Aan doodgaan dachten we niet
Gerda Blees
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Podium, © 2020 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : BLEE |
Bo Van Houwelingen
2/ei/30 m
Soms kom je in de krant zo'n berichtje tegen dat je gniffelend voorleest tijdens het ontbijt. 'Vrouw die probeerde van licht te leven overleden' is er zo een. Het bericht uit 2017 ging over een vrouw uit een woongroep in Utrecht. Ze at niets, ervan overtuigd dat ze van zonlicht kon leven. Haar huisgenoten (onder wie haar zus) verzuimden hulp in te schakelen toen ze - zwaar ondervoed - op sterven lag. Daar zou iemand eens een boek over moeten schrijven, mompel je dan.
Gerda Blees (1985) deed het. Voor haar romandebuut (ze schreef al een verhalenbundel en poëzie) Wij zijn licht gebruikte ze informatie uit krantenartikelen over de zaak én putte ze rijkelijk uit de website van de woongroep, waarop verbijsterend openhartige blogs staan. Blees transponeerde veel details daaruit naar de fictieve woongroep Klank & Liefde - van het bizarre lichtdieet tot de samenstelling van de woongroep. Ze veranderde wel de namen. Melodie is de oprichter en onbetwiste leider, een dwingend kruidenvrouwtje dat met het plan komt elkaar 'te bevrijden van onze afhankelijkheid van voedsel'. Haar zwakke zus Elisabeth wordt daar het slachtoffer van. De beïnvloedbare groepsleden Muriël en Petrus laten het gebeuren.
Een curieuze zaak maakt niet per se een goed boek. Verbeeldingskracht moet van het sappige nieuwsfeit een literair verhaal maken. En dat begint met de vraag wie het verhaal vertelt. Blees laat in 25 hoofdstukken evenzoveel vertellers aan het woord: soms zijn het mensen (ouders, buren, de raadsvrouw), soms dingen (geitenwollensokken, een slowjuicer, brood), soms abstracties (feiten, weerstand, twijfel). 'Wij zijn de nacht', 'Wij zijn de plaats delict', 'Wij zijn twee sigaretten' - op die manier beginnen de hoofdstukken. Dat klinkt vreselijk modern en aanstellerig, maar bij Blees pakt het goed uit. Je krijgt nooit het gevoel een krampachtige stijloefening te lezen.
Bovendien zijn alle perspectieven zorgvuldig gekozen. Als ze 'sinaasappelgeur' het woord geeft, is dat niet zomaar interessantdoenerij, maar heeft het een functie. De geur leidt Petrus naar een akkefietje met beschimmelde sinaasappels in een gloednieuwe tas: 'Sindsdien kan hij ons niet ruiken zonder kwaad te worden.' En zo kom je meer te weten over Petrus' woedeaanvallen en over hoe Melodie hem daarmee bespeelt. Als Blees het wereldwijde web laat spreken, blijkt dat een elegante manier om Melodies krankzinnige blogs integraal te kunnen opnemen. Via een pen in de handen van Muriël, die een lijstje maakt van 'dingen die mij niet voeden' (punt 9: 'Mezelf wakker houden met gedachten aan eten', punt 10: 'Brood met hagelslag en kaas') wordt schrijnend duidelijk hoezeer zij met zichzelf in de knoop zit.
Zo maakt Blees van het eendimensionale nieuwsbericht stap voor stap gelaagde fictie, die afstevent op de vraag: is er iemand, en zo ja wie, schuldig aan Elisabeths dood? Op intelligente wijze, en met humor, laat ze het verhaal zélf antwoord geven. De lezer hoeft geen spannende plotwendingen te verwachten, verklapt het alvast. 'Zo'n verhaal zijn we tot nu toe niet geweest, dus we zullen het ook wel niet plotseling worden.' Het is mooi als een schrijver lef toont door het anders te doen, maar het is pure winst als die onconventionaliteit een meerwaarde heeft en leidt tot een unieke roman.
****
Podium; 223 pagina's; € 21.
