The handmaid's tale
Margaret Atwood
Margaret Atwood (Auteur), Lidwien Biekmann (Vertaler), Tjadine Stheeman (Vertaler)
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Prometheus, 2019 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : ATWO |
Aanwezig |
Prometheus, 2019 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : ATWO |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Prometheus, 2019 |
VOLWASSENEN : ROMANS : ATWO |
Natasha Walter
te/ep/12 s
In deze donkere en moeilijke politieke tijden betrap ik mezelf er vaak op dat ik snak naar duidelijkheid. Ik zoek naar verklaringen en geruststellingen, vaak vruchteloos. Toen ik een paar dagen geleden De testamenten, de nieuwe roman van Margaret Atwood, in handen kreeg, stond ik versteld van de bijna fysieke honger die ik voelde om terug te keren naar de wereld van Gilead. Een van de redenen waarom deze dystopie bij zoveel mensen aanslaat, is haar duidelijkheid. Begrijp me niet verkeerd: ik zeg niet dat Atwoods creatie geen complexe plot bevat, maar in Gilead vind je wel veel morele zekerheden. Er is goed en er is kwaad. Er is onderdrukking en er is verzet.
De voorbije jaren kreeg ik het warm vanbinnen toen ik overal dienstmaagden met rode mantels zag verschijnen. Hoewel ze symbool zijn voor een mogelijk huiveringwekkende toekomst, tonen ze ook een gemeenschappelijke verstandhouding, en daar put ik hoop uit. In tegenstelling tot Het verhaal van de dienstmaagd is De testamenten ook een uitgesproken hoopvol verhaal. Het boek stelt ons gerust dat we gelijk hebben om onze vijanden te vrezen en om weerstand te bieden. Het stelt ons ook gerust dat totalitaire regimes het onderspit kunnen delven.
Deze tweede roman zet die hoop nog meer in de verf omdat hij gaat over het verzet tegen Gilead. Het verhaal van de dienstmaagd plantte daar al zaadjes voor, maar die werden keer op keer in de kiem gesmoord of uit de grond gerukt. Hier ontdekken we hoe ze wortel hebben geschoten. Het vervolg is toegankelijker dan Het verhaal van de dienstmaagd en sluit qua toon nauwer aan bij de tv-serie. De heldinnen uit dit vervolg zijn geweldig vindingrijk en bijna bovenmenselijk dapper. Ze kunnen jarenlang undercover leven, ondergrondse netwerken in de hand houden, over grenzen glippen, spionagegroeperingen sturen, collega's manipuleren en vijanden overwinnen. Je vindt nauwelijks een spoor van de routineuze banaliteit die politieke weerstand doorgaans typeert.
Feministische roman
De grimmige politieke visie die Atwood in haar boeken uittekent, blijft hangen, maar het is intrigerend dat ze toch benadrukt dat ze geen manifest wil schrijven. Wanneer interviewers haar vragen hoe ze tegenover het feminisme staat, weerlegt ze pertinent dat ze 'een megafoon aanreikt voor een bepaalde overtuiging, wat die ook is'. Of zoals ze het in 2017 schreef in The New York Times: 'Is Het verhaal van de dienstmaagd een “feministische” roman? Als je daarmee vraagt of hij een ideologisch traktaat is waarin alle vrouwen engelachtig zijn of slachtoffers die geen morele keuzes meer kunnen maken, dan is het antwoord neen.'
Het komt niet meteen als een verrassing dat iemand die zo'n inventieve fictie schrijft het op haar heupen krijgt van het idee dat haar boeken voor de kar van een of andere ideologie gespannen kunnen worden. Veel vrouwelijke schrijvers en filmmakers zijn bang om hun werk feministisch te noemen, omdat je op die manier de impact op de verbeelding beknot en suggereert dat de lezers en kijkers het werk moeten interpreteren als propaganda.
