Ze kwam uit Marioepol
Natascha Wodin
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Atlas Contact, 2020 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : WODI |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Atlas Contact, 2020 |
VOLWASSENEN : ROMANS : WODI |
Johan de Boose
il/pr/10 a
De Duitse schrijfster van Oekraïens-Russische afkomst Natascha Wodin vertelde in haar vorige boek, Ze kwam uit Marioepol (2019), heel indringend over haar moeder. In Ergens in dit duister is haar vader aan de beurt. Op die manier heeft ze een huiveringwekkend autobiografisch tweeluik geschreven, poëtisch en rauw tegelijk, maar vooral moedig.
Op heldere, bijna onderkoelde toon neemt Wodin de lezer mee naar de plek waar ze als kind leefde, 'in het Frankische middelgebergte' in Beieren, bij Neurenberg, op de oever van de Regnitz. In die rivier is haar moeder in 1956 uit het leven gestapt. Natascha was toen tien. Haar moeder kennen we als een ziekelijke figuur, een vrouw van aristocratische afkomst die door de geschiedenis als afval is achtergelaten. De schim van de drenkeling achtervolgt de dochter. Natascha wordt niet gespaard, door haar ouders, noch door het lot. Schrijvend baant ze zich een weg, weet ze zich op te werken uit de goorste ellende. In Ergens in dit duister zet ze haar vader neer, een zanger in een Russisch kozakkenkoor die zijn stem verliest.
Gaandeweg komt ze erachter dat hij meer dan één leven heeft geleid. Onderweg naar zijn begrafenis stelt ze zich duizend-en-een vragen, waarvan er ternauwernood enkele beantwoord worden. Het 'duister' in de titel slaat op de vaagheid van haar afkomst. Het boek begint als een zoektocht naar helderheid, maar evolueert langzaam naar een schrijnende bekentenis, vol woede, pijn én liefde. Bij het lijk van haar vader vraagt Natascha zich af waarom ze hem eigenlijk niet zelf al veel eerder met een kussen heeft gewurgd. 'Een dergelijke daad van verlossing had alleen volbracht kunnen worden uit liefde, gesterkt door een erbarmen dat ik niet voor mijn vader kon opbrengen.' Het hele boek kan worden samengevat in deze zin. De rest is hiervan de verantwoording, en aan het eind kan de lezer alleen maar instemmend knikken.
Untermenschen
Natascha's ouders kwamen tijdens de Tweede Wereldoorlog naar Beieren als dwangarbeiders uit het oosten. De ellende van de oorlog, de frustratie van de vlucht en de haat voor Stalin droegen ze met zich mee. Hoe ze naar Duitsland zijn gekomen - vrijwillig of gedwongen, wellicht gedwongen - blijft een raadsel, maar het is vooral het gevoel van minderwaardigheid dat hen en ook hun kinderen beklemt, Natascha en haar vier jaar jongere zusje. Na de Duitse nederlaag blijven ze wonen in 'de huizen', een arme buitenwijk waar alleen Oost-Europeanen wonen, die ondanks alles beschouwd worden als de belichaming van al wat verdorven is: communistisch, vijandig, minderwaardig, armlastig, smerig, kortom: untermenschen. Natascha wordt na de dood van haar moeder naar een vreselijke kostschool gestuurd, waar ze als orthodox kind een buitenstaander is en als slet wordt behandeld door de katholieke nonnen. De bijnaam 'Russische slet' blijft haar achtervolgen. Het enige lichtpunt is een kort verblijf bij een Belgisch pleeggezin, waaraan ze bijna idyllische herinneringen heeft.
Later komt ze onder de hoede van haar drinkende, gewelddadige vader. Een groot deel van het boek gaat over de pogingen om daaraan te ontsnappen. Ze brengt haar dagen en nachten steeds vaker op straat door, komt in contact met andere foute straatkinderen, wordt bedrogen, misleid, vervolgd en zelfs verkracht, met verschrikkelijke gevolgen.
Muur
Als volwassen vrouw wil ze de afkomst van haar ouders kennen. Ze trekt naar Moskou en komt te weten dat haar vader ook daar een gezin had: hij was er getrouwd met een Jodin, met wie hij twee kinderen had, maar van hen ontbreekt elk spoor.
De schrijfster botst op muren. Net zoals haar vader, die nooit over zijn verleden sprak, zijn haar andere voorouders hardnekkig gesloten. Haar behoefte om te weten wie haar ouders echt waren blijft één grote blinde vlek. De duisternis is compleet.
