Misdaden : verhalen
Ferdinand Von Schirach
Ferdinand Von Schirach (Auteur), Marion Hardoar (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij De Arbeiderspers, © 2019 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : VONS |
Dirk Leyman
rt/aa/09 m
Rechtbankthrillers. Je kunt er de straten mee plaveien. Bovendien is de ene vaak nog inwisselbaarder dan de andere. En John Grisham is tenslotte ook alweer een tijdje passé. Wie het gehad heeft met het genre, neemt misschien toch beter eens de misdaadverhalen van Ferdinand von Schirach (°1964) ter hand. Want dat is andere koek. Met zijn ijzige, ontbladerde verteltoon neemt de Duitse auteur je in een mum van tijd in een houdgreep.
"Moorden ontstaan, net als kunst en literatuur, uit een gevoel van vreemdheid tegenover de wereld", zo liet Von Schirach zich vorig jaar ontvallen in Der Spiegel. In zijn boeken legt hij een voorkeur aan de dag voor onaangepaste zielen die hun aanvechtingen niet langer in bedwang kunnen houden én tot een onverwachte misdaad overgaan. Waarna hij nauwkeurig het proces van schuld en boete fileert.
Von Schirach put voor zijn succesvolle verhalen rijkelijk uit zijn eigen praktijk. Ooit was hij in Duitsland een vermaard strafpleiter, zeg maar de overtreffende trap van Jef Vermassen. Tegenwoordig concentreert de ex-advocaat zich volledig op de schrijverij. Met vaste hand regeert Von Schirach over het genre van de literaire krimi, met miljoenen verkochte exemplaren en ZDF-tv-series tot gevolg. Dat hij de kleinzoon is van Baldur von Schirach, de chef van de Hitlerjeugd tijdens het Derde Rijk, prikkelt de lezersverbeelding nog meer. Al nam hij resoluut afstand van de misdaden van zijn grootvader, die tienduizenden Oostenrijkse Joden deporteerde.
Zonder oordeel
In zijn nieuwste boek Straf - met twaalf pregnante, sec vertelde verhalen - lijkt Von Schirach uit hetzelfde vaatje te tappen als zijn debuutverhalen Misdaden (2009) en opvolger Schuld (2011). Zelf ziet hij Straf als het sluitstuk van een trilogie. Opnieuw serveert hij 'lotgevallen' waarin een moord of misdaad centraal staat. En ook hier wendt hij zijn kale, onopgesmukte taalgebruik uiterst trefzeker aan.
Liefde, haat, gerechtigheid en vrijheid bieden voortdurend tegen elkaar op. Wat is een rechtvaardig strafproces? Von Schirach registreert, zonder te oordelen, hoe gewone lieden vermalen worden door de wet. Maar evengoed hoe ze door de mazen van het net glippen en de perfecte moord lijken te plegen. Zoals bijvoorbeeld in 'Buren', waarin de weduwnaar Brinkmann wordt ingesponnen door zijn aantrekkelijke nieuwe buurvrouw Antonia. Wanneer de kans zich subtiel aandient, vermorzelt hij haar echtgenoot onder zijn eigen auto. Of er is Meyerbeck. In de steek gelaten door zijn vrouw haalt hij dan maar een sekspop in huis. "Tien dagen na Lydia's komst gaat Meyerbeck voor het eerst met haar naar bed." Hij hecht zich er buitensporig aan. Tot een buurman inbreekt en 'pervers varken' op deze bijna vijftig kilo wegende 'Lydia' schrijft.
Telkens ben je verbaasd over hoe ingenieus Von Schirach zijn soms banale plots een grimmige twist geeft. De illusieloosheid domineert, maar onbehaaglijke humor en - ja, het kan vreemd klinken - ook menselijkheid zijn nooit veraf. Dat merk je in het openingsverhaal 'De lekenrechter'. We volgen de levensloop van Katharina, een vrouw uit het Hochschwarzwald, die politieke wetenschappen gaat studeren en zich steeds weer tot kleurloze, betrouwbare protegee ontpopt. Voortdurend heeft ze het gevoel: ik ben niet de persoon die ik wil zijn. Dat speelt haar parten als ze na een burn-out plots tot lekenrechter wordt benoemd.