Dat beeld van feministische fictie werd eerder al krachtig verworpen door een andere grote schrijfster, wijlen Doris Lessing. Haar werk werd ook vaak opgeëist door de feministische beweging. In 1982 zei Lessing: 'Wat feministen van mij willen, is iets waar ze nooit goed over nagedacht hebben omdat het afkomstig is uit de godsdienst. Ze willen dat ik getuigenis afleg. Wat ze eigenlijk willen, is dat ik zeg “Beste zusters, ik sta aan jullie zijde in jullie strijd naar de gouden dageraad, de dag dat al die beestachtige mannen uit de weg zijn geruimd.” Willen ze echt dat mensen simplistische verklaringen afleggen over mannen en vrouwen? Als puntje bij paaltje komt wel.'
Grensverleggend
Elke keer als ik haar werk opensla — met name Het gouden boek, de reeks Kinderen van het geweld of haar memoires — word ik eraan herinnerd hoezeer ze mijn feminisme en dat van veel andere vrouwen gestimuleerd heeft. Ik kan me de wrange, eerlijke en expliciete vrouwenfictie die we vandaag normaal vinden haast niet voorstellen zonder Anna Wulf uit Het gouden boek of Martha Quest uit Kinderen van het geweld. De verbeten en compromisloze relatie met hun eigen lichaam en hun partners was grensverleggend. Die heldinnen toonden vrouwen in hun volledige menselijkheid, vaak niet bijzonder aangenaam maar nooit minder dan betoverend.
De heldinnen van Lessing zijn te ingewikkeld om gemakkelijk te begrijpen en ze hebben het vaak moeilijk om zichzelf te begrijpen. Hun relaties met hun seksuele partners en families zijn rommelig en lastig. Hun politieke activiteit loopt ook al niet van een leien dakje. Dat gebrek aan helderheid is op zich feministisch.
Feminisme betekent immers voor een deel dat je op zoek gaat naar manieren om de volle menselijkheid van vrouwen uit te drukken en dat je weigert om opvattingen te aanvaarden die onze ervaringen afvlakken. Feministische fictie gaat niet alleen om een verduidelijking en vereenvoudiging van onze politieke wereld. Ze wil meer doen dan ons op het hart drukken dat we de goeie en rechtvaardige kant gekozen hebben. We vinden die complexiteit ook steeds opnieuw terug in Atwoods boeken, ook al heeft de populaire interpretatie van Gilead - zoals die verspreid wordt via het politieke protest en de tv-serie - alles meer hapklaar gemaakt.
Zo bekeken heeft Atwood trouwens zelf ook een feministische visie op haar werk. In haar reactie op de vraag of Het verhaal van de dienstmaagd feministisch is, schreef ze verder: 'Als je daarmee een roman bedoelt waarin de vrouwen echte mensen zijn - met uiteenlopende persoonlijkheden en gedragingen - en dat ze ook interessant en belangrijk zijn, en dat de dingen die hen overkomen cruciaal zijn voor de thematiek, de structuur en de plot van het boek, dan is het antwoord ja.'
Zwarte vrouwen
En dus is het antwoord ja. Deze opvatting van feministische fictie is het meest waardevol. Een politieke roman legt je niet noodzakelijk een manifest voor, maar biedt je een kans om een chaotische wereld beter te begrijpen. Daarom vind ik dat de shortlist van de Booker Prize naast Atwoods roman nog een ander belangrijk feministisch werk bevat: Girl, woman, other van Bernardine Evaristo. Dat boek reikt de lezer geen stappenplan aan om verzet te plegen, geen advies en geen verheldering. De levens van een diverse groep vrouwen wordt verweven en wat ze te vertellen hebben, is vaak ongemakkelijk en dringend. Sommige heldinnen uit Evaristo's roman bereiken hun doel door compromissen te sluiten, andere door zich te verzetten. Sommigen blijven leven in een leugen, anderen vechten koppig voor de waarheid. Sommigen stippelen hun eigen levensverhaal uit, anderen bezwijken voor de behoeften van hun medemensen. Evaristo's geweven vertelling herinnerde er mij als blanke lezer ook aan hoe vaak de volledige menselijkheid van zwarte vrouwen vlotjes opzijgeschoven wordt.
