De kern van de zaak
Graham Greene
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Em. Querido's Uitgeverij, 2019 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : VANB |
Persis Bekkering
2/ei/25 m
Op vakantie in Betlehem zien Désanne en haar zoon een foto van Arafat aan de wand hangen, achter de receptie van het hotel. Alles is een beetje aftands aan deze ogenschijnlijk chique plek - het zwembad staat leeg, de lampen zijn kapot, en ondanks de garantie van een rookvrij hotel staan er overal smeulende asbakken - maar de foto is ingelijst achter streeploos glimmend glas. Arafat ziet eruit 'alsof hij hier nog ieder moment kon binnenwaaien, incognito, zonder doek om zijn hoofd, gezellig, voor een kop koffie met de manager en het aanwezige personeel. Herinneringen ophalen aan voorbije tijden', schrijft Désanne van Brederode in een karakteristieke haal van haar pen. Het is precies deze vrolijke oneerbiedigheid en wilde verbeelding die haar nieuwe roman Wonderlamp zo aantrekkelijk maakt.
Volgt een passage waarin de zoon Arafat 'innerlijk' even imiteert, waardoor hij eruitziet als zo'n opgewekte bejaarde op een bruiloft, die met zijn enthousiasme alle normaal gesproken zo cynische gasten voor even doet geloven dat echte, eeuwige liefde bestaat. 'Arafat', besluit ze, 'kon ongelooflijk aanstekelijk geloven. In wat niet bestond. In wat nog verzonnen zou kunnen worden.'
De achtste roman van schrijver en filosoof Van Brederode is ook zo'n innerlijke imitatie van de foto van Arafat. Wonderlamp is geen blinkend strak paleis, het stuitert tussen roman, dagboek, sprookje, essay en reisverhaal, zonder een duidelijke rode draad, maar dit is wat alles verbindt: de wens om te geloven. Een verlangen, een hunkering zelfs, naar de mooiste versie van het leven, naar betekenis, schoonheid en vrede - tegen beter weten in.
Hoofdpersoon Désanne noemt zichzelf christen, maar gelooft ook in karma, astrologie, antroposofie en sprookjes. Je zou haar naïef kunnen noemen, maar dat is ze toch niet helemaal. In veel situaties is ze kritisch en op haar hoede, zeker in de buurt van mannen, sinds die keer dat ze werd aangerand bij het liften. Ze is ook veel te zelfbewust om naïef te zijn. Via andere personages krijgt dit vorm. 'Slachtofferknuffelaar', laat ze een personage haar eens typeren, omdat ze lid is van het Syrisch Comité en haar vriendenkring veel vluchtelingen kent. Een Israëlische beveiliger op het vliegveld denkt dat zij en haar zoon 'aandoenlijk naïeve, gepreoccupeerde salonpacifisten' zijn omdat ze graag op vakantie willen op de Westelijke Jordaanoever. Hun 'verzetsdaden zullen zich ook na thuiskomst beperken tot het in de schappen terugleggen van dadels en avocado's die uit Israël komen en het aanspreken van de filiaalmanager hierover, zonder succes'. En wanneer ze een tijdje flirterige chatberichten uitwisselt met een fotograaf, heeft ze het helemaal gehad wanneer hij begint te fantaseren over een gondel in Venetië, met haar in een fluwelen jurk. Niet alles mag in Désannes universum - de goede smaak wordt nooit uit het oog verloren.
In Wonderlamp moeten we de gelovigheid dan ook eerder zien als een politieke daad. De verteller is naïef tegen beter weten in, ze omarmt een soort bemiddelde, doorleefde goedgelovigheid. Geloven als verzet en als noodzaak. Net als Arafat.
Met de reis door de Westelijke Jordaanoever als overkoepelend verhaal weeft Van Brederode een zelfportret, een kleine geschiedenis van haar gelovigheid. Op de eerste avond ontmoeten zij en haar zoon de groothartige Aladdin, die hen uitnodigt voor thee in zijn winkeltje. Hij biedt zich aan als gids en chauffeur voor de rest van de week. Terwijl hij hun de belangrijke monumenten laat zien, slingert zij tussen gevoelens van diepe vriendschap en wantrouwen voor deze gezellige Palestijn. Is hij echt zo hartelijk, of ziet hij hen alleen als een wandelende portemonnee?