Natascha Wodins relaas is een pijnlijk herkenbaar vluchtelingenverhaal, zoals er duizend zijn, maar tegelijkertijd zo schrijnend particulier dat het echt ontroert. Nergens vervalt ze in pathetiek, hoewel haar bestaan gedrenkt is in ellende. Het schrijven heeft haar duidelijk gered van de beklemming en de smart. Als lezer blijf je onthutst achter. Wie de ontworteling van vluchtelingen wil begrijpen, leze dit boek.
Vertaald door Anne Folkertsma, Atlas Contact, 240 blz., 22,99 € (e-boek 9,99 €). Oorspronkelijke titel: 'Irgendwo in diesem Dunkel'.
Jos Schel
Nadat haar moeder voor de verdrinkingsdood heeft gekozen, breken voor de tienjarige Natascha ellendige tijden aan. Haar vader, een voormalige dwangarbeider uit de Oekraïne, negeert haar of straft haar met harde hand voor allerlei onbenullige zaken. Hij, eens gevierd zanger in het kozakkenkoor maar nu een armzalige fabrieksarbeider die zich volkomen afsluit van de buitenwereld, dwingt haar tot een gevangenschap waarin slechts plaats is voor school en het huishouden. Zelf weigert hij Duits te leren spreken of schrijven. Hij trekt zich terug in zijn Russische boeken: een onneembare vesting. Natascha wil graag een echte Duitse zijn, maar wordt door haar omgeving steeds weer op haar plaats gezet: ze is en blijft een Russin die niets te zoeken heeft tussen de mondaine Duitse meiden. Haar vader besteedt haar uit aan pleegouders en ze zwerft van opvanghuis naar opvanghuis, wordt genegeerd, gepest en onderdrukt. Ze probeert zich te ontworstelen aan dit parialeven. Dan begint ze met schrijven. Op zoek naar haar eigen geschiedenis vertelt ze het verhaal van haar vader. Deze autobiografische roman, die zich afspeelt in zowel Oekraïne als Duitsland, is de opvolger van 'Ze kwam uit Marioepol', het verhaal van haar moeder, waarvoor Wodin (1945) in 2017 de Leipziger Buchmesse prijs kreeg.
Paul Van Der Steen
ru/eb/01 f
O ntelbare keren wenste Natascha Wodin haar vader dood. Er was - heel voorstelbaar na het lezen van 'Ergens in dit duister' - veel kapot tussen de twee. Maar ondanks het feit 'dat mijn verleden met hem me voorgoed van alle dochterplichten had ontslagen' zat ze aan zijn sterfbed. "Soms stelde ik me voor een tiental van mijn slaappillen op te lossen in zijn thee en hem die met de tuitbeker te drinken te geven, maar een dergelijke daad van verlossing had alleen volbracht kunnen worden uit liefde, gesterkt door een erbarmen dat ik niet voor mijn vader kon opbrengen. Ik was een bewaakster die hem tijdens het sterven observeerde, meer niet."
'Ergens in het duister' is het tweede boek waarin Natascha Wodin (1945), in Duitsland geboren en getogen als kind van daar naartoe versleepte dwangarbeiders, de scherven van de familiegeschiedenis bij elkaar probeert te vegen. Het eerste, het in 2018 in Nederlandse vertaling verschenen 'Zij kwam uit Marioepol', was gewijd aan haar Oekraïense moeder, die zelfmoord pleegde toen Natascha 10 jaar oud was. In 'Ergens in het duister' concentreert ze zich op haar Russische vader, die zich daarna slecht raad weet met de zorg voor twee jonge dochters. Wodin probeert te reconstrueren wat er in de levens van haar ouders en daardoor in het hare gebeurde.
Tien jaar geleden verscheen het even belangrijke als onthutsende 'Bloedlanden. Europa tussen Hitler en Stalin' van de Britse historicus Timothy Snyder. Het boek beschrijft hoe de landen en volken tussen nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie enkele decennia de speelbal waren van twee dictaturen. Op een genocide of een georganiseerde hongersnood meer of minder werd niet gekeken. De balans tussen 1930 en 1945: 14 miljoen doden. Stalin had zijn eigen manier van relativeren. "Eén dode is een tragedie, een miljoen een statistiek", zou hij ooit hebben gezegd. Snyder riep aan het slot van 'Bloedlanden' op om die getallen 'weer te veranderen in mensen'.