De meest essentiële politieke fictie laat de primaire menselijkheid voelen van mensen die voortdurend in de vergetelheid verdwijnen. Er lijkt vandaag minder plaats voor empathie en politieke nuances dan vroeger. Maar we mogen geen schrik hebben van complexiteit. Er bestaan geen handige antwoorden, niet in ons echte leven en ook niet in onze verbeelding. En we mogen niet doen alsof dat ooit wel zo zal zijn.
Elma Drayer
te/ep/28 s
Weinig schrijvers valt bij leven zo veel erkenning ten deel als de nu bijna 80-jarige Canadese Margaret Atwood. Haar naam staat al jaren in het rijtje Nobelprijskandidaten, ze ontving literaire prijzen en eredoctoraten, haar wereldwijde verkoopcijfers zijn duizelingwekkend, en dan heeft ze ook nog eens twee miljoen fans op Twitter.
Ronduit spectaculair was het tweede leven voor haar dystopische roman The Handmaid's Tale (Het verhaal van de dienstmaagd) uit 1985, waarin ze de gevolgen beschrijft van een christenfundamentalistische coup in grote delen van de Verenigde Staten. In de jonge staat Gilead geldt de Bijbel als richtsnoer - in zijn allerzwartste, oudtestamentische gedaante welteverstaan. Mannelijke wezens hebben de alleenheerschappij, vrouwelijke zijn er veroordeeld tot kinderen baren en volledige dienstbaarheid. In 2017 belandde de roman plotseling op de bestsellerlijsten, met dank aan een bingewatchwaardige serie én aan de verkiezing van Donald Trump tot president van de Verenigde Staten. Sindsdien staat de auteur te boek als profetes: zij voorzag bijna 35 jaar geleden al wat volgens menigeen inmiddels realiteit dreigt te worden. Sindsdien hullen activistes zich bij demonstraties graag in het huiveringwekkende uniform van de dienstmaagden: lange rode gewaden met witte kappen.
Maar Atwood laat zich niet klakkeloos annexeren. In januari vorig jaar, na een onverkwikkelijke affaire rond een Canadese hoogleraar, schreef ze in een opiniestuk dat de #MeToo-beweging nooit mag leiden tot heksenprocessen. Beschuldiging betekent immers nog geen schuld. Prompt heette ze een bad feminist: ze misbruikte haar privileges als machtig schrijfster om de verhalen van slachtoffers in twijfel te trekken. Je zou erom kunnen grinniken als het niet zo treurig was.
Begin deze maand verscheen De testamenten, het langverwachte vervolg op Het verhaal van de dienstmaagd. De lancering ervan was omringd met nogal hysterische geheimhoudingsclausules - zie het fraaie interview met de auteur onlangs in deze krant. Maakt ze de opgeklopte verwachtingen waar?
Tot op zekere hoogte. Ook als je (zoals ik) geen erge liefhebber bent van het dystopische genre zul je dankzij Atwoods vaardige pen genoeg aardigs in de roman kunnen vinden.
De testamenten volgt de wederwaardigheden van drie vrouwen, die netjes om beurten centraal staan: het Canadese pubermeisje Daisy, de in Gilead opgegroeide twintiger Agnes en de machtige, oude Tante Lydia. Was de laatste in Het verhaal van de dienstmaagd nog een sluwe, eendimensionale slechterik, nu kom je haar beweegredenen te weten. Het maakt haar meteen tot het gelaagdste personage van de drie. In de hoofdstukken over Daisy en Agnes zakt de verhaallijn dikwijls in, naar Tante Lydia blijf je benieuwd.