Marnix Verplancke
il/pr/29 a
De dood van Elisabeth had volgens Muriël, Petrus en haar zus Melodie, de drie mensen met wie ze samen de woongroep Klank en Liefde vormt, niet mooier kunnen zijn. Het was de voleindiging van een natuurlijk en spiritueel proces. Elisabeth was eindelijk vrij. Alleen ziet de huisarts die bij het lijk geroepen wordt het anders. Hij haalt er het parket bij en Melodie, Muriël en Petrus worden tot hun ontsteltenis in voorlopige hechtenis genomen. ‘Moet je die botten zien’, zegt de forensisch patholoog met een glinstering in de ogen wanneer hij het lijk van Elisabeth op zijn snijtafel krijgt. ‘Prachtig toch eigenlijk, zo’n duidelijke skeletstructuur. Zo zie je ze niet vaak.’ En gelijk heeft hij natuurlijk, want aan het skelet van de lijken die hij normaal onder ogen krijgt, hangen nog wel wat spieren, en aan dat van Elisabeth niet: de vrouw is verhongerd.
In Gerda Blees’ debuutroman Wij zijn licht staan de vier leden van de al genoemde leefgroep Klank en Liefde centraal, en hoe die via versterving bevrijd proberen te raken uit hun lichaam en finaal zelfs uit hun leven. Melodie, die ooit voorbestemd was om een succesrijke celliste te worden maar keer op keer faalde, is de leidster van de groep, al zou ze dat zelf ontkennen. We volgen allemaal onze eigen weg, houdt ze vol, alleen weet zij wel precies hoe die weg kronkelt, en dat ze die maar beter samen afleggen, zonder bemoeienis van buitenaf.
Of het drietal in voorhechtenis een proces aan het been krijgt wegens verwaarlozing met de dood als gevolg, is bijzaak in Wij zijn licht . Veel belangrijker is de analyse die Blees maakt van de psychologie achter de leefgroep en hoe zelfkastijding en euforie samengaan. Ze maakt die door elk van haar vijfentwintig hoofdstukken vanuit een ander perspectief te vertellen, soms vanuit dat van buren of familieleden, andere keren vanuit dat van Melodies sokken of de eerste boterham die Muriël in de gevangenis eet. Echt grandioos is de stream of consciousness die door het hoofd van Elisabeths dementerende moeder gaat wanneer ze te horen krijgt dat haar dochter gestorven is. Beginnend in de nacht uit de eerste zin en eindigend in het licht uit de titel, laat Blees haar personages een duidelijke evolutie doorlopen, van verblinding over ontnuchtering tot zelfbewustzijn. En misschien wel tot bevrijding.
****
Podium, 224 blz., € 21,00.
Jelmer Soes
Na een verhalenbundel en een poëziedebuut volgt nu de debuutroman van de auteur, die eerder het C.C.S. Crone Stipendium won. Uitgangspunt zijn de ontwikkelingen in 2017 rondom een spirituele woongroep in Utrecht, die in het nieuws kwam omdat een van de leden was bezweken aan hun zelfverkozen dieet van licht en lucht. De roman start in de nacht van dat overlijden en blikt terug en vooruit op hoe het de woongroep in die dagen vergaat. Het verhaal wordt verteld aan de hand van 25 verschillende personages en vooral niet-menselijke entiteiten die allemaal het ‘wij’-perspectief hanteren. Voorbeelden van dit soort ‘vertellers’ zijn de nacht, het dagelijks brood, de plaats delict, de feiten, een sinaasappelgeur en zelfs het verhaal zelf, dat reflecteert op zijn eigen verloop. De auteur geeft deze perspectieven menselijke vermogens tot observeren, registreren en zelfs oordelen. Zo stelt de lezer zich via al die verschillende wegen vooral de vraag: wat vind ik zelf van wat er is gebeurd? Een invoelende roman van een talentvolle auteur, overtuigend in een literair vernieuwende vorm gegoten. Winnaar Nederlandse Boekhandelsprijs 2021. Winnaar European Union Prize for Literature 2021.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.