Tussen deze scènes door herinnert Désanne zich haar eigen verhouding tot verlangen, aangezet door de wonderlamp van Aladdin uit het sprookje, die je alles geeft wat je hartje begeert. Verlangen blijkt altijd hecht verknoopt met verlies. Het verlies van haar huwelijk, de sterfte van haar ouders, het moment waarop haar zoon volwassen wordt en op zichzelf gaat wonen. Ook onderzoekt ze het verlangen en het verlies van haar Syrische vrienden, die ze in Nederland ontmoet wanneer ze zich actief gaat inzetten voor de rechten van vluchtelingen.
Zo krijgt Wonderlamp diepte en aardsheid, ondanks de vele sprookjes waarmee de schrijver haar boek lardeert. Haar talent voor 'geloven in wat nog verzonnen moet worden' contrasteert bovendien met het autobiografische gehalte van het boek. Enkele jaren geleden viel Van Brederode's huwelijk uit elkaar. In de roman die op die gebeurtenis volgde, Vallende vorst, onderzocht ze het perspectief van de bedrogene in een fictief verhaal. In Wonderlamp blijft de schrijver dicht bij zichzelf. In de ik-persoon Désanne valt pijnlijk veel te herkennen uit haar eigen leven, waaronder details over de echtscheiding. Maar nergens vervalt Van Brederode in wraakzuchtige oversharing, want de openheid is noodzakelijk. Juist door die eerlijkheid neemt ze de lezer mee: dit verhaal is écht gebeurd, alleen de sprookjes zijn verzonnen (of misschien ook die niet). En wanneer je de verteller eenmaal gelooft, kan de rest er ook nog wel bij. Bijvoorbeeld dat ze kletst met apostel Paulus tijdens het afwassen. De verteller in Wonderlamp klinkt gelouterd. Ze toont: geloven in wonderen en sprookjes is geen vlucht, maar een remedie tegen de bitterheid. Aanstekelijk.
****
Querido; 360 pagina's; € 21,99.
C.C. Oliemans
Centraal in deze gecompliceerde en uitgebreide roman staat de reis die de ik-figuur (Désanne van Brederode geheten) in 2017 met haar zoon naar de westelijke Jordaanoever en Jeruzalem maakte. Daarbij ontmoetten zij een Palestijnse winkelier genaamd Aladdin, die zichzelf opwierp als hun gids en hen rondleidde langs heilige en toeristische plaatsen. Als zij terug in Nederland is, blijft hij via Facebook met haar in contact, maar zijn toenaderingspogingen worden ongepast. Ondertussen heeft de ik-figuur in Nederland een uitgebreide kennissenkring van Syrische vluchtelingen en ook horen we veel over haar gesprongen huwelijk en over haar relatie met haar uithuizige zoon. Zo verbindt dit boek grote thema's als verlies en verlangen en verweeft de auteur daar haar fascinatie met de Bijbelse figuur van Saulus (de latere apostel Paulus) doorheen. Een complex geheel dat niet een duidelijke plot of moraal bevat, maar dat wel steeds tot nadenken stemt. Bovendien een genuanceerde en stijlvolle overdenking over de moeilijke materie van het eeuwige kruitvat van het Midden-Oosten.
Rob Schouten
i /un/29 j
Désanne van Brederode schrijft, in navolging van een van haar idolen Sylvia Plath, wat je zou kunnen noemen confessionele literatuur. Niet omdat ze zo gelovig is, wat ze zeker ook is, maar omdat ze confessies aan haar lezers doet. Sinds Rousseau zijn befaamde 'Bekentenissen' op schrift stelde is dat een heel eerbaar genre maar ik zie het toch niet veel schrijvers doen: zo diep in je eigen gemoed wroeten en peuteren en het resultaat daarvan aan je lezers voorleggen. Van Brederode deed het in haar eersteling 'Ave Verum Corpus' uit 1994, over haar christelijk geloof en haar liefdesleven, en ze doet het in 'Wonderlamp' nog steeds. 'Roman' staat er op het omslag, maar dan wel eentje vol autobiografische trekjes en ik krijg niet de indruk dat ze er veel bij verzonnen heeft.