Waarom besloot deze vrouw, vóór de coup een rechtschapen rechter, ruimhartig mee te werken met het nieuwe regime? Welnu, tijdens de gruwelijke martelingen die ze aanvankelijk onderging, hield één gedachte haar overeind: 'Het kan me niet schelen hoelang het duurt of hoeveel stront ik in de tussentijd op mijn bord krijg, maar ik zet het je betaald.' Uiteraard moet ze, door dit pact met de duivel te sluiten, voortdurend vuile handen maken, maar dat neemt ze voor lief. 'Je kunt beter opgaan in de menigte, de godlovende, schijnheilige, haatzaaiende menigte. Je kunt beter stenen gooien dan het mikpunt van stenen zijn. Althans beter voor je overlevingskansen.'
Toch blijkt Tante Lydia geen klassieke burgemeester in oorlogstijd. Het gaat haar niet alléén om het redden van de eigen huid. Met veel geduld en op zeer geslepen wijze lukt het haar om de staat Gilead van binnenuit op te blazen. Althans, dat beweert ze zelf, in het 'testament' dat ze achterlaat.
Collaboreren met de goeie bedoelingen, dus. Of het een fijn concept is weet ik niet. Maar het is Atwoods verdienste dat ze zo'n morele keuze uiterst inzichtelijk maakt.
***
Uit het Engels vertaald door Lidwien Biekmann en Tjadine Stheeman.
Prometheus; 439 pagina's; € 19,99.
Heleen Debruyne
te/ep/10 s
Waarom zou Margaret Atwood na 34 jaar een vervolg schrijven op ‘The Handmaid’s Tale’, een boek dat nog steeds staat als een huis? In die hedendaagse klassieker schetst de Canadese schrijfster een niet zo heel verre toekomst waarin een groot deel van de Verenigde Staten met ijzeren hand wordt geregeerd door religieuze gekken. De bestuurders van het door natuurrampen en lage geboortecijfers geteisterde Gilead ontnemen vrouwen alle rechten en zetten hen in als wandelende baarmoeders. Gehuld in anoniem makende gewaden worden ze toegewezen aan de elite van het land. Nog vernederender: ze krijgen de naam van hun eigenaar. Net voor, tijdens en na de eisprong, moeten ze zich ritueel overgeven aan hun bevelvoerder, die zich in het bijzijn van zijn echtgenote in hen leegpompt. Het hele huishouden zit vervolgens te wachten op tekenen van zwangerschap: vraagt ze al om maandverband? Heeft ze gezwollen borsten? Als ze niet zwanger kan worden, wordt ze afgevoerd. Als ze wél baart, wordt het kind meteen doorgesluisd naar de echtgenote van de bevelhebber. Hun lichamen zijn publiek bezit. Sommige diepgelovige dames leveren zich met plezier over, hopend op een plekje in het paradijs. Maar voor het hoofdpersonage Vanfred en vele anderen is het leven in Gilead een hel. In Trump-tijden van toenemende beperkingen op abortus kreeg het boek een stevige tweede wind in de rug – al zit de gelijknamige en erg populaire fictiereeks met Elisabeth Moss er vast ook voor iets tussen.