'Ergens in dit duister' en 'Ze kwam uit Marioepol' doen iets anders. De boeken vertellen hoe het genadeloos gebruiken en misbruiken van mensen zijn sporen naliet bij de tientallen miljoenen Midden- en Oost-Europeanen die het wel overleefden, en hun nazaten. Studies gaan uit van zo'n dertigduizend kampen voor mogelijk 27 miljoen dwangarbeiders zoals Wodins ouders. In de meeste oorlogsgeschiedenis vormen ze hooguit een voetnoot.
Na 1945 woonde Wodins gezin eerst in een keet op een vergeten niemandslandje bij een industrieterrein, daarna in een opvangkamp en nog later in een speciaal wijkje voor buitenlanders aan de rand van een West-Duits stadje, aangeduid als 'de huizen'. Natascha wilde niets liever dan een zo gewoon mogelijk Duits meisje zijn, maar was in plaats daarvan als verpersoonlijking van het Russische/communistische gevaar een geliefd mikpunt van haar medeleerlingen.
Thuis leefde ze de eerste jaren samen met een angstige, weerloze moeder en een vier jaar jonger zusje. De vader had vanaf een zeker moment een uithuizig bestaan als zanger van een kozakkenkoor. Hij zette die carrière voort, toen hij alleen kwam te staan met zijn dochters. Die verdwenen in een katholiek meisjesinternaat (de schrijfster spreekt van 'een gevangenis van schuld'). Dat veranderde pas vijf jaar later, nadat vader zijn stem verloor, financieel een stap terug moest doen en als arbeider nog eens opnieuw moest beginnen. Voor de zoveelste keer in zijn leven geknakt.
De vader en zijn puberende dochter waren zo goed als vreemden voor elkaar. Hij gaf slaag, sloot haar op en sloot haar buiten en probeerde haar zelfs een keer seksueel te misbruiken. Zij viel buitenshuis ten prooi aan foute jongens en mannen en bracht een behoorlijke tijd zwervend door.
Onterecht maar onvermijdelijk gaat ze de schuld voor alles ook een beetje bij zichzelf zoeken: "Moet een dochter als ik, die bij de eerste de beste gelegenheid de kant van de Duitsers had gekozen, voor hem niet een verraadster zijn geweest, een bondgenote van degenen die hem hadden onteerd, geslagen en bespot? Probeerde hij me, aangezien hij de fundamentele behoefte van een kind aan binding met zijn omgeving niet begreep, me te breken, me gevangen te houden, tot zijn eigendom te maken, net zoals hij zelf tot eigendom van de Sovjetstaat en daarna van de firma Flick was gemaakt?" Kon hij die in de wurggreep van twee dictaturen nooit vrijheid had gekend, wel vrijheid geven?
Veel van vaders verleden blijft duister. Voor zijn huwelijksleven met Wodins moeder, had hij een gezin met een Joodse vrouw. Wat is er met haar en de kinderen gebeurd? Welke rol speelde hij tijdens de terreurgolven die hem overspoelden? In 'Ze kwam uit Marioepol' maakte Wodin al duidelijk hoe snel rollen kunnen wisselen. Moeders aristocratische familie zat tijdens en net na de Russische Revolutie overduidelijk in de hoek waar de klappen vielen. Maar daarna wordt ook de geschiedenis van haar moeder vrijwel onnavolgbaar. Hoe moet je tijdens de bezetting van de Oekraïne haar rol als medewerkster van de Duitse arbeidsbeurs duiden? Het is toch vreemd, de vrouw die zelf dwangarbeidster zou worden was in dienst bij de instantie die dwangarbeidsters rekruteerde en op transport naar Duitsland zette.
De paar heldere lijnen die in de meeste levens nog wel zijn te ontwaren, zijn voor ontheemden als Wodins ouders niet weggelegd, zoveel is duidelijk.
Wat maakt dat Wodins tweeluik blijft nadreunen in het hoofd van de lezer, is haar onopgesmukte proza. Nergens zet ze het leed dik aan. Ze schildert verbrokkelde levens met een fijn penseel. De belangrijke schrijversles show, don't tell bewijst hier zijn kracht. Dit is wat ontworteling en ontmenselijking aanrichten: verwoestende effecten over de generaties heen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.