Redelijk briljant is 'De verkeerde kant', waarin de aan lager wal geraakte, alcoholistische advocaat Schlesinger nog één keer de kans krijgt om te gloriëren. Zal hij een bijna onverdedigbaar geachte beklaagde toch kunnen vrijpleiten? Helaas stapelt Schlesinger de gokschulden op. Tot hij een wake-upcall krijgt in de vorm van een molestatie én een behulpzame huurdader. Die zet hem op het spoor van de oplossing. Als extra offreert Von Schirach ons een masterclass ballistiek om u tegen te zeggen. Want wist u wat een schot 'à bout portant' is?
zucht naar detail
Het knappe aan Von Schirachs verhalen (met slechts een paar zwakkere broertjes) is ook de zucht naar het detail. Niets gebeurt zomaar. Elk radertje grijpt uiteindelijk feilloos in elkaar. Een zekere schatplichtigheid aan Friedrich Dürrenmatt en de vroege Thomas Bernhard - ooit nog gerechtsverslaggever - is Von Schirach evenmin vreemd.
Toch komt in het slotverhaal 'De vriend' de auteur zelf melancholisch om de hoek piepen. En daar is ze opnieuw, die vervreemding die alle verhalen doordesemt. "Het maakt niet uit of we apotheker of meubelmaker of schrijver zijn. De regels zijn altijd een beetje anders, maar de vreemdheid blijft en de eenzaamheid en al het andere ook."
De Arbeiderspers, 200 p., 19,99 euro. Vertaling: Marion Hardoar.
Hans Cottyn
rt/aa/29 m
Ferdinand von Schirach was een gewaardeerde strafpleiter en al flink in de veertig toen hij met de verhalenbundels Misdaden en Schuld in Duitsland en ruime omgeving onverwacht een bestsellerauteur werd. De verhalen, meestal niet meer dan tien, twintig bladzijden lang, waren gebaseerd op de zaken die hij zelf had gepleit. Daarna schreef hij de romans Taboe en De zaak Collini, waarin hij iets een langere spanningsboog probeerde te spannen, maar het waren nog altijd geen boeken waar je dagen mee zoet was. Volgden nog de essaybundel Waardigheid is kwetsbaar en het toneelstuk Terror.
Met de twaalf verhalen in Straf keert Von Schirach, die ondertussen de toga definitief opborg, terug naar de thema's, het tempo en de vorm van de eerste twee boeken. Geen misdaad zonder schuld, geen schuld zonder straf, als je de volgorde van de titels netjes volgt. Straf als sluitstuk. Of zoals de man in het laatste verhaal 'De vriend' zegt, dat in zijn geval misschien geen misdaad bestaat en geen schuld, 'maar er bestaat een straf'. En aan die straf onderwerpt hij zich een droevig leven lang.
Een mooi jaar
De droefenis bromt in wel meer verhalen in deze bundel. De verlopen advocaat Schlesinger in 'De verkeerde kant' krijgt nog een allerlaatste kans om de verdachte in een moordzaak te verdedigen en zo zijn leven en carrière weer op orde te krijgen. Ondertussen moet hij nog de gokschulden weten te regelen. In 'Lydia' krijgt Meyerbeck weer wat levensvreugde nadat hij een sekspop bestelt. 'Een paar dagen geleden had hij sekt en twaalf rozen voor Lydia gekocht, het was haar verjaardag, ze was nu twaalf maanden bij hem. Het was een mooi jaar, denkt hij.' Het mag dan een pop zijn, de liefde is niet minder oprecht en doorleefd. Maar aan de idylle komt brutaal een einde wanneer zijn buurman inbreekt. Hij schrijft 'pervers varken' op Lydia en laat haar in ontwijde staat achter.
Zo bevolken nog wel meer vreemde snuiters deze verhalen, maar niet vreemder dan u en ik, als ik tenminste voor u mag spreken. En het gaat om de personages zelf, niet om hun misdaad. Een heel leven laat zich niet noodzakelijk terugleiden tot één misdaad, maar die ene overtreding kan zich wel laten verklaren door een heel leven.
Von Schirach is niet de schrijver van de uitweiding. Hij laat na om te pontificeren, onnodig spanning op te bouwen of symbolisch vooruit te wijzen. Gelaten stelt hij, bijna als een forensische patholoog, de feiten vast: 'Vier maanden later sloeg hij het hoofd van zijn vrouw in met een hamer, ze overleed op weg naar het ziekenhuis.' 'De beide krikken vallen om, de auto valt op de man.' De feiten zijn wat ze zijn, en als dusdanig niet interessant. Van belang is wat eraan voorafging en wat erna komt, de afwikkeling in de zoektocht naar, wie weet, gerechtigheid en herstel.