Een cynicus zou kunnen denken dat Atwood dat hernieuwde succes te gelde wilde maken. De uitgeverij spaarde kosten noch moeite om de interesse voor ‘De testamenten’ aan te zwengelen. Miljoenen lezers wachtten de verschijning likkebaardend af en het boek haalde alvast de shortlist van de Booker Prize. Atwood zelf beweert in het nawoord nochtans dat ze het boek alleen heeft geschreven omdat er zoveel vragen van lezers bleven komen: hoe is het afgelopen met Vanfred, het hoofdpersonage uit ‘The Handmaid’s Tale’? En, zegt ze, de wereld waarin we vandaag leven, is een bron van inspiratie. In ‘De testamenten’ leren we dat Vanfred, die eigenlijk June heet, er vijftien jaar later in is geslaagd via een sluiproute naar Canada te vluchten, mét haar baby. Na het mooie, ambigue einde van ‘The Handmaid’s Tale’ voelt dat niet als een geïnspireerde keuze aan, maar als een toegift aan de vele fans die zich het lot van June aantrekken. Verder speelt ze geen grote rol in het boek: Atwood neemt de levens van drie andere vrouwen onder de loep. De jongeAgnes Jemima groeit op in Gilead en leert dat vrouwen te dom zijn om te leren lezen. Ze zijn alleen goed om net na de eerste menstruatie uitgehuwelijkt te worden. Daisy is een puber in het vrije, progressieve buurland Canada. En het boeiendste personage, één van de zeldzame vrouwen in Gilead die macht hebben, is Aunt Lydia. In een vorig leven was ze familierechter en een gewiekste carrièrevrouw. De bestuurders van Gilead kregen haar na hun coup zover dat ze wil meewerken met het regime, om de ‘vrouwenzaken’ te regelen. Zij wijst dienstmaagden toe aan bevelhebbers en beheert alle familiale archieven om inteelt te voorkomen. Atwood gebruikt haar en haar collega’s om te onderzoeken hoe vrouwen uit fanatisme, angst, eigenbelang of gewoon kwaadaardigheid meewerken aan een regime dat andere vrouwen onderdrukt. Aunt Lydia is geen oprechte gelovige, maar je komt nooit echt te weten of ze nu een ijskoude opportuniste is, of een termiet die binnenin knaagt aan de staat die ze veracht. ‘De testamenten’ is ontzettend spannend, de plot zit minutieus in elkaar en Aunt Lydia is een heerlijk complex personage. Toch voelt alles te keurig bedacht aan. Alsof Atwood niet zozeer zelf de noodzaak voelde ‘De testamenten’ te schrijven, maar haar trouwe publiek een lekkere kluif wilde toewerpen. Als waarschuwing tegen vrouwen onderdrukkende despoten volstaat ‘The Handmaid’s Tale’. En Gilead is en blijft een nare plek, ik hoef er niet per se nog eens honderden pagina’s in door te brengen.
Roderik Six
te/ep/11 s
Vooral hun stilte maakte indruk. Begin september vorig jaar vonden in de Amerikaanse Senaat de hoorzittingen plaats die rechter Brett Kavanaugh het Hooggerechtshof in moesten loodsen. Zijn voordracht was omstreden, en niet alleen omdat president Trump hem steunde. Kavanaugh staat bekend als ethisch conservatief en een pro-lifer die ijvert voor strenge abortuswetten. Later die maand zou hij door verschillende vrouwen van aanranding beschuldigd worden maar op het moment van die tumultueuze hoorzitting lokte vooral zijn standpunt over abortus fel protest uit. Meerdere betogers werden hardhandig uit de zaal verwijderd. Buiten die zaal stonden de camera’s gericht op een rij stilzwijgende vrouwen, gehuld in rode gewaden, hun hoofden omkranst met witte nonnenkappen. Iedereen snapte de verwijzing naar The Handmaid’s Tale, de Hulu-reeks naar de gelijknamige roman van Margaret Atwood – bij het zien van die gaanderij vol Dienstmaagden, zoals in de reeks, mompelde je spontaan ‘Under his Eye’.
In The Handmaid’s Tale (1985), vertaald als Het verhaal van de dienstmaagd, schetst Atwood een gruwelijk portret van Gilead, een tirannieke maatschappij waar lijfstraffen en openbare stenigingen het nieuwe normaal zijn, mannen als vanouds de kastemaatschappij bestieren en de weinige vruchtbare vrouwen die er nog resten, gedwee geritualiseerde verkrachtingen moeten ondergaan. Eenmaal zwanger worden die Dienstmaagden als godenkinderen behandeld, eenmaal bevallen worden ze doorgeven aan andere gezagdragers om inteelt te vermijden. Geen pretje, vrouw zijn in Gilead.
Vooralsnog leven we niet in een religieuze, misogyne dictatuur maar Het verhaal van de dienstmaagd hekelt wel ons impliciete patriarchaat. Ook in onze open, verlichte maatschappij zijn verkrachtingscijfers hemeltergend hoog en elke vrouw zal je kunnen vertellen over het straffeloze seksisme dat ze dagelijks moet slikken in de vorm van misplaatste grappen, verwensingen, handtastelijkheden en een streng bewaakt glazen plafond. De Dienstmaagden in Gilead dragen bloedrode mantels, maar ‘onze’ vrouwen worden elke dag opnieuw inwendig gebrandmerkt.
Het waren haar lezers die Atwood aanporden om een vervolg te schrijven op Het verhaal van de dienstmaagd, zo bekent ze in het nawoord van De testamenten. ‘Hoe is Gilead ten val gekomen?’ was een vaak voorkomende vraag en Atwood toont nu hoe het kleine verzet van individuen kan leiden tot grootse resultaten. In haar nieuwe roman zijn dat drie dappere vrouwen. Daarbij speelt de zo gehate Tante Lydia een beslissende rol. In het geheim bekokstooft ze een plan om Gilead omver te werpen. De spil in dat complot is Baby Nicole, een kind dat door de Canadese verzetsbeweging MayDay uit Gilead is gesmokkeld. Met de jaren is Baby Nicole uitgegroeid tot een symbool: de ene zijde ziet in haar een levende verzetsdaad, de andere eist de teruggave van het geroofde kind. En symbolen zijn belangrijk: steek een vlag in brand en een natie kan in vlammen opgaan.
Atwood laat haar drie protagonisten uitgebreid aan het woord in de vorm van getuigenverklaringen en verborgen dagboeken. Daarbij veronderstelt ze enige voorkennis van Gilead: als je wilt begrijpen wie de Parelmeisjes zijn of welke rol de Grondlegsters hebben gespeeld, zul je je huiswerk moeten doen.
Stilistisch hoef je geen stuntwerk te verwacht. Zonder tierlantijnen dirigeert Atwood haar plot netjes richting een oplossing die veel lezersvragen zal beantwoorden. Soms leest De testamenten zelfs als een toegift aan de scenaristen van de tv-serie: hier kunnen jullie nog een nieuw seizoen uit puren.
Het echte venijn zit in de subtiele knipogen. Zo baalt een tienermeisje in het vrije Canada ervan dat ze dagelijks een schooluniform aan moet en verbieden haar ouders haar om mee te protesteren tegen Gilead – meisjes moeten beschermd worden tegen de boze buitenwereld en de kwaadaardige mannen die daarin rondlopen. Het resultaat van die ouderlijke beschermdrang: een gemuilkorfde vrouw. Of die alinea waarin Atwood naar het wereldtoneel verwijst: vluchtelingen die in Europa in opstand komen tegen hun mensonterende behandeling en een laf Canada dat liever op goede voet met Gilead leeft dan zijn vrouwenhatende leiders moreel te veroordelen.
Atwood legt opnieuw de vinger op de wonde: verschillen onze Europese vluchtelingenkampen dan zoveel van de vrouwengevangenissen in Gilead, en moeten we misogyne wereldleiders à la Trump niet véél strenger veroordelen, desnoods met een economische boycot? Altijd knap wanneer fictie je tot nederige introspectie dwingt.
***
Prometheus (oorspronkelijke titel: The Testaments), 448 blz., € 19,99.
Drs. Madelon de Swart
Vijftien jaar na het slot van de roman ‘Het verhaal van de Dienstmaagd’ wordt via de getuigenissen van drie vrouwen verteld hoe het verder gaat in de theocratie Gilead, waar vruchtbare jonge vrouwen moeten leven als (seksuele) dienstmaagd. De oude tante Lydia werd als juriste gedwongen mee te werken aan Gilead en is nu een van de machthebbers, maar niet van harte. Ze wil wraak nemen en doet dat via de twee dochters van Offred. De jongste, Agnes is geadopteerd in Gilead en zal worden uitgehuwelijkt, maar weigert. Zusje Daisy werd uit Gilead gesmokkeld naar Canada, daar geadopteerd en gruwt van wat er in Gilead gebeurt. Het lukt tante Lydia de twee bij elkaar te brengen en stuurt hen op een missie. De belangrijke, vaak bekroonde Canadese, feministische auteur (1939) schrijft fictie en non-fictie. Van haar romans wordt ‘Het verhaal van de Dienstmaagd’ nu als haar meesterwerk gezien, dat tv-verfilmd werd. Dit goed besproken en -vertaalde vervolg staat op de shortlist van Booker Prize 2019. Het is uitstekend geschreven, wat minder intens dan de voorganger, maar een mooie, heel indringende waarschuwing. Winnaar Booker Prize 2019.
Julie Phillips
te/ep/14 s
Atwood-fans kunnen hun hart ophalen: 'De testamenten' leest als een trein. Het langverwachte, en veelgehypte, vervolg op 'Het verhaal van de dienstmaagd' stelt niet teleur, zeker niet qua leesgenot. In die dystopische roman uit 1985 beschreef ze het ontstaan van de republiek Gilead, een christenfundamentalistische politiestaat in de voormalige Verenigde Staten. In Gilead zijn de rechten van vrouwen teruggedraaid en moeten sommigen, de 'Dienstmaagden', gedwongen kinderen voor anderen baren. De meeslepende plot volgt de belevenissen van Vanfred, een Dienstmaagd die aan het einde probeert uit Gilead te ontsnappen. In het nieuwe, eveneens thrillerachtige verhaal smeedt een aantal vrouwen een complot om Gilead ten val te brengen.
'Dienstmaagd' kwam weer in het nieuws, en op de bestsellerlijsten, na de verkiezing van Donald Trump. De tv-serie naar het boek was toen al in de maak, en na het succes hiervan werd de roep om een vervolg steeds dwingender. Voor 'De testamenten' werd deze week in Londen een nachtelijke boekpresentatie in boekwinkel Piccadilly georganiseerd, als ging het om de nieuwste 'Harry Potter', inclusief optredens van literaire prominenten plus figuranten verkleed als Dienstmaagden, met de lange rode gewaden en witte kappen uit de serie. Het boek staat nu al op de shortlist voor de Booker Prize.
Aan de oudtestamentische samenleving Gilead heeft Atwood niet veel veranderd. Ook al staan Amerikaanse vrouwenrechten momenteel weer onder druk, toch kiest Atwood ervoor om geen directe parallellen te trekken met de politiek van nu. Ze heeft geen Trump-achtige figuur toegevoegd, verwijst niet naar populisme of migratie, maar gaat verder met de totalitaire heilstaat Gilead zoals ze die meer dan 30 jaar geleden bedacht heeft. Het boek wordt hierdoor iets minder actueel, maar vermijdt ook clichés en gemakkelijke kritiek. Ras is in dit boek even afwezig als in het vorige, iets wat haar toen op kritiek kwam te staan. In Gilead is nog steeds iedereen blank, zonder dat daar een verklaring voor wordt gegeven.
'De testamenten' is in elk geval een stuk minder pessimistisch en grimmig dan zijn voorganger, en doorspekt met de droge humor die Atwoods handelsmerk is. Het opent een jaar of vijftien na de gebeurtenissen van 'Dienstmaagd', en bestaat uit de getuigenissen (de 'testamenten') van drie vrouwen die vertellen hoe het verder gaat met Gilead. Twee van hen zijn te jong om zich iets anders te herinneren, waardoor ze Gilead niet zien als een verschrikking maar als een gegeven.