Twee tegengestelde krachten bepalen haar proza, aan de ene kant haar wijsgerige inslag (ze is filosofe), aan de andere kant haar hartstocht voor het leven en de liefde. Wat dat laatste betreft krijg je direct in het begin al een indruk als ze schrijft "dat het woord liefde de vonk van de verbeeldingskracht zowel ferm oppookt als teder verandert in haar tegendeel: in overvloedig, overstromend bluswater dat de pijn kan doven in de ongeneeslijke schroeiplekken die de desillusie nu eenmaal achterlaat".
Die desillusie is ongetwijfeld een toespeling op de scheiding die ze achter de rug heeft als ze met haar zoon naar Bethlehem vertrekt om daar tussen de Palestijnen te bivakkeren. Van Brederode wordt daarbij gedreven door intüitieve krachten die ze niettemin helder probeert te omschrijven en dat is ook direct de waarde van haar proza. Het glibbert op alle mogelijke manieren langs heikele emoties en gewaarwordingen, maar steeds last ze momenten van bezinning waarop ze haar gedachtegangen rationaliseert. Zo probeert ze complexe zaken als geloof, hoop en liefde handen en voeten te geven, door kritisch naar de aanwezigheid ervan in haar eigen ziel te kijken. Daarbij tracht ze zo oprecht mogelijk te zijn, ook jegens zichzelf, als ze bijvoorbeeld haar liefde voor de Syrische zaak benoemt: "Zoals ik er ook van ben overtuigd dat mijn meeleven met de situatie in Syrië, en het samenzijn met Syrische vrienden heel vaak weinig anders is dan een vlucht. In herinneringen die niet van mij zijn, in woede, verontwaardiging en onmacht waarvan ik de diepte nooit zal peilen, in een cultuur die ik exotischer maak dan ze is: het dweepzieke oriëntalisme waar Edward Saïd zo welbespraakt razend van kan worden." Een biecht vol zelfinzicht: ik weet heus wel dat mijn overdreven empathie ook een vorm van vluchtgedrag en verdringing is. En zo praat ze over alles wat haar overkomt, de talloze verliefdheden en verliefdheidjes, haar hardnekkig vasthouden aan het christelijk geloof en aan de antroposofie, soms tegen beter weten in, haar dubbelzinnige houding tegenover de apostel Paulus, over wie ze een boek zou willen schrijven maar die nu het tweede deel van dit boek vult. En dat is dan toch fictie want ze beschrijft Paulus als haar huisgenoot met wie ze in gesprek is, zoals ze ook in een vijftal sprookjes haar eigen lot magisch en mythisch probeert te verbeelden.
Ik zeg niet dat dit briljant proza is, maar ik ken weinig schrijvers bij wie de eigen persoonlijkheid zo nadrukkelijk en gepassioneerd aanwezig is. De titel 'Wonderlamp' komt trouwens voort uit haar, ook al weer niet ondubbelzinnige vriendschap/liefde voor de Palestijnse winkelier Aladdin, die tegelijkertijd haar gids en aanbidder is, getrouwd en al.
Juist doordat ze ervoor kiest alle nuances van haar gevoelens te beschrijven proef je hoe dat soms zit met de liefde: "Dat er in een heel enkel geval al van een verbond, een verbintenis, van liefde sprake is wanneer twee mensen die zelf nog lang niet beseffen of onderkennen, en dat eraan toegeven of het gevoel onderdrukken dus ook niet aan de orde is: het lot bepaalt de liefde, er is geen keuze, er is niet de vraag of het een wensdroom is, en of een vervolg wel zin heeft."
In zulke onontkoombare liefde gelooft Désanne van Brederode, voor de Syriërs en de Palestijnen, voor de mannen om haar heen, voor haar ex. Over dat soort liefdevolle overgave hoor je in de literatuur weinig. Van Brederodes boek gaat er voortdurend over, en daar kun je misschien cynisch of lacherig over doen, maar het is eigenlijk heel erg bijzonder.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.