Als alles stil is
Want hier is een overtuigd en overtuigend aanhanger van de rule of law aan het woord, en een humanist pur et dur. Tegen de kantiaanse notie van categorische begrippen zal Von Schirach bepleiten dat goed en kwaad een spectrum is. En als de wet niet zonder moraal kan bestaan, dan is het omgekeerde minstens even waar. Quid mores sine legibus? Allemaal goed en wel in laboratoriumomstandigheden, de moraal, maar je zult als pleiter, aanklager of rechter maar de ethische Chinese puzzel moeten oplossen. En dan biedt de rechtspraak en rechtsleer kader, referentie, stutting. Meer is er vaak niet, maar ook niet minder.
Deze noodlotsdrama's doen denken aan het essentialisme van de late geometrie van Piet Mondriaan of aan de verstilling van Giorgio Morandi. Altijd maar puurder. In die zin moet ook het motto van Kierkegaard begrepen worden: 'Als alles stil is, gebeurt het meest.' De alledaagse realiteit is werkelijker dan het evenement.
Karig gevriesdroogd of efficiënt zakelijk is dit proza. En niettemin, ergens onderweg grijpt een kabbalistische omvorming plaats die van de ogenschijnlijk loden dossierteksten toch gouden literatuur maakt. Daar is scherp talent voor nodig, de moed om alle vet weg te snijden en tot de kern door te dringen van wat een mens zo'n mysterie maakt.
In het programmatorische slotstukje van het laatste verhaal (het enige in deze bundel met een ik-verteller) staat het zo: 'Ik dacht dat een ander leven makkelijker was, maar het werd nooit makkelijker. Het maakt niet uit of we apotheker of meubelmaker of schrijver zijn. De regels zijn altijd een beetje anders, maar de vreemdheid blijf en de eenzaamheid en al het andere ook.'
Die conclusie is zo oud als de straat, zo oud als de wet, zo oud als het woord zelf. Hij is eenzaam, de mens, maar zonder aarzeling reikt hij naar de halsbrekende liefde.
Vertaald door Marion Hardoar, De Arbeiderspers, 200 blz., 19,99 € (e-boek 11,99 €). Oorspronkelijke titel 'Strafe'.
Arjan Peters
rt/aa/09 m
Die wordt danig op de proef gesteld als na een jaar blijkt dat er in de woning van Meyerbeck is ingebroken, en dat Lydia is gemolesteerd. De wraak van de eigenaar is begrijpelijk en niet mals, in het verhaal 'Lydia' uit de bundel Straf van Ferdinand von Schirach, de Berlijnse strafadvocaat die schrijver werd. 'Ik verdedig de mens, niet de daad', zei de auteur in 2010. 'Er zijn situaties die zo dwingend zijn dat er geen andere uitweg is dan een gewelddaad. Toch blijven mensen verantwoordelijk. Als we daar niet meer in geloven kunnen we de winkel sluiten.'
Uit het Duits vertaald door Marion Hardoar. De Arbeiderspers; € 19,99.
Naar gegevens van C.H.M. Beijer
Twaalf verhalen die op vrijwel identieke wijze zijn opgebouwd en waarin steeds één hoofdpersonage centraal staat, vaak een verdachte, soms een slachtoffer van een misdaad. Na een korte introductie rond het wie, waar en wanneer doet de verteller in sobere bewoordingen nauwkeurig verslag van het misdrijf, de handelingen en de omstandigheden waaronder de verdachte de misdaad – ogenschijnlijk zonder vooropgezet doel - heeft gepleegd. Waar in de strafprocessen objectiviteit en waarheidsvinding vooropstaan, daar roepen deze ijzingwekkende verhalen met flinterdunne overgangen tussen goed en kwaad, opzet en ongeluk ook morele vragen op rond verantwoordelijkheid, schuld, gerechtigheid en straf. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de op dubieuze gronden verkregen vrijspraak in het verhaal over vrouwenhandel (‘Subotnik’), of waar van straf zonder misdaad of schuld sprake lijkt (‘De vriend’). Deze bundel van de Duitse advocaat en succesvolle, veelgeprezen auteur (1964) vormt samen met zijn goed ontvangen verhalenbundels ‘Misdaden’* (2009) en ‘Schuld’** (2010) een huiveringwekkende trilogie.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.