Agnes kijkt zelfs met weemoed terug op haar Gileadse kindertijd. "U verwacht misschien alleen maar gruwelen", merkt ze op, maar als dochter van een Bevelvoerder voelde ze zich gekoesterd en geliefd. Enigszins bang voor mannen ook, dat wel, want meisjes leren op school dat zij "valstrikken en verlokkingen" vormen, en dat alle reacties van mannen hun schuld zijn. Opgewekt wijdt ze zich aan borduren en bloemschikken. Vrouwen in Gilead mogen niet leren lezen, maar boeken ziet ze toch nooit, dus ze weet niet beter.
Dan krijgt Agnes op haar dertiende te horen dat ze binnenkort uitgehuwelijkt zal worden. "Daarna gebeurde er een week lang niet veel bijzonders, ik zat alleen te mokken en me zenuwachtig te maken, maar omdat ik die activiteiten in mijn eentje op mijn kamer ontplooide, bereikte ik er niets mee." Uiteindelijk gaat ze tot actie over.
Het tweede personage, Daisy, groeit op in Toronto, in het vrije buurland Canada. Ze kent Gilead alleen van het nieuws, totdat blijkt dat haar ouders in het anti-Gilead verzet zitten. Na een reeks dramatische gebeurtenissen komt haar lot in handen van de gevreesde Tante Lydia te liggen, strateeg en antifeministische ideoloog van het Gileadse regime.
Het verrassende derde relaas komt van Tante Lydia zelf. Ze legt uit hoe ze haar positie heeft verkregen, hoe ze als een Machiavelli nog steeds elk middel inzet, - vleierij, chantage en desnoods marteling, - om haar invloed, en daarmee haar eigen veiligheid, te vergroten. Machtsverhoudingen tussen vrouwen is een onderwerp dat Atwood als geen ander beheerst, en dat ook hier centraal staat. Van schoolmeisjes tot boze stiefmoeders, al Atwoods personages zijn bezig, bewust of onbewust, met het bepalen van de pikorde. Machtsvergaring is een kunst die je maar beter kunt beheersen, weet Tante Lydia, want wie een einde wil maken aan Gilead moet bereid zijn over lijken te gaan.
Verder is 'De testamenten', na Atwoods uitstapjes naar sciencefiction, een heerlijk weerzien met de thema's die de kern vormen van haar oeuvre. Het doet denken aan 'Kattenoog' en 'De roofbruid', beide indringende meesterwerken over vriendschap en verraad. En net als 'Alias Grace' en 'De blinde huurmoordenaar' handelt 'De testamenten' over de worsteling van meisjes om volwassen te worden. Atwood beschrijft aandoenlijk hoe meisjes zich volwassen rollen aanmeten als een figuurlijke, of soms letterlijke, verkleedpartij. Niet voor niets groeit Daisy op in de tweedehandskledingwinkel van haar ouders en krijgt elk hoofdpersoon in 'Dienstmaagd' en 'De testamenten' minstens één keer een nieuwe (schuil)naam.
'De testamenten' mist misschien de diepgang van zijn voorganger, waarin Atwood indringender over macht en identiteit schreef, en ook over liefde en seks, zaken die hier amper aan bod komen. Maar wanneer je het alleen leest als een dystopisch avonturenverhaal of een waarschuwing, doe je de reikwijdte van Atwoods literaire talent tekort. Als schrijver is ze voor een deel een tante Lydia, een uitgekookte, zelfverzekerde manipulator van de plot. Daarnaast wil ze ons laten nadenken over de aard en de prijs van vrijheid. Tegelijk is ze, zoals in al haar beste romans, bezig ook zichzelf opnieuw uit te vinden in de verkleedwinkel van de literatuur.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.