts
van jou de landkaarten, de Russen en het oeuvre van Márquez
ik krijg woordenboeken in alle talen, de biografieën van dictators
en ja, de poëzie, die juist nu hardnekkig staat te zwijgen
Van den Broecks werkelijkheid is een heel andere dan die van Akwasi. Waar de ik-figuur in 'VIII' te kampen heeft met de grillen van een ander die Liefde in tijden van cholera in zijn bananendoos stopt, gaat het bij Akwasi om de vooroordelen van een maatschappij die hemzélf als 'ander' ziet. Het interessante van de opzet van dit poëziegeschenk is dat dit soort spanningsvelden sterk zichtbaar worden, temeer omdat het bundeltje geen inhoudelijke focus heeft die de verschillende stemmen bij elkaar brengt.
Contact en afstand
Als ik toch een lijn door de gedichten in de bundel nu zou moeten trekken, dan zou ik zeggen dat het opvallend vaak gaat om contact maken en afstand nemen. Net als bij Van den Broeck speelt het contact zich bij Max Greyson vooral in de intieme kring af: 'Moet mijn verlangen schiften / in hebberig wachten / en weten dat iemand me bezit.' In 'machine' van Roelof ten Napel gaat het juist om het afbreken van contact: 'en als ik zie dat je rust hebt / zonder mij / dan zal ik me ontmantelen'. Het afscheid staat ook centraal bij Siel Verhanneman: 'ik had al één keer afscheid genomen / maar dit voelde als de auto / op de parking waar de muziek te luid speelt'. Carmien Michels legt dan weer de nadruk op de frictie tussen aantrekking en afstoting ('Laten we strepen uit het heden breken, / elkaar zoekraken op een zebrapad'), terwijl Maud Vanhauwaert de 'ik' en een vreemde vrouw letterlijk met elkaar verbindt: 'Ze haakt haar arm in de mijne tot een lemniscaat'.
Contact maken speelt ook een rol in de twee sterkste gedichten van het bundeltje, 'Instabiele pengreep' van Marieke Lucas Rijneveld en 'lood' van Radna Fabias. In een misschien wel autobiografisch gedicht beschrijft Rijneveld in tuimelende beeldtaal hoe een meisje eens over fazanten en rozijnen wilde schrijven, maar daarbij niet door haar 'juffen en meesters' serieus genomen werd. Evenals Akwasi voldeed dit meisje niet aan de stereotiepe verwachtingspatronen; voor haar gold 'dat / ze meer kanten heeft dan een Rubiks Kubus maar geen één de juiste kleur // heeft.' In het gedicht breekt Rijneveld letterlijk uit dit isolement en eist ze in contact met de lezer haar geschiedenis als schrijver op.
Bloemlezing
Fabias' gedicht uit de veelvuldig bekroonde bundel Habitus is het kroonjuweel uit nu. Het is zo ritmisch vloeiend en ongetemd dat je als lezer naar adem hapt, vooral ook omdat Fabias' nadruk op geweld en het lichaam ('legers van lichamen in haar vlees waarop haar huid weer huid werd') het isolement van de vrouw in het gedicht extra invoelbaar maakt. Zo rauw als bij Fabias wordt het verlangen naar heling en contact nergens verwoord: 'ze vroeg uitsluitend om heelheid (ze bad erom) de / aanwezigheid die ze aanriep negeerde haar'.
De staalkaart die nu laat zien, biedt voor iedere poëzielezer wat wils. Je moet je best doen om in dit boekje niet één auteur te vinden met wie je contact kunt maken. Vanuit het oogpunt van de poëziebevordering is dit geschenk daarom geslaagd. De doorgewinterde poëzievolger komt er echter wat bekaaider vanaf, omdat de CPNB ervoor gekozen heeft de opgenomen dichters voor dit geschenk geen nieuwe gedichten te laten schrijven. Die keuze is op zijn zachtst gezegd jammer - ook vanuit het perspectief van de dichters zelf, die immers genoeg te zeggen hebben.
Akwasi e.a. nu. 10 dichters. uitgegeven door CPNB, wordt aangeboden door de boekhandels op Gedichtendag op 30 januari.
Redactie
Poëzieweekgeschenk 2020. Uitgeversinformatie: Het geschenk is geschreven door tien jonge, talentvolle dichters uit Nederland en Vlaanderen. Ze debuteerden al, maar staan nog aan het begin van hun carrière. De Poëzieweek wordt gehouden van 30 januari t/m 5 februari 2020. Het thema is: De toekomst is nu